Met ruim 52% van de stemmen heeft de pro-Russische kandidaat Igor Dodon de presidentsverkiezingen in Moldavië gewonnen. Tegenkandidaat Maia Sandu behaalde 47,7% van de stemmen.Beiden personifiëren de diepe crisis die het armste land van Europa teistert: de crisis van corrupte politici, burgerlijk wantrouwen, onderlinge cultuurstrijd en Oost contra West. Dodon streeft naar aansluiting bij de Euro-Aziatische Economische Unie. Europa zal zich volgens OVSE-medewerker Bob Deen eens achter de oren moeten krabben hoe het kan dat na zeven jaar volop Europese steun zo'n groot gedeelte van de bevolking de Europese droom niet langer deelt.
door Bob Deen
Op zondag 13 november is in Moldavië de tweede ronde van de presidentsverkiezingen gehouden. Het is niet alleen de eerste keer in twintig jaar dat de Moldaviërs direct hun president kozen, ze maakten zondag ook een geopolitieke keuze. De twee kandidaten die in de eerste ronde de meeste steun kregen, Igor Dodon en Maia Sandu, staan op geopolitiek vlak lijnrecht tegenover elkaar. Dodon pleitte voor nauwe banden met Rusland en voor een lidmaatschap van de Euraziatische Economische Unie (EAEU), terwijl de outsider Sandu de toekomst van Moldavië in de Europese Unie (EU) zag en werd gesteund door de unionisten die Moldavië bij Roemenië willen aansluiten.
Een verkiezingsstrijd over de keuze tussen ‘Rusland of Europa’ is niet nieuw in Moldavië en weerspiegelt een kloof die al jarenlang het politieke landschap scherp verdeelt. Deze verkiezingen roepen echter ook andere intrigerende vragen op. Hoe is het mogelijk dat in een land, waar al zeven jaar zelfverklaarde pro-Europese politici aan de macht zijn en waar de EU recordhoeveelheden geld in heeft gepompt, de EU minder populair is dan in 2009. Hoe kan het dat de pro-Russische kandidaat Dodon in dat land op een haar na in de eerste ronde een absolute meerderheid behaalde? Hoe is verklaarbaar dat de twee kandidaten, die de tweede ronde haalden, allebei even fel campagne voeren tégen de zittende regering? Wat is er eigenlijk in Moldavië aan de hand?
Om deze vragen goed te beantwoorden is een korte verkenning van drie Moldavische 'permanente crises' nodig: de drie-eenheid van een economische crisis, een politieke crisis en een identiteitscrisis.
De achterblijvers in Moldavië zijn financieel afhankelijk van hun familieleden die als 'gastarbeiders' werken in Rusland en Europa (bron pikabu)
Armste land van Europa
De economie hangt in de touwen. Moldavië heeft met een bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking van circa 1800 dollar de dubieuze eer nog steeds het armste land van Europa te zijn. Een geschatte 25 tot 30% van de 3,5 miljoen inwoners werkt in het buitenland, waarvan de meeste in de Russische Federatie. De economie is enorm afhankelijk van het geld dat ze terugsturen; ongeveer een kwart van het Moldavische nationaal inkomen wordt gevormd door de remittances van deze gastarbeiders.
De overheid hangt aan het macro-economische infuus van het IMF, vooral nadat in november 2014 een astronomisch bedrag van bijna een miljard dollar van drie Moldavische banken op miraculeuze wijze verdween. De regering gaf deze banken grootschalige staatssteun ter waarde van grofweg een achtste van het bruto nationaal product en legde zo een zware hypotheek op de Moldavische bevolking. Deze ‘bankroof van de eeuw’ verklaart de volkswoede jegens de zittende politici, aangezien maar weinigen geloven dat een dergelijke grootschalige diefstal mogelijk was zonder dat de leiders er tenminste van op de hoogte waren.
