De benoeming van Oleksandr Alfjorov tot directeur van het Oekraïense Instituut voor Nationale Herinnering in Kyiv heeft de afgelopen weken tot ophef geleid. Alfjorovs banden met de extreemrechtse oprichter van het Azov-bataljon Andri Biletsky zijn voor links-georiënteerde Oekraïeners, het Kremlin en buurland Polen problematisch. Het laat zien hoe geschiedenis een wapen in een oorlog op leven en dood is geworden, schrijft Laura Starink.
Oleksandr Alfjorov. Foto: Facebook / Oleksandr Alfyorov
In links-Oekraïense politieke kringen, in het Kremlin en in buurstaat Polen is ophef ontstaan over de benoeming van historicus Oleksandr Alfjorov (41) tot directeur van het Oekraïense Instituut voor Nationale Herinnering in Kyiv. Dat Instituut werd na de onafhankelijkheid van 1991 opgericht om de geschiedenis van Oekraïne te bevrijden van het Moskouse perspectief.
De benoeming van Alfjorov is omstreden, in de eerste plaats omdat hij banden heeft met Andri Biletsky, de extreemrechtse oprichter van het Azov-bataljon. Biletsky zette deze legereenheid in 2014 op toen Rusland een oorlog begon in de Donbas in het oosten van Oekraïne.
Voor veel Oekraïners is Azov in de eerste plaats een roemruchte patriottische militaire formatie die de havenstad Marioepol tot de laatste man heeft verdedigd tegen de Russen. Maar een minderheid beschouwt het bataljon als een bedenkelijke gewapende groep met neonazistische wortels en honger naar macht. Zij vinden de aanstelling van Alfjorov als directeur van een overheidsinstelling dan ook een heel veeg teken.
Ook in de buurlanden van Oekraïne wordt de aanstelling van Alfjorov met scepsis begroet. Uit Rusland klinkt de voorspelbare kritiek dat hij een nazi is, en in Polen zijn er zorgen over pijnlijke historische meningsverschillen met Oekraïne over de Tweede Wereldoorlog.
Sinds het begin van Ruslands agressieoorlog zijn dit voor Oekraïne meer dan historische haarkloverijen uit verre tijden. Geschiedenis is letterlijk een wapen in een oorlog op leven en dood geworden. Niet eerder formuleerde Vladimir Poetin zijn visie op de buurstaat botter en compacter dan tijdens zijn jaarlijkse Internationaal Economisch Forum in Sint Petersburg op 20 juni 2025: ‘Ik heb vaak gezegd dat ik het Russische en Oekraïense volk als één volk beschouw. In deze zin is heel Oekraïne van ons. […] We hebben een oud gezegde: waar een Russische soldaat zijn laars neerpoot, dat behoort ons toe.’
Poetin: 'Oekraïne is van ons. Het gezegde luidt: Waar een Russische soldaat zijn laars neerpoot, dat behoort ons toe.'
De Derde Stormbrigade
Oleksandr Alfjorov was tussen 2014 en 2018 perschef van Azov-oprichter Andri Biletsky, de white supremacist aan wie Azov zijn reputatie dankt. Na de Russische invasie van 2022 werd Alfjorov, die boeken schreef over de geschiedenis van Rusland en Oekraïne, officier in de 3de Stormbrigade, een eenheid die is ontstaan vanuit Azov en wordt geleid door Biletsky. De behoorlijk agressief ogende wervingsaffiches van de Stormbrigade hangen in heel Kyiv. Alfjorov heeft een eigen YouTube-kanaal met 500.000 volgers.
Gevochten heeft Alfjorov niet, hij hield zich voornamelijk bezig met public relations, psychologische ondersteuning en personeelszaken. Sinds 2 jaar geeft hij leiding aan een van overheidswege benoemde expert-groep over de de-russificatie van Kyiv, die zich buigt over het hernoemen van straten en pleinen en het neerhalen van monumenten.
Een activist verwijdert het straatnaambordje met de tekst ‘Moskovska street’ (‘Moskou-straat’) in Kyiv, na het besluit van het stadsbestuur om 142 straten waarvan de naam verwijst naar Rusland te hernoemen. Kyiv, 21 september 2022. Foto: Sergei Supinsky / ANP / AFP
Die expert-groep is een uitvloeisel van een door president Zelensky op 21 april 2023 ondertekende wet waarin het propageren van Russische imperiale politiek in Oekraïne wordt verboden en opdracht wordt gegeven Russische namen en standbeelden in Oekraïne te ‘dekoloniseren’.
