Een eeuw revolutie, onderdrukking en verarming hebben van Rusland een immoreel land gemaakt, zegt de Russische filosoof Aleksandr Tsipko. Het is de erfenis van Dzjenghis Khan. Lees er de grote schrijvers Boenin en Gorki op na. De onderdanigheid van de Rus doet hem de ogen sluiten voor de schreeuwende tekortkomingen van zijn leiders. 'Wij Russen hebben in honderd jaar niks bijgeleerd.'
door Aleksandr Tsipko
In zijn artikel over het gapende zwarte gat in de Russische ethiek, op RaamopRusland, beschreef cultuurcriticus Andrei Arkhangelsky de huidige morele crisis in ons land. Onder ethiek verstaat men gemeenlijk het filosofisch onderzoek naar de normen van de moraal. Onze Russische moraal komt voort uit het juk van Dzjenghis Khan.
De stand van de moraal als maat voor mens en maatschappij wordt altijd bepaald door het besef dat je naaste net zo’n mens is als jijzelf en dus evenveel waard is. Daaruit volgt de gouden regel van de Bijbel: ‘Doe de ander niet aan wat je jezelf niet toewenst'. De doorbraak bij de humanisering van de mens is vastgelegd in de Tien Geboden, in richtlijnen als ‘Gij zult niet doden; niet overspelig zijn; niet stelen; geen valse getuigenis afleggen; eert uw vader en uw moeder en bemin uw naaste zoals uzelf’ (Evangelie van Mattheus).
De tragedie van Rusland schuilt in het feit dat die intrinsieke waarde van de menselijke persoonlijkheid bij ons, anders dan bij andere christelijke volkeren, nooit wortel heeft geschoten. Dat verklaart de cynische houding van de Russische heersers ten opzichte van slachtoffers bij oorlogen. Stalin onderscheidde zich hierin in niets van de Russische tsaren. Volgens hem was het geen ramp als er tijdens oorlogsoperaties veel mensen sneuvelden, want ‘de Russische vrouwen baren wel nieuwe soldaten’.
Gebrek aan medeleven
Als wij spreken over de morele crisis in Rusland, een land dat onderdeel uitmaakt van de christelijke beschaving, waar alle verworvenheden van de cultuur, literatuur en filosofie zijn voortgekomen uit het Russisch-orthodoxe geloof, dan hebben we het volste recht de toestand van de moraal naar Europese maatstaven te meten.
We mogen haar beoordelen aan de hand van de houding van de moderne Rus ten opzichte van geweld en recht, zijn inlevingsvermogen in de noden van zijn landgenoten, die geleden hebben onder de Leninistische en Stalinistische repressie.
Ik zie de geestelijke crisis van Rusland vooral weerspiegeld in de totale onverschilligheid van de overgrote meerderheid van de bevolking, inclusief de jeugd, tegenover de Stalin-slachtoffers. In een normaal christelijk land is het onmogelijk dat de helft van de bevolking liefde en achting koestert voor een zieke man, die honderdduizenden, miljoenen mensen heeft vermoord. In dat licht bezien oogt de redenering van Andrei Arkhangelsky enigszins naïef, waar hij de huidige autoritaire indoctrinatie van ethische normen in Rusland afzet tegen democratische omgangsvormen.
Veel Russen hebben opnieuw respect voor Josif Stalin
Natuurlijk spelen de massamedia een kolossale rol bij het bepalen van wat geoorloofd en ongeoorloofd is. Maar de houding ten opzichte van de belangrijkste morele richtlijn, het christelijke ‘gij zult niet doden’, wordt voor een groot deel bepaald door nationale tradities en de nationale psyche. Wat in Rusland direct in het oog springt is de unieke combinatie van liefde tegenover de ‘leider van de natie’ (Poetin) met een toename van agressie en angst voor de toekomst.