Internationale financiële instellingen zijn na jaren van genereuze steun bijzonder gefrustreerd door de wijdverspreide corruptie en het gebrek aan hervormingen en hebben meerdere malen de geldkraan dichtgedraaid, wat het land tot de rand van de economische afgrond heeft gebracht. Het IMF besloot na lang gesteggel tot een nieuw steunpakket van 179 miljoen dollar. Het is deze economische dimensie die de eerste verklaring biedt voor de onvrede en deceptie onder het Moldavische electoraat.
De drie Vlads
Ook de politiek, gedomineerd door 'de drie Vlads', heeft zich de afgelopen zeven jaar van crisis naar crisis gesleept. Van 2001 tot 2009 had de Communistische Partij (PCRM) van toenmalig president Vladimir Voronin de absolute meerderheid. In de verkiezingen van april 2009 behaalde de PCRM zestig zetels in het 100-koppige parlement, eentje tekort om de president getrapt te kunnen kiezen. Er braken opstanden uit tegen vermeende verkiezingsfraude. Het parlement werd in brand gestoken in wat later de ‘Twitter-revolutie’ zou gaan heten. Omdat de oppositie weigerde Voronin te steunen als president werd hij gedwongen nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Een groep communisten – inclusief Vladimir Plahotniuc, Voronin's schatrijke voormalige boekhouder – scheidde zich af en sloot zich aan bij de Democratische Partij (PDM). Samen met de nieuw opgerichte Liberaal-Democratische Partij (PLDM) van zakenman Vladimir Filat en enkele pro-Roemeense partijen slaagde de PDM erin een aantal regeringen op rij te vormen en werd een pro-Europese koers ingeslagen die uiteindelijk uitmondde in de ondertekening van een Associatie-overeenkomst met de EU in juni 2014.
Moldavië leek zich op het eerste gezicht dapper te ontworstelen aan de Russische invloedssfeer, al wist nog niemand een oplossing voor het 'frozen conflict' in de separatistische regio Transnistrië, een smalle strook land langs de grens met Oekraïne die in 1990 de onafhankelijkheid uitriep en waar na een staakt-het-vuren in 1992 nog altijd Russische troepen gelegerd zijn. Moldavië werd omarmd door de EU als poster child van het Oostelijk Partnerschap en werd overladen met politieke en financiële steun, aangespoord door buurland Roemenië dat een historische kans zag om de voormalige provincie Bessarabië weer in de eigen invloedssfeer te trekken.
De werkelijkheid bleek weerbarstiger. De politici van de regeringscoalities vochten elkaar regelmatig de tent uit. Alleen al tussen januari 2015 en januari 2016 telde Moldavië vier verschillende premiers. Het engagement met Europese waarden zoals rechtsstatelijkheid werd vooral met de mond beleden. Corruptie bleef welig tieren en geleidelijk werden alle instituties, inclusief de rechtsspraak, onder politieke controle gebracht.
In 2015 benoemde de normaliter terughoudende secretaris-generaal van de Raad van Europa, Thorbjorn Jagland, in een opiniestuk Moldavië zelfs tot 'captured state'. Dat was een openlijke verwijzing naar de toenemende invloed en rijkdom van Plahotniuc, die zich ontpopte tot de enige echte oligarch van het land. De communistische PCRM van Voronin, jarenlang de grootste politieke partij van het land, werd langzaam gekannibaliseerd door PDM en op de linkerflank voorbijgestreefd door de in 2011 opgerichte Socialistische Partij (PSRM) van Igor Dodon, een voormalige communist die de openlijke steun van het Kremlin heeft. Uiteindelijk beslechtte Plahotniuc in oktober 2015 zijn jarenlange conflict met Filat door de laatste in de cel te laten slingeren op verdenking van corruptie. Van de drie Vlads was er nog maar ééntje over.
Plahotniuc zelf, die af en toe pro-Europese opiniestukken in westerse media publiceert, probeerde namens de PDM in januari 2016 om zelf premier te worden. Zijn kandidatuur werd na aanhoudende straatprotesten geblokkeerd door president Timofti, die openlijk twijfels uitte over zijn integriteit. Uiteindelijk besloot het Constitutioneel Hof in een curieus oordeel dat de grondwetswijziging van 2000 al die jaren ongrondwettelijk was geweest, en werd met een pennenstreek bepaald dat de president voortaan weer direct gekozen zou worden. Dit breed bekritiseerde geval van 'judicial activism' leidde tot de eerste ronde van de presidentsverkiezing van 31 oktober.
