In deel 2 van zijn beschouwing over de Russisch-orthodoxe kerk laat kerk-expert Sergej Tsjapnin zien hoe de positie van de kerk veranderde na het aantreden van Vladimir Poetin. Kerk en staat werden twee peilers onder een nieuwe staatsideologie, waarin 'traditionele waarden' een belangrijke rol gingen spelen. Dat kwam beide partijen ideologisch goed uit. Maar het voedde ook een kwaadaardig orthodox fundamentalisme dat zich vooral op de kunsten richtte. Is met de agressieve acties van Russisch-orthodoxe fundamentalisten in Rusland de geest uit de fles? Volgens Tsjapnin heeft de kerk haar hand overspeeld en stevent af op een crisis.
Patriarch Kirill
door Sergej Tsjapnin
Met het aantreden van president Poetin brak een nieuwe tijd aan voor de Russisch-orthodoxe kerk. Zo wist patriarch Kirill met de staat overeenstemming te bereiken over de invoering op openbare scholen van het leervak ‘Grondslagen van religieuze cultuur en wereldse ethiek’, met als cruciaal onderdeel ‘Grondslagen van de orthodoxe cultuur’. De overheid ging ermee akkoord officieel 240 aalmoezeniers in de strijdkrachten aan te stellen voor bijstand aan gelovige dienstplichtigen. Uiteraard komen deze in meerderheid uit de orthodoxe geestelijkheid. Ten slotte werd een speciale federale wet aangenomen (‘Over de overdracht aan religieuze organisaties van eigendom met een religieuze bestemming in bezit van de staat of gemeentes'). In Moskou werd samen met het stadsbestuur een programma gelanceerd voor de bouw van enkele honderden nieuwe kerken.
Na corruptieonderzoeken van Aleksej Navalny heeft de staat de federale wet ‘Over de staatsbeveiliging’ zodanig geamendeerd dat het mogelijk werd persoonlijke gegevens geheim te houden van alle personen die onder bescherming staan van de Federale Beveiligingsdienst (FSO). Aangezien ook patriarch Kirill beveiligd wordt door deze instantie valt informatie over zijn inkomsten en bezittingen nu onder de officiële geheimhouding.
In aanmerking nemend dat de Russisch-Orthodoxe Kerk geen enkel financieel overzicht of document over haar financiële transacties publiceert, beschermen de nieuwe wetsamendementen feitelijk de ondoorzichtige financiële structuur die zich in deze Kerk heeft ontwikkeld.
Gekrenkte gelovigen
Kortom, de patriarch en het episcopaat genieten, in letterlijke zin, goede relaties met de staatsmacht. De patriarch en de president ontmoeten elkaar regelmatig, niet alleen in het Kremlin, maar ook in het klooster op het eiland Valaam (waar zich een van de residenties van de patriarch bevindt en toevalligerwijs ook een van de datsja’s van de president), of op de Heilige Berg Athos in Griekenland. De spindokters van het Kremlin slagen er tamelijk goed in het beeld van een orthodoxe Russische president te creëren: een vriend van de Kerk en beschermer van traditionele waarden.
Niet toevallig is in de Russische wetgeving de wazige formulering ‘belediging van gevoelens van gelovigen’ opgedoken, al was deze aanvankelijk alleen opgetekend in het Wetboek van administratieve rechtsvordering, in 2002. Na de scandaleuze actie van Pussy Riot in de Christus Verlosserskathedraal in 2013 werd aan artikel 148 van het Wetboek van strafrecht een artikel toegevoegd, dat voor religieuze krenking voorziet in straffen variërend van een boete of een werkstraf tot vrijheidsberoving voor een termijn van maximaal drie jaar.
Sindsdien doen orthodox-gelovigen voortdurend een beroep op dit artikel, en deskundigen waarschuwen dat het gebruikt kan worden voor het vervolgen van tegenstanders van de Orthodoxe Kerk.