De wet laat zien hoe Zelensky veranderd is door de oorlog. De tv-komiek die in 2019 met 75% van de stemmen in één ronde tot president werd gekozen omdat hij vrede met Rusland beloofde, ontsloeg in datzelfde jaar de eerste directeur van het Oekraïense Instituut voor Nationale Herinnering, Volodymyr Viatrovitsj. De nationalistische historicus zou in Zelensky’s ogen te veel geobsedeerd zijn door het afbreken en wegpoetsen van het communistische verleden van Oekraïne. Zelensky wilde liever met een schone lei beginnen en met Rusland naar de toekomst kijken.
Maar de in het verleden levende Poetin heeft hem hardhandig uit deze droom geholpen. Met de benoeming van Alfjorov laat Zelensky zien dat hij van mening is veranderd: het ondermijnende Russische misbruik van de geschiedenis moet van staatswege actief worden tegengesproken.
De rol van Azov
Het Azov-bataljon was een van de tientallen vrijwilligersbataljons die ontstonden in 2014, toen het Oekraïense leger niet in staat bleek zich te verdedigen tegen de Russische binnendringers. Na de annexatie van de Krim begon het Kremlin een oorlog in de Oost-Oekraïense Donbas. De overduidelijke Russische hand in die ‘volksopstand’ werd door Moskou jarenlang ontkend.
Oprichter Biletsky trok voor het Azov-bataljon veel extreem-rechtse avonturiers aan, al vochten er in het bataljon ook altijd gewone doorsnee-Oekraïners mee. Azov koos voor zijn militaire uniformen emblemen die sterke gelijkenis vertonen met de nazistische Wolfsangel en sommige Azov-strijders hebben een voorkeur voor extreem-rechtse tattoos.
In 2014 behoedde Azov de havenstad Marioepol aan de Zee van Azov voor Russische bezetting. Net als de vele andere vrijwilligersbataljons werd ook Azov later dat jaar ondergeschikt gemaakt aan het ministerie van Defensie en opgenomen in de Nationale Garde, maar het bataljon (inmiddels regiment genoemd) heeft altijd een aparte positie behouden.
Biletsky was van 2014 tot 2019 onafhankelijk parlementslid, maar hij nam nauwelijks aan het politieke leven deel. In 2016 richtte hij de politieke vleugel van Azov op, het Nationale Corps. Maar een extreem-rechts politiek blok met ondermeer het Nationaal Corps haalde bij de parlementsverkiezingen van 2019 de kiesdrempel niet.
Na de invasie van 2022 veroverden en vernietigden de Russische troepen Marioepol. Opnieuw speelde het Azov-regiment onder Biletsky een belangrijke rol bij de verdediging van de stad. Honderden soldaten van Azov, benevens honderden doodsbange burgers, doken drie maanden lang onder in de gewelven van de staalfabriek Azovstal. De fabriek werd onophoudelijk gebombardeerd door de Russen, totdat Zelensky Azov noodgedwongen beval zich over te geven.
De Oekraïense Azov-soldaten werden als krijgsgevangenen afgevoerd en vormen voor de Russen kostbare pionnen. Azov is voor het Kremlin altijd het perfecte argument geweest dat neonazi’s in Kyiv de macht hebben overgenomen en dat wordt nog steeds als rechtvaardiging voor de Russische invasie gebruikt. Ook daarom zijn de Azov-soldaten voor veel Oekraïners uitgegroeid tot helden met een enorme staat van dienst.
Aanvankelijk was het plan de Azov-strijders in een Neurenberg-achtig tribunaal in de Russische grensstad Rostov aan de Don te berechten, maar daar is het vooralsnog niet van gekomen. Een deel van hen kwijnt sindsdien weg in Russische kampen, een deel is inmiddels uitgewisseld bij een krijgsgevangenenruil.
