Al een jaar ziekt de rel rond 'Matilda' door. Religieuze fundamentalisten ageren tegen de film over de minnares van tsaar Nicolaas II, die door de Russisch-orthodoxe kerk heilig is verklaard. Hun acties worden steeds gewelddadiger en ze voelen zich gesteund door de bigotte parlementariër Poklonskaja, die dweept met de tsaar. Het Kremlin weet niet wat het met de moraalridders aan moet.
door Andrei Arkhangelsky
De geschiedenis van de film Matilda begon met iets onbenulligs, maar heeft tenslotte bijna geleid tot een politieke crisis: het duurt allemaal eindeloos lang, al meer dan een jaar, en begint daarmee te lijken op de serie House of Cards. Je moet diep in je geheugen graven om je überhaupt te herinneren waarmee het allemaal is begonnen.
Al met de trailer voor de film Matilda begon de rel rond de minnares van de tsaar
Een jaar geleden kwam de trailer van de nieuwe film Matilda van regisseur Aleksej Oetsjitel uit - over de minnares van de laatste Russische keizer Nicolaas II. De inhoud van de film is overigens keurig patriottistisch: 'de tsaar verkiest de plicht boven de liefde'. We hadden kunnen verwachten dat juist zo'n film in het herdenkingsjaar van honderd jaar Oktoberrevolutie een verzoenende functie zou vervullen, op de manier waarop de autoriteiten dat het liefst zien: de functie van vergetelheid.
Matilda is de enige film die in dit herdenkingsjaar uitkomt die een zijdelingse relatie heeft met het onderwerp. Met enige moeite kun je zeggen dat het een poging is te begrijpen hoe het Russische imperium naar zijn historische einde liep. Andere films over de revolutie zijn er dit jaar niet - met uitzondering van drie tv-series. De hele wereld staat er bij stil, maar in Rusland doet men er liever het zwijgen toe. Opmerkelijk is dat elke poging om de discussie te vermijden over de wezenlijke problemen in onze samenleving - de gevolgen van de Oktober-coup - tot meer escalatie leidt, alsof ons organisme, à la Freud, ons eraan herinnert dat het probleem niet is opgelost.
Het eerste waarschuwingssignaal weerklonk eind vorig jaar: Russisch-orthodoxe fundamentalisten begonnen handtekeningen te verzamelen tegen het in roulatie brengen van Matilda. Op de tegenwerping dat de film nog niet eens af was, antwoordden de activisten: 'De trailer is voor ons voldoende!' Ze willen niet over de inhoud van de film debatteren - alleen al het feit dat hij uitkomt is voor hen een 'zonde'.
Hoge beschermvrouwe
Een jaar geleden leek dit niet meer dan een grap uit de middeleeuwen, sterker nog: het verhoogde de belangstelling voor de film. Maar al snel werd duidelijk dat de tegenstanders van Matilda een hooggeplaatste beschermer hadden: de vroegere openbaar aanklager van de Krim, heden parlementslid Natalja Poklonskaja. Zij heeft enkele malen financiële controles en expertises op de film losgelaten en openlijke beschuldigingen aan het adres van regisseur Oetsjitel geventileerd.
Poklonskaja werd in 2014 een bekendheid, omdat ze de acties van Rusland op de Krim ondersteunde. Vervolgens promoveerde ze tot parlementslid in Moskou. De Novaja Gazeta wist te melden dat Poklonskaja handelt 'met de zegen' van ene Sergi (Romanov), een geheimzinnige geestelijke van het vrouwenklooster 'Midden-Oeral'. Hij is lid van de secte der 'tsarebozjniki' (tsarendwepers). De kern van hun leer: Nicolaas II heeft door zijn martelaarsdood (hij werd samen met zijn gezin in 1918 door de bolsjewieken geëxecuteerd in Jekaterinburg) de vroegere zonden van het tsaristische Rusland afgekocht. De Russisch-orthodoxe kerk heeft Nicolaas II in de jaren 90 heilig verklaard.