Zo dreigde in mei 2017 bisschop Nectarius (Selezjnov) van Livny en Maloarchangelsk met dit artikel tegen de redactie van Orlovskië Novosti (Nieuwsblad van Orlov). Hij was verontwaardigd over een publicatie over de nieuwe jeep die hij voor 6 miljoen roebel had gekocht, een voor het district Orlov zonder meer extreem luxueuze aankoop. Het schandaal werd gesust, de bisschop spande geen rechtszaak aan.
In totaal zijn er relatief weinig vonnissen gewezen op basis van dit artikel, ondanks veelvuldige pogingen van orthodox-gelovigen. Het meest bekende geval is de blogger Roeslam Sokolovski, die een filmpje had opgenomen waarin hij jaagt op Pokémons in de Kathedraal op het Bloed in Jekaterinburg. Op 11 mei 2017 veroordeelde de rechtbank hem tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3,5 jaar. Behalve voor art. 148 werd hij veroordeeld wegens ‘het opwekken van haat tegen religieuze en nationale symbolen’ (art. 282.1) en ‘onwetmatig gebruik van speciale technische middelen, bestemd voor het heimelijk inwinnen van informatie’ (art. 138.1). In weerwil van verklaringen van het Moskouse patriarchaat dat het geen bemoeienis had met de strafzaak, stuurde het lokale bisdom van de Russisch-Orthodoxe Kerk een brief over de affaire Roeslam Sokolovski naar de landelijke Onderzoekscommissie.
Zangeressen van punkband Pussy Riot werden tot kampstraffen veroordeeld na 'blasfemisch' optreden in kathedraal
Het is opmerkelijk dat de wet tegen zendingswerk, die een jaar geleden in één pakket met de antiterroristische wetgeving van parlementslid Jarovaja is aangenomen, in theorie ook gebruikt kan worden tegen orthodox-gelovigen, maar dat de autoriteiten deze vandaag de dag uitsluitend aanwenden tegen islamitische radicalen en protestantse gemeenschappen. Juristen van het Moskouse patriarchaat ondersteunen de wet en zien er geen enkel gevaar in voor de Orthodoxe Kerk. Mogelijk zijn er geheime afspraken gemaakt dat de wet niet zal worden ingezet tegen orthodox-gelovigen.
'Traditionele waarden'
Wat heeft patriarch Kirill de president te bieden in ruil voor deze gulle giften? Uiteraard was de verwachting vooral dat de Kerk hem zou laten delen in haar symbolische kapitaal. De orthodoxie speelde een hoofdrol bij de vorming van een nieuwe ideologie en de consolidatie van de natie en de politieke elite.
Patriarch Kirill heeft het Kremlin twee tamelijk geslaagde concepten aan de hand gedaan: de ‘Russische wereld’ en ‘traditionele waarden’. Beide zijn eind jaren negentig geformuleerd door het Wereldconcilie van het Russische Volk onder leiding van Kirill, die toen nog slechts metropoliet was. Het eerste concept veranderde tamelijk snel van een ‘soft power’-instrument in een primitief wapen van het grotemogendheidsdenken, waarvan tegenwoordig praktisch geen gebruik meer wordt gemaakt; ‘traditionele waarden’ gingen in de derde presidentstermijn van Poetin echter een belangrijke rol spelen, zowel in de buitenlandse als in de binnenlandse politiek. De president zal zich dit ongetwijfeld herinneren en de patriarch innig dankbaar zijn.
Het kan geen kwaad die ‘traditionele waarden’ eens onder de loep te nemen. Dit begrip, dat recentelijk zo aan populariteit heeft gewonnen, is zowel in het religieuze als het politieke discours nieuw te noemen. In de jaren negentig kwam ‘waarde’ doorgaans voor in een vaste combinatie als het wijdverbreide begrip geestelijke en morele waarden, terwijl het adjectief ‘traditioneel’ meestal gereserveerd werd voor religies: traditionele religies.
