Gorbatsjov was niet opgewassen tegen de krachten die hij zelf had ontketend. De uitbreiding van de NAVO na de ontmanteling van de Sovjet-Unie is daarvan een voorbeeld. Maar hij was wel degelijk een briljant tacticus, zo toont de Amerikaanse historicus William Taubman aan in zijn evenwichtige maar niet verrassende biografie van de man van de perestrojka en de glasnost.
door Hubert Smeets
Michail Gorbatsjov wordt in Rusland vooral herinnerd als de leider die het geduchte Sovjet-Russische Rijk eind jaren tachtig de doodssteek gaf en zo Moskou degradeerde tot een plek bij de tweede violen in het Europese orkest. Dat hij ook nog eens een ouwehoer was met een zachte ‘g’, die democratie belangrijker vond dan macht, doet zijn prestige als politicus evenmin goed. Buiten Rusland is Gorbatsjov nog steeds de visionair die begreep dat Rusland ten onder zou gaan als het tegen elke prijs zijn invloedssferen in de wereld zou blijven bevechten. Daar staat hij te boek als de man die de Oost-Europese satellietstaten de vrije hand gaf en de angel uit de wapenwedloop haalde door de mens en duif te durven zien in de Amerikaanse havik-president Ronald Reagan.
President Gorbatsjov en bondskanselier Kohl in de provincie Stavropol. Foto CVCE
Bij zijn dood zal Gorbatsjov in eigen land ongetwijfeld door meer mensen worden betreurd. Aan het graf zijn Russen vergevingsgezinder dan in het dagelijkse politieke leven. Maar tot die tijd moet de voormalige partijleider het in Rusland doen met de 0,51 procent van de stemmen die hij verwierf bij de eerste postcommunistische presidentsverkiezingen van 1996.
Dit lot roept al jaren de vraag op of het terecht is om Gorbatsjov alle ellende van Rusland toe te dichten. Was de man die partijleider werd in 1985 en in 1991 al weer werd afgeserveerd – sinds tsaar Alexander I (1801-1825) hebben alleen de partijchefs Joeri Andropov (1982-1984), Konstantin Tsjernenko (1984-1985) en Dmitri Medvedev (2008-2012) korter geheerst – werkelijk zo machtig?
De Amerikaanse politicoloog William Taubman, die in 2004 de Pulitzer Price won met een schitterende biografie van Gorbatsjovs voorloper Nikita Chroesjtsjov, beantwoordt deze vraag in zijn dit najaar verschenen boek Gorbatsjov. Zijn leven en tijdperk genuanceerd en ontkennend.
Ja. Gorbatsjov dacht inderdaad heel lang dat hij greep had op de situatie. Die eigendunk hoorde bij zijn positie als secretaris-generaal van de enige politieke partij in het hele land. Maar nee, zelfs Gorbatsjov wist niet hoe ernstig de toestand was. Hij verzeilde via trial and error in de doodlopende straat die de Sovjet-Unie na twee decennia Leonid Brezjnev was geworden. Kortom, Gorbatsjov was een gewone politicus die het moest doen met het materiaal dat voorhanden was.
Opportunistisch idealist
Die houding had hij eigenlijk gedurende zijn hele loopbaan. Gorbatsjov had idealen. Maar hij was geen dissident. De Sovjet-Unie was zijn horizon, het marxisme-leninisme zijn wereldbeeld. Opportunisme was hem echter niet vreemd. Hij moest wel, wilde hij, ambitieus als hij van jongs af aan was, iets bereiken.
Michail Sergejevitsj Gorbatsjov, in 1931 geboren als straatarme boerenzoon in de noordelijke Kaukasus, kwam er in de voor zijn ouderlijk huis gruwelijke Tweede Wereldoorlog achter dat hij van lezen en acteren hield en verder wilde in het leven.
De communistische partij CPSU was daarvoor een onvermijdelijk voertuig. Al op 19-jarige leeftijd, toen hij werd toegelaten op de Universiteit van Moskou om rechten te studeren, meldde hij zich aan bij de CPSU. In de nadagen van leider Jozef Stalin, de moordenaar van zijn beide grootvaders, leerde hij in de studentenflat aan de Stromynka – 22 eerstejaars op één kamer – zijn vrouw Raisa Titarenko kennen. En de Tsjechische student Zdenek Mlynar.
