Kan Rusland wel langdurig een grootschalige oorlog voeren?

De Russische oorlogseconomie draait op volle toeren. Ondanks Westerse sancties stortte de economie de afgelopen jaren niet in. Maar zo langzamerhand komt het einde van dit 'succes' in zicht, schrijft historicus Gijs Kessler. Ruslands economische zwaktes, zoals nijpende arbeidstekorten en een afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, zijn hierin bepalend. In hoeverre beschikt Rusland over de capaciteiten om een langdurige en grootschalige oorlog te voeren?

President Poetin bezoekt Oeralvagonzavod, een grote tankfabriek in de Oeral. Foto: Ramil Sitdikov / ANP / AFP

In de publieke opinie heeft zich een consensus gevormd dat de Russische oorlog tegen Oekraïne een imperialistische oorlog is; Rusland zou er onder Poetin op uit zijn om het Russische wereldrijk te herstellen en de onderwerping van Oekraïne is nog maar het begin. De Russische oorlogseconomie draait op volle toeren en nog vóór 2030, zo horen we, gaat Rusland de NAVO testen en moeten we paraat zijn. Het levert de argumenten voor een grootscheepse Europese herbewapening. Maar in hoeverre beschikt Rusland ook daadwerkelijk over de capaciteiten om een langdurige en grootschalige oorlog te voeren?

Behalve militaire capaciteiten zijn voor de oorlogsvoering natuurlijk ook in hoge mate de economische capaciteiten van een land bepalend. Toen drie jaar geleden de grootschalige invasie van Oekraïne begon en Westerse sancties tegen Rusland werden afgekondigd, gingen velen ervan uit dat de Russische economie deze dubbele beproeving wellicht niet al te lang zou kunnen volhouden. Dat bleek al snel grotendeels wishful thinking. De economie stortte niet in, financiële stabiliteit bleef min of meer gehandhaafd, en, belangrijker nog, de Russische defensie-industrie slaagde erin op korte termijn de extra wapens en munitie te leveren waar het front om vroeg.

Dat Ruslands economie niet kopje onder ging, is in hoge mate de verdienste van het kundige team van Centrale Bankdirecteur Elvira Nabioellina

Dat Ruslands economie niet kopje onder ging, is in hoge mate de verdienste van het kundige team van Centrale Bankdirecteur Elvira Nabioellina en haar rechterhand Ksenia Joedajeva. Hoewel Poetin met de inval in Oekraïne de Russische economie voor de bus gooide, wist het team met verstandig en modern monetair beleid de schade grotendeels te beperken en de koers van de roebel voor een dramatische keldering te behoeden. Dat dergelijke economische expertise voorhanden is, herinnert ons eraan dat Rusland in de dertig jaar na de ineenstorting van de Sovjetunie een functionerende en weerbare markteconomie heeft opgebouwd. En dat heeft het land sterker gemaakt, precies zoals dat ook de intentie van Ruslands hervormers van eind jaren tachtig en begin jaren negentig was geweest. Overigens werd Nabioellina en Joedajeva hun wapenfeit niet door al hun collega-economen in dank afgenomen: door de Russische economie te redden, redden ze ook Poetins hachje, was het verwijt.

Onderzoeker
Gijs Kessler (1969) is senior onderzoeker aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam. Hij is gespecialiseerd in de sociale en economische geschiedenis van Rusland en de Sovjet-Unie en auteur van 'Rusland – land dat anders wil zijn'.

Militair-industrieel complex uit de Sovjettijd

Voor een goed begrip van Ruslands 'succes' bij het in korte tijd opvoeren van de defensieproductie moeten we dieper terug in het verleden, naar de Sovjetperiode. De Sovjetunie was een 'oorlogseconomie', om met de woorden van economisch historicus Mark Harrison te spreken. Een economisch bestel waarin de defensienoden altijd eerste prioriteit hadden, zowel bij overheidsinvesteringen als bij het toewijzen van grondstoffen en andere schaarse hulpbronnen. Die oorlogseconomie ontstond in de jaren dertig van de twintigste eeuw, tijdens Stalins industrialisatie, en bleef in grote trekken voortbestaan tot het einde van de Sovjetunie. De Koude Oorlog en wapenwedloop speelden daar natuurlijk een belangrijke rol in. Het leidde tot een productiesysteem waarin het zogenaamde 'militair-industrieel complex' een machtige rol vervulde en campagnes, arbeidsmobilisatie en aansporingen tot 'meer, groter en sneller' standaardinstrumenten van economisch beleid waren.

