Van Magnitogorsk tot de Midwest: de teleurstelling over het liberalisme

De huidige ontwikkelingen in de Amerikaanse maatschappij roepen echo's op van de veranderingen die Rusland in de laatste 25 jaar doormaakte. Hoewel de landen niet direct te vergelijken zijn, zijn er wel bepaalde parallellen zichtbaar, schrijft Gulnaz Sibgatullina, universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam. In beide landen heeft het liberalisme zijn glans verloren, en wordt ze ervaren als een bron van teleurstelling en vervreemding.

Medewerker van ijzer- en staalfabriek in Magnitogorsk tijdens bezoek van Vladimir Poetin, juli 2025. Foto: Alexander KAZAKOV / POOL / AFP / ANP

In een recente aflevering van The Ezra Klein Show schetste journalist Radley Balko hoe het tweede presidentschap van Donald Trump de binnenlandse ordehandhaving in de VS veranderde in een paramilitair apparaat. Federale eenheden werden ingezet bij protesten tegen deportaties in Los Angeles; Washington D.C. raakte in een staat van bezetting; en de loyaliteit van deze troepen gold niet langer de staat, maar de president.

Die beschrijving roept echo’s op van wat in Rusland gebeurt. Ook daar zijn veiligheidstroepen de afgelopen kwart eeuw uitgegroeid tot een instrument van repressie, gewend aan het neerslaan van demonstraties en het normaliseren van geweld in de publieke ruimte. Toch gaat de vergelijking verder dan een parallel tussen Trump en Poetin. Interessanter is de vraag wat dit zegt over de samenlevingen waaruit zij voortkomen. Hoe kan het dat voormalige ideologische aartsvijanden uit de Koude Oorlog elkaars spiegelbeeld lijken te worden?

Een ideologie van 'zij'

Zowel in Rusland als in de Verenigde Staten heeft 'liberalisme' zijn glans verloren. Het begrip was altijd al veelvormig — verwijzend naar de scheiding der machten, burgerrechten, marktwerking, globalisering, pluralisme of emancipatie. Maar in beide landen is het inmiddels vooral de ideologie van de ander geworden: van hoofdsteden en elites in plaats van het volk, van het 'Westen' en niet van 'ons'.

In Rusland werd liberalisme na de val van de Sovjet-Unie vrijwel synoniem met de economische 'shocktherapie' van de jaren negentig: massale privatiseringen, het instorten van publieke voorzieningen en de zichtbare inmenging van westerse adviseurs.

In Rusland kreeg liberalisme de gedaante van een opgelegd model

In de Verenigde Staten raakte liberalisme verbonden met twee uiteenlopende processen. Enerzijds was er het neoliberale beleid van de jaren tachtig, belichaamd in Reagonomics, dat de inkomensongelijkheid deed toenemen en de sociale voorzieningen uitholde. Anderzijds was er de opkomst van identiteitspolitiek rond ras, gender en seksualiteit. Deze bewegingen beoogden structurele ongelijkheden te corrigeren, maar werden door velen ervaren als een cultuurstrijd die de breuklijnen alleen verdiepte.

In de postindustriële Midwest, waar Trump zijn steun vond, en in Magnitogorsk, de industriestad die Poetin trouw blijft, wordt liberalisme niet ervaren als een belofte van emancipatie maar als een project van vervreemding. Het klinkt als de taal van hoofdsteden en mondiale elites, van internationale instellingen en culturele waarden die niet uit lokale keuzes voortkomen maar van buitenaf worden opgelegd. In Rusland kreeg liberalisme zo de gedaante van een opgelegd model; in de VS werd het de ideologie van een zelfgenoegzaam establishment.

Van belofte tot trauma

Die vervreemding heeft diepe economische wortels. In Rusland bracht de liberalisering een oligarchische bovenlaag voort die zich in korte tijd schaamteloos verrijkte, terwijl miljoenen hun spaargeld zagen verdampen. In 1998 verloor de roebel driekwart van zijn waarde; mensen die hun hele leven hadden gewerkt, zagen hun zekerheid in enkele weken verdwijnen. Poetin, die in 1999 aan de macht kwam, kon zich presenteren als degene die orde en voorspelbaarheid terugbracht.

In de Verenigde Staten voltrok de ontgoocheling zich trager. Het neoliberale tijdperk beloofde kansen, consumentenvrijheid en groei. Maar achter die belofte gingen fabrieksluitingen, de uitholling van de middenklasse en het verval van hele regio’s schuil. Terwijl Silicon Valley en Wall Street rijkdom én politieke invloed opstapelden, zakte de Rust Belt weg in werkloosheid, dalende huizenprijzen en politieke verwaarlozing.

