Het eeuwfeest van de Oktoberrevolutie wordt in Rusland niet met veel bombarie gevierd. Lenin blijft in het mausoleum, al wordt de revolutie inmiddels beschouwd als inmenging van buitenaf. Poetin balanceert voorzichtig tussen alle kwaden. Geschiedenis moet verbinden, niet verdelen, is zijn opvatting. Dat oogt nogal moeizaam, aldus historicus Marc Jansen.
Lenin spreekt arbeiders en soldaten toe
door Marc Jansen
Op 7 november zal de honderdste verjaardag van de Oktoberrevolutie in Rusland niet met veel theater worden gevierd (de revolutie vond plaats op 25 oktober volgens de oude Juliaanse kalender, die in 1918 werd vervangen door onze Gregoriaanse kalender). De Russische Communistische Partij houdt een feestelijke optocht en organiseert een galareceptie in nota bene het 'Renaissance Moscow Monarch Centre Hotel'. Er zijn enkele exposities van beeldende kunst uit de revolutietijd te zien en er vinden wat conferenties plaats. En de onafhankelijke journalist Michail Zygar heeft een interessant project opgezet dat de revolutie, van februari tot oktober 1917, digitaal van dag tot dag volgt alsof de sociale media een eeuw geleden al waren uitgevonden. Compleet met tweets van tsaar Nicolaas II en Raspoetin.
Maar het Kremlin is niet van plan verder iets aan het eeuwfeest te doen, heeft de woordvoerder van de Russische president, Dmitri Peskov, laten weten. Wel is er van deze kant een commissie ingesteld, die het als haar voornaamste taak ziet 'lessen uit de geschiedenis' te trekken, aldus commissiehoofd Sergej Narysjkin. Het is geen toeval dat hij tevens chef van de buitenlandse inlichtingendienst is. Revoluties zijn doorgaans van buitenlandse makelij, heeft hij immers gezegd. Ze 'brengen altijd bloed, dood, vernietiging en ellende'. Belangrijk nu is volgens Narysjkin 'stabiliteit', 'eenheid' en het 'vreedzaam oplossen van conflicten'.
Het Westen profiteerde
President Vladimir Poetin zelf heeft zich eveneens over de revolutie van honderd jaar geleden uitgelaten. De effecten van de revolutie waren 'complex', zei hij twee weken geleden op de jaarlijkse internationale Valdaiconferentie. De negatieve en positieve gevolgen zijn 'innig vervlochten'. De omwenteling veroorzaakte 'een serieuze heroverweging van het ontwikkelingsmodel, riep concurrentie in het leven, waarvan vooral het Westen heeft geprofiteerd'. Volgens Poetin waren het ontstaan van een middenklasse, de hervorming van de arbeidsmarkt, de opkomst van de welvaartsmaatschappij, beter onderricht en aandacht voor mensenrechten 'het [westerse] antwoord op de uitdagingen van de kant van de USSR.' De redenering in Rusland is nu dus: eerst heeft het Westen de revolutie naar Rusland geëxporteerd, daarna heeft het ervan geprofiteerd.
Voor Rusland zelf waren de gevolgen een stuk minder positief, stelde Poetin met de volgende retorische vraag: 'Was er soms geen ontwikkeling mogelijk langs de weg van evolutie in plaats van revolutie? Niet tegen de prijs van een vernietiging van de staat, een genadeloze sloop van miljoenen mensen, maar via een geleidelijke, consequente beweging vooruit?'
De leider van de Oktoberrevolutie Vladimir Lenin is door Poetin bij eerdere gelegenheden al neergezet als weinig beter dan een landverrader. Hij stootte het vaderland en de soldaten en officieren die er tijdens de Eerste Wereldoorlog hun bloed voor vergoten een dolk in de rug. Ook plantte Lenin met de staatsinrichting van de Sovjetunie volgens Poetin de kiem voor het uiteenvallen van het land driekwart eeuw later. Want Lenin gaf de nationale minderheden ieder hun eigen sovjetrepubliek, uit een daarvan kon later het onafhankelijke Oekraïne ontstaan.
De Muur van het Leed aan de Sacharovstraat in Moskou werd op 30 oktober door Poetin geopend
Jozef Stalin verschilde hierover met zijn voorganger van mening. Maar hoewel Poetin lof heeft voor Stalins economische opbouw van het land en de overwinning in de Tweede Wereldoorlog, hij ziet ook de zwarte kanten. Op 30 oktober onthulde hij als monument ter nagedachtenis van de miljoenen slachtoffers in het centrum van Moskou een 'Muur van het Leed'. Maar terwijl hij de 'repressie' een 'tragedie voor het volk' noemde die nooit mag worden vergeten of goedgepraat, vermeed hij in zijn redevoering zorgvuldig Stalin of andere schuldigen bij naam te noemen. Herdenken moet niet leiden tot een afrekening, zei hij.
Zorgvuldig balanceren
Poetin moet immers ook denken aan zijn herverkiezing tot president in maart volgend jaar. Hij wil graag dat zoveel mogelijk mensen van links én rechts op hem stemmen. Recent wees een peiling uit dat 45 procent van de Russen de Oktoberrevolutie nog altijd beschouwt als uitdrukking van de wil van de meerderheid van de bevolking, 43 procent denkt het tegenovergestelde. Wat beide kampen verenigt is een antirevolutionaire stemming: 92 procent vindt een nieuwe revolutie in het Rusland van nu onacceptabel. De kater is te groot.
Dat doet Poetin zorgvuldig balanceren tussen de hernieuwde belangstelling in Rusland voor royalty en Russisch-orthodox geloof rond de laatste tsaar Nicolaas II (zie de ophef over de film Matilda over de Poolse minnares van de tsaar) en sovjetnostalgie rond Lenin en Stalin. Terwijl hij de negatieve gevolgen van de Oktoberrevolutie benadrukt, laat hij Lenins opgebaarde lijk ook 93 jaar na zijn dood gewoon in het mausoleum op het Rode Plein liggen. Lenin begraven is nu 'niet aan de orde', vindt hij. Poetin wil 'geen schisma in de maatschappij veroorzaken'. Ook laat hij toe dat er, naast de alomtegenwoordige Lenin-standbeelden die her en der in Russische steden en dorpen nog altijd te vinden zijn, nieuwe Stalin-standbeelden verrijzen. Rusland kan blijkbaar met dit schrijnend contrast leven.
Poetins ideaal is een geschiedenis die mensen verenigt in plaats van verdeelt. Een geschiedenis waarop je trots kunt zijn, niet een die enkel chagrijn oproept. Hij ziet de pre- en postrevolutionaire geschiedenis van Rusland liefst als één geheel, waarin de revolutie slechts een rimpeling vormde. Een grootse duizendjarige geschiedenis waarin Ivan de Verschrikkelijke, Peter en Catharina de Grote en Alexander II voor het heden even belangrijk zijn als Lenin en Stalin.