Institutionele crisis
Als gevolg van de jarenlange politieke chaos en de perceptie van een gijzeling door oligarch Plahotniuc en de zijnen hebben Moldaviërs bijzonder weinig vertrouwen over in politieke instituties. Opiniepeilingen liegen er niet om. 82% van de Moldaviërs vindt dat het land de verkeerde kant opgaat. Slechts 12% heeft nog een positieve opinie over het parlement; slechts 17% over de regering, en 14% over de rechtspraak. Van alle instituties geniet de Moldavische orthodoxe kerk met 64% nog het meeste vertrouwen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Moldaviërs in groten getale kozen voor kandidaten die tegen het politieke bestel schoppen, waaronder de drie kandidaten die in de eerste ronde de meeste stemmen behaalden: Sandu (39%), Dodon (48%) en Chubashenko (6%).
Maia Sandu
Voormalig Wereldbank medewerker en onderwijsminister Maia Sandu beloofde met haar Partij voor Actie en Solidariteit (PAS) de corruptie uit te roeien en het machtsmonopolie van Plahotniuc te breken. Eerder had ze in een kabinet-Filat furore gemaakt met een harde lijn tegen corruptie in het onderwijssysteem, wat haar een in Moldavië uitzonderlijke reputatie als integere politica opleverde. Ze begeesterde daarmee vooral de jongere generatie die ook in 2009 de straat op ging. Sandu wist na lang gesteggel uiteindelijk het platform Waarheid en Rechtvaardigheid (DA) achter zich te krijgen, de beweging die maandenlang tegen corruptie en tegen de ‘captured state’ protesteerde. Ook de groeiende groep Moldaviërs die hun toekomst zien in Roemenië steunden Sandu, ook al heeft ze geweigerd zich uit te spreken over de veelbesproken unirea, de eenwording met Roemenië. Ze kreeg eveneens steun uit onverwachte hoek: van Marian Lupu, de regeringskandidaat van PDM die zich plotsklaps terugtrok ter faveure van Sandu, een geste die ze een 'giftige appel' noemde en verwierp.
Nostalgie-kandidaat Dodon
Haar tegenspeler Igor Dodon is een politicus die in november 2011 de Communistische Partij verliet en daarmee de toenmalige regeringscoalitie aan een meerderheid hielp om de president te verkiezen. Hij speelde met zijn PSRM slim in op de desillusie over de pro-Europese beloften en ook op de nostalgie naar de stabiliteit van vroeger. Hij heeft zijn oude leermeester Voronin afgetroefd. Hij belooft Moldavië terug te brengen in de orthodoxe broederschap van Rusland en daarmee ook de inkomsten zeker te stellen van de honderdduizenden Moldaviërs die afhankelijk zijn van hun toegang tot de Russische arbeidsmarkt. Het Kremlin heeft zijn keus voor Dodon nooit onder stoelen of banken gestoken. Dodon zelf afficheerde zich ook openlijk met een vierde Vlad, Vladimir Poetin, en joeg buurland Oekraïne in de gordijnen door de Krim een ‘feitelijk onderdeel van Rusland’ te noemen, een fors statement in een land dat al 25 jaar te kampen heeft met zijn eigen separatistische regio, het door Rusland gesteunde Transnistrië. Dodon heeft de expliciete steun van de Orthodoxe Kerk, die de Europese druk op met name LGBT-rechten met lede ogen heeft aangezien. Ook de nationale minderheden, zo'n kwart van de bevolking, steunen grotendeels Dodon en zijn Euro-sceptisch omdat ze zich zorgen maken om de pro-Roemeense retoriek en traditioneel een sterke voorkeur hebben voor Russischtalige media en sociaal-conservatieve waarden. Dodon's reputatie van opportunisme en de brede steun die hij genoot onder gemeenten waar de PDM aan de macht is, heeft hem onder Sandu's kiezers de verdenking opgeleverd dat hij heimelijk een deal met Plahotniuc heeft gesloten, al voert hij juist hevig campagne tegen corruptie en oligarchie.