In het Westen houdt men er geen rekening mee dat Rusland geen helemaal normaal land is. Sinds de hervormingen van Peter de Grote heeft hier geen organische natie meer bestaan. Sinds Peter de Grote bestond er in Rusland altijd een dunne pro-westerse laag naast een ‘duister boertig tsarendom’, zoals de Russische filosoof Nikolaj Berdjajev het formuleerde. De sovjet-macht heeft de kloof tussen deze twee niet gedicht, maar heeft eenvoudigweg het grootste deel van die verlichte intellectuele bovenlaag vernietigd of naar het buitenland verdreven. Bovendien moet je beseffen dat wij een land zijn dat een uniek communistisch experiment heeft doorstaan dat 70 jaar heeft geduurd.
In Moskou, waar het grootste deel van de intellectuelen woont, die in meerderheid tegen Poetin gekant zijn, heeft bij de parlementsverkiezingen van 18 september 2016 meer dan 10 % van de kiezers voor Grigori Javlinski [partijleider van oppositiepartij Jabloko – red.] gestemd. Ze stemden op de man, die openlijk heeft voorgesteld de Krim aan Oekraïne terug te geven om af te komen van de sancties. Maar in [deelrepublieken als - red.] Tatarstan, Tsjetsjenië of Basjkortostan stemde bijna niemand op Jabloko, omdat partijleider Javlinski door de bevolking van die republieken als ‘verrader’ wordt beschouwd.
Lees Boenin en Gorki
Wie zich een oordeel wil vormen over de geestesgesteldheid van het Russische volk hoeft niets te verzinnen. Er is kolossaal veel literatuur over de Russische nationale psyche, die analyseert waarom de bolsjewieken, die in 1917 zonder veel moeite de ‘christelijk-orthodoxe’ Russen hun afkeer van moorden hebben afgeleerd en hen in een bloederige burgeroorlog hebben gestort, juist hier hebben overwonnen.
De diagnose is helder: als er geen God is, is alles toegestaan, zoals Dostojevski schreef. Lenins adagium ‘alles wat de overwinning van het communisme dient is geoorloofd’ verdrong met groot gemak het christelijke gebod ‘Gij zult niet doden’. Iedere serieuze analyse dient dus antwoord te geven op de vraag hoeveel er in het nationale bewustzijn nog resteert van de houding die de overwinning van het bolsjewisme in Rusland mogelijk heeft gemaakt. In hoeverre kampen wij nog steeds met de wreedheid, kwaadaardigheid, afgunst en agressie, die de cynische bolsjewieken hebben geëxploiteerd?
Wat Arkhangelsky schrijft klopt: de communistische moraal ‘heeft ons niet zozeer geleerd om te leven maar veeleer om te sterven’. Maar we moeten wel beseffen dat dit ingeburgerd is geraakt in een land waar een mensenleven weinig kost. Natuurlijk: ook het nationaal-socialisme leerde niet zozeer leven als wel sterven. Ook de Duitsers, die niet gevormd zijn door de erfenis van Dzjengis Khan, gingen de dood in uit naam van Hitler. Maar laten we ons tot Rusland beperken.
Als ik wat Ivan Boenin en Maksim Gorki schreven over de geestelijke crisis tijdens de burgeroorlog van 1918-20 vergelijk met wat ik om me heen zie in het moderne Rusland, dan grijpt de angst me om het hart. De algemene geletterdheid die de bolsjewieken Rusland hebben geschonken heeft niets veranderd in onze nationale psyche.
Je krijgt de indruk dat de erfenis van Dzjengis Khan, de slaafse onderdanigheid aan de overheid, nu veel sterker is dan in 1917. Destijds liepen de boeren achter de bolsjewieken aan omdat die hen iets tastbaars boden: vrede, een stuk grond, menselijke waardigheid. Maar zoals de verkiezingen van 18 september hebben laten zien groeit de populariteit van Poetin, óndanks de langzame verarming van de mensen, die vrezen voor hun toekomst, terwijl het regime niet in staat is de bevolking een duidelijk programma te bieden om uit de crisis te komen. Zoiets absurds heeft zich in de geschiedenis van Europa of Rusland waarschijnlijk niet eerder voorgedaan.
Luiheid van denken
Hier hebben we weer te maken met de raadselachtige Russische ziel. Onze huidige apathie, waarover de liberalen in het Rusland van na de [annexatie van de – red.] Krim zo veelvuldig schrijven, komt volgens mij voort uit de traditionele Russische luiheid van denken. De autocratie van Poetin is, zoals elke Russische autocratie, gebaseerd op de onderdanigheid en het geduld van het Russische volk, op zijn verbluffende vermogen om de ogen te sluiten voor de schreeuwende tekortkomingen en blunders van zijn leiders.
