Hoe komt het dat de Tweede Wereldoorlog in het conflict tussen Oekraïne, het Westen en Rusland zo’n belangrijke rol speelt? Waarom noemde Moskou de omwenteling in Kiev een ‘staatsgreep van een fascistische junta’? En waarom werden de honderdduizenden demonstranten op Majdan weggezet als ‘Bandérovtsy’, aanhangers van de extreem-rechtse terrorist Stepan Bandera, die in 1941 met Hitler collaboreerde in de hoop op een onafhankelijke staat Oekraïne?
door Laura Starink
Op de Krim en in de Donbas zouden Oekraïense neonazi’s en strafbataljons een genocide hebben voorbereid op de Russischtalige bevolking, toeterde de Russische staatstelevisie in 2014 dag in dag uit. Het miste zijn effect niet.
Tentoonstelling over in de Donbas gesneuvelde soldaten in Kiev
Toen ik energiespecialist Michail Gontsjar in Kiev in de zomer van 2015 vroeg hoe hij het vond om als ‘fascist’ betiteld te worden, zei hij: ‘Mijn opa vocht in het Rode Leger bij Stalingrad. Dat was de hel op aarde. Nooit heeft hij erover kunnen praten. Snap je hoe beledigend het voor ons is om voor fascisten uitgemaakt te worden?’ Terwijl hij het zei kreeg hij tranen in de ogen. De joodse fotograaf Matvej Weisberg, die maandenlang bivakkeerde op Euromajdan, vertelde me hoe hij en zijn Oekraïense mederecruten al in 1978 in Siberië bij aankomst voor hun militaire dienst in het sovjet-leger werden begroet met de zin: Kijk, de Bandérovtsy zijn aangekomen! En dat was niet als compliment bedoeld: in de sovjet-geschiedschrijving was Stepan Bandera de verpersoonlijking van de Oekraïense collaboratie.
‘Het zijn de oude sovjet-clichés die nu opnieuw van stal zijn gehaald’, zei Weisberg. ‘Geloof me, de échte fascisten stonden bij Euromajdan aan de andere kant van de barricaden, aan de kant van president Janoekovitsj.’ Hij bekeek de extreem-rechtse gemaskerde mannen van de Rechtse Sector destijds al met argwaan en was een van de weinigen die tijdens Majdan protesteerden tegen de fakkeloptocht op 1 januari, de verjaardag van Bandera. De griezelige beelden gingen de hele wereld over. Toch zei Weisberg vol overtuiging: ‘Vijand nummer 1 is Poetin. Laat ons vervolgens zelf maar afrekenen met onze eigen neonazi’s, die Stepan Bandera verheerlijken.’ Die optochten zijn inmiddels traditie geworden: ook dit jaar liepen weer enkele honderden mannen op Bandera’s verjaardag met fakkels door Kiev.
Over de omvang van de collaboratie van de Oekraïners met de nazi’s wordt in Rusland veel onzin beweerd. De Amerikaanse historicus Timothy Snyder zei het zo in zijn meesterwerk Bloodlands: ‘Veel, veel meer mensen uit Oekraïne zijn gedood dóór de Duitsers dan er met hen hebben gecollaboreerd, veel, veel meer mensen uit Oekraïne hebben tégen de Duitsers gevochten dan mét de Duitsers.’ Over de aantallen oorlogsslachtoffers die in de Tweede Wereldoorlog in de Sovjet-Unie zijn gevallen wordt al jaren gestreden. Schattingen lopen uiteen van 20 tot 27 miljoen.
In 1993, toen historisch onderzoek in Rusland betrekkelijk vrij was, publiceerde het ministerie van Defensie de volgende cijfers: er zijn 8,7 miljoen soldaten gesneuveld (van wie 1,3 miljoen uit Oekraïne en 6,7 miljoen uit Rusland) en 13,6 miljoen burgers omgekomen (van wie 5 miljoen uit Oekraïne en 7 miljoen uit Rusland). Oekraïne telde in 1940 41 miljoen mensen, Rusland 110 miljoen. Percentueel gesproken zijn de Oekraïners dus veel zwaarder getroffen dan de Russen. Dat is ook logisch, want de oorlog heeft zich uiteraard grotendeels in het westen van de Sovjet-Unie afgespeeld.