Familie en vrienden van Azov-strijders roepen op tot een versnelde uitwisseling van Oekraïense krijgsgevangenen van het regiment, drie jaar na hun gevangenneming in Marioepol. Kyiv, 18 mei 2025. Foto: Sergei Supinsky / ANP / AFP
Kritiek vanuit Oekraïne
Linkse Oekraïense wetenschappers waarschuwen voor Alfjorovs rechtse denkbeelden. Volodymyr Ishchenko, socioloog aan de Freie Universität Berlin, gaf op X dit commentaar: ‘Als iets een belangrijke ideologische positie in het [Oekraïense] regime genoemd kan worden dan is het directeur van het Oekraïense Instituut voor Nationale Herinnering. Die baan gaat nu naar de voormalige woordvoerder van Azov in 2014-15, ex-perschef van Biletsky, lid van de partij Nationaal Corps en fan van SS Galicia.’
Volgens Oekraïens soldaat en historicus Vladyslav Starodoebtsev is de benoeming van Alfjorov een ‘verschrikkelijke schande voor het Oekraïense volk’. Op X omschreef hij hem als ‘een absolute ignoramus op het gebied van de 20ste-eeuwse geschiedenis.’
‘Nu is het Andriy Biletsky’s perschef, een majoor in de “Derde Stormbrigade”, een zogenaamde “sociaal-nationalist”, die bekend staat om zijn pseudo-historische uitspraken, bijvoorbeeld dat alleen “zwakke naties” gekoloniseerd kunnen worden en dat Oekraïne daarom geen kolonie genoemd kan worden.’
‘We kunnen niet langer volhouden dat er “geen problemen zijn met extreem-rechts” in Oekraïne’, schreef Starodoebtsev, ‘nu een van de belangrijkste historische instellingen geleid wordt door een “racial warrior”, een sociaal-nationalist die praat over sterke imperiale en zwakke gekoloniseerde naties.’
‘We kunnen niet langer volhouden dat er “geen problemen zijn met extreem-rechts” in Oekraïne’
Starodoebtsev doelde onder meer op een interview waarin Alfjorov bezwaar maakt tegen de term 'dekolonisatie' van Oekraïne. Door Oekraïne als kolonie te bestempelen, zouden Oekraïners erkennen ‘dat het Moskouse Tsarenrijk, het Russische Rijk of de Sovjet-Unie cultureel en politiek superieur waren.’ Dat is onmogelijk, zegt Alfjorov: Kyiv is ouder dan Moskou, en Oekraïners als dichter Taras Sjevtsjenko en schrijvers Mykola Gogol en Anton Tsjechov hebben het Russische imperium mede tot bloei gebracht, sterker nog: leren lezen en schrijven.
Alfjorov spreekt daarom liever van ‘de-imperialisatie’: het bestrijden van Russische imperialistische claims op Oekraïense cultuur. Alfjorov vergelijkt het uiteenvallen van de Sovjet-Unie liever met het einde van de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie: 'Toen de Hongaren en de Slowaken in het Oostenrijkse Keizerrijk werkten, gaven ze zichzelf en hun talent voor hun thuislanden. '
Andri Biletsky. Foto: Wikipedia
Het perspectief van Moskou
Oekraïne wijst er terecht op dat het dwingende Moskouse perspectief de geschiedenis van de toenmalige Sovjet-republiek Oekraïne totaal heeft gedomineerd. Dat geldt vooral voor de periode van de Tweede Wereldoorlog: generaliserende beschuldigingen van Oekraïense collaboratie met de nazi’s zijn door Moskou altijd misbruikt om het onafhankelijkheidsstreven van Oekraïne te fnuiken. Over het eveneens met de nazi’s collaborerende Russische Vlasov-leger zul je Russische historici niet snel horen.
Het meest gebruikte Russische scheldwoord voor Oekraïner op de Russische staats-tv is ‘banderist’, naar de West-Oekraïense opstandelingenleider Stepan Bandera.
Stepan Bandera: vrijheidsstrijder of fascist?
Stepan Bandera, de West-Oekraïense oprichter van de OUN (de Organisatie van Oekraïense Nationalisten) is voor de Russen een collaborateur maar voor veel Oekraïners een verzetsstrijder. De antisemiet Bandera probeerde zich na de Duitse inval in Oekraïne met zijn Oekraïense Opstandelingenleger (OePA) aan te sluiten bij de nazi’s, in de hoop dat zij hem zouden steunen bij het uitroepen van een onafhankelijke staat.