Met zo’n psychologie is het onmogelijk een burgermaatschappij te creëren, een politiek systeem op te bouwen dat is gebaseerd op een scheiding der machten, controlemechanismen tegen de alleenheerschappij van de leider. Het is geen toeval dat de organisatie van de macht in Rusland zich in niets onderscheidt van die in het Aziatische Kazachstan, al is het in Rusland nog net niet mogelijk je dochter tot opvolger te benoemen, zoals [de Kazachse president - red] Noersoeltan Nazarbajev wil doen. De macht wordt in Rusland nu geleidelijk aan overhandigd aan de vroegere lijfwachten van Poetin, onze pretoriaanse garde.
Armoede in Krasnojarsk. Foto Irina Popova
Angstaanjagend is de Russische luiheid van geest. Interessant genoeg lijden aan die ‘losgezongenheid van de werkelijkheid, die men niet kent en niet wil kennen’, zoals Boenin schreef, niet alleen eenvoudige mensen, maar ook de intelligentsia, die voor hen zegt op te komen. Lees de immer actuele Boenin: ‘...het volk schept zijn eigen regering en je kunt niet alles op de autocratie schuiven’. Verontwaardigd schreef hij: ‘Over welke waarheid hebben we het, als de leugen overal regeert.’
Natuurlijk is het volk van nu niet zo ‘onontwikkeld’ als het volk waarover Maksim Gorki schreef. Maar qua beschaving is het net zo ‘impotent’ en achtergebleven op het Westen als in 1917. Opnieuw wordt de mythe dat het Russische volk voorbestemd is de ‘Messias van Europa’ te zijn, de ‘geestelijk leider van de wereld’, gebruikt als opium voor het volk.
Zowel de adellijke Ivan Boenin als het volkskind Maksim Gorki braken de staf over de schone leugen over die superioriteit van het Russische volk boven het Westen. Voor de zoveelste keer herlees ik Vervloekte dagen van Ivan Boenin en Ontijdige gedachten van Maksim Gorki. Daar staat alles in over het Rusland van na de annexatie van de Krim, met dat verschil dat er nu minder anarchie heerst. Maar angstaanjagend is dat je in het dagelijks leven vandaag veel van diezelfde wreedheid aantreft als een eeuw geleden.
Gewoon maar een bericht uit de krant van nu: ‘Drie mensen kwamen op bezoek bij een kennis. Er was iets wat ze niet beviel, dus hakten ze hem in twaalf delen, stopten die in zakken en gooiden die in het kanaal. Doodeenvoudig.’
In de sovjet-tijd hoorde je nooit over dit soort ‘simpele’ wreedheden van het volk die Gorki beschrijft in zijn Ontijdige gedachten. Misschien was het destijds verboden daarover te schrijven in de pers. Maar vandaag lees je in de kranten dagelijks over dronkenmanspartijen die eindigen met moord op de huisbewoner. Een paar lui leren elkaar kennen in de trein, gaan met een van hen mee naar huis en in dronkenschap slaan ze de gastheer dood. Zo simpel als wat. Motorrijders doen een dorp aan, leren een dorpsjongen kennen, voeren hem dronken en beledigen hem ergens mee. Hij gaat naar huis, haalt zijn geweer en schiet ze allemaal dood. Simpel.
Of neem de zoon, die aasde op een woning voor zijn gezin, en een killer bestelde voor zijn vader, moeder én zuster. Simpel. Het lijkt wel of de wreedheid in het dagelijks leven alleen maar toeneemt, naarmate we meer succes boeken bij het herstel van onze ‘status van grote mogendheid’. En dat is begrijpelijk, want elke nieuwe overwinning leidt tot een toename van de werkloosheid en stijging van de armoede. Als je honger hebt, heb je geen moraal, geen wet, dan is alles geoorloofd. En dit is allemaal maar het begin van een nieuwe etappe van verdierlijking. Steeds vaker doden kinderen elkaar. Niemand kan ontkennen dat in het Rusland van na de Krim door de militarisering niet alleen de agressie en de woede toenemen, maar ook een lichtzinnige houding ten opzichte van misdaad.
