De Oktoberrevolutie heeft het leven van generaties Russen beïnvloed. Na 1917 kregen alle lagen van de bevolking te maken met een burgeroorlog, het stalinisme en een machtige geheime dienst. Helen Saelman liet vijf nazaten uit vijf verschillende sociale klassen, die allemaal op hun manier door het communisme zijn geraakt, hun familieverhaal vertellen. In deel 3: Masja Novikova, kleindochter van een gestaalde communiste en achterkleinkind van een Stalinslachtoffer.
door Helen Saelman
verteld door Masja Novikova, geboren 1956.
Foto Helen Saelman
‘Dat mijn overgrootvader in 1937 slachtoffer van de Stalinterreur was geworden, wist ik al als klein meisje. En ook dat dat een grote vergissing was geweest. Verdere details kende ik niet; thuis werd er nooit over gesproken.'
Zijn dochter – mijn oma Vera – was een echte communiste, van enige twijfel aangaande het sovjetregime heb ik bij haar nooit iets gemerkt. Over de arrestatie en executie van haar vader heeft ze het in mijn bijzijn nooit gehad. Maar na de destalinisatierede van Chroesjtsjov in 1956 begon ze ogenblikkelijk te ijveren voor zijn rehabilitatie.
Zelf ben ik me pas tweede helft jaren negentig meer in het leven van mijn overgrootvader gaan verdiepen. Ik moest voor een heel andere zaak bij de KGB-archieven zijn en heb toen in één moeite door informatie over hem gevraagd. Burgers begonnen toen net toegang tot die archieven te krijgen en de informatie die ik zocht kwam beetje bij beetje binnen. Ondertussen heb ik een vrij duidelijk beeld van zijn levensloop. Maar één vraag blijft voor mij onbeantwoord: stond hij uit vrije wil aan de kant van de bolsjewieken of werd hij daartoe op de een of andere manier gedwongen? Officieren die zoals mijn overgrootvader uit het tsaristisch leger afkomstig waren, werden scherp in de gaten gehouden; hun gezinnen dienden als gijzelaars. Echte zekerheid hierover zal ik wel nooit krijgen. Ik zal me moeten neerleggen bij de meest voor de hand liggende versie van de feiten. Dat hij uit volle overtuiging de kant van de revolutie heeft gekozen, omdat het idee achter de Russische revolutie groots en mooi was en niemand kon voorzien dat het op een 70-jarige nachtmerrie zou uitdraaien.
Legerofficier uit Vologda
Nikolaj Petin werd in 1876 geboren in de noord-Russische stad Vologda; zijn vader was legerofficier. Na zijn militaire opleiding in Sint-Petersburg werd hij ingedeeld bij de Generale Staf. Hij vocht in de Russisch-Japanse oorlog van 1904-1905 en in de Eerste Wereldoorlog. Zijn carrière verliep voorspoedig: hij werd regimentscommandant, divisie- en korpsstafchef. In 1917 had hij de rang van kolonel en was hij kwartiermeester-generaal van het Russische Zuidwestfront.
Nikolaj Petin als officier in het Rode Leger
Kort na de Oktoberrevolutie liep hij over naar de bolsjewieken. Ook in het Rode Leger bleef hij niet onopgemerkt, vooral door zijn rol in de slag bij de noordelijke stad Sjenkoersk in 1918. Petin verdreef met zijn leger de Witten en geallieerden die hier in garnizoen lagen. Mede door deze overwinning kon later ook in het noorden van het land de Sovjetmacht worden gevestigd. Toen ik op school zat in de jaren ‘60 leerden wij altijd over de beestachtige wreedheid van de Witten tijdens de burgeroorlog, en de nobele heldendaden van de Roden. Dat vervulde mij met trots. Inmiddels weten we wel beter. Grote boerenopstanden tegen de Sovjetmacht werden door het Rode leger meedogenloos neergeslagen. Petin speelde een belangrijke rol bij de gewelddadige annexatie van de Krim. Hoogstwaarschijnlijk heeft ook hij veel slachtoffers onder de burgerbevolking op zijn geweten.
Het is een bizarre gedachte, dat bijna honderd jaar nadat mijn overgrootvader de Krim heeft ingenomen, de Russen hier nu weer de baas zijn. En dat Petin door velen nu waarschijnlijk weer als een held zou worden beschouwd.
