Duurzame hervormingen door de overheid en verbreding van het draagvlak op de arbeidsmarkt zijn essentieel voor de Russische economie. Als er niet meer wordt geïnvesteerd in ‘menselijk kapitaal’ en de productiviteit niet wordt verhoogd, zal Rusland volgens de Wereldbank gedoemd zijn tot een conjunctuur die afhankelijk blijft van de export van energie en andere grondstoffen. De Wereldbank heeft deze analyse van de stand van de Russische economie donderdag 12 januari gepresenteerd tijdens het jaarlijkse Gajdar Forum in Moskou.
Om een diverse diensteneconomie en een hoogwaardige industrie te kunnen realiseren, moet de Russische regering zich in haar economische beleid daarom concentreren op drie terreinen: het overheidsbestuur, het belastingstelsel en het beheer van de natuurlijke hulpbronnen. Daarnaast moet ze serieuzer werk maken van hervormingen in het onderwijs, de gezondheidszorg en het pensioenstelsel. In haar190 pagina’s tellende ‘systematische landdiagnose’ Pathways to inclusive growth schetst de Wereldbank de structurele oorzaken van de recessie waarin de Rusland nu verkeert.
Weliswaar veren sommige sectoren weer wat op, na de economische crisis die in 2014 inzette. Maar dit herstel is vermoedelijk niet duurzaam, omdat de regering talmt om de basis van de Russische economie te hervormen.
Van alle postindustriële landen is Rusland meest afhankelijk van olie-export. Bron: Werekdbank en Wall Street Journal
De groei tussen 2000 en 2012, een periode die samenviel met de eerste twee ambtstermijnen van president Poetin en ‘interim-president’ Medvedev, was vooral verbonden met de snelle ontwikkeling van de zogeheten ‘opkomende markten’ en de daaruit voortvloeiende stijgende prijzen voor olie, gas en andere grondstoffen. Na de kredietcrisis in het Westen kwam er een einde aan die mondiale ‘supercyclus’, waarna ook de olieprijzen scherp gingen dalen. Omdat de Russische economie geen brede en gevarieerde basis heeft – ze is nog altijd voor meer dan de helft afhankelijk van de grondstoffenindustrie – is Rusland gevoelig gebleken voor de schokken van de wereldmarkt.
Sociaal contract
Om de overheidsuitgaven in balans te houden, voorziet de regering ook voor komend decennium een voortdurend bezuinigingsbeleid. Volgens de Wereldbank dreigt Moskou zodoende het ‘sociale contract’ met de bevolking niet meer te kunnen naleven. Dat sociale contract komt er op neer dat de overheid zorg voor banen, diensten en subsidies.
De recessie is de regering tot nu toe te lijf gegaan door de spaarfondsen, die vanaf 2000 zijn gevuld met de opbrengst uit de grondstoffenexport, aan te spreken. Die fondsen raken uitgeput. In het Reservefonds zit sinds begin dit jaar nog 16 miljard dollar, een daling met ruim 73 procent ten opzichte van een jaar geleden. Het Nationaal Welvaartsfonds is met een inkrimping van bijna 17 procent tot 73 miljard dollar iets beter in tact gebleven, zo meldde het persbureau TASS. Tijdens de hoogtijdagen van de olieprijs zat er in het Reservefonds in 2008 ruim 141 miljard dollar en Nationaal Welvaartsfonds in 2010 bijna 95 miljard dollar. Nu de reserve minder worden, zijn bezuinigingen op de overheidsuitgaven daarom onafwendbaar geworden.
Bijdrage spaarfondsen aan bruto binnenlands product. Grijs: Reservefonds. Rood: welvaartsfonds
Routes naar duurzame groei
In het rapport schetst de Wereldbank de routes die kunnen leiden tot een hoogwaardiger en beter gebruik van de menselijke arbeid in Rusland en een groei van de productiviteit.
De regering moet een ondernemingsklimaat creëren waarin het bedrijfsleven weet waar het qua wet- en regelgeving op langere termijn aan toe is. Dat vereist een serieuzere bestrijding van de corruptie, een betere (toepassing van het ) burgerlijk recht en een geloofwaardig en voorspelbaar belastingregime. De Russische regering praat daar veel over, maar handelt minder.
Even essentieel is ‘connectivity’, aldus de Wereldbank. Meer aandacht voor de klassieke infrastructuur is geboden. Veel infrastructurele projecten stagneren of komen slechts langzaam van de grond Hetzelfde geldt voor de belemmeringen die bedrijven ervaren als ze willen investeren in innovatie, voor het onderwijs dat met zijn curriculum onvoldoende aansluit op de arbeidsmarkt en tot slot voor burgers indien die zich via herscholing bij de tijd willen houden. Door gebrek aan beleid en overmaat aan willekeur wordt het potentieel van de Russische beroepsbevolking die formeel hoog geschoold is maar in de praktijk een stuk minder inzetbaar is, onvoldoende benut.
Het sociale beleid moet volgens de Wereldbank ook worden aangepakt, wil Rusland de recessie duurzaam te boven komen. De arbeidsmarkt is te laag ontwikkeld en voldoet niet aan de eisen die een moderne economie stelt. De kwaliteit van de arbeid blijft daardoor structureel te laag en de inkomensverschillen zijn te groot. De volksgezondheid is er iets beter aan toe, maar de regionale en sociale verschillen zijn volgens de Wereldbank toch te groot voor een ontwikkeld land. De gezondheidszorg zelf moet daarom worden hervormd.
Het zorg- en sociale zekerheidsstelsel zijn eveneens een belemmering voor economisch herstel. Het pensioensysteem is, mede door een kerstboom aan toeslagen, ineffectief en de pensioenen zijn te laag. Toen het nog goed ging met de staatsbegroting kon via de pensioenen het armoedeprobleem wat worden gemaskeerd. Maar nu er moet worden bezuinigd, kan de armoede minder goed worden verhuld en blijkt dat het pensioensysteem niet doelmatig is. Het stelsel is bovendien niet houdbaar, als de pensioengerechtigde leeftijd niet wordt verhoogd. Nu krijgen vrouwen vanaf 55 jaar en mannen vanaf 60 jaar een staatspensioen, dat in de basis overigens onvoldoende is om in een minimaal levensonderhoud te voorzien. Circa veertig procent van de volwassen staatsburgers geniet zo’n pensioen.
Demografische urgentie
Bij de presentatie van het rapport zei Cyrill Muller, vicepresident Europa en Azië bij de Wereldbank ‘Hervormen is urgent, ook al zullen de effecten van politiek beleid pas op de middellange en langere termijn zichtbaar worden. Er moet actie worden ondernomen voordat de ongelijkheden en kwetsbaarheden zullen toenemen onder druk van de budgettaire uitdagingen, en voordat de demografische veranderingen te veel spanningen zullen veroorzaken op de arbeidsmarkt en in het belastingstelsel en ook voordat de resultaten van een decennium van succesvolle groei zijn verdampt.’