Igor Dodon (bron: Wikimedia Commons)
Tenslotte was er nog de derde outsider, de omstreden zakenman Renato Usatii, die inmiddels vanuit Moskou opereert omdat er een rechtszaak tegen hem loopt in Moldavië. Usatii speelt al een paar jaar handig in op de onvrede onder vooral het jongere electoraat door met populistische, no-nonsense boodschappen de aanval te openen op Filat en Plahotniuc. Hij werd in 2015 met 72% van de stemmen gekozen tot burgemeester van Balti, de tweede stad van het land waar een grote Russischtalige gemeenschap woont. Zijn Onze Partij werd enkele dagen vóór de parlementsverkiezingen van 2014 uitgesloten van deelname in een hoogst dubieuze rechtszaak, waarin de partij werd beschuldigd van illegale financiering uit het buitenland. Usatii werd ook uitgesloten van deelname aan de huidige presidentsverkiezingen omdat hij te jong is. Usatii deed daarom mee via een vertrouweling, Dmitri Chubashenko, die in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen 6% van de stemmen behaald. Zijn steun had Dodon in de eerste ronde al de overwinning kunnen bezorgen. Hij maakte enkele dagen geleden bekend in de tweede ronde alsnog Igor Dodon te steunen, al leek het niet van harte te gaan.
Verdwaalde identiteit
Afgezien van een vertolking van de volkswoede jegens het systeem waren de twee overgebleven kandidaten ook een afspiegeling van een dieper liggende identiteitscrisis die Moldavië al sinds de onafhankelijkheid tot op het bot verdeelt over de vraag ‘wie zijn we, waar komen we vandaan, en waar willen we naar toe?’ (zie bijvoorbeeld het boek van Charles King: "The Moldovans").
Enerzijds zijn er de 'Romanianisten' die de taal, cultuur en geschiedenis van Bessarabië als onafscheidelijk van Roemenië zien. Zij beschouwen de nog steeds sterke aanwezigheid van de Russische taal en cultuur als een verwerpelijke erfenis van de overheersing door de Sovjet-Unie. Velen zien aansluiting bij Roemenië als een doel op de korte of langere termijn en steunen nationalistische maatregelen die de invloed van Rusland en het Russisch terugdringen. Deze groep is sinds 2009 sterk vertegenwoordigd in regeringscoalities. Het unionistische sentiment was voorheen relatief klein – zo'n 10-20% van de bevolking – maar wint terrein onder de intelligentsia en onder jongeren die in Roemenië hebben gestudeerd. Het lokt ook groepen die teleurgesteld zijn in een kwart eeuw Moldavische onafhankelijkheid en verleid worden door de quick fix om via de achterdeur de EU en de NAVO binnen te komen. Roemenië zelf moedigt dit sentiment uit alle macht aan en zoekt de grenzen van de Moldavische soevereiniteit op door Moldaviërs vereenvoudigde toegang te geven tot Roemeense paspoorten, door Moldavische jongeren te lokken met studiebeurzen en door directe economische steun, in eerste instantie zelfs buiten de conditionaliteit van de EU en het IMF om.