Zwarte raaf
Toen mijn oma Vera en haar broer Nikolaj nog klein waren, scheidden hun ouders. De drie kinderen bleven bij hun moeder Kapitolina, Petin zelf vestigde zich met zijn tweede vrouw en hun zoon Lev in de Arbat-wijk in het centrum van Moskou. Ze hadden een prachtig appartement in een sjiek gebouw, waar veel hoge legerofficieren met hun gezinnen woonden. Ook na de burgeroorlog bekleedde Petin belangrijke militaire posten in verschillende delen van het Sovjetrijk. Hij werd vele malen onderscheiden, onder andere met de Orde van het Rode Vaandel en de Leninorde. Hij stond dicht bij Stalin, die hij al kende sinds het begin van de jaren ’20, toen ze zij aan zij tegen de Witten hadden gevochten.
Het tij keerde in het terreurjaar 1937. Op 2 mei werd de eerste van Petins medeofficieren, die ook in het gebouw woonden, gearresteerd. De directeur van de militaire academie. Hij werd ’s nachts opgehaald met een zwarte raaf [1] en keerde nooit meer terug. Al snel volgde de tweede arrestatie, en de derde, en de vierde. Ik moet vaak denken aan de angst die de bewoners hebben uitgestaan in die dagen, uren, minuten voor hun arrestatie. Hoe ze ‘s nachts de zwarte raaf hoorden of zagen voorrijden. Dan de geluiden van de voordeur beneden, daarna de lift. Een van de officieren pleegde zelfmoord voor hij kon worden opgehaald. Aan het einde van de maand was Petin de laatste officier in het gebouw. Op een van die dagen ging hij langs bij zijn oudste dochter. Speelde met zijn kleinkinderen. Bij zijn vertrek omhelsde hij iedereen en zei: 'Wat er ook mag gebeuren, geloof me dat ik nooit een schoft ben geweest.' Dat is zo ongeveer het enige dat mijn oma me ooit over hem heeft verteld.
Arrestatiebevel voor Nikolaj Petin
Op 4 juni zijn ze hem komen halen. Kort daarna werd zijn vrouw gearresteerd en naar Siberie gestuurd. Een paar maanden later werden ook zijn zoons Nikolaj - uit zijn eerste huwelijk - en Lev - uit zijn tweede – op dezelfde dag opgepakt en vervolgens, ook op dezelfde dag, doodgeschoten. Nikolaj’s zwangere vrouw werd naar een werkkamp gestuurd en is daar bevallen; noch zij noch haar kindje heeft het kamp overleefd.
Zwijgen
In de familie werd nooit over zijn arrestatie gesproken. Ik heb geprobeerd mijn moeder Nina, Petins kleindochter, uit te vragen over haar jeugd, maar zij weet bijna niets. Iedereen zweeg, haar grootmoeder Kapitolina, haar moeder Vera, ooms en tantes. Toen haar opa gearresteerd werd, was mijn moeder zes jaar. Ze heeft maar één herinnering aan hem. Ze zat met hem in zijn militaire dienstauto, en de chauffeur moest plots remmen; Nina stootte haar hoofd tegen het glas dat de passagiers scheidde van de chauffeur en scheurde haar wenkbrauw. Petin liet de auto direct naar het Kremlinziekenhuis rijden en rende daar met zijn kleindochter in zijn armen door de gangen, op zoek naar een arts. Zijn uniform zat onder het bloed, zo vertelt mijn moeder. Ook weet ze nog hoe geschrokken de chauffeur reageerde; waarschijnlijk was hij bang dat hij de schuld zou krijgen van het incident.
Bij de FSB, de opvolger van de KGB, heb ik van de belangrijkste documenten uit Petins dossier fotokopieën gekregen. Of liever: gekocht, voor 200 dollar contant. Het arrestatiebevel, de aanklacht, het vonnis. Het pijnlijkst is Petins eigen verklaring van 19 augustus 1937, waarin hij zijn betrokkenheid bij een fascistische anti-sovjetsamenzwering bekent. Het doodvonnis werd uitgesproken op 7 oktober 1937 en diezelfde dag voltrokken.
Een geval zoals vele andere, zou je zeggen. Toch blijf er diep van binnen een restje twijfel. Of moet ik zeggen ‘hoop’. Als alle andere officieren uit Petins omgeving vlak na hun arrestatie werden geëxecuteerd, waarom hebben de sovjets hem dan nog vier maanden in leven gelaten? En waarom hebben ze hem, zoals historici hebben uitgezocht, maandenlang gemarteld? Wilden ze iets uit hem krijgen? Was hij misschien toch niet mét, maar tégen hen?'
Het gezin van soldaat Petin
[1] Zo werden de arrestantenwagens van de KGB in de volksmond genoemd