Daarom is het blote feit dat hij een minnares zou hebben gehad (wat de tsarenverheerlijkers categorisch ontkennen - anders dan de officiële kerk) een belediging voor gelovigen. Poklonskaja vindt het ook een affront dat de rol van de tsaar in de film wordt gespeeld door Lars Eidinger, die eerder bloot optrad in de film Goltzius and the Pelican Company van Peter Greenaway. Poklonskaja noemt Eidinger een 'pornoacteur'.
Parlementslid Poklonskaja liep op 9-mei-parade met portret van verheerlijkte tsaar Nicolaas II (foto Sotsseti)
Spoedig ontdekte iedereen met verbazing dat deze geschiedenis voor Poklonskaja een 'persoonlijk ding' is. Poklonskaja staat bekend om haar letterlijk religieuze attitude ten opzichte van de figuur van Nicolaas II: op de Dag van de Overwinning [op 9 mei wordt in Rusland jaarlijks de overwinning op nazi-Duitsland herdacht - red.] droeg ze zijn portret mee in de optocht van 'het onsterfelijke regiment' [sinds twee jaar dragen demonstranten tijdens die optocht op 9 mei de portretten mee van in de Tweede Wereldoorlog gesneuvelde familieleden; wat ooit ontstond als een grass roots actie is door de overheid nu ingekapseld in de officiële plechtigheden - red.] en een half jaar geleden verklaarde zij dat de buste van Nicolaas op de Krim 'hete tranen schreide'.
Het Kremlin heeft inmiddels met tegenzin verklaard niet tegen het uitbrengen van de film te zijn - bij monde van minister van Cultuur Medinski en later ook van Poetins perssecretaris Peskov. Het eerste het beste geluid van het Kremlin leidt meestal direct tot het verstommen van elke oppositie, maar Poklonskaja bleef de filmers maar aanvallen. In verband hiermee sprak men zelfs van de 'oekraïnisatie van de Russische politiek' (in het onafhankelijke Oekraïne, waar Poklonskaja is opgegroeid, is dit gedrag in de politiek normaal). Ook werd wel gezegd dat ze hoge beschermers heeft in het Kremlin.
Steun van Kadyrov
Het schandaal kreeg nieuwe wind in de zeilen toen de Tsjetsjeense leider Ramzan Kadyrov zijn steun aan Poklonskaja uitsprak en het ministerie van Cultuur vroeg de film in Tsjetsjenië te verbieden. Het ministerie was duidelijk overvallen door die reactie en antwoordde schoorvoetend dat elke regio in Rusland het recht heeft zelfstandig beslissingen te nemen over de vertoning van de film.
Aan het begin van de herfst werd de film vertoond op een festival in Vladivostok. Toen radicaliseerden de acties van de fundamentalisten waar je bij stond: eind augustus werd de Petersburgse studio van de regisseur al bestookt met flessen met een explosief mengsel; op 4 september reed een terreinwagen in op een bioscoop in het centrum van Jekaterinburg waar een reclameaffiche voor Matilda hing; naast het Moskouse kantoor van de advocaat van regisseur Aleksej Oetsjitel staken onbekenden een auto in de fik en lieten flyers achter met de tekst: 'branden voor Matilda'. In Jaroslavl en Brjansk werden bioscopen in brand gestoken.
Een terreinwagen reed in op de bioscoop Kosmos in Jekaterinburg uit protest tegen Matilda (foto gov.ru)
Op 12 september zag het grootste Russische filmnetwerk Cinema Parc & Kinoformule van Aleksandr Mamoet af van het uitbrengen van de film omdat ze bedreigingen hadden ontvangen van de organisatie 'Christelijke staat - Heilig Rusland' (van de opvattingen van de leider van de organisatie, Aleksandr Kalinin, kunt u hier kennis nemen).