Na de dood van Stalin in 1953 ging het ‘dooien’. Net als Gorbatsjov ontwikkelden veel van zijn geestverwanten, die drie decennia later tijdens perestrojka en glasnost aan zijn kant stonden, hun ideeën en carrière eveneens in deze tijd. Ook Gorbatsjov zelf, die onder Stalins opvolger Nikita Chroesjtsjov (1953-1964) opklom tot provinciaal jeugdleider bij de Komsomol in zijn geboortestreek Stavropol, zou er niet meer van loskomen.
Maar alles met mate. De paleiscoup van 1964, die Leonid Brezjnev aan de macht bracht, betekende geen breuk in zijn loopbaan. In die aanloopfase van zijn loopbaan nam Gorbatsjov liever geen risico’s. Weliswaar hield hij ook toen al van (lang) praten. Maar als het spannend werd, kon hij goed zwijgen. Ook als hij zo zijn vriend Mlynar, die hem de ogen had geopend voor de achterlijkheid van Rusland in vergelijking met Midden-Europa en in 1968 op een hoge partijpost de Praagse lente van Alexander Dubcek ondersteunde, in de steek moest laten. Toen de crisis in 1968 zich aandiende stuurde Gorbatsjov zijn studiemaat nog wel even een telegram. De tekst – ‘Zdenek, in deze moeilijke tijd moeten we contact blijven houden’ – werd overigens door de KGB onderschept en kwam nooit in Praag aan. Maar nog voordat in augustus dat jaar de tanks Tsjechoslowakije binnenrolden, koos Gorbatsjov gewoon eieren voor zijn geld: ‘het socialisme moest verdedigd’ worden.
Met Raisa op het land in Stavropol (bron: zen.yandex.ru).
Dezelfde pragmatische zwijgzaamheid legde hij aan de dag eind 1979, toen de Sovjet-invasie in Afghanistan op handen was. Voor Gorbatsjov – sinds een jaar secretaris van het Centraal Comité en net kandidaat-lid van het Politbureau – werd het besluit daartoe geheim gehouden. Maar daar maakte hij geen punt van. Ook bij besprekingen over de opkomst en het neerslaan van de vrije vakbeweging Solidariteit in 1980-1981 in Polen hield Gorbatsjov zijn mond. Alleen tegen zijn mentor Joeri Andropov, van 1967 tot 1982 chef van de staatsveiligheidsdienst KGB, luchtte hij zijn hart.
Geen cynicus
Maar cynisch werd hij nimmer. Hij was zijn heimelijke opvattingen uit de ‘dooi’ niet vergeten toen hij in 1985 werd gekozen tot secretaris-generaal van de CPSU. Het eerste jaar was Gorbatsjov nog een klassieke reformist à la Chroesjtsjov en Andropov. Maar na de ramp bij Tsjernobyl in 1986 moest het roer om. ‘De mogelijkheden van het oude systeem waren uitgeput, besefte hij,’ zo schrijft Taubman.
Vanaf dat moment raakten perestrojka en glasnost in een stroomversnelling. Gorbatsjov organiseerde in juni 1988 – tussen twee partijcongressen, die traditioneel eens per vijf jaar plaatsen vonden – een besluitvormende partijconferentie. Zijn tegenstanders zagen dit als een manoeuvre om hen uit te rangeren en probeerden hem de voet dwars te zetten. Tevergeefs. Gorbatsjov won.
De partijconferentie was volgens Gorbatsjov een ‘intellectuele doorbraak’. Ze mondde een jaar later uit in de eerste min of meer vrije parlementsverkiezingen in de Russische geschiedenis. Vanaf dat moment zaten er in de Opperste Sovjet ineens niet-communisten, die zich niet door de partij of de partijleider lieten disciplineren. De CPSU kon daar niet mee omgaan. Toen eind 1989 ook nog eens het grondwetsartikel werd geschrapt, waarin was vastgelegd dat de partij de leidende rol in de maatschappij speelt, scheurde de CPSU langzaam maar zeker.