Het aantal misdrijven in dronken toestand is in Rusland in 2015 met een kwart gestegen. Scholieres doden elkaar. Dat bestond niet in het tsaristische noch in het sovjet-Rusland. Maar onze huidige explosie van patriottisme verhult de bedreigingen voor de volksgezondheid. Zelfs geestelijken appelleren in hun preken en publieke optredens niet aan de schoonheid van het menselijke geweten, het gevoel van goedheid, vergeving, roepen niet op tot wederzijdse hulp, zorg voor de armen en gevallenen. We zijn de beste Russische karaktertrekken kwijtgeraakt.
Russische strafkolonie. Foto Fyodor Telkov, Denis Tarasov
Tegelijkertijd daalt, net als in tijden van revolutionaire omwentelingen, de waarde van eerlijke arbeid, van professionalisme. Van intellectuele arbeid, verstand en intellect. De waarde van een mensenleven is spectaculair gedaald. Wat prevaleert is oorlogspropaganda, haat, vergelding. Wat Gorki ‘vuile literatuur’ noemde, die ‘in de mensen alle donkere instincten wekt... gevoelens van verontwaardiging, gekrenktheid – gevoelens die haat opwekken.’
Behoefte aan leugens
Wie hardop de waarheid zegt over de droeve gevolgen van onze nieuwe buitenlandse politiek, wordt door velen als ‘vijand’ beschouwd. Onlangs kwam er op straat een zeventiger naar me toe. Hij keek me recht in het gezicht en zei: ‘U bent een vijand, u heeft bij de mensen het geloof in het socialisme ondermijnd.’ Nooit was in Rusland de behoefte aan leugens zo groot en nooit werd de waarheid zo gehaat.
‘Het is tijd om te begrijpen,’ riep Maksim Gorki de Russen toe, ‘dat de ergste vijand van de vrijheid en het recht in onszelf zit: dat is onze stupiditeit, onze wreedheid en de chaos van duistere anarchistische krachten.’ Gorki wees op de negatieve gevolgen van de ‘militarisatie van het gevoel’. En vooral van de kunst, die ‘bloeddorst, moordlust en destructie opwekt’. In plaats dat in het Russische volk ‘een gevoel van afkeer van en verzet tegen moord wordt gewekt, doodt de militarisering van het bewustzijn en vooral van de kunst zijn toch al zwak ontwikkelde instinct tot zelfbehoud.’
Alles wat Boenin en Gorki in die vreselijke periode van de burgeroorlog van 1917-20 schreven over de Russische mens is actueel en raakt je middenin het gezicht. Ik zou oneindig veel parallellen kunnen trekken met de moderne tijd.
Aan de vooravond van de honderdjarige herdenking van Lenins Oktoberrevolutie moeten we erkennen dat alle zwakheden van het Russische nationale bewustzijn, met behulp waarvan de bolsjewieken aan de macht zijn gekomen, niet alleen intact zijn gebleven, maar zich dankzij 70 jaar communistisch experiment hebben verdiept. Dat heeft vooral betrekking op wat Nikolaj Troebetskoj ‘de erfenis van Dzjengis Khan’ noemde, dat wil zeggen de ‘Aziatische deugd van de onderworpenheid’.
Traditiegetrouw duldt het volk de toenemende armoede, veroorzaakt door de fouten in onze buitenlandse politiek. Wat heeft ons het avontuur met de oprichting van Novorossia [dat deel van Oost-Oekraïne dat in opstand kwam tegen Kiev – red.] niet gekost? Enkele honderden van onze vrijwilligers zijn gesneuveld om, zoals later duidelijk werd, [de Oekraïense kolen- en staalkoning – red.] Achmetov opnieuw de baas van de Donbas te maken. Maar iedereen zwijgt. Berusting en geduld gaan bij ons voor alles, hoewel de hybride oorlog in de Donbas van begin af aan niet kon rekenen op de steun van de meerderheid in ons land. De verbazingwekkende ontvankelijkheid van de Rus heeft hem een makkelijke prooi gemaakt voor allerhande charlatans, die hem beloven in 2 jaar tijd de hemel op aarde te creëren.