Later werd duidelijk dat deze organisatie dreigbrieven had gestuurd aan bioscopen, waarin werd aangekondigd dat 'bioscopen echt zullen gaan branden' als Matilda wordt vertoond, omdat dat 'de mensen tot wanhoop zal brengen'.
Zo kunnen de fundamentalisten hun eerste overwinning vieren. Opmerkelijk genoeg aarzelde de overheid met een reactie; maar dat valt eenvoudig te verklaren. Meestal steunt de Russische overheid alles wat conservatief is, maar nu werd ze gedwongen actie te ondernemen tegen conservatieven, die nóg radicaler zijn dan zijzelf. Paradoxaal genoeg is in 2013 door de Staatsdoema de wet over 'belediging van de gevoelens van gelovigen' aangenomen, waarop de religieuze radicalen zich nu beroepen.
Zo belandde de overheid in een dubbelzinnige situatie: de acties van de radicalen negeren is niet meer mogelijk, maar openlijke veroordeling kan conservatieve kiezers wegjagen. Dat schept een totaal ander klimaat voor de presidentsverkiezingen van 2018. De overheid heeft direct na het aan de macht komen van Poetin met succes gebruik gemaakt van de conservatieve trend in de Russische samenleving.
Maar je kunt het electoraat in Rusland slechts bij benadering 'conservatief' noemen: het heeft zich verenigd rondom figuren die door het Kremlin zelf zijn gecreëerd. De meest opvallende is parlementslid Zjirinovski. Maar wat de meerderheid van de bevolking werkelijk denkt en of zij conservatief is, hoe zich dat uit en welke toekomstvisie of welke waarden zij daaraan koppelt is allemaal tot op heden onbekend.
Onbeheersbare activisten
Er is slechts het woord 'conservatisme', waarmee je handig kunt manipuleren. En opeens bleek dat er, naast die abstracte 'conservatieve waarden', die het Kremlin ten eigen gerief had bedacht, nog andere 'conservatieven' bestaan, die radicaal en onbeheersbaar zijn. Dat heeft het Kremlin er uiteindelijk toe gebracht in actie te komen: afgelopen week arresteerde de rechtbank Aleksandr Kalinin, de leider van 'Christelijke staat - Heilig Rusland' en drie leden van zijn organisatie op verdenking van het in brand steken van auto's en het versturen van dreigbrieven.
Het valt trouwens niet uit te sluiten dat het Kremlin in de aanloop naar de verkiezingen [van 2018] de conservatieven zelf een beetje wil radicaliseren, om uit hun naam nieuwe verboden en een scherpere retoriek te kunnen rechtvaardigen. Je zou zelfs kunnen opperen dat het hele schandaal tot een bepaald moment gunstig was voor het Kremlin - om mensen af te leiden van het eeuwfeest van de revolutie en de noodzakelijke morele weging van die historische gebeurtenis. Dit alles bewijst dat het Kremlin nog steeds alle maatschappelijke processen controleert. Niks nieuws onder de zon, dus.
Aleksandr Kalinin, leider van 'Christelijke staat', opgepakt wegens dreigbrieven en brandstichting (foto VKontakte)
Toch is er wel iets aan de hand. De kern van het systeem dat door het Kremlin is bedacht kun je 'totale imitatie' noemen - de belangrijkste maatschappelijke en politieke instituties imiteren zelfstandigheid, terwijl ze volledig worden gecontroleerd door het Kremlin. Maar dat is een zelfgemaakte valkuil geworden voor de overheid. Een echte onafhankelijke civil society vervult de rol van stabilisator en werkt dus als tegengif tegen radicalisme.
Maar bij gebrek aan een zelfstandige civil society moet het Kremlin zelf als 'brandweerman' optreden tegen de brand die al is opgeflakkerd. Zolang de overheid niet reageert en de civil society geen verzet pleegt, worden de fundamentalisten steeds zelfverzekerder en gaan ze ervan uit dat het Kremlin hen steunt.