Maar eind jaren negentig veranderde de politiek-maatschappelijke context. In september 1997 nam de Staatsdoema een wet aan ‘Over de vrijheid van geweten en over religieuze verenigingen’. In het voorwoord bij deze wet spreekt de staat ronduit van ‘de bijzondere rol van de orthodoxie in de geschiedenis van Rusland en in het ontstaan en de ontwikkeling van ’s lands spiritualiteit en cultuur’; bovendien werd gewag gemaakt van christendom, islam, boeddhisme en jodendom als ‘onvervreemdbaar deel van de historische erfenis van de volkeren van Rusland’. Dit betekende het einde van de discussie over de vraag welke religies in Rusland traditioneel genoemd konden worden en derhalve op steun van de overheid mochten rekenen.
Het begrip ‘geestelijke en morele waarden’ was in zekere zin verouderd geraakt. Opgekomen op het breukvlak van de jaren tachtig en negentig als antithese van de communistische waarden, gaf het een te brede definitie van spiritualiteit, die zich moeilijk liet inperken tot een orthodox begrip.
Daarom verlangde de nieuwe maatschappelijke en politieke situatie een precisering. Er vormde zich in die jaren een orthodoxe denktank, bestaande uit een kring van publicisten rond het Wereldconcilie van het Russische Volk, een maatschappelijk forum dat werd opgericht en geprotegeerd door Kirill, destijds metropoliet van Smolensk en Kaliningrad en sinds 2009 patriarch van Moskou en heel Rusland.
De geschiedenis van het begrip is binnen de orthodoxe context vrij goed te volgen. Lange tijd werd het uitsluitend gebruikt door de kring publicisten en vertrouwelingen rond het Wereldconcilie en metropoliet Kirill, maar het raakte slechts langzaam in zwang. Buiten de kring van metropoliet Kirill werd het begrip niet gebruikt in het kerkelijke milieu, en naar alle waarschijnlijkheid niet eens opgemerkt.
Pas ruim een decennium later ontdekten Russische politici de term. Dat zegt genoeg over de geringe politieke invloed van de orthodoxe Kerk in postsovjet-Rusland. Haar theoretische verhandelingen drongen niet tot de politiek door, totdat ze onderdeel werden van de staatsideologie en dus van de propaganda.
Nieuwe politieke retoriek
In 2013, na gekozen te zijn voor een derde ambtstermijn, zei Vladimir Poetin in zijn eerste Boodschap aan de Federatieve Vergadering: ‘Vandaag staan in vele landen zeden en fatsoensnormen ter discussie en vervagen de verschillen tussen nationale tradities en culturen. Tegenwoordig eist men van de samenleving niet alleen een redelijke erkenning van ieders recht op vrijheid van geweten, politieke opvattingen en privéleven, maar ook zonder meer erkenning van de gelijkwaardigheid, hoe vreemd dit ook lijkt, van goed en kwaad, van begrippen die inhoudelijk elkaars tegenpolen zijn. Een dergelijke vernietiging van traditionele waarden (cursivering van de auteur) 'van bovenaf' heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de samenleving, maar is in wezen antidemocratisch, aangezien zij voortkomt uit abstracte, geconstrueerde ideeën die ingaan tegen de wil van de volksmeerderheid, die de continue verandering en voorgestelde herziening niet accepteert’.
Kerk en staat slaan handen ineen voor 'traditionele waarden'
Dit is de sleutelpassage van de hele navolgende politieke retoriek. Letterlijk alles is hier nieuw:
1) het accent verspringt van culturele vraagstukken naar zeden en fatsoen
2) de problematiek van ‘goed en kwaad’ wordt ondubbelzinnig aangekaart
3) kritiek op andere landen (zonder overigens concreet aan te geven welke)
4) strijdretoriek (cruciale ‘vernietiging’ in combinatie met ‘traditionele waarden’)
5) aanspraak op de uitdrukking ‘de wil van de volksmeerderheid’
Maar in 2017 stimuleerde deze retoriek van 'traditionele waarden' nogal gevaarlijke, radicaliserende tendensen binnen de Russische samenleving. Oproepen tot het verdedigen van traditionele waarden, zonder precies uit te leggen wat er onder die waarden verstaan moet worden, leveren een explosief mengsel op. Was de oproep verdedigen! duidelijk afleesbaar in de overheidspropaganda, in het geheel niet duidelijk was wat er precies verdedigd moest worden.