Dat militair-industrieel complex van de Sovjetunie bestaat grotendeels nog en onderzoek laat zien dat het een cruciale rol vervulde bij het opvoeren van Ruslands defensieproductie sinds de invasie van 2022. Reservecapaciteit die in de afgelopen dertig jaar niet gebruikt was, werd opnieuw opgestart en strategische voorraden van wapens en grondstoffen, vaak nog in de Sovjettijd aangelegd, werden ingezet. Zowel het aanhouden van lang niet gebruikte reservecapaciteit als het snel in gebruik nemen daarvan werden vergemakkelijkt door het feit dat veel van de fabrieken altijd staatseigendom zijn gebleven en dus rechtstreeks kunnen worden gefinancierd. Zodoende kan er ook makkelijker verlies worden gedraaid dan in de Westerse defensie-industrie, waar men rekening heeft te houden met aandeelhoudersbelangen.

Het einde van de reservecapaciteiten uit de Sovjetunie komt zo langzamerhand in zicht

Aan reservecapaciteiten komt natuurlijk echter op een gegeven moment een eind en er lijken tekenen te zijn dat dit eind zo langzamerhand in zicht komt. Wil Rusland de wapenproductie nog verder opvoeren en moderniseren, dan zal een aanzienlijke extra inspanning moeten worden geleverd. Het is sterk de vraag of dit tot de mogelijkheden behoort.

De huidige defensie-uitgaven zijn namelijk al erg hoog en brengen een aanzienlijke last met zich mee. Dat komt het best uit in vergelijking. Het gezaghebbende Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) houdt een database bij van de defensie-uitgaven per land, met cijfers vanaf 1949. In de tabellen 1 en 2 hieronder zijn voor een aantal steekjaren de defensie-uitgaven voor Rusland en de Verenigde Staten op een rijtje gezet, als percentage van het bruto binnenlands product en als percentage van de overheidsuitgaven. Voor recentere jaren is dit aangevuld met gegevens uit andere bronnen en, ter vergelijking, met de SIPRI-schattingen voor de Sovjetunie in 1980, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog.

Defensieuitgaven als % van BBP

 

Rusland

VS

SU

1980

 -

5.2

7.9

1996

3.8

3.6

-

2000

3.3

3.1

-

2016

5.4

3.4

-

2022

4.7

3.3

-

2023

5.9

3.4

-

2024

6.7

-

-

2025

[7.5]

-

-

Noot: data in [vierkante haakjes] zijn schattingen

Bron: Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) Military Expenditure Database; IISS Military Balance Blog, 12 februari 2025Harrison, Mark, “How Much Did the Soviets Really Spend on Defence? New Evidence From the Close of the Brezhnev Era”, PERSA Working Paper, 24 (3 January 2003)

Defensieuitgaven als % van overheidsuitgaven

 

Rusland

VS

SU

1980

-

-

16.5

1997

6.9

-

-

2000

11.3

9.6

-

2016

12.2

9.4

-

2022

16.1

9.1

-

2023

-

-

-

2024

[33.3]

-

-

2025

[33.3 – 40]

-

-

Noot: data in [vierkante haakjes] zijn schattingen

Bron: Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) Military Expenditure Database; 'Global defence spending rises 9% to record $2.2tn', by Dan Sabbagh, The Guardian, 13-02-2024;  'Why did Putin's Russia invade Ukraine?', by Paul Kirby, BBC, 19-03-2025;  'Portrait of a Nation: How Ordinary Russians’ Lives Have Changed in 3 Years of War', by Anastasia Tenisheva and Leyla Latypova,  The Moscow Times, 24-02-2025; Harrison, Mark, “How Much Did the Soviets Really Spend on Defence? New Evidence From the Close of the Brezhnev Era”, PERSA Working Paper, 24 (3 January 2003)

Duidelijk komt uit deze twee tabellen naar voren hoe de Russische defensie-inspanningen toenemen na het aan de macht komen van Poetin. Als percentage van de staatsbegroting overstijgen ze de cijfers voor de VS al vanaf het jaar 2000, als percentage van het BBP vanaf 2016, toen de oorlog tegen Oekraïne al twee jaar gaande was. Met het begin van de grootschalige invasie in 2022 nemen de cijfers toe, van 16.1% van de staatsbegroting in het eerste oorlogsjaar tot een geschatte 33.3% in 2024 en 2025. Uitgedrukt als percentage van de totale economie vertegenwoordigt de defensieproductie een aandeel van 6.7% in 2024 en een geschatte 7.5% in 2025.

