Minister Vladimir Medinski van Cultuur mag zijn doctorstitel houden. Het presidium van de Hoge Attestatiecommissie van Rusland heeft in meerderheid besloten dat het academische proefschrift van Medinski niet ongeldig moet worden verklaard.
Het presidium heeft daarmee de eerdere aanbeveling van de historische vakcommissie in de wind geslagen. De experts van de Hoge Attestatiecommissie hadden begin oktober juist geadviseerd om Medinski wel zijn academische graad als historicus te ontnemen.
De deskundigen waren daarover toen bijna unaniem: 17 leden waren voor dit advies en slechts 3 tegen; de voorzitter onthield zich. In het presidium was de stemverhouding bijna omgekeerd: 6 voor het intrekken van de doctorstitel en 14 tegen.
Het laatste woord is nu aan de minister van Onderwijs en Wetenschap. De kans is klein dat die het besluit van het presidium terzijde schuift en alsnog de lijn van de deskundigen kiest.
Het presidium van de Hoge Attestatiecommissie wordt niet door louter historici gevormd, maar bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende humaniora. Ongeveer een achtste van de leden van het presidium is historicus, de andere leden zijn filoloog, politicoloog of socioloog.
Volgens Ivan Babitski, die het wetenschappelijke niveau van Medinsk's dissertatie anderhalf jaar geleden samen met twee gespecialiseerde historici aanhangig maakte, heeft de Hoge Attestatiecommissie zich met deze uitspraak ten gunste van de minister laten kennen als een politiek orgaan en niet als een academische instelling. ‘Medinski houdt zijn graad, de Hoge Attestatiecommissie niet haar reputatie’, aldus Babitski. Babitski bedoelt daarmee dat het presidium verzoekschriften niet inhoudelijk beoordeelt, maar alleen procedureel. Het procedurele verweer van Medinski en zijn vertegenwoordigers was dat eerder twee universiteiten het verzoekschrift van Babitski c.s. ook al op formele gronden niet ontvankelijk hadden verklaard. De expertcommissie was de eerste instantie die de dissertatie op inhoudelijke gronden heeft beoordeeld.