Als je alles wat er geschreven is over de ondeugden van de Russische ziel en van de leugenachtige russofilie afmeet aan de hartstochten die naar buiten kwamen tijdens de ‘Russische lente’ [de periode van de annexatie van de Krim – red.] dan wordt het je angstig te moede. Wij Russen hebben in honderd jaar niks bijgeleerd.
Opstandelingen in de Volksrepubliek Loegansk
Onze hele propaganda over de militaire successen van de ‘voormalige mijnwerkers en tractorbestuurders’ van de Donbas, al die oproepen een atoombom op Istanboel te gooien, zijn niets anders dan openlijke propaganda voor moord. De negatieve morele gevolgen van de huidige militarisering van het bewustzijn zijn heel vergelijkbaar met die tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dag in dag uit wordt het Russische volk ingeprent dat het onmogelijk is de nationale eer te redden zonder geweld.
Wij hebben politici noch politiek
Dat roept de belangrijkste vraag op waarop wij antwoord zullen moeten geven, zonder hulp van Ivan Boenin of Maksim Gorki. Waarom hebben de vernietiging van het totalitaire sovjet-systeem en de politieke vrijheden van de jaren 90 in Rusland niet geleid tot het ontstaan van een volwaardige Europese democratie? Vergelijkbare christelijk-orthodoxe volken als de Bulgaren en de Roemenen zijn er wel in geslaagd een democratische machtswisseling tot stand te brengen. Zij zijn erin geslaagd een politiek systeem te creëren dat is gebaseerd op een scheiding der machten, op een systeem van checks en balances. De Russen niet. Rusland is een kwart eeuw na de augustus-coup van 1991 teruggekeerd naar de traditionele Russische autocratie. Wij hebben politici noch politiek. Alle macht is geconcentreerd in de handen van één man. Het lot van ons land en van de menselijke beschaving ligt in handen van Vladimir Poetin.
Tegelijkertijd heerst er onder het volk een verpletterende apathie, onverschilligheid, gebrek aan wilskracht, onvermogen om de overduidelijke fouten van de buitenlandse politiek van Poetin te koppelen aan de verslechterende economische situatie.
De wortel van het kwaad lijkt niet alleen te liggen in ons onvermogen tot zelforganisatie, maar ook in onze traditionele armoede. De hervormers van de jaren 90, het team van Gaidar [Jegor Gaidar, de premier van de zogenaamde ‘shock-therapie’, die de Russen aan de bedelstaf bracht – red.], begrepen niet dat er geen democratie kan ontstaan wanneer miljoenen mensen straatarm worden dankzij hun bolsjewistische markthervormingen, die een enorme kloof veroorzaakten tussen enkele honderden mensen, die zich de nationale rijkdom hebben toegeëigend, en het merendeel van de bevolking, dat berooid achterbleef.
De vrijemarkthervormingen hebben zelfs de zwakke kiemen voor democratie, die het sovjet-systeem had ontwikkeld, in de knop gebroken. Hoe kan er democratie zijn wanneer de mensen aan de top alles hebben, geld en huizen in het buitenland, terwijl miljoenen mensen ergens aan de onderkant een armoedzaaiersleven leiden?
In onze maatschappij bestaat niet alleen geen economische gelijkheid (een onmogelijkheid), maar ook geen morele gelijkheid. De jaren 90 hebben een verborgen haat gebaard tegen hen die aan de top zitten. Misschien is de historische missie van Poetin wel dat hij de rijken berschermt tegen de zoveelste Russische opstand en de zoveelste herverdeling van bezit.
Het waren de hervormers die, onder leiding van [oligarchen – red.] Boris Berezovski en Anatoli Tsjoebais het team van Poetin aan de macht hebben gebracht. Zij hebben de militairen in het zadel geholpen die het oligarchensysteem moeten beschermen. Het is een feit dat Poetins eerste tien jaar er veel toe hebben bijgedragen dat de armoede van de jaren '90 werd overwonnen. Daarin ligt zijn historische verdienste. De inkomsten van de bevolking zijn 2,5 keer gestegen. Maar de welvaartsgroei heeft onder het herboren autocratische politieke systeem niet geleid tot een toename van de politieke activiteit van de bevolking, maar slechts tot een toename van de liefde voor de nationale leider.
