Volgens het laatste rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken is Rusland in staat om binnen zestig uur de Baltische staten te veroveren zonder dat de NAVO daar veel tegen kan doen. De AIV bezigt onbeschroomde oorlogstaal. Militair historicus Christ Klep plaatst nuchtere kanttekeningen. Hij noemt Rusland een middelgrote mogendheid met een defensiebegroting aanzienlijk kleiner dan de Franse of de Britse. Volgens Klep speelt Poetin behendig met een Rubiks kubus.
door Christ Klep
Vriendjes op Facebook zullen het Kremlin en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) wel nooit worden. De AIV – een raad van onafhankelijke deskundigen die gevraagd of ongevraagd advies uitbrengen aan de regering en het parlement – publiceerde de afgelopen twee jaar verschillende rapporten (lees hier het meest recente) met een alarmerende boodschap over Nederland, de NAVO en Rusland.
Strekking van deze boodschap: het Westers bondgenootschap is zwakker dan ooit sinds het einde van de Koude Oorlog, de lidstaten saneerden een groot deel van hun militaire slagkracht weg en diezelfde NAVO heeft geen passend antwoord op de nucleaire en cyberdreiging vanuit Rusland. ‘Het is twijfelachtig geworden of de NAVO slagvaardig en eensgezind zal optreden als het erop aankomt,’ waarschuwde voorzitter van de AIV-Commissie Vrede en Veiligheid Joris Voorhoeve. ‘Op een toenemend aantal terreinen is sprake van interne verdeeldheid.’
De NAVO is vooral kwetsbaar in de grensstrook tussen Polen en Litouwen
Een zorgwekkende boodschap. Om het allemaal nog wat somberder te maken: volgens de AIV is Rusland in staat om binnen zestig uur de Baltische staten te veroveren zonder dat de NAVO daar veel tegen kan doen. (De bekende Amerikaanse denktank RAND Corporation kwam in een eerder onderzoek tot 120 uur, maar dat terzijde.) De NAVO moet vooral vrezen voor de honderd kilometer lange Pools-Litouwse grensstrook, de Suwalki-bres. Als Rusland met een verrassingsaanval – zeg onder het mom van een grote oefening – de Suwalki-bres vanuit zijn enclave Kaliningrad inneemt en het gebied via Wit-Rusland afsluit, is het voor de NAVO onmogelijk om tijdig versterkingen aan te voeren, stelt de adviesraad.
Darth Vader-achtige vijand
Deze AIV-rapporten bezigen een onbeschroomde Koude-Oorlogstaal. Rusland is klaarblijkelijk een vijand van Darth Vader-achtige proporties en de analyses druipen van ronkende termen als ‘NAVO-escalatiedominantie’. De AIV wenst het aantal NAVO-troepen in de Baltische staten te verdrievoudigen van een paar duizend militairen naar tien- tot vijftienduizend, in de vorm van drie permanent gestationeerde multinationale brigades. Een voorstel dat vast op instemming kan rekenen bij de Balten, die zich suf lobbyen voor meer militaire steun.
De AIV wil verder dat de Europese NAVO-lidstaten zichzelf minder afhankelijk maken van de VS en dat ook Nederland zijn defensie versterkt. Een ‘Deltaplan voor de krijgsmacht’ moet de defensiebegroting weer naar de NAVO-norm van twee procent van het BNP tillen: zeg maar vijf miljard euro extra. Minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) verneemt dergelijke geluiden natuurlijk graag. Maar een tikkeltje delicaat is de AIV-analyse politiek gezien natuurlijk wel. Of de NAVO er nu echt zó slecht voorstaat? ‘Ik ben wel doordrongen van het feit dat het goed gaat bij de NAVO,’ sprak de minister geruststellend na een Brusselse vergadering.
Hoe moeten we de AIV-adviezen over de NAVO en Rusland nu eigenlijk plaatsen? Door alles heen schemert de klassieke veiligheidsparadox: bewapent een partij zich (zelfs al is dat om strikt defensieve redenen), dan vatten andere partijen zo’n stap vanzelf op als een bedreiging. De AIV-rapporten draaien wat dit betreft om twee assen. Ten eerste, het Russische leger is omvangrijk en moderniseert sterk. Ten tweede, de Russen zijn sluw en geschoold in de zogenoemde hybride oorlogvoering. Symbool daarvoor staan de ‘groene mannetjes’ die plotseling en zonder uiterlijke kentekenen op de Krim en in de oostelijke Oekraïne opdoken. Laten we beide redeneringen eens nader onder de loep leggen.