Maar de Duitsers, voor wie Oekraïne Lebensraum, een graanschuur en een wingewest was, voelden daar niets voor en sloten hem op in concentratiekamp Sachsenhausen. Bandera overleefde Sachsenhausen, maar werd in 1959 in München door de KGB vermoord.
Voor de Russen werd Bandera na de oorlog de kern van een versimpelde geschiedopvatting dat alle Oekraïners nazi-sympathisanten waren. Als reactie daarop groeide de anti-Stalinist Bandera voor veel Oekraïners uit tot een vrijheidsstrijder. Vooral in West-Oekraïne staan nog heel wat standbeelden van hem, bijvoorbeeld in het centrum van Lviv.
Dat Midden-Europa in de 20ste eeuw klem zat tussen twee dictaturen (Hitler en Stalin) en dus altijd moest kiezen tussen twee kwaden speelt in de Russische geschiedschrijving geen enkele rol van betekenis meer. Dat percentueel gesproken in de Tweede Wereldoorlog meer Belarussen (25 % van de bevolking) en Oekraïners (16 %) zijn omgekomen dan Russen (12 %) wordt in het Kremlin-narratief weggelaten, evenmin als ooit gewag wordt gemaakt van de 3 miljoen Oekraïense boeren die omkwamen bij Stalins collectivisatie van de landbouw. De Stalin-terreur is uit het Kremlin-verhaal weggefilterd.
Het voortdurende Russische misbruik van de geschiedenis leidt tot een verdedigingsreflex in Oekraïne dat op zijn beurt ook weinig oog heeft voor de zwarte bladzijden in zijn eigen geschiedenis.
Voor het Kremlin is de benoeming van Alfjorov gewoon een welkom extra bewijs dat Oekraïne een nazi-staat is. Maria Zacharova, woordvoerder van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken, kwam met een voorspelbare reactie: ‘De nieuwe directeur [van het Instituut van Nationale Herinnering] is een afgezwaaide Azov-strijder die bekend staat om zijn liefde voor en loftuitingen aan het adres van Hitler. Nadat het Kyiv-regime een generatie neo-Banderisten heeft opgekweekt maakt het nu vaak gebruik van hun diensten’.
Als bewijs van Alfjorovs sympathie voor Hitler wordt vaak dit curieuze citaat uit een interview met hem over Poetin aangehaald: ‘Het heeft geen zin om Poetin met Hitler te vergelijken. Beiden zijn verschrikkelijk, maar Hitler groeide op in hoge literaire kringen, esthetisch, muzikaal, en was zelf een kunstschilder. Maar die ander [Poetin] schildert met bloed, zoals Pinocchio met zijn neus.’
Voor het Kremlin is de benoeming van Alfjorov gewoon een welkom extra bewijs dat Oekraïne een nazi-staat is
‘De manier waarop Poetin en het Kremlin de termen “nazisme” en “fascisme” gebruiken heeft zijn wortels in de Sovjet-periode, toen die termen betrekking hadden op iedereen die geen deel uit wilde maken van de Sovjet-Unie of de Russische wereld. Dat geldt tot op de dag van vandaag’, zei Taras Kuzio, Brits-Oekraïense wetenschapper aan de Britse Henry Jackson Society denktank tegen de Financial Times.
Feit is wel, zei Kuzio, dat het Nationaal Corps, dat los opereert van Azov, banden had met white supremacist-groepen in de VS en Europa. ‘In Oekraïne bestaan populistische nationalisten en neo-nazi’s, en het Nationaal Corps staat dichter bij de laatsten.’
Spanning met Polen
Ook in Polen is argwaan over de benoeming van Alfjorov. Hoewel Polen in de Russische aanvalsoorlog vierkant achter Oekraïne staat, verschillen de buurlanden pijnlijk van mening over de ‘massamoord van Volhynië’.
In 1943-44 vond er in de vroegere Poolse provincies Volhynië en Galicië een etnische zuivering plaats, waarbij volgens schattingen 100.000 Poolse burgers werden vermoord door Bandera’s Oekraïense Opstandelingenleger OePA. Bandera zelf zat toen al in concentratiekamp Sachsenhausen. Volhynië en Galicië werden na de Tweede Wereldoorlog door Stalin bij Oekraïne gevoegd, met instemming van de geallieerden.