23 miljoen onder armoedegrens
Nu de buitenlandse politiek van Poetin heeft geleid tot sancties en de economische ontwikkeling van het land tot stilstand heeft gebracht, hoef je je over de ontwikkeling van democratie, over een tweede ‘perestrojka’, al helemaal geen illusies meer te maken. 23 miljoen mensen leven in Rusland onder de armoedegrens. De situatie aan de onderkant van de samenleving is verontrustend, zei Vladimir Berchin, leider van het Russische charitatieve fonds ‘Overgave’, deze zomer op een conferentie van de internationale organisatie Initiatives of Change in het Zwitserse Caux. Berooide mensen, zei hij, verliezen niet alleen alle belangstelling voor politiek, maar ook voor de abstracte begrippen waarvan de politiek zich bedient. Ze zijn alleen nog bezig met hun eigen materiële noden.
Het Leger des Heils deelt soep uit in Moskou na de Roebelkrach van 1998
Tegen de vertegenwoordigers van westerse charitatieve instellingen zei Berchin: ‘Besef dat het Russische volk al 100 jaar in een toestand van onophoudelijke stress verkeert: revoluties, wereldoorlogen, repressie, de armoedige, wrede, onvriendelijke sovjet-tijd, gevolgd door de pijnlijke ineenstorting van die wereld, en wéér oorlog, wéér verliezen, wéér angst. Dat stimuleert het vertrouwen van de Rus in abstracte begrippen niet.’
Hij voegde eraan toe: ‘Elke nieuwe ramp gaat in Rusland gepaard met nieuwe mooie woorden en abstracte concepten. Maar het is net als in de bioscoop: de Roden rukken op en je krijgt klappen, de Witten komen en je krijgt slaag, dan treden de vrije-marktmensen aan: wéér slaag. En nu zijn het de patriotten die om zich heen meppen.’
Daarom is het ons niet gelukt een democratische, niet-totalitaire samenleving in te richten. Een volk dat in meerderheid in armoede is opgegroeid, is niet in staat het Maagdenburger recht te omarmen, laat staan te leven volgens de wetten van de normale burgermaatschappij. Armoede baart afgunst, woede, wanhoop, agressie, ongeduld en dat kan alleen maar leiden tot opstand. In de intermezzi tussen die opstanden floreren onderdanigheid, apathie, geloof in wonderen, hoop op het toeval, klaploperij en de almacht van onze leiders. Rationalisme, realisme, maatgevoel, het vermogen te luisteren naar een ander, rekening te houden met andermans mening, al deze kwaliteiten waar de democratie op is gebouwd, passen niet bij de Russische psyche die al eeuwenlang tobt met de chaos van zijn bestaan.
Natuurlijk moeten we eerlijk zijn: er is vooruitgang vergeleken bij de sovjet-tijden. Mensen hebben het recht te emigreren, ze hebben buitenlandse paspoorten, vrijheid van vergadering, van meningsuiting, in ieder geval in de kranten. Dat was allemaal verboden in de USSR. Maar ik zie niet hoe we uit de doodlopende weg van de armoede en de autocratie van Poetin kunnen geraken.
Rusland zal nooit instemmen met het voorstel van Grigori Javlinski om de Krim terug te geven aan Oekraïne. Het Westen zal dus niet afzien van de geleidelijke ondermijning van de economische basis van Poetins autocratie. Iedereen met verstand in Rusland begrijpt dat wonderen niet bestaan. Ons wacht een langzame afkalving van de wankele Russische welvaart. Velen zeggen dat we nu in plaats van de Sovjet-Sackgasse de doodlopende steeg van de Krim hebben gekozen. Velen zijn zelfs bereid daarvoor op een absoluut bestaansminimum te leven. Het consumptiepatroon schiet bliksemsnel terug in de armoedestand die de mensen nog kennen uit de sovjet-tijd. Dit verklaart mijn pessimisme. Het pessimisme van iemand die zijn gezonde verstand gebruikt en de feiten onder ogen ziet.