Het Kremlin is er op zijn beurt van overtuigd dat het de samenleving eindeloos ten eigen bate kan manipuleren. Belangrijker nog: in het Kremlin beschouwt men niemand als 'politiek subject'. Dat is het psychologische en filosofische probleem van de Russische overheid: zij gelooft gewoon niet in zelfstandigheid, in de eigen wil van de mensen, en denkt dat iedereen te manipuleren is. En zij bouwt haar vooronderstellingen op dit wereldbeeld.
Maar mensen zijn geen poppen; het totale wantrouwen tegenover de menselijke natuur, het conceptuele cynisme leiden in de samenleving tot grote irritatie. Zo'n situatie is eigen aan half-autoritaire samenlevingen: hoe harder de overheid drukt, hoe radicaler de pogingen van mensen om hun vrije wil te tonen. Dat de legale kanalen om deel te nemen aan het maatschappelijk leven totaal zijn geblokkeerd, activeert de meest archaïsche en ondergrondse instincten. Juist in zulke samenlevingen bloeien radicale sectes op, die neigen naar mystiek en naar de meest gewelddadige reacties.
Radicaal conservatisme blijft niet alleen in Rusland, maar in de hele wereld een gevaarlijke trend, die verschillende vormen aan kan nemen, waarbij ze zich verschuilt achter sociale en religieuze argumenten. Maar die verhullen slechts de daaronder schuilgaande existentiële crisis die plaatsvond na het uiteenvallen van het sovjet-blok en het einde van de ideologische tegenstellingen in de wereld.
Provocatie tot radicalisering
Mensen zijn op zoek naar nieuwe waarden, een nieuw geloof in het verleden, in geschiedenis, in religie. De postmoderne mens probeert antwoorden te vinden op de vraag: wie ben ik? wat wil ik? waar gaan we heen? Hij zoekt een nieuwe identiteit.
De meest effectieve en ongevaarlijke manier om die nieuwe identiteit te vinden is deelname aan de politiek: dat is nu met behulp van internet en de sociale media veel makkelijker geworden. Maar in plaats van de mensen toe te laten tot de politiek, sluit het Kremlin hen consequent buiten. Zo provoceert het mensen tot radicalisering.
Opmerkelijk is ook het stilzwijgen van de officiële kerk, die zich ondubbelzinnig had kunnen uitlaten over de religieuze radicalen, de sectariërs, die haar in diskrediet brengen. Maar de kerk gedraagt zich net als het Kremlin: ze is bang de conservatieven van zich te vervreemden en is daarom gedwongen met hen te koketteren. Maar daarmee moedigt ze de radicalen juist aan.
Het is een vicieuze cirkel. Juist omdat de overheid geen duidelijk standpunt wil innemen, is de samenleving in verwarring. Over de meest belangrijke onderwerpen - of het nu de coup van 1917 is of de acties van religieuze extremisten - zwijgt de overheid of antwoordt slechts als het niet anders kan.
Dat is het fundamentele probleem van de macht in het Rusland van Poetin - het ontbreken van een nieuwe identiteit voor het post-communistische Rusland, van een nieuwe wereldbeschouwing, van morele waarden, van een visie op de wereld en de toekomst, die voorwerp van debat zouden kunnen zijn in de samenleving.
Zo heeft Matilda onverwachts de zwakte, de broosheid van de maatschappelijke inrichting van Rusland laten zien, die kan worden verstoord door een kleinigheid als een oordeel over een kunstwerk. Dit schandaal toont ook de radicalisering en archaïsering van de samenleving waarop het Kremlin vooralsnog geen antwoord heeft. Daarom kan elk vergelijkbaar incident ontaarden in een absurdistische komedie of een thriller.
Ooit zei de communistische leider Joeri Andropov: 'wij kennen de samenleving waarin wij leven niet.' Na de geschiedenis met Matilda, die nog niet ten einde is (het duurt nog een maand voor de film in roulatie gaat) kunnen de Kremlin-leiders over zichzelf met recht hetzelfde zeggen.