Weliswaar had Gorbatsjov deze breuk zien aankomen, net als de partij kon ook hij er niet goed mee omgaan. Vanaf dat moment verloor Gorbatsjov de regie en bleek dat hij toch geen revolutionair was maar nog steeds een reformist. Als een verlichte leninist wilde hij de eenheid tegen beter weten in bewaren. Indachtig het adagium van Machiavelli haalde hij zijn vijanden dichtbij zich. Hij hoopte ze te controleren. Tevergeefs, het was addergebroed.
Dubbele macht
Toen Gorbatsjov ook nog eens de fout maakte om zich getrapt – namelijk door het nieuwe min of meer vrij gekozen parlement – tot uitvoerend staatshoofd te laten kiezen, was chaos slechts een kwestie van tijd. Terwijl Gorbatsjov zich in het Kremlin verschanste met een eigen presidentiële raad, een soort politbureau nieuwe stijl, hergroepeerde de conservatieve vleugel van de CPSU zich iets verderop in het partijkantoor aan het Oude Plein, mobiliseerde de oppositie de burgers op de straten van Moskou en zetten de nationalisten/democraten in vooral Baltische landen en de Kaukasus de eerste concrete stappenvan hun Sovjet-republieken in de richting van de onafhankelijkheid.
De pogingen van Gorbatsjov om de Sovjet-Unie als een echte (con)federatie te redden, mochten in deze sfeer van entropie niet meer baten. De couppoging van het Staatscomité voor de Noodtoestand op 19 augustus 1991 was de katalysator. Weliswaar mislukte die staatsgreep tegen hem en zijn federale voornemens, maar daarvan profiteerde Gorbatsjov uiteindelijk juist niet.
Zijn angstgegner Boris Jeltsin, de drinkebroer die hij met zijn eigen verfijnde culturele bewustzijn abusievelijk had veracht en onderschat, pakte het moment. Dat kon de nieuwe Russische president, die in juni 1991 was gekozen door de kiezers van de grootste deelrepubliek binnen de Sovjet-Unie, onder meer omdat de sovjet-republiek Rusland na de soevereiniteitsproclamatie door het Russische parlement een jaar eerder binnen de KGB over een eigen apparaat kon beschikken.
Die eigen Russische KGB, formeel opgezet in het voorjaar van 1991, werd weliswaar grondig tegengewerkt door Vladimir Krjoetsjkov (1924-2007), de hoogste KGB-chef die in augustus 1991 een van de putschisten zou blijken te zijn, maar de Russische onderafdeling van de dienst was wel loyaal aan Jeltsin. Deze dubbele macht binnen het justitiële en inlichtingenapparaat bleek cruciaal, zo toont de historicus en journalist Leonid Mletsjin aan in zijn punctuele monografie Komitet-1991. Nerasskazannaja istorija KGB Rossii (Comité 1991. De niet vertelde geschiedenis van de KGB van Rusland). Een andere reden was dat de coup door het Staatscomité voor de Noodtoestand zo halfbakken was voorbereid, op alle niveaus: van communistische partij tot staatsmedia, van politie en justitie tot krijgsmacht.
De rest van het verhaal is bekend, maar nog steeds geen geschiedenis.
Boekomslag monografie Mletsjin
Duitsland en de NAVO
Eén van meest ernstige verwijten die Gorbatsjov sindsdien zou achtervolgen, was de aantijging dat hij Oost-Europa zou hebben weggegeven. Het Noord-Atlantisch bondgenootschap zou, in flagrante strijd met de afspraken met Moskou, na 1989-1991 langzaam maar zeker naar de Russische grens zijn opgerukt.
De beschuldigingen zijn moeilijk te weerleggen via Gorbatsjov zelf, omdat hij de afgelopen kwart eeuw niet altijd even consistent is geweest in zijn memoires. De ene keer zei Gorbatsjov dat er indertijd toezeggingen zijn gedaan door de NAVO, de andere keer ontkende hij dat weer. Overtuigend toont William Taubman aan dat deze twistappel, die ook in het Westen tot steeds heftiger meningsverschillen leidt, te complex is om in één zin af te doen.