Als gevolg hiervan kregen de orthodoxe patriotten de opdracht uit het Russische sprookje mee: ‘kijk maar/ ik weet niet waar/ En breng me dat.../ ik weet niet wat’. Daar er geen enkele consensus over de inhoud bestond, werd inhoud gelijk aan vorm (the medium is the message). De religieuze fundamentalistische activist Dmitri Tsorionov, beter bekend onder zijn pseudoniem Enteo, was de eerste die dit begreep en toepaste. Zijn acties tegen Pussy Riot, op de tentoonstelling van Vadim Sidoer en anderen, waren een breuk met alles wat orthodox-gelovigen daarvóór hadden gedaan. Het was een artistieke ‘gewelds-game’ ter verdediging van orthodoxe waarden, een soort ‘orthodox aktionisme’. (Inmiddels beweert Enteo de buik vol te hebben van het orthodoxe aktionisme, en zijn romance met Maria Aljochina, lid van Pussy Riot, heeft ertoe geleid dat zijn strijdmakkers van de fundamentalistische groep ‘Gods wil’ hem uit hun beweging hebben gezet.)
Geest uit de fles
Maar de geest was uit de fles. Het idee om geweld te gebruiken ter verdediging van traditionele waarden tegen aanslagen van liberale zijde, is ook opgepikt door de bestrijders van de film Matilda [over de liefdesaffaire tussen de latere tsaar Nicolaas II en balletdanseres Matilda Krzjesinska - red.]. Deze doorsnee pseudohistorische film heeft aanleiding gegeven tot talloze manifestaties van soms radicale en in wezen zelfs terroristische aard.
Zo stuurde de beweging ‘Christelijke staat – het Heilige Roes’ aan alle bioscopen van Rusland brieven waarin werd gedreigd met brandstichting als ze niet afzagen van de vertoning van Matilda. Het heeft er alle schijn van dat Christelijke Staat een fake-organisatie is met niet meer dan drie of vier leden, maar hun oproepen tot geweld zijn niet ongehoord gebleven.
Aleksandr Kalinin. leider van 'Christelijke Staat - het Heilige Roes' werd opgepakt op verdenking van brandstichting
Het orthodoxe tsarenrijk is een traditionele waarde geworden, en de door de Russisch-Orthodoxe Kerk gecanoniseerde Nicolaas II is daarvan de verpersoonlijking. De regisseur van de film, Aleksej Oetsjitel, is de vijand die zich aan hem vergrijpt, hem vals interpreteert en zijn nagedachtenis – en daarmee alle orthodoxe gelovigen en heel Rusland - bezoedelt. Ogenschijnlijk zijn er geen redenen voor een conflict van nationale omvang, maar door een samenloop van omstandigheden is de spanning in de samenleving tot ongekende hoogten opgelopen.
De Kerk reageerde ambivalent. Ze probeerde zich te onthouden van een duidelijke stellingname, maar een reeks kerkelijke hiërarchen en priesters sprak zich openlijk uit tegen de film.
De film is geproduceerd met geld van de staat, en de staat heeft ondanks de protesten toestemming gegeven de film te vertonen. Maar tegelijkertijd is Natalja Poklonskaja, Doema-afgevaardigde en gewezen officier van justitie op de Krim, een van de belangrijkste bestrijders van de film. Zij zoekt naarstig gronden om de vertoning te verbieden en wil de regisseur tegelijkertijd betrappen op financiële machinaties, zodat hij kan worden aangeklaagd. In totaal heeft de Hoofdofficier van Justitie van Poklonskaja 43 klachten ontvangen over Matilda en zijn regisseur.