De armoede in Rusland was acuut en existentieel; in de VS relatief en sluipend. Toch voedden beide ervaringen hetzelfde gevoel van verlies: van waardigheid, respect en vertrouwen in de belofte van een beter leven. Vooral de groepen die ooit golden als de ruggengraat van de natie — de 'hardwerkende Amerikaan' of de 'sterke Russische man' die zijn gezin onderhield — ervaren dat de wereld om hen heen is veranderd zonder hun stem of belangen. De oorzaken mogen economisch zijn, de ervaring ervan is emotioneel: een gevoel van wrok en achterstelling.

De staat als vijand maar de leider als beschermer

Het pad naar autoritarisme verliep echter verschillend. In Rusland kon Poetin zijn macht consolideren ten koste van jonge en zwakke instituties. De rechtsstaat was fragiel, onafhankelijke media kwetsbaar, de democratische cultuur nauwelijks ontwikkeld. Zijn autoritaire wending werd daardoor door velen niet ervaren als een breuk met het verleden, maar als een versterking van een toch al broze orde. Het sociaal contract dat hij aanbood was eenvoudig: economische voorspelbaarheid in ruil voor politieke passiviteit.

De Verenigde Staten beschikken daarentegen over een robuuster institutioneel kader. Checks and balances, onafhankelijke rechtbanken, machtige deelstaten en een diepgewortelde civil society maken centralisatie moeilijker. Toch bleken ook hier de instituties niet onaantastbaar. De politisering van federale agentschappen, het ondermijnen van onafhankelijke instanties en de uitbreiding van de uitvoerende macht lieten zien dat zelfs een stevig bouwwerk onder druk kan komen te staan.

Poetins sociaal contract was eenvoudig: economische voorspelbaarheid in ruil voor politieke passiviteit

Cruciaal is de historische rol die de staat in beide landen speelt. In Rusland, erfgenaam van het Sovjetmodel, wordt de overheid gezien als beschermer van banen en sociale zekerheid, maar evenzeer als instrument van repressie en controle. In de VS overheerst juist een diepgewortelde anti-statelijke traditie. Slogans als drain the swamp drukken niet alleen wantrouwen uit tegenover elites, maar ook tegenover de staat zelf. Die houding is echter dubbelzinnig: dezelfde bewegingen die minder overheid eisen, verlangen juist méér bescherming tegen immigratie, criminaliteit of buitenlandse concurrentie. Het is precies deze spanning — tussen afkeer van de staat en verlangen naar bescherming — die de weg plaveit voor leiders die beloven buiten de 'logge' instituties om daadkrachtig in te grijpen.

Daarbij komt de scherpe tegenstelling tussen stad en platteland. De grote steden — Moskou en Sint-Petersburg in Rusland, New York, Los Angeles en Washington D.C. in de VS — zijn bolwerken van progressief en liberaal denken. De regio’s daarbuiten voelen zich cultureel en economisch gemarginaliseerd en zien hun waarden bedreigd door stedelijk kosmopolitisme.

Dat verklaart ook hoe Poetin en Trump, ondanks hun rijkdom en elitaire status, zich konden presenteren als stemmen van het volk. Trump doet dat via machismo, grove taal, uitgesproken anti-'woke'-retoriek en zijn positie buiten de traditionele politieke elitefamilies. Poetin in de rol van strenge, maar beschermende vaderfiguur. In beide gevallen gaat het minder om persoonlijke authenticiteit dan om representatie: zij belichamen de frustratie van mensen die zich door verre elites in de steek gelaten voelen.

Waardenstrijd: religie als antwoord op fragmentatie

Politieke misrepresentatie, economische achteruitgang (werkelijk of ingebeeld) en angst voor de Ander — migrant, moslim of buitenlandse inmenging — plaatsen Rusland en de Verenigde Staten in hetzelfde rijtje landen die de afgelopen twee decennia een populistisch-autoritaire wending hebben genomen. Maar wat deze toenadering bijzonder unheimisch maakt, is hoe de afwijzing van het liberalisme zich niet alleen in de politiek uitdrukt, maar vooral in de cultuur.

Anders dan in India of Indonesië, waar autoritarisme wordt gedreven door ambities om geopolitieke invloed te vergroten, of in Oost-Europa, waar het teruggrijpt op etno-nationalistische tradities, draait het autoritarisme in Rusland en de VS om het herstel van grootheidsstatus — om great again.

Die zoektocht komt het scherpst tot uitdrukking in de culturele sfeer. Waar liberalisme ooit het ideaal koesterde dat pluralisme beheersbaar is en uiteenlopende waarden vreedzaam naast elkaar konden bestaan, ervaren veel 'gewone' Russen en Amerikanen het nu als een eindeloze strijd om erkenning. Wat ooit een belofte van diversiteit was, verschijnt voor critici als permanente fragmentatie.

In die context winnen conservatieve bewegingen terrein. Zij presenteren zich niet alleen als belangenbehartigers, maar als hoeders van hogere, transcendente waarden. Religie speelt daarin een sleutelrol: zij biedt een referentiepunt dat lijkt te ontsnappen aan de wisselvalligheid van identiteitspolitiek, en belooft een stabiel fundament in een gefragmenteerde wereld.