De medio december 2017 in de Verenigde Staten vrijgegeven documenten over de gesprekken tussen Gorbatsjov en Amerikaanse bewindslieden heeft Taubman logischerwijs niet in zijn biografie kunnen verwerken, maar het beeld dat hij schetst is niettemin helder. Het ging indertijd nauwelijks tot niet om de satellietstaten in Oost-Europa. Na de val van de Berlijnse Muur eind 1989 werd eerst en vooral gesproken over de hamvraag: namelijk of het herenigde Duitsland lid zou kunnen zijn van de NAVO. Hoe kon het ook anders. De DDR liep over naar de Bondsrepubliek, lid van de NAVO. De andere landen in het zogeheten 'socialistische kamp' bleven in staatkundige zin zichzelf, al implodeerde het Warschaupact en bleef er ten oosten van de Oder een militair vacuüm achter. Ook economisch was het van hetzelfde laken een pak. De Comecon verdween, de Europese Unie juist niet. Dat was nu eenmaal de winst- en verliesrekening van de Koude Oorlog.
Voordat de muur viel opereerde Gorbatsjov nog keurig in lijn met de naoorlogse geopolitieke tradities van Sovjet-Rusland. Sinds 1945 was de rode draad in het beleid dat de Verenigde Staten eigenlijk niets op het Europese continent hadden te zoeken en dat dus elke kans moest worden aangegrepen om de Amerikaanse rol binnen de NAVO te ondergraven.
Na 1989 was die koers niet meer vol te houden. De kaarten op het continent moesten onvermijdelijk opnieuw geschud worden. Het Westen had daarbij de punten.
Maar de westerse geallieerden van weleer waren zich daarvan niet ten volle bewust, overrompeld als ze waren door de gebeurtenissen. Eigenlijk daagde het alleen bij de Amerikaanse president George Bush sr. dat de VS de meeste troeven in handen hadden. Dus waarom hield Gorbatsjov niet zo lang mogelijk vast aan zijn aanvankelijke eis dat Duitsland geen lid zou worden van de NAVO? Zelfs het voor bondskanselier Helmut Kohl aanvaardbare compromis dat de Bondsrepubliek een speciale status à la Frankrijk zou krijgen – wel politiek lid van de alliantie, maar niet militair geïntegreerd – liet Gorbatsjov lopen.
Een van de verklaringen voor deze toegeeflijkheid is dat Gorbatsjov meer waarde hechtte aan het toekomstige belang van Duitsland als handelspartner op het Europese continent dan aan de oude geopolitieke instincten van Rusland.
Berlijnse muur na de val (bron: wikipedia)
Bedrogen door het Westen?
Zeker is dat Gorbatsjov niet ronduit is bedonderd door het Westen. Toen hij in februari 1990 in Moskou tegen Kohl zei dat de ‘Duitsers zelf moeten beslissen over hun eigen toekomst’ en Kohl die zin voor de zekerheid herhaalde, bevestigde Gorbatsjov dat de bondskanselier hem goed had begrepen. ‘Dit is een doorbraak!’, schreef Kohls adviseur Horst Teltschik daarop in zijn agenda.
Gorbatsjov klampte zich kennelijk vast aan een gemompelde belofte van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Hanns Dietrich Genscher, dat de NAVO niet naar het oosten zou uitbreiden. Genscher had dat gezegd, omdat de Duitse eenwording voor hem en voor Kohl boven alles ging. Het westerse veiligheidsbelang stond in die dagen na de val van de muur op de tweede plaats. Verwarrend was echter dat zijn Amerikaanse collega James Baker de Russische president tussen de regels door ook zo’n perspectief had voorgespiegeld. Gorbatsjov kon kiezen, aldus Baker: tussen ‘een herenigd Duitsland, volledig onafhankelijk en zonder Amerikaanse militairen, of een herenigd Duitsland dat verbonden blijft aan de NAVO, maar met de garantie dat de jurisdictie of eenheden van de NAVO zich niet zullen uitbreiden ten oosten van de huidige grens’. Die keuze was niet moeilijk voor de Rus, die in 1941 getuige was geweest van de agressie die Hitler Duitsland toen ontketende.