Dat zijn cijfers die in de buurt komen van wat de Sovjetunie aan defensie uitgaf op het hoogtepunt van de Koude Oorlog in 1980: 7.9% van het BBP en 16.5% van de overheidsuitgaven. En dat was een defensielast die de Sovjetunie uiteindelijk de kop kostte. Het slokte zo'n groot deel van de koek op, dat er stelselmatig te weinig overbleef voor het bevredigen van de consumptiebehoeften van de bevolking. Zodra Gorbatsjovs hervormingen daartoe eind jaren tachtig de kans gaven, schudde diezelfde bevolking het Sovjetsysteem dan ook in de kortste tijd af. Exit Sovjetunie. Of Poetin bij een vergelijkbare langdurige aderlating op de nationale welvaart de macht kan behouden, is dan ook allerminst zeker.

Vooral ook omdat Ruslands economisch potentieel onderhevig is aan een aantal structurele zwaktes, die bij een langdurige en grootschalige oorlogsinspanning om de hoek komen kijken en hun tol zullen eisen.

Structurele zwaktes van Ruslands economisch potentieel

In de eerste plaats zijn dat de structurele arbeidstekorten waar de Russische economie door geplaagd wordt. Ze zijn het gevolg van een combinatie van vergrijzing en een toenemende vraag naar arbeid uit de defensie-industrie en aanverwante sectoren. De mobilisatie, de emigratie van zo'n 650 duizend Russen sinds het begin van de oorlog en, natuurlijk, de militaire verliezen maken de tekorten nog nijpender. Een structurele oplossing is er nauwelijks. Alle overheidscampagnes en verstrekkingen van moederschapskapitaal ten spijt, stijgt het geboortecijfer zo goed als niet. Alleen grootschalige immigratie zou een oplossing kunnen bieden, maar op dit terrein ligt een aantal grote uitdagingen.

Alleen grootschalige immigratie zou een oplossing kunnen bieden voor de structurele arbeidstekorten waar de Russische economie door geplaagd wordt

De immigratie vanuit Ruslands traditionele wervingsgebieden in de voormalige Sovjetrepublieken van Centraal-Azië en de Kaukasus loopt terug sinds het begin van de oorlog. Onder andere omdat het door de sancties voor arbeidsmigranten steeds ingewikkelder is geworden om hun verdiensten terug te sturen naar het land van herkomst. Bovendien heeft Rusland te maken met toenemende concurrentie van China, Korea, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten, die steeds aantrekkelijker bestemmingen gaan vormen voor arbeidsmigranten uit de voormalige Sovjetrepublieken.

Er gaan daarom inmiddels stemmen op om meer te gaan werven in India, Sri Lanka en andere landen van het Globale Zuiden. Maar Rusland heeft nauwelijks ervaring met grootschalige immigratie uit die landen, de wet- en regelgeving is sterk restrictief, en ook voor deze migranten geldt dat er grote problemen zijn bij het terugsturen van hun verdiensten naar huis. Bovendien kun je je ernstig afvragen of de Russische samenleving voldoende voorbereid is op de culturele diversiteit die immigratie uit het Globale Zuiden met zich mee zou brengen; het gevaar van een xenofobische backlash zou, gezien Ruslands track-record in de omgang met migranten van kleur, wel eens om de hoek kunnen liggen. Het is daarom onwaarschijnlijk dat Rusland op grote schaal arbeidsmigranten aan gaat trekken en dat betekent dat de arbeidstekorten een blijvende rem op de Russische oorlogseconomie vormen.

Een tweede grote kwetsbaarheid is de sterke afhankelijkheid van de export van fossiele brandstoffen. Olie- en gasinkomsten zijn de kurk waarop de Russische economie drijft en brengen het geld in het laatje waar de oorlogsinspanning mee gefinancierd wordt. Precies om die redenen heeft het Westen dan ook sancties afgekondigd die deze inkomstenbron proberen te raken. Echter, door de aarzelende manier waarop die sancties tot stand kwamen was het kortetermijneffect in 2022 een enorme stijging van de olieprijs en daarmee van de inkomsten die Rusland genereerde uit de export van fossiele brandstoffen. In afbeelding 1 zijn de totaalinkomsten uit de export van olie, gas en kolen afgezet voor het laatste vooroorlogse jaar en de eerste drie oorlogsjaren. Voor de grootschalige invasie beliepen deze inkomsten 264 miljard euro, in het eerste oorlogsjaar schoot dit omhoog tot 356 miljard, en viel daarna terug tot 250 miljard in het tweede en 242 miljard in het derde oorlogsjaar.