Anderzijds zijn er de 'Moldovenisten', die zich profileren als een wezenlijk andere natie dan Roemenië en inzetten op een soeverein, etnisch en taalkundig divers land met een eigen geopolitieke oriëntatie, waaronder ook goede betrekkingen met Rusland. Voor hen is de herinnering aan groot-Roemenië die van de fascistische IJzeren Garde van het interbellum. Die herinnering wordt versterkt door ruim veertig jaar Sovjet-historiografie en de wijdverspreide Russische media. De PCRM van Voronin voerde bijvoorbeeld een sterk anti-Roemeens beleid en benadrukte het bestaan van een aparte Moldavische taal, een bepaling die nog steeds in de grondwet is verankerd maar door het Constitutioneel Hof is verworpen. Moldovenisten staan ook welwillender tegenover nationale minderheden, die op hun beurt bijzonder vijandig staan tegenover het idee van eenwording met Roemenië. Met name de autonome regio Gagauzië in het zuiden van het land heeft meermalen gedreigd zich af te scheiden, mocht de eenwording een feit worden. Gagauzië is traditioneel sterk pro-Russisch en stemde met 91% voor Dodon; ook de Bulgaarse regio Taraclia, de stad Balti en het noorden stemden in grote getalen voor Dodon, terwijl het pro-Roemeense midden van het land en de hoofdstad Chisinau overwegend voor Sandu koos.
President geen oplossing drievoudige crisis
Deze presidentsverkiezingen waren dus een afspiegeling van al deze crises. Door de economische en politieke crises is de bevolking het spuugzat om in armoede te leven en bestolen te worden door de eigen leiders. Ze wendde zich daarom zich tot twee oppositiekandidaten die beiden beloven de corruptie aan te pakken. Deze twee outsiders onderscheiden zich van elkaar langs de traditionele identiteits- en geopolitieke scheidslijnen, waarbij Sandu de Romanianisten vertegenwoordigt die Europese integratie en (deels) eenwording met Roemenië nastreven, terwijl Dodon de Moldovenisten vertegenwoordigt en nauwere banden met Rusland belooft.
Het is echter nog maar de vraag of president Dodon de verwachtingen kan waarmaken, gezien de geringe formele bevoegdheden van de functie. De president zal eerst nieuwe parlementsverkiezingen moeten afdwingen en daarna een meerderheid moeten formeren alvorens daadwerkelijke stappen te kunnen zetten. Dodon heeft al aangegeven als president goede relaties met de EU te willen behouden en populaire verworvenheden zoals visumvrij reizen niet op de tocht te willen zetten. De zeama (kippensoep) wordt ook in Moldavië zelden zo heet gegeten als zij wordt opgediend.
Verkiezingsaffiche voor samenwerking met Rusland (bron: Wikimedia Commons)
Het is echter wel een teken aan de wand dat het geloof in het Europese ideaal tanende is. Europa heeft in de ogen van vele Moldaviërs te vaak uit geopolitiek belang de stelende leiders het hand boven het hoofd gehouden en heeft de eigen normen wat betreft rechtsstatelijkheid daarom niet afgedwongen. Ook de genereuze EU-steun is ineffectief gebleken. In september oordeelde de Europese Rekenkamer zelfs glashard dat EU-hervormingsprogramma's grotendeels weggegooid geld waren. De Moldavische politici hebben op hun beurt keer op keer het draagvlak voor de EU uitgehold met onrealistische beloften, zoals oud-premier Iurie Leanca's hoop op toetreding tot de EU in 2020.
In mei 2010 koos in enquêtes nog 69% van de Moldavische bevolking voor toetreding tot de EU. In september 2016 was dit nog maar 40%, terwijl toen 43% zou kiezen voor toetreding tot de Euraziatische Economische Unie onder auspiciën van Moskou. De lokroep van de Russische invloedssfeer is groot, mede door de Moldavische afhankelijkheid van de Russische arbeidsmarkt, de hoop op het opheffen van Russsiche handelsbeperkingen op met name Moldavische wijn en landbouwprodukten, en de gedeelde Orthodoxe en sociaal-conservatieve waarden en verzet tegen Europese 'verdorvenheid'. Het Kremlin heeft hier handig op ingespeeld, niet alleen via de Russischtalige media maar ook door pro-Russische regio's zoals Gagauzië te belonen met uitzonderingen op de handelsbeperkingen.
Europa zal zich eens achter de oren moeten krabben hoe het kan dat na zeven jaar volop Europese steun zo'n groot gedeelte van de bevolking van het ‘beste jongetje van de klas’ van het Oostelijk Partnerschap (dixit VVD-Kamerlid Verheijen) de Europese droom niet langer deelt.