Gorbatsjov wist echter niet dat de Amerikaanse president George Bush zowel minister Baker als bondskanselier had teruggefloten. ‘Naar de hel daarmee. Wij hebben gewonnen. Zij niet’, aldus Bush die vervolgens Kohl de duimschroeven aandraaide om in zijn ‘diepe zakken’ de buidel te trekken en de Sovjet-Unie te compenseren met geld. Veel geld: medio 1991 al ongeveer 60 miljard D-mark. Moskou had, kortom, zijn informatieposities niet op orde. Gorbatsjov zelf bijvoorbeeld liet zich voorstaan op zijn goede contacten met geduchte geopolitieke analisten als Henry Kissinger en Zbigniew Brzezinski, die niet konden geloven dat Europa op zijn kop zou worden gezet. Hij liet zich zodoende zand in de ogen strooien door hun vergezichten, die waren gebaseerd op het oude Koude Oorlog-denken. Maar Kissinger en Brzezinski wisten in 1989 niet meer hoe de vlaggen er in het Witte Huis bijhingen.
Omgekeerd was Gorbatsjov ook te zeker van zichzelf en van zijn vermogen om het proces te beheersen. Ondanks zijn gebrek aan accurate kennis over de positie van Washington en zijn moeizame verhouding met Bush, die hem veel harder tegemoet trad dan zijn voorganger Ronald Reagan, eiste Gorbatsjov bijvoorbeeld niet dat er iets op papier werd vastgelegd.
Sterker, eind mei op bezoek bij Bush in de VS zei Gorbatsjov, in aanwezigheid van beider naaste adviseurs, in antwoord op een opmerking van Bush: ‘Dan zullen we het zo formuleren: de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zijn het met elkaar eens dat het herenigde Duitsland […] zelf mag besluiten van welk bondgenootschap het lid wil zijn.’ Verbijstering alom, zeker bij de Sovjet-delegatie. Ook Bush zei later niet te begrijpen ‘waarom Gorbatsjov deed wat hij deed’ maar dat het wel een ‘verbazingwekkend schouwspel’ was geweest.
Deze consensus werd ruim een maand later afgewikkeld toen Kohl in Rusland op bezoek kwam. De toekomst van Duitsland was vreedzaam geregeld. Al die maanden was een eventueel NAVO-lidmaatschap van de andere voormalige Warschaupact-landen in Oost-Europa helemaal niet aan de orde geweest in de gesprekken tussen Gorbatsjov en de westerse regeringsleiders. Alles was in het jaar 1989-1990 ondergeschikt aan de Duitse kwestie, zeker voor Gorbatsjov.
Boekomslag Nederlandse vertaling biografie
Ontketende krachten te sterk
Gelet op de hardnekkigheid van mythevorming over en weer zal de biografie van Taubman wel niet voldoende argumenten bevatten voor de mensen die hardnekkig geloven dat de uitbreiding van de NAVO vanaf dag één een schoffering van Moskou was. Dat veel Russen zich erdoor geschoffeerd voelden en voelen, valt niet te ontkennen. Maar hun eigen staatshoofd was er wel zelf bij.
Dit argument is niettemin zinloos, hoewel de harde waarheid toch echt is dat de recente geschiedenis van Rusland zich heeft voltrokken zonder dat de leider daar van a tot z de hand in had. Zelfs Gorbatsjov is nog steeds niet in staat om zijn rol wat kleiner te maken dan hij toen dacht, net als alle partijleiders voor hem die zich groter maakten dan ze waren. Het is zoals William Taubman het in zijn uitputtende, degelijke, evenwichtige maar niet vernieuwende of verrassende biografie over de ‘briljante tacticus’ Gorbatsjov schrijft: ‘de krachten die hij ontketende en de mensen die hij in eigen land in het buitenland hielp bevrijden, waren uiteindelijk te sterk voor hem.’
William Taubman: Gorbatsjov. Zijn leven en tijdperk. Uitgeverij Hollands Diep, 976 blz. € 40,00.
Leonid Mletsjin: Komitet-1991. Nerasskazannaja istorija KGB Rossii. Tsjentropoligraf, 383 bz. ₽ 450.