Inhaalslag van Russische leger
Om te beginnen de omvang en kwaliteit van het Russische militaire apparaat. Inderdaad is de Russische krijgsmacht de afgelopen jaren door de moderniseringsmangel gehaald. Veel materieel is vernieuwd en de begroting beter gestroomlijnd. Wat de Russen in Syrië op het slagveld hebben laten zien, oogde behoorlijk professioneel. Maar toch. De AIV schetst een schrikbarend beeld zonder al te veel details te bieden. Doen we een stapje terug, dan aanschouwen we een middelgrote mogendheid met een economie ter grootte van Italië en een defensiebegroting aanzienlijk kleiner dan de Fransen of Britten afzonderlijk op de mat leggen. Washington besteedt in z’n eentje tien keer meer aan defensie dan Moskou. De Russische begroting van 45 miljard dollar lijkt veel, maar dit bedrag is slechts vijf tot zes keer wat NAVO-onderbesteder Nederland uitgeeft.
Het Russische vliegdekschip Admiraal Koeznetsov op weg naar Syrië. Foto defence images
De huidige modernisering is vooral een inhaalslag om de sterk verwaarloosde Russische krijgsmacht weer enigszins uit het deprimerende moeras van de jaren negentig te trekken. De problemen blijven echter groot. Kwantiteit is nog geen kwaliteit. Op specifieke terreinen als luchtafweer en elektronische oorlogvoering blazen de Russen hun partijtje mee. Tegelijk echter slagen ze er maar niet in om het gros van hun soldaten goed op te leiden of te motiveren (dedovsjtsjina, het beruchte treiteren en mishandelen van rekruten, resulteert jaarlijks in honderden doden) of complexe projecten doelmatig op de rails te krijgen. De saga van het enige Russische vliegdekschip Admiraal Koeznetsov spreekt boekdelen. Op weg naar Syrië maakte deze grijze marinestoomboot vooral indruk door de dikke walmen rook uit de schoorsteen. Een sleepboot is de vaste zeepartner van de Koeznetsov vanwege de vele technische problemen.
Hybride oorlog
Dan het tweede AIV-spoor: de Russen zijn notoir sluwe oorlogvoerders. De verliezer van de Koude Oorlog Rusland heeft blijkbaar dieper nagedacht dan de overwinnaars over macht en oorlogsgeweld in het nieuwe tijdperk, is dan de argumentatie. Hier vallen al snel de termen ‘hybride oorlog’ (ook: ‘niet-lineaire oorlog’) en Gerasimovdoctrine, genoemd naar de chef-staf van het Russische leger generaal Valeri Gerasimov. In de hybride (‘gemengde’) oorlogvoering van Gerasimov vervaagt de scheidslijn tussen oorlog en vrede. Niet-militaire middelen als cyberaanvallen, propaganda (‘alternatieve feiten’) en misleiding zijn net zo doelmatig als wapengekletter.
Rusland is daarom volgens de AIV niet primair uit op een rechtstreekse militaire confrontatie met de NAVO. Agressie zal zich met name richten op landen in zijn directe nabijheid en op het ondermijnen van het Westen met niet-militaire middelen. Moskou stookt met genoegen de spanningen op, met als ingrediënten de verdeelde Europese Unie, de Turkse nukkigheid, de Brexit en de glibberige relatie met president Donald Trump.
AIV-commissieleden Joris Voorhoeve en generaal b.d. Marcel Urlings zetten alles eind vorig jaar nog eens op een rijtje in de Volkskrant:
‘De AIV stelt vast dat Rusland vooral een bedreiging vormt voor de Europese veiligheid door zijn pogingen om de geloofwaardigheid van de NAVO en de EU te ondergraven. Hiervoor is een voedingsbodem omdat de interne cohesie van het bondgenootschap onder druk staat door onder meer het onduidelijke Amerikaanse buitenlandbeleid, het verschil van inzicht tussen de oostelijke en zuidelijke bondgenoten over de koers van de NAVO, de uiteenlopende defensie-inspanningen van de NAVO-landen en de moeizame relatie met Turkije.’
Los van de vraag of Gerasimov inderdaad de authentieke geestelijke vader is van de hybride oorlogvoering, een dergelijk verdeel-en-heers-spel is natuurlijk allesbehalve nieuw of verbazingwekkend. De Russen hebben een rijke traditie in het misleiden (maskirovka) van de tegenstander. Dat is in het huidige tijdsgewricht niet anders. De vaststelling dat de technologische middelen zijn geëvolueerd (internet, cyber) verandert niets aan de basale regels of de impact van het spel. Wat vroeger misleiding heette, staat nu als fake news te boek.
De Russen hebben een lange traditie in het misleiden. De groene mannetjes op de Krim zonder insignes zijn daar een voorbeeld van.