In Rusland fungeert religie als geopolitieke taal en staatsideologie

Hoe religie dat fundament levert, verschilt sterk tussen de twee landen. In Rusland heeft de Orthodoxe Kerk zich expliciet verbonden aan de staat. Ze legitimeert Poetins regime door Rusland voor te stellen als bastion van 'traditionele waarden', en voedt messianistische beelden van het Derde Rome en de heilige missie van Rusland. Religie fungeert hier zowel als geopolitieke taal als staatsideologie.

In de VS werkt het van onderop. Evangelische bewegingen en christelijk-nationalistische netwerken zijn diep verankerd in lokale gemeenschappen en oefenen via mobilisatie en lobbying invloed uit op de nationale politiek. Hun messianisme krijgt een andere vorm: Amerika als uitverkoren natie, geroepen om niet alleen zichzelf maar ook de wereld te leiden. Hier is religie geen staatsideologie, maar een grassroots kracht die de democratische instituties van binnenuit onder druk zet.

Dat type religiositeit verschilt duidelijk van de louter symbolische mobilisatie van een 'joods-christelijke cultuur' in West-Europa, waar het christendom vaak wordt ingezet als culturele erfenis tegenover de zichtbare aanwezigheid van moslims. In Rusland en de VS is het christendom geen raamwerk, maar een ideologie die diep in de politieke cultuur is geïntegreerd. Maar waar Rusland spreekt van grenzen die tegen externe vijanden moeten worden verdedigd, vrezen veel Amerikanen juist de 'grens' in eigen land. Het conflict draait daarmee niet alleen om instituties of beleid, maar om existentiële vragen: wie zijn 'wij', wie hoort erbij, en welke waarden bepalen de toekomst van de natie?

Wat rest van het liberalisme?

Vergelijkingen tussen Rusland en de VS zijn riskant. De landen hebben verschillende tradities, instituties en ervaringen met liberalisme. Toch maakt deze parallel iets zichtbaar. Zodra economische en sociaal-politieke modellen wereldwijd worden toegepast — zoals na het einde van de Koude Oorlog, in de unipolaire orde van de jaren negentig — blijken de gevolgen vaak verrassend gelijksoortig.

Het onderscheid tussen de idealen van liberalisme en de praktijk van (neo)liberalisme is daarbij cruciaal. Juist de neoliberale vertaling — of dat nu in Rusland, Oost-Europa, de VS of West-Europa was — heeft de democratische belofte uitgehold. De kloof tussen kosmopolitische elites en een achterblijvende middenklasse tast de legitimiteit van het liberale project aan. Vrijheid is steeds meer gedefinieerd als individuele autonomie en identitaire expressie, ten koste van collectieve zekerheid en sociale cohesie.

Het ressentiment van zowel de Amerikaanse arbeidersklasse als de Russische lagere en middenlagen heeft diepe sociaal-economische wortels. In beide landen is culturele strijd vaak in de plaats gekomen van een debat over economische ongelijkheid of burgerrechten. In Rusland kreeg de oorlog tegen Oekraïne die rol: economische stagnatie en sociale frustratie werden omgesmeed tot een verhaal van nationale grootsheid en spirituele missie. De verwoesting van Oekraïne dient niet alleen militaire en territoriale doelen, maar bevestigt ook Rusland als natie die haar eigenwaarde herstelt en zich definitief afkeert van het Westen. Tegelijkertijd fungeert de oorlog als sociaal ventiel: dienstplichtigen en hun families worden uit de economische malaise getild door militaire salarissen en uitkeringen.

De verwoesting van Oekraïne bevestigt Rusland als natie die haar eigenwaarde herstelt en zich definitief afkeert van het Westen

Waar Rusland naar buiten slaat, keren de Verenigde Staten zich in zichzelf. ‘America First’ betekent het terugschroeven van internationale verplichtingen en het vooropstellen van het nationale eigenbelang. Maar ook op het binnenlandse toneel keert Trump’s Amerika zich tegen klassieke liberale waarden. Onafhankelijke instituties worden uitgehold, de rechterlijke macht politiek ingekleurd en de pers weggezet als 'vijand van het volk'.

De erfenis van het liberalisme laat zo zien hoe een ideologie die ooit symbool stond voor vooruitgang en emancipatie, nu wordt ervaren als bron van teleurstelling en vervreemding. De toekomst van het liberalisme hangt niet alleen af van de veerkracht van instituties of de overtuigingskracht van waarden, maar van de vraag of het opnieuw aansluiting kan vinden bij brede lagen van de bevolking. Ook Europa staat voor die uitdaging. Hoe omgaan met groeiende frustraties — of die nu voortkomen uit reële problemen, uit mediabubbels, uit eenzaamheid of uit angst voor de toekomst — zonder te vervallen in het scheppen van nieuwe vijandbeelden, binnen of buiten de eigen grenzen?

Help ons om RAAM voort te zetten

Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.

Publish the Menu module to "offcanvas" position. Here you can publish other modules as well.
Learn More.