Toch eigenen de Russen zich het predicaat ‘anti-fascistisch’ toe om de ‘coup’ in Kiev als ‘fascistisch’ te kunnen wegzetten. De coup, zeggen zij, komt uit West-Oekraïne en daar zaten de collaborateurs met Hitler. Wij waren goed in de oorlog, en dus zijn onze tegenstanders fout, is het simplistische schema. Na decennialange sovjet-series over edelmoedige Russen die smerige fascisten te lijf gingen werkt het etiket ‘fascist’ in Rusland 70 jaar na de oorlog nog steeds als een rode lap op een stier. Poetin had het nodig om de annexatie van de Krim en de opstand in de Donbas te rechtvaardigen. In werkelijkheid gaat het conflict om invloedssferen: door het Associatieverdrag met de Europese Unie te tekenen, wendt Kiev zich af van de Russische tegenhanger, Poetins Euraziatische Unie. Dat is een gevoelige klap.
Als er iets duidelijk is geworden uit de Russische militaire reactie op de vlucht van de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj op 22 februari 2014, dan is het dat Rusland de onafhankelijkheid van Oekraïne nooit heeft geaccepteerd. Plotseling waren de grenzen niet meer heilig en werd de annexatie van de Krim voorgesteld als een soepele correctie van historisch onrecht. Dat heeft alles met de gemeenschappelijke geschiedenis te maken.
Het Kievse Rus
De stad Kiev is ouder dan Moskou. Russen beschouwen het middeleeuwse rijk ‘Kiev-Rus’ (882 – 1240) als de voorloper van Rusland. De tiende-eeuwse Kievse vorst Vladimir kerstende de Slaven en wordt door Russen én Oekraïners gezien als aartsvader. Hij liet zich in 988 dopen in een kerk bij Chersones op de Krim en nam de orthodoxe riten uit Byzantium aan. Daarom noemde Poetin de Krim ‘heilige grond, vergelijkbaar met de Tempelberg in Jeruzalem’. Hij rechtvaardigde er de annexatie mee. Nu Oekraïne wegdrijft van Rusland, wordt in Moskou een standbeeld van Vladimir de Heilige opgericht, dat zijn bescheiden monument in Kiev in omvang verre moet overtreffen. Kiev-Rus strekte zich ooit uit van de Oostzee tot de Zwarte Zee en leefde van de handel met Byzantium. Het ging ten onder door de invasie van de Tataren. Toen de Russen nog barbaren waren, hadden wij in Kiev al een beschaving opgebouwd, zeggen de Oekraïners ter verdediging tegen de Russische aanspraken op hegemonie.
Kozakkenhetman Bogdan Chmelnitski bij het Sofiaklooster in Kiev (foto Flickr)
Na de opkomst van het vorstendom Moskovië aan het eind van de dertiende eeuw werd het ‘wilde veld’ van Oekraïne geleidelijk aan veroverd door de Russische tsaren. Catharina de Grote liet steden als Dnepropetrovsk, Odessa en Sevastopol bouwen. Na de Eerste Wereldoorlog riep Oekraïne in januari 1918 de onafhankelijkheid uit, om drie jaar later, in 1921, door de bolsjewieken te worden ingelijfd bij de Sovjet-Unie als de ‘Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek’. Oekraïne heeft de pech gehad, zegt Timothy Snyder, dat het, anders dan Polen, de Baltische landen en Tsjecho-Slowakije, na de Eerste Wereldoorlog door de wereldgemeenschap niet als onafhankelijke staat werd erkend. Dat was misschien ook niet zo verwonderlijk: het land was sinds 1654 onderdeel geweest van het tsarenrijk.
Nu wil de ironie van de geschiedenis dat het communistische bewind Oekraïne zijn eerste ‘serieuze’ staatsvorm en landsgrenzen heeft gegeven: de Oekraïense Socialistische Sovjet-republiek. Stalin gaf Oekraïne die status onder meer om een extra zetel in de Volkenbond te bemachtigen. Volgens de Stalin-grondwet van 1936 hadden alle sovjet-republieken het recht zich af te scheiden van de USSR, al konden ze uiteraard van dat recht geen gebruik maken. En het was opnieuw een Russische leider, Boris Jeltsin, die op 8 december 1991 de stoot gaf tot de onafhankelijkheid van Oekraïne. Poetin noemde het uiteenvallen van de Sovjet-Unie later ‘de grootste geopolitieke catastrofe van de 20ste eeuw’. Ook dat had destijds al te denken moeten geven.