In 1897 telegrafeerde een persfotograaf vanuit de Spaanse kolonie Cuba dat ‘there will be no war [with the US].’ Met dergelijke geruststellende berichten nam zijn baas, mediamagnaat William Randolph Hearst, echter geen genoegen. Hearst zag meer in het aanwakkeren van een Spaans-Amerikaanse oorlog die de verkoopcijfers ongetwijfeld ten goede zou komen. Zijn antwoordtelegram luidde: ‘You furnish the pictures and I’ll furnish the war.’
De kracht van misleiding ligt niet alleen in de sluwheid van de dader, maar vooral in de zwakte en onwetendheid van de tegenstander. Op welk niveau en met welke middelen het spel ook wordt gespeeld. De NAVO heeft daarin uiteraard een rol, maar dit is toch vooral een zaak voor nationale overheden en veiligheidsdiensten.
Maar de belangrijkste vraag is wellicht: waarom zouden de Russen überhaupt – op een golf van Poetiniaans avonturisme – zoiets doldriests als een aanval op de Baltische staten wagen? Volgens de AIV is een dergelijk scenario inderdaad mogelijk, bijvoorbeeld als de NAVO-landen door een andere crisis zijn afgeleid en als Poetin de aandacht wil afwenden van binnenlandse problemen. Het propagandistische voorwendsel ligt dan klaar: Moskou zal hameren op de gerechtvaardigde bescherming van de Russische minderheden in de Baltische landen. De AIV wijst ook op de historisch bepaalde Russische angst voor omsingeling en het oprukken van de NAVO richting Russische westgrens. De NAVO doet trouwens het Russische argument dat Michail Gorbatsjov in 1990 instemde met de eenwording van Duitsland op voorwaarde dat het bondgenootschap niet verder oostwaarts zou uitbreiden, af als een mythe.
Toch komt de AIV niet goed uit haar eigen redenering. Ze acht een Russische aanval op de Baltische staten inderdaad niet erg waarschijnlijk, waarop echter een voorbeeldige ‘ja, maar je weet maar nooit!’-redenering volgt: de Russische intenties ‘kunnen snel veranderen’ en een aanval ‘is niet uit te sluiten’. Zo brengt de AIV ons op het niveau van de veiligheidsparadox. De werkelijkheid is echter complexer. Rusland handelt bovenal vanuit een positie van regionaal overwicht in de eigen directe invloedssfeer langs de grenzen, getuige de Krim en de oostelijke Oekraïne. Daarvoor is het sterk genoeg.
Poetin en zijn draaikubus
Poetin weet echter heel goed dat hij binnen die regionale comfort zone moet blijven. Vergelijk zijn gedachtekader en aanpak eens met een Rubiks kubus, de veelkleurige en voor alfa-types vaak gekmakende draaikubus. Ik stel me dan voor hoe Vladimir elke ochtend bij het ontbijt enkele vlakken verdraait langs drie assen: die van locatie, tijd en escalatieniveau. Dan blaft minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov dat Rusland nucleaire wapens op de Krim zal stationeren, terwijl ergens boven de Noordzee Nederlandse F16’s moeten opstijgen om Russische lange-afstandsbommenwerpers te onderscheppen én Poetin vrijwel gelijktijdig een wapenstilstand voor de oostelijke Oekraïne inschiet. Een gecoördineerde draai hier en een gecoördineerde draai daar. Twijfel zaaien hier, even later vertrouwen wekken daar.
Poetin weet één ding heel zeker: hij mag de controle over zijn Rubiks kubus niet verliezen, want eenmaal buiten het eigen regionale overwicht moet hij vanuit een positie van zwakte handelen. De AIV heeft een punt waar het gaat om de reactiesnelheid van de NAVO bij een onverhoopte Russische aanval op de Baltische staten. Het bondgenootschap zal hoe dan ook te laat komen. Vandaar dat de AIV de vorming van een soort ‘militair Schengengebied’ voorstelt om het transport van NAVO-troepen door Europa heen te vergemakkelijken. Een niet onbegrijpelijke wens. Zo hield de Oostenrijkse douane op een vrijdag een Amerikaans konvooi tegen met oefenmunitie voor Roemenië. De militaire vrachtwagens moesten tot maandag wachten. Reden? Oostenrijk beperkt het aantal militaire konvooien op hoofdwegen tijdens drukke vakantieperiodes...
Dat deed de Russen ongetwijfeld gniffelen. Maar hoe dan ook, uiteindelijk doemt die ene waarheid op: Poetin houdt zijn draaikubus stevig in de knuisten van het regionaal overwicht geklemd omdat hij elke grotere militaire confrontatie met de NAVO uiteindelijk zal verliezen, zoals de AIV trouwens zelf erkent. Een aanval op de Baltische staten zal niet onbeantwoord blijven. De NAVO-troepen in het gebied fungeren als de spreekwoordelijke struikeldraad. Het knappen daarvan zal artikel 5 van het NAVO-Handvest – de befaamde clausule dat de lidstaten elkaar te hulp zullen schieten bij aperte agressie – in werking stellen. De voormalige Amerikaanse president Barack Obama bijvoorbeeld waarschuwde dat de NAVO de Baltische staten zou verdedigen ‘just as they would defend Berlin and Paris and London.’