In dit opzicht is het tamelijk onheilspellend dat er een poging was tot brandstichting van een bioscoop in Jekaterinburg, en dat er auto’s in brand zijn gestoken voor het Moskouse kantoor van Oetsjitels advocaat. In het eerste geval gaf de dader ronduit toe dat hij brand had gesticht om vertoning van de film te voorkomen; in het tweede geval was er bij de uitgebrande auto’s een brief achtergelaten met de boodschap: ‘Branden voor Matilda’. [Lees hier meer over de rel rond Matilda - red.]
Gelovigen lopen te hoop tegen de vertoning van de tsarenfilm Matilda. Op het spandoek: Matilda is een oorvijg aan het Russische volk
Naar alle waarschijnlijkheid is er eind oktober een einde gekomen aan de perikelen rond de film. De première op 26 oktober in Moskou was een succes: de zaal was afgeladen, toeschouwers zaten zelfs op de traptreden. Niet alleen bij de première in Moskou, maar ook in Sint Petersburg waren extra veiligheidsmaatregelen getroffen. Er vonden geen noemenswaardige provocaties plaats, de groepjes demonstranten vielen nauwelijks op.
Na Matilda
Uit de acties van de orthodoxe radicalen zijn drie conclusies te trekken.
Ten eerste is er een relatief omvangrijk en tamelijk actief contingent orthodox-gelovigen zichtbaar geworden met een eigen agenda, die bij hun acties altijd ‘strijd voeren tegen…’: tegen nieuwe paspoorten, tegen sofinummers, tegen een ontmoeting van de patriarch met de paus, tegen de uitkomst van de DNA-identificatie van de stoffelijke resten van de tsarenfamilie, tegen toneelvoorstellingen en exposities, tegen de film Matilda, et cetera. Voor hen heeft slechts het verleden een sacrale status. Het is best mogelijk dat de orthodoxe radicalen in de ogen van de samenleving het orthodoxe conservatisme als zodanig in diskrediet zullen brengen.
Ten tweede is na Matilda het vertrouwen in de officiële Kerk nog verder gedaald. Haar positie heeft ertoe geleid dat men én de radicalen niet kan opgeven (want ze zijn nu eenmaal orthodox), én de staatsmacht, die de film heeft ondersteund, niet te veel tegen de haren mag instrijken.
Het is niet uitgesloten dat de protesten tegen Matilda als een katalysator zullen werken voor anti-orthodoxe sentimenten, niet alleen in de samenleving maar ook bij de politieke elite. De ontevredenheid over de politiek van patriarch Kirill neemt de laatste jaren alleen maar toe, en het is heel goed mogelijk dat in maatschappelijke discussies de Kerk blijvend harde kritiek zal oogsten.
De eerste tekenen zijn er al. De politicoloog Stanislav Belkovski, die is aangezocht om zitting te nemen in de verkiezingsstaf van Ksenia Sobtsjak, verklaarde op radio Echo Moskvy dat ‘de liquidatie van de Russisch-Orthodoxe Kerk van het Moskouse patriarchaat en de begrafenis van Lenin uitgangspunten zijn van het verkiezingsprogramma. Er moet volledig afstand worden gedaan van het sovjet-verleden.’ In plaats van de door Stalin gecreëerde religieuze organisatie zou er een confederatie moeten komen ‘van onafhankelijke parochies naar protestants voorbeeld’. Weliswaar maakte hij het voorbehoud dat dit nog niet Sobtsjaks programma was, maar zijn visie op hoe het programma er mogelijk uit ging zien.
De Russisch-Orthodoxe Kerk heeft op het breukvlak van de twintigste en eenentwintigste eeuw enkele historische fases doorlopen: van een van hoop vervulde ‘kerkelijke renaissance’ naar een stabiel en welvarend leven als ‘Rijkskerk’. Nu breekt een nieuwe crisis aan. Het is moeilijk te voorspellen hoe de Russisch-Orthodoxe Kerk hieruit tevoorschijn zal komen.
Lees hier deel 1 van de beschouwing van Sergej Tsjapnin, over de post-communistische 'kerkelijke renaissance', de hardnekkige erfenis van het verleden en het gevecht om geld, macht en kerkelijk vastgoed.
Vertaling: Gerard van der Wardt