Door de OePA vermoorde Poolse burgers in Volhynië. Bron: IPN
Het Poolse Ondergrondse Leger nam wraak door rond de 10.000 à 15.000 Oekraïners om te brengen. De slachtpartij ging de geschiedenis in als de ‘massamoord van Volyn’ en Polen en Oekraïners twisten sindsdien over de ware toedracht. Het Poolse parlement betitelde de massamoord door Oekraïners in 2016 als genocide, de Oekraïners spreken liever van de 'tragedie van Volyn' en zoeken de oorzaak in de onderdrukking door de vroegere Poolse overheersers.
De oplevende verheerlijking van het Oekraïense Opstandelingenleger en Bandera is voor de Polen onverteerbaar
Met het verdrijven en vermoorden van de Poolse minderheid (16% van de bevolking) in het destijds door de Duitsers bezette gebied wilden de Oekraïense nationalisten voorkomen dat Volhynië na de oorlog opnieuw Pools grondgebied zou worden. De oplevende verheerlijking van het Oekraïense Opstandelingenleger en van Bandera in Oekraïne is voor de Polen onverteerbaar. Voor hen zijn de ultranationalisten slagers en moordenaars.
Verzoeningspogingen
De laatste decennia zijn er zowel in Polen als in Oekraïne van overheidswege pogingen gedaan om deze wond te genezen. Dat gaat met horten en stoten. De vorige Oekraïense president Petro Porosjenko ging op 8 juli 2016 op de knieën voor het monument voor de Poolse slachtoffers in Warschau. Hij kwam met de toverformule: ‘Wij vergeven en vragen om vergiffenis’.
Begin 2025 beloofden Zelensky en de Poolse premier Donald Tusk elkaar in Warschau op zoek te gaan naar ‘een gemeenschappelijke taal en gezamenlijke actiemiddelen inzake de massamoord van Volhynia’ en andere ‘gevoelige dramatische kwesties in onze geschiedenis’. Oekraïne gaf voor het eerst toestemming voor het opgraven van lichamen van Poolse slachtoffers en Tusk sprak van een ‘doorbraak’.
Volgens de gezaghebbende Oekraïense historicus Andri Portnov weten de meeste Oekraïners weinig tot niets over deze bloedige geschiedenis. Hij pleit voor een verzoenende aanpak: ‘Wat kunnen we leren van onderzoek naar de massamoord van Volhynië, niet in termen van nationaal martelaarschap, maar in termen van het gedrag van individuen in een extreem gewelddadige en dynamische situatie, waarin je etniciteit (eigen of toegeschreven) leidt tot collectieve verantwoordelijkheid en dus tot leven en dood?’
De Poolse provincies Galicië en Volhynië in 1939. Bron: Ukraine Gazetteers
Oleksandr Alfjorov heeft over de gevoeligheden onder meer gezegd: ‘Laten we eerlijk de puntjes op de i zetten in deze kwesties. Laten we erkennen dat wij over en weer fout gehandeld hebben in de jaren 20 en 30 en dit een les laten zijn voor toekomstige generaties’. Hij wil dat de Poolse overheid hetzelfde doet, en spreekt over ‘de gedeelde tragedies van twee naburige volken’. Maar de Polen verzetten zich met hand en tand tegen die verdoezelende gelijkstelling van de wederzijdse moordpartijen. Het initiatief lag immers bij de Oekraïners.
Oleksandr Alfjorov spreekt van ‘gedeelde tragedies van twee naburige volken’
Ook de voorzichtige pogingen van Tusk en Zelensky tot verzoening en openheid van zaken hebben alweer averij opgelopen. Op 1 juni werd de conservatieve nationalist Karol Nawrocki van de populistische PiS-partij tot president van Polen gekozen. Voor hem is een totale knieval voor de Oekraïense ‘genocide’ op de Polen zelfs een keiharde voorwaarde voor Oekraïnes lidmaatschap van de Europese Unie.
Toeval of niet, historicus Nawrocki was voor zijn verkiezing tot het hoogste ambt directeur van Polens Instituut van Nationale Herinnering in Warschau.
Bekijk over de Russische belegering van Azovstal de ontzagwekkende documentaire ’82 dagen in de hel’ van de Nederlandse regisseur Jasper Christiaens. De documentaire is gebaseerd op filmmateriaal van de onderduikers.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.
