Halbe Zijlstra was in 2016 niet de enige die Rusland als serieuze bedreiging voor de Baltische landen afschilderde. Vlak nadat Trump gekozen was tot president zei de Amerikaanse generaal Jack Keane dat Rusland mogelijk een invasie aan het plannen was in de Baltische landen om dat gebied bij Rusland te trekken zoals de Krim twee jaar eerder. Hij concludeerde dit uit de opbouw van troepen en plaatsing van raketten aan de grens met Litouwen. Wat denken Europese experts daarover en achten de Balten zelf een Russische invasie reëel?
door Hella Rottenberg
Het is onmiskenbaar dat Rusland zijn militaire aanwezigheid rond de Baltische Staten de afgelopen jaren heeft vergroot. Het Noordwestelijke militaire district wordt sterk gemoderniseerd, Russische straaljagers maken vluchten over de Oostzee en schenden daarbij ‘per ongeluk’ het luchtruim, de Russische marine oefent druk in de Oostzee, afgelopen najaar hield Rusland samen met Belarus de grote militaire oefening Zapad en in de Russische enclave Kaliningrad zijn korte-afstandsraketten van het type Iskander geplaatst, die ookeen kernkop kunnen dragen.
Gebied waar afgelopen najaar Rusland en Belarus de grote militaire oefening Zapad hielden
Moet dit worden gelezen als een signaal dat Rusland zich daadwerkelijk voorbereidt op een inval? Publicist Edward Lucas, die de Baltische Staten en Rusland goed kent en al in 2008 met zijn boek De nieuwe koude oorlog, hoe het Kremlin Rusland en de wereld bedreigt het Westen wilde wakkerschudden, gelooft daar niets van.
‘Rusland wil de Baltische staten niet heroveren,’ zegt Lucas desgevraagd vanuit Londen. ‘Rusland realiseert zich dat een bezetting heel kostbaar zou zijn en dat dit het Westen tot razernij zou brengen, zelfs wanneer het geen oorlog wil voeren voor de Baltische landen. Rusland is bezig met beïnvloedings-acties, het gebruikt geld, propaganda en ondermijning om de Baltische landen intern te verzwakken, om hun banden met het Westen aan te tasten en om de Russische politieke, diplomatieke en economische invloed te vergroten. Het militair sabelgekletter moet je zien als psychologische oorlogsvoering, niet als een preludering op oorlog.’
Ook de Duitse militaire expert Hannes Adomeit, bepaald geen Putin Versteher, noemt een directe militaire interventie niet realistisch. ‘Poetin is niet stom,’ zegt hij. ‘Directe militaire interventie tegen EU en NAVO-leden zou een bloedige ellende worden. Het zou geen succes zijn zoals de Krim, maar erger dan de contraproductieve effecten van de interventie in de Donbas.’
Existentiële dreiging
Hoe de Baltische landen zelf de dreiging vanuit Rusland inschatten, is te vinden in rapporten van hun veiligheidsdiensten. Het meest recente rapport komt uit Estland. International Security and Estonia 2018 is gemaakt door de Estse buitenlandse inlichtingendienst. Het is evident dat Rusland als bedreiging wordt beschouwd: van de 67 pagina’s in het rapport zijn er 57 aan Rusland gewijd. Het restant gaat over terrorisme en Noord-Korea.
Het rapport noemt Rusland de ‘enige existentiële bedreiging van de soevereiniteit van Estland en de andere Baltische landen’. Het autoritaire regime in Rusland heeft volgens de Esten als ‘hoogste prioriteit de buurlanden politiek te overheersen’ en zal daarvoor militaire drukmiddelen inzetten.
Zapad-2017
Vorig najaar hielden de Russen de grote militaire oefening Zapad-2017 (Het Westen-2017), waarbij de strijdkrachten van Rusland en Belarus een complete oorlog tegen de NAVO in Europa naspeelden. Volgens het scenario begon het conflict met een ‘kleurenrevolutie’ in Belarus, waarin Rusland militair ingreep. In de daarop volgende vijandelijkheden in de grensgebieden oefenden de Russische troepen een aanval op de Baltische landen en Polen. Het conventionele treffen escaleerde tot een nucleaire oorlog.
Vooral het feit dat de oefening vantevoren veel kleiner en kortdurender was aangekondigd dan zij in werkelijkheid werd uitgevoerd, verontrust de Esten: de oefening duurde niet zes dagen, maar zes weken; niet 12.000 maar 100.000 man namen deel en het oefengebied strekte zich uit van de Barentszee tot de grens met Oekraïne. Ook volgens de NAVO waren de oefeningen veel groter dan gemeld, maar de organisatie houdt voorzichtigere schattingen aan: er deden 60 tot 70.000 man mee.
Oefeningen tijdens Zapad-2017 (bron: wikimedia)
Uit het scenario van Zapad-2017 blijkt, aldus het Estse rapport, dat Rusland voorbereid wil zijn op een snelle militaire interventie in Belarus als het aan Moskou gehoorzame bewind wankelt. De inlichtingendienst merkt op dat de zelfstandigheid van Belarus aan het krimpen is, omdat de militaire structuren steeds meer met die van de grote buurman worden geïntegreerd. Rusland zal na de presidentsverkiezingen van volgende maand ‘zijn controle over de Belarussische economie, politiek en strijdkrachten versterken’, voorspelt het rapport.
Dit allemaal gezegd zijnde, acht Estland het gevaar van een directe Russische militaire aanval klein. ‘Russische militaire planners bekijken Estland, Letland en Litouwen niet afzonderlijk, ze kijken naar Europa en de NAVO als geheel.’ En aan het aanvallen van de NAVO zal Rusland zich niet wagen.
Kaliningrad
De toon van de Litouwse staatsveiligheidsdienst in haar rapportage uit 2016 is iets scherper. Aan Rusland wordt de ambitie toegeschreven om weer ‘volledige dominantie over het post-Sovjet gebied’ te verkrijgen.
Met name over de plaatsing van Iskander-raketten in het naburige Kaliningrad en de modernisering van de luchtmacht en marine in het Oostzee-gebied maken de Litouwers zich zorgen. In hun beoordeling is Rusland niet zozeer bezig met een wedloop om het modernste wapentuig, maar in een race om snelheid: wie heeft in 24 à 48 uur de gevechtscapaciteit om de Baltische landen onder controle te nemen.
Maar ook de Litouwse veiligheidsdienst voorziet geen militaire aanval van Russische zijde. De krachtigste formulering in het rapport luidt: ‘Niet kan worden uitgesloten dat Rusland, als het er niet in slaagt om de betrekkingen met het Westen op eigen voorwaarden te normaliseren, het vertoon van zijn militaire kracht in het Oostzee-gebied weer zal versterken.’
NAVO flitsmacht
Na de Russische bemoeienis met Oekraïne in 2014 – de oorlog in de Donbas en de annexatie van de Krim – hebben de Baltische landen bij de NAVO aangedrongen op meer bescherming. Angst voor provocaties en ‘groene mannetjes’ kon niet langer als denkbeeldig worden afgedaan. Heel snel, al in het jaar van de Oekraïne-crisis, besloot de NAVO een flitsmacht in het leven te roepen en vervolgens deze multinationale bataljons van elk ongeveer 1.000 militairen in de drie Baltische landen en Polen te stationeren, ondersteund door luchtmacht, marine en speciale eenheden. Dit tot opluchting van de Balten.
De Litouwse president Dalia Grybauskaite en NAVO secretaris-genraal Jens Stoltenberg bij een oefening in Litouwen, juni 2017. Foto US Army
Volgens publicist Edward Lucas is het een verstandige stap. ‘De NAVO heeft de Baltische landen een stuk veiliger gemaakt door een struikeldraad te spannen. Het belangrijkste is afschrikking. Als Rusland de Baltische landen aanvalt, dan valt het niet drie kleine buurlanden aan, maar de hele NAVO met alles wat dit inhoudt.’
Adomeits antwoord is minder eenduidig. ‘De stationering van NAVO-baltaljons is militair gezien onbelangrijk – het is meer symbolisch. Maar ze wordt door het Kremlin gebruikt om zijn militaire opbouw en activiteiten in het Oostzee-gebied, vooral in Kaliningrad, te rechtvaardigen.’
Spionage, ondermijning en propaganda
Op dit moment zijn de Baltische landen meer bevreesd voor sluipmethoden van de Russische geheime diensten en voor de propaganda-kanalen. Estland refereert aan de doctrine van generaal Gerasimov, dat de machtsstrijd in de wereld draait om informatie-overwicht en dat een permanente informatie-oorlog, ook in vredestijd, dient te worden gevoerd.
De Letse veiligheidsdienst noemt in haar rapport van 2016 de Russische geheime dienst FSB een groot gevaar. De FSB werkt volgens de Letten vanuit Pskov, Kaliningrad en Sint Petersburg, aangevuld door leden van de grenswacht en recruteert Letten of Russen die in Letland wonen om inlichtingen te verschaffen die verband houden met defensie en veiligheid.
In Litouwen wijst de dienst op de kwetsbaarheid van het grensverkeer met Kaliningrad. Litouwers die goedkoop boodschappen gaan doen in Kaliningrad worden aangehouden door Russische grenswachten en beschuldigd van smokkel of andere overtredingen. Mensen worden dan overgehaald om inlichtingen te gaan verstrekken in ruil voor de mogelijkheid om ongehinderd goederen over de grens heen en weer te brengen, aldus het rapport.
Op cyberaanvallen is men alert, vooral Estland heeft na grootschalige cyberaanvallen in 2007 zijn digitale veiligheid zo verbeterd, dat het als voorbeeld voor Europa geldt.
Russische minderheden
Zeer gespitst zijn de Baltische diensten op de Russische minderheden, die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in de Baltische landen zijn gebleven en voor een deel niet geïntegreerd zijn. Verenigingen van Russen die worden gefinancierd vanuit Moskou worden scherp in de gaten gehouden, hoewel hun activiteiten tamelijk marginaal lijken te zijn.
Een recent rapport, gemaakt door de denktank NATO StratCom COE in Riga ten behoeve van de NAVO, relativeert de mate van verbondenheid tussen etnische Russen en de Russische overheid. ‘De organisaties voor Russen in het buitenland zijn tamelijk formeel, niet erg bekend bij of representatief voor de Russische gemeenschappen en worden gekenmerkt door interne ruzies.’
Het risico zit volgens StratCom in het door goedbekeken Russische televisiekanalen verspreide verhaal dat de Russische minderheden in de Baltische landen ernstig worden gediscrimineerd. Bescherming bieden aan Russische minderheden hoort tot de uitgangspunten van de Russische buitenlandse politiek en kan eventueel dienen – zoals dat gebeurde in de Krim – als rechtvaardiging van ingrijpen. Maar lang niet iedereen, ook binnen de Russische gemeenschappen, gelooft de voorstelling van zaken die de Russische media geven, zo constateert het onderzoek. In Letland met een minderheid van 25% Russen is de situatie het meest gespannen. Dat komt ook door de opstelling van de Letse regering. Deze bereidt bijvoorbeeld nu een wetswijziging voor waardoor onderwijs in het Russisch gemarginaliseerd wordt.
De Russische media in de Baltische landen zijn de laatste tijd vooral bezig geweest om te kijkers ervan te doordringen dat de NAVO een bedreiging voor Rusland vormt en dat het omgekeerde verhaal - Rusland een gevaar voor het Westen - onzinnig is.
De gevoeligste kwesties
Rond de viering van de onafhankelijkheid – het is deze maand 100 jaar geleden dat de Baltische landen na tweehonderd jaar ingelijfd te zijn geweest bij het Russische Rijk in 1918 onafhankelijk werden – en van de 9e mei, de dag van de overwinning van de Sovjet-Unie op nazi-Duitsland in 1945, worden de diametraal tegenover elkaar staande visies op de geschiedenis het meest zichtbaar.
De groene gebieden werden door de Sovjet-Unie geannexeerd als gevolg van het Hitler-Stalin pact in 1939. Kaart Wikimedia
In 2005 legde Poetin zijn opvatting over de Baltische landen uit aan een groep journalisten. Edward Lucas schrijft in De nieuwe koude oorlog dat Poetin toen zei dat Rusland in het kader van het vredesverdrag met Duitsland van 1918 ‘enige van zijn gebieden aan Duitsland afstond.’ In 1939 ‘gaf Duitsland ze aan ons terug en sloten deze gebieden zich aan bij de Sovjet-Unie’. ‘Of dit nu goed was of niet’, aldus Poetin, ’dat is de geschiedenis. Het was een geheime overeenkomst, waarbij de kleine staten wisselgeld waren. Spijtig, maar zo was het leven nu eenmaal.’ Volgens Poetin was er na de oorlog, toen het Rode Leger de nazi’s had verjaagd, geen sprake van bezetting door de Sovjet-Unie, omdat de Baltische landen ‘al deel uitmaakten van de USSR’.
De Baltische landen hoorden in Poetins ogen al honderden jaren bij Rusland, toen de Sovjet-Unie in 1991 uiteenviel, in Poetins woorden was dat ‘de grootste catastrofe van de 20ste eeuw’. Daarom beschouwt Poetin ze als onderdeel van de historische invloedssfeer van Rusland. De onafhankelijkheid van de Baltische landen tussen de twee wereldoorlogen is voor hem hooguit een ongelukkig intermezzo. Dat betekent niet dat Rusland het gebied wil heroveren, de Russische president is een realist.
Hoe zou de ‘Groot-Rusland-wens’ van Poetin waarover voormalig Shell-baas Jeroen van der Veer rapporteerde aan Halbe Zijlstra dan wel kunnen worden uitgelegd? Militair expert Hannes Adomeit: ‘Als een mooie droom. Maar in praktische termen betekent het niets. En Poetin is zich daarvan bewust.’ En Edward Lucas meent: ‘Poetin ziet de Baltische landen als een kwetsbaar bastion van westerse invloed. Hij kan in de geloofwaardigheid van het hele Westen een deuk slaan door niet-militaire ontwrichtende acties. Hij baalt van de succesvolle integratie van de Baltische staten in de westerse structuren. Hij heeft ze nooit als echte landen beschouwd en is verbaasd dat het Westen ze serieus neemt. En hij maakt zich er zorgen over dat het succes van de Baltische staten een contrast vormt met Ruslands stagnerende economie en zwakke instituties.’