Bron: CREA Analysis February 2025: Three Years of Invasion

Hoewel onder het vooroorlogse niveau zijn dit altijd nog aanzienlijke inkomsten, die Rusland ruimschoots in staat stellen om de oorlogsinspanning voort te zetten. Maar er schuilt natuurlijk ook een grote kwetsbaarheid in. Als de olieprijzen gaan dalen, kan dat Rusland ook rap in de problemen brengen. Lagere olie-inkomsten vertalen zich vrijwel direct in lagere overheidsinkomsten uit exportbelastingen. Ook kan het de koers van de roebel onder druk zetten. Voor het stabiliseren van de nationale munt beschikt Rusland weliswaar, net als veel andere olie-exporterende landen, over een stabiliseringsfonds waar een deel van de exportinkomsten in worden ondergebracht, maar de regering heeft daar de afgelopen jaren ook stevig in gegraaid ten behoeve van de oorlogsuitgaven. Het Kremlin reageerde dan ook meteen verontrust op de recente daling van de olieprijzen die in gang is gezet door Trumps tariefoorlog.

Rusland is beter dan wij in staat om voor militaire doeleinden op korte termijn middelen, mensen en capaciteit in stelling te brengen

Een structurele 'bedreiging' voor het Russische verdienmodel is daarnaast de wereldwijde energietransitie en de overstap naar niet-fossiele energiedragers. Rusland is nauwelijks een speler op dit terrein en dat is in het huidige tijdsgewricht een niet te onderschatten zwakte.

Maar wellicht de grootste beperkende factor met betrekking tot het oorlogspotentieel van de Russische economie is uiteindelijk simpelweg de omvang van die economie. Met een bruto binnenlands product van 1.800 miljard dollar in 2021, het laatste vooroorlogse jaar, heeft de Russische economie een omvang die net iets uitstijgt boven die van de Benelux (1.700), maar achterblijft bij landen als Italië (2.200), Frankrijk (3.000) en Duitsland (4.400). Om nog maar te zwijgen van de Europese Unie in zijn totaliteit (17.500).

Bron: International Monetary Fund. 2024. World Economic Outlook: Policy Pivot, Rising Threats. Washington, DC. October

Het economisch potentieel en de productiecapaciteit van Europa is daarmee van een dermate andere orde van grootte dat Rusland op de lange termijn een grootschalige confrontatie slechts met de allergrootste moeite vol zou kunnen houden.

Een formidabele uitdaging

Laat dit echter geen vals gevoel van veiligheid wekken. Rusland is beter dan wij in staat om voor militaire doeleinden op korte termijn middelen, mensen en capaciteit in stelling te brengen. De Sovjeteconomie functioneerde bijna zestig jaar lang volgens de wetten van een oorlogseconomie en dat laat nog steeds zijn sporen na. Strategische reservecapaciteiten stelden Rusland in staat om een oorlog die begonnen was als een 'speciale militaire operatie', maar door het taaie Oekraïense verzet al snel uitgroeide tot een grootschalig conflict, nu al drie jaar vol te houden. Daar kunnen wij in het Westen met onze efficiënte economieën van de 'kleine buffers' niet heel makkelijk en zeker niet snel veel tegenover stellen. Sinds het einde van de Koude Oorlog hebben wij onze defensiecapaciteit roekeloos lang verwaarloosd, en het zal een lange aanloop vergen om die weer op orde te krijgen.

De Russische dreiging is niet louter militair

Belangrijk is bovendien dat de Russische dreiging niet louter militair is. Subversie, desinformatie en ondermijning van onze politiek en democratie zijn wapens die Rusland al jaren met succes inzet, ook in Europa. Het is een formidabele uitdaging, waar we verontrustend machteloos tegenover lijken te staan, en die om heel andere antwoorden vraagt dan de dreiging op het militaire vlak.

Het is dus zaak om Rusland onverminderd onder druk te blijven houden. Gezien de kwetsbaarheden van Ruslands economie is behoud en eventueel opvoeren van de sancties daarvoor een probaat middel, zeker als de olieprijzen aanhoudend laag blijven of verder gaan dalen. Dat is goed om te beseffen, want door de aanvankelijke overspannen verwachtingen van de sancties, die vervolgens niet bewaarheid leken te worden, is toch het beeld ontstaan dat de sancties tandeloos zijn. En dat het (deels) opheffen ervan in een eventueel onderhandelingsproces een van de meer onschuldige concessies zou kunnen zijn. Niets is minder waar – sancties, in combinatie met voortdurende steun aan Oekraïne, zijn een belangrijke rem op eventuele verdergaande Russische geopolitieke ambities.

Een verkorte versie van dit artikel verscheen op 30 april als opiniestuk in het Financieele Dagblad.

Help ons om RAAM voort te zetten

Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.

Publish the Menu module to "offcanvas" position. Here you can publish other modules as well.
Learn More.