Gezamenlijke oefening van Amerikaanse en Estse troepen voor de kust van Estland. Foto Wikimedia
De drie Baltische landen zullen zich ongetwijfeld verzetten. Het Estse leger bijvoorbeeld bezwoer strijd te zullen leveren, met name ook tegen figuren zonder duidelijke herkenningstekens, een verwijzing naar de eerdergenoemde groene mannetjes. Rusland kan dus rekenen op een vervelende bezetting, zo niet op een taaie guerrillaoorlog. De parallel met de Russische bezetting van de Krim gaat daarbij niet zo maar op, alleen al omdat de Russen daar met de marinehaven Sebastopol, het hoofdkwartier van de Zwarte Zeevloot, een cruciaal stuk strategisch gereedschap in handen hadden. Rusland is sowieso veel kwetsbaarder dan het Westen en gemakkelijker te isoleren. Een oorlog van enige omvang zou het land economisch fataal worden.
Interventie in Syrië
Maar hoe zit het dan met de Russische interventie in Syrië? Menig analist ziet hierin het bewijs dat Rusland zich weer roert als een wereldspeler. Syrië is dan ‘the ultimate testing ground of the Russian military’, zoals denktank Stratfor schreef. Berichten over de wereldwijde wederopstanding van de Russische militaire macht zijn echter schromelijk overdreven. De Russen stuurden ruim dertig gevechtsvliegtuigen naar Syrië, waarvan ongeveer de helft als enigszins modern kwalificeert. Dat zijn aantallen die elke middelgrote mogendheid kan ophoesten.
Russisch gevechtsvliegtuig op Syrische militaire vliegbasis Heimim. Foto mil.ru.en
Westerse analisten rapporteerden met enige verbazing dat de Russen in staat zijn kruisraketten af te vuren. Dergelijke technologie is echter al decennia oud. Het zou me eerder verbaasd hebben als de Russen géén kruisraketten zouden hebben afgevuurd. En vergeet niet: de Russische interventie was vooral een slimme zet om de Syrische burgeroorlog te doen kantelen in het voordeel van Assad. Een zet strikt afgebakend in tijd en militaire middelen. En voorlopig ook een redelijk geïsoleerde zet op het wereldtoneel: Syrië is de enige militaire uitvalsbases waarover Moskou wereldwijd beschikt. Dat steekt nogal schril af tegenover de vele tientallen militaire bases waartoe de Verenigde Staten mondiaal toegang hebben.
De veiligheidsparadox revisited
En zo is die ene cruciale vraag beantwoord: ondanks alle martiale taal uit AIV-hoek is Rusland eenvoudigweg niet de grootste dreiging voor Europa. In de Baltische staten lijkt de paniek over de Russische dreiging – ondanks al het gelobby om een fysieke NAVO-aanwezigheid in de vorm van troepen en bases als extra verzekeringspolis – wel mee te vallen. Het leven gaat door. Een zekere nuchterheid kan de Balten niet ontzegd worden. ‘Zou het ooit mogelijk zijn geweest om West-Berlijn daadwerkelijk te verdedigen tijdens de Koude Oorlog?’ Deze retorische vraag stelde enkele jaren geleden de toenmalige Estse president Toomas Hendrik Ilves. Nee, dat zou niet mogelijk zijn geweest, maar de Westerse afschrikking werkte omdat de Sovjet-Unie wist wat de gevolgen zouden zijn.
Het is ook maar de vraag of de Russische minderheden in de Baltische staten graag de rol van vijfde colonne willen spelen. Ze hebben veel te verliezen bij een overname door Moskou. De Baltische Russen willen niet afzakken naar het verpauperde niveau aan de andere kant van de grens. Dan toch maar liever Brussel en de euro.
In weerwil van het aandringen van de AIV en de vertrouwde krijgshaftige retoriek lijkt de NAVO tot op heden (met enkele duizenden militairen, maritieme patrouilles en air policing) proportioneel te reageren en niet in de val van de veiligheidsparadox te stappen. Dat is verstandig. Achter de geruststellende woorden van minister Bijleveld over de NAVO steekt het besef dat het Atlantisch bondgenootschap, ondanks alle bezuinigingen, elke draai van Poetins Rubiks kubus met enige zelfverzekerdheid tegemoet kan zien.