Waarom valt Rusland in dit conflict steeds terug op de erfenis van de Tweede Wereldoorlog? Dat heeft alles te maken met Poetins ideologie van de ‘Roesski Mir’ (Russische Wereld), zoals hij Ruslands invloedssfeer heeft gedoopt. In Oekraïne wonen 7 miljoen Russen (17 % van de bevolking en niet ’17 miljoen Russen’, zoals Poetin zich ooit liet ontvallen) en Rusland heeft gezworen hun rechten te beschermen. Voor Poetin zijn Russen en Oekraïners overigens nog steeds één volk en theoretisch kan de Roesski Mir in zijn ogen dus ook heel Oekraïne omvatten. De meeste Oekraïners (ook van Russische origine) zijn het daar niet mee eens: zij willen niet dat Poetin hun eer komt redden.
Maar die Roesski Mir heeft een ideaal nodig. In een land dat zo getekend is door revolutie, oorlog en terreur als Rusland is het moeilijk historisch houvast te zoeken. De Grote Vaderlandse Oorlog, zoals de Russen de Tweede Wereldoorlog nog steeds noemen, is het enige positieve wapenfeit waarop de Russen kunnen bogen: Jozef Stalin was de grote overwinnaar van het fascisme. Maar diezelfde Stalin is de kwade genius achter de terreur tegen miljoenen landgenoten. Dat gaat moeilijk samen. Omdat Poetin Stalin-de-Triomfator nodig heeft voor het herboren Russische nationalisme, worden de misdaden van Stalin langzaam uit de geschiedenis gefilterd.
De Oekraïners zijn het totaal oneens met die Russische interpretatie van de geschiedenis. Voor hen is Stalin de dictator die drie miljoen Oekraïense boeren liet omkomen tijdens de hongersnood van 1932 en 1933, veroorzaakt door de gedwongen collectivisatie van de landbouw. Het is een gotspe, zeggen Oekraïners, dat onze onderdrukkers óns betichten van fascisme. Oekraïense historici vechten al decennia voor de erkenning van de ‘Holodomor’, zoals zij de hongersnood hebben gedoopt, als ‘genocide’. Dat het woord Holodomor doet denken aan Holocaust (al is er geen enkele etymologische verwantschap) is geen toeval.
Wapentuig, heldendom en partizanen
Het oorlogsmuseum aan de Dnepr in Kiev beantwoordt nog helemaal aan de regels van de communistische geschiedschrijving: veel wapentuig, heldendom, partizanen en veldslagen, maar beperkte en selectieve aandacht voor de Holocaust, al wordt wel stilgestaan bij de executie van 30.000 joden in het ravijn van Babi Jar aan de rand van Kiev. Maar in Oekraïne waait inmiddels een andere wind: in het voorjaar van 2015, ter gelegenheid van de 70ste herdenking van het einde van de oorlog, werd het Museum van de Grote Vaderlandse Oorlog door president Porosjenko omgedoopt in het Museum van de Tweede Wereldoorlog.
Foto's van in de Tweede Wereldoorlog omgekomen Oekraïners
Dat is een politiek statement: Oekraïne wil zich afzetten tegen de Russische geschiedopvatting en zoekt aansluiting bij de westerse. Het Russische oranje-zwarte lintje van Sint Joris, al 70 jaar het sovjet-symbool voor de Grote Vaderlandse Oorlog, is vervangen door de bloedrode papaver, die we kennen van de Eerste Wereldoorlog. Rood van het onschuldige bloed dat is vergoten. Het laat zien dat Oekraïne af wil van de militarisering van de herdenking van de oorlog. Maar het lintje heeft ook afgedaan omdat de rebellen van de Donbas er de geuzenpenning van hun Volksrepublieken van hebben gemaakt. Er zijn plannen om de inrichting van het oorlogsmuseum geheel op de schop te nemen, maar Oekraïne heeft voorlopig geen geld.
De Russische propaganda roept dus een Oekraïens tegenoffensief op: hoe harder Moskou schreeuwt dat Stepan Bandera een fascist was, hoe onschuldiger hij wordt in de ogen van de Oekraïners. Pikant detail is dat Stalin de Bandérovtsy in feite zelf in huis heeft gehaald: West-Oekraïne rondom Lviv (in de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie heette het Lemberg, de stad van schrijver Joseph Roth) hoorde in het interbellum bij Polen, maar werd in 1945 door de geallieerden aan Stalin afgestaan. Het verklaart waarom West-Oekraïne altijd veel minder op heeft gehad met Rusland dan het Oosten: net als de Baltische staten voelde het zich bezet gebied. Nu schreeuwt Moskou moord en brand dat het ‘Europese’ West-Oekraïne de macht in Kiev heeft overgenomen.
