Een leider van de Krim-Tataren heeft acht jaar gevangenis gekregen voor zijn rol in 2014 bij protesten tegen de plannen van Rusland om de Krim te annexeren. Ahtem Tsjigoza werd schuldig bevonden aan het opruien van demonstranten in februari 2014, waarbij ongereldheden uitbraken. Volgens de aanklacht zijn daarbij twee doden gevallen en tientallen gewonden.
Op 27 februari 2014, de dag na deze protesten, bezetten Russische commando’s de parlements- en regeringsgebouwen en vliegvelden op de Krim. Daarop werd de premier van de Krim-regering vervangen door een pro-Russische politicus en stemde het parlement voor het houden van een referendum over afscheiding van Oekraïne en aansluiting bij Rusland. Ruim twee weken later was dit een feit: na de stemming, waarbij volgens Rusland 97% van de kiezers op de Krim vóór stemde, tekende president Poetin een wet waarbij de Krim onderdeel van Rusland werd.
Krim-Tataren herdenken in Kiev hun deportatie van de Krim door Stalin in 1944. Foto Wikimedia
De veroordeelde Tsjigoza was vice-voorzitter van de Mejlis, de organisatie die de Krim-Tataren vertegenwoordigt. Voorzitter van de Mejlis, Rufat Tsjoebarov, die tegenwoordig in Kiev woont en lid is van het Oekraïense parlement, noemde het vonnis ‘een nieuwe poging om de Krim-Tataren te intimideren en hun wil te onderdrukken’. Tsjigoza’s advocaat erkent de uitspraak van de Russische rechtbank op de Krim niet, omdat Tsjigoza naar zijn zeggen burger van Oekraïne is. Hij zei dat hij gaat vragen om uitwijzing van Tsjigoza naar Oekraïne.
EU-buitenlandchef Federica Mogherini heeft aangedrongen op vrijlating van Tsjigoza en noemde ‘de vervolging van Mejlis-leiders ernstige en onaanvaardbare schendingen van hun rechten’. Behalve Tsjigoza staat Mejlis-leider Ilmi Oemerov terecht op beschuldiging van separatisme. Hij werd gearresteerd nadat hij in een televisie-interview had geëist dat Rusland gedwongen zou worden om te vertrekken uit de Krim en de Donbas.
Mejlis verboden
Rusland verbood in april 2016 de organisatie van de Krim-Tataren, nadat justitie in september 2014 hun gebouw in Simferopol al had vergrendeld. De Mejlis zou agressie en haat tegen Rusland propageren en etnisch nationalisme en extremisme stimuleren.
Amnesty International bracht afgelopen december een rapport uit over onderdrukking van de Krim-Tataren sinds 2014. Als maatregelen noemt Amnesty onder andere het verbod op de Mejlis, de verbanning en vervolging van Krim-Tataarse leiders, en het verbieden van bijeenkomsten en media. Omdat Krim-Tataarse leiders en activisten de meest uitgesproken tegenstanders van de annexatie van de Krim zijn, zet het Russische gezag de zwaarste repressie tegen hen in, aldus Amnesty.
De Krim-Tataren zijn een Turks sprekend volk van soennitische moslims dat honderden jaren als meerderheid de Krim bewoonde. Rond 1900 raakten ze hun meerderheid kwijt aan Russen. Ze leden sterk onder het regime van Stalin. Vele tienduizenden verhongerden of werden vermoord tijdens de collectivisatie eind jaren twintig. In 1944 toen het Rode Leger de Krim had bevrijd van de Duitse bezetters, werden de Krim-Tataren collectief gestraft voor vermeende collaboratie met de vijand. Ze werden en masse gedeporteerd naar Oezbekistan en Kazachstan, waarbij velen onderweg of na aankomst stierven.
Hoewel ze officieel al in 1967 gerehabiliteerd werden, mochten ze pas vanaf 1991 uit ballingschap terugkeren. Op de Krim vormen ze nu 12% van de 2 miljoen inwoners.
Bronnen: Republic.ru, Reuters, Radio Liberty