Overwinningsdag is in Rusland het feest om de capitulatie van Duitsland te vieren. Naar nu met name Oekraïne afstand neemt van de Russische historische canon, wordt de negende mei in Rusland ook meer gepolitiseerd. Dat begint al met datering en naamgeving: gaat het om de Grote Vaderlandse Oorlog of in de Tweede Wereldoorlog en waarom wordt die zege op 9 mei gevierd en niet op 8 mei?
door Hubert Smeets
Zoals elke jaar heeft president Vladimir Poetin aan de vooravond van Overwinningsdag op 9 mei de bondgenoten uit de voormalige Sovjet-Unie gelukgewenst met de zege op Duitsland in 1945. Die felicitatie gaat niet alleen om het verleden maar laat zich nadrukkelijk lezen als een politieke boodschap voor het heden. En dat niet eens tussen de regels door.
Twee soldaten plaatsen de Sovjetvlag op de Reichstag, 1945. Foto Jevgeni Chaldej
Het politieke karakter van de gelukwens uit het Kremlin zit 'm in de adressering en in de tekst zelf. Poetin feliciteerde maandag 8 mei namelijk niet alle bondgenoten uit de voormalige Sovjet-Unie op gelijke wijze. Poetin richtte zich tot de regeringsleiders van slechts tien van de veertien ex-sovjetrepublieken. De staatshoofden van Oekraïne en Georgië sloeg de Russische president over. Hij feliciteerde slechts de inwoners van beide buurlanden. Estland, Letland en Litouwen liet hij, zoals altijd, helemaal buiten beschouwing.
Dat is niet voor het eerst en ook geen toeval. In de regeringsleiders van Oekraïne en Georgië ziet de Russische president kennelijk geen bondgenoten in de ‘gezamenlijke strijd tegen de verschillende pogingen om de geschiedenis te vervormen en de misdaden van het fascisme en nazisme te vergoelijken’, zoals Poetin het formuleerde aan zijn ambtgenoten in Azerbeidzjan, Armenië, Wit-Rusland, Kazachstan, Kirgizië, Moldavië, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oezbekistan, Abchazië en Zuid-Ossetië en aan de ‘burgers van Georgië en Oekraïne’. Voor het huidige Kiev en Tbilisi is volgens Moskou geen rol weggelegd in het door Poetin bepleitte ‘partnerschap ter wille van regionale stabiliteit en veiligheid’.
In deze tekst verschuilen zich twee boodschappen: een politieke en een historiografische. Ten eerste laat Poetin weten dat de vrede in het Oost-Europa van nu gevaar loopt als het ‘bondgenootschap’ van toen uit elkaar valt. Ten tweede geeft hij te kennen dat de geschiedschrijving van de oorlog zich niet buiten een aantal vastliggende paden mag bewegen, omdat elke andere kijk neer kan komen op bagatelliseren van het kwaad. Essentieel in deze strikte uitleg is dat het huidige Rusland in deze strijd tegen het fascisme de onbetwiste vaandeldager is van de bevrijding. Het is taboe voor de leiding in Rusland dat de vrede van 1945 voor een fors aantal landen binnen het territorium van de Sovjet-Unie of haar invloedssfeer ook uitdraaide op een hernieuwde bezetting (Estland, Letland, Litouwen, Moldavië, West-Oekraïne), dan wel op de vestiging van een stalinistisch communistisch bewind (Oost- en Midden-Europa).
Oekraïne heeft zich uit het gelid teruggetrokken
Het Kremlin publiceerde maandag 8 mei de boodschap van Poetin onder de kop ‘gelukwensen bij de 72stee verjaardag van de Overwinning in de Grote Vaderlandse Oorlog’. Ook die dag en naam is niet toevallig. ‘Overwinningsdag is de datum en het symbool van het ongeëvenaarde heldendom van onze vaders en grootvaders’, aldus Poetin.
De datering en naamgeving blijven de opvolgersstaten van de voormalige Sovjet-Unie niettemin verdelen. Die discrepantie is vooral een politieke kwestie geworden, sinds Oekraïne zich na de Majdan van 2014 uit het gelid van de traditionele sovjet-viering van Overwinningsdag heeft teruggetrokken.
In Rusland wordt Overwinningsdag op 9 mei gevierd, net als in Armenië, Azerbeidzjan en Wit-Rusland. Sinds 2015 is de 9de mei in Oekraïne geen feestdag onder auspiciën van de staat. In Oekraïne staat nu de 8ste mei, de dag dat het Derde Rijk in 1945 in Reims onvoorwaardelijk capituleerde, in het teken van ‘Dag van Herdenking en Verzoening’.
President Porosjenko bij ceremonie Overwinningsdag 8 mei 2017. Foto gov.ua
Dat laatste woord beoogt de radicale nationalisten en fascisten uit West-Oekraïne, die tijdens de oorlog meer of minder met de nazi-bezetter collaboreerden en daarna nog jarenlang gewelddadig verzet bleven bieden aan de stalinistische macht, een plaats te geven in het anti-sovjetspectrum dat na de Majdan officieel overheidsbeleid is geworden. In zijn herdenkingsrede maandagavond 8 mei in Kiev bracht president Petro Porosjenko daarom gelijkelijk hulde aan zowel de partizanen van het communistische Rode Leger als de strijders van het nationalistische fascistoïde Oekraïense Opstandelingenleger. Porosjenko schroomde evenmin om de dag een actuele anti-Russische lading meer te geven. Hij zei:
‘Toen onze grootvaders en overgrootvaders in 1944-45 oprukten naar Berlijn, konden zij niet bevroeden – en in zich in hun allernaarste dromen niet eens voorstellen – dat zeventig jaar later Moskou zijn troepen naar Oekraïne zou sturen’.
Begin van de oorlog: 1939 of 1941?
Het logo van deze Oekraïense dag, niet bijster origineel geïllustreerd met een papaver, vermeldt bovendien ook nog de data 1939-1945. Kortom, Oekraïne staat op 8 mei stil bij de Tweede Wereldoorlog, die in 1939 begint, en niet bij de Grote Vaderlandse Oorlog, waarvan het begin gemarkeerd wordt door de inval van Hitler in de Sovjet-Unie in juni 1941. Ook daarvan getuigde Porosjenko in zijn herdenkingsrede in Kiev, door nadrukkelijk alle geallieerden van die oorlog op te sommen en niet alleen de bondgenoten uit de voormalige Sovjet-Unie.
Door het over de Tweede Wereldoorlog te hebben, volgt Kiev niet alleen de eerste officiële oorlogsverklaring van de Geallieerden aan de As-mogendheden onder leiding van Hitler-Duitsland. Oekraïne herdenkt zo ook het Molotov-Ribbentroppact, dat in 1939 leidde tot de bezetting van Polen door de Duitsers en van de Baltische landen en West-Oekraïne door Sovjet-Rusland.
In Rusland wordt de term Tweede Wereldoorlog soms ook wel gebruikt. Maar dat gebeurt bijna altijd met een verwijzing naar de Grote Vaderlandse Oorlog die pas in 1941 begint als Hitler de Sovjet-Unie aanvalt en eindigt met de verovering van Berlijn.
'Duivelspact' en stalinistische zuivering
Door die twee eerste jaren tussen 1939 en 1941 buiten beschouwing te laten, kunnen enkele ingewikkelde hoofdstukken uit de eigen vaderlandse geschiedenis een traditionele toonzetting houden. Bijvoorbeeld het niet-aanvalsverdrag dat Hitler en Stalin door hun ministers Molotov en Ribbentrop lieten sluiten.
Molotov tekent pact met Duitsland. Achter hem staat Ribbentropp, met naast zich Stalin. Foto rechtenvrij
Dit ‘duivelspact’, zoals het in Duitsland is gaan heten, wordt in Rusland weer geïnterpreteerd als een rationele geopolitieke manoeuvre van Stalin. Door Tsjechoslowakije in 1938 in München te offeren aan Hitler hadden de westerse geallieerden laten blijken dat het communisme hun hoofdvijand was en zich zo dus laten kennen als onbetrouwbare bondgenoten tegen het fascisme, is de redenering.
Deze periodisering voorkomt ook dat het zoeklicht te veel wordt gericht op de grote binnenlandse consequenties van het Molotov-Ribbentroppact: te weten de ook na 1939 voortgezette liquidatie van een groot aantal militaire topfunctionarissen in de Sovjet-Unie, een stalinistische zuivering die het Rode Leger danig had verzwakt toen Hitler in juni 1941 begon met operatie-Barbarossa.
Internationaal karakter
De term Grote Vaderlandse Oorlog heeft ook nog een buitenlandse component. Het begrip legt de nadruk op de Sovjet-Unie als belangrijkste strijder tegen en overwinnaar van het fascisme, van Duitsland. Het internationale karakter van de oorlog, die de westerse en oosterse Geallieerden voerden tegen de As-mogendheden, verdwijnt zo wat naar de achtergrond. De Slag bij Stalingrad (1942-43) staat in dit verhaal centraal, de Invasie in Normandië (1944) daarentegen op een zijpodium. Datzelfde geldt voor de oorlog in Azië.
Datering en naamgeving zijn van belang om de ‘historische waarheid’, zoals president Vladimir Poetin op 20 april (Hitlers verjaardag) zei tijdens een ontmoeting met het organisatiecomité van Overwinningsdag, niet te laten verwateren. Maar binnen Rusland is daarover geen complete consensus. Er klinken in Rusland stemmen om de Grote Vaderlandse Oorlog te gaan beoordelen en herdenken als (integraal) onderdeel van de Tweede Wereldoorlog.
In Novaja Gazeta schreef redacteur Aleksej Polikovski vijf dagen voor Overwinningsdag dit:
‘Het is nu tijd om ook te verhalen over de bondgenoten die het fascisme op de grond, in de lucht en op zee bevochten. Het is tijd om te verhalen over Engelse piloten, over de bombardementen op Duitsland, over de Amerikaanse entree in de oorlog en de Amerikaanse leveranties [militaire hulp aan de Sovjet-Unie – hs] in het kader van de land-lease overeenkomst, over de invasie in Normandië en over de oorlog in Azië. ‘
Dit jaar was de tijd daarvoor nog niet rijp.