In Lviv staat inderdaad op een groot winderig plein bij het Centraal Station een meer dan levensgroot standbeeld van de terrorist Bandera, die in 1934 een bomaanslag organiseerde op de Poolse minister van Binnenlandse Zaken en daarvoor in de Poolse gevangenis belandde. Hij ontsnapte in 1939 en riep, hopend op steun van Hitler, in 1941 in Lviv de onafhankelijke Republiek Oekraïne uit. Maar voor Hitler was Oekraïne geen staat, maar Lebensraum en graanschuur voor de Duitsers. Bandera werd direct opgepakt. Hoe kan hij gecollaboreerd hebben met de Duitsers als hij de hele oorlog in concentratiekamp Sachsenhausen heeft gezeten? zeggen de Oekraïners. Dat Bandera in 1959 door de KGB in München werd vermoord geeft extra glans aan het aureool.
Dat aureool is bedenkelijke onzin: Bandera was een fascist, zoals er in het interbellum zoveel in Europa rondliepen. En deze fascist had een missie: de oprichting van een onafhankelijke Oekraïense staat. Hij probeerde daarbij de nazi’s te gebruiken, maar dat is jammerlijk mislukt. Dat maakt zijn denkbeelden niet minder verwerpelijk. Even buiten Lviv staat het landbouwinstituut waar Bandera heeft gestudeerd. Hier is een kamer ingericht als museumpje voor de Providnyk (Leider), zoals hij zich geheel conform de tijdgeest liet noemen. Een jonge studente leidt ons eerbiedig rond langs de vitrines waarin foto’s en documenten over leven en dood van de beroemdste student van het instituut.
Rondleiding voor studenten in het museum van Stepan Bandera bij Lviv
Maar storm loopt het hier bepaald niet. Lviv lijkt niet echt met Bandera bezig: de stad presenteert zich met zijn tientallen terrassen liever in al zijn midden-Europese glorie aan de hordes toeristen uit Oost en West. Is dit het beruchte ‘Banderstadt’, waar Russisch-sprekenden met de nek zouden worden aangekeken? Een Moskouse pensionado postte onlangs na een bezoek aan Lviv op haar Facebook de volgende verzuchting: ‘Ik heb met alle inwoners van Lviv uitsluitend Russisch gesproken. Als je de weg vraagt, zeggen ze: “Heb je hier ergens Bandérovtsy gezien? Vertel het aan iedereen in Rusland! Laten ze hierheen komen om zelf te zien hoe wij leven”. Ik roep iedereen op: schakel eindelijk je hersens in! Open je ogen! Schaam je een debiel te zijn! We leven in het derde millennium, maar jullie zoeken nog steeds overal vijanden!’
Bij de Russische propaganda over Oekraïense ‘fascisten’ voegde zich afgelopen voorjaar een koor van 70 verontruste westerse historici. President Porosjenko ondertekende 4 wetten over de geschiedenis, die tot verontwaardiging leidden. Grootste kritiekpunt was de wet die veteranen van Bandera’s Organisatie van Oekraïense Nationalisten (OOeN) en het Oekraïense Opstandelingenleger (OePA) de status gaf van ‘strijders voor de onafhankelijkheid van Oekraïne’. De OOeN nam in 1941 namelijk deel aan anti-joodse pogroms in West-Oekraïne en de OePA voerde in 1943 een anti-Poolse etnische zuivering uit, die tienduizenden Polen het leven kostte. De andere wetten waren minder omstreden: ze stelden de KGB-archieven open en verboden communistische en fascistische symboliek in het openbare leven: Lenin-standbeelden moeten verdwijnen, steden en straten die genoemd zijn naar communistische leiders moeten worden omgedoopt (in Rusland is dit overigens al direct na de val van het communisme op grote schaal gebeurd). De westerse historici waarschuwden dat onafhankelijk onderzoek in gevaar zou komen.
Dekolonisering aan de Lindenlaan
De wetten zijn opgesteld op het Instituut voor Nationale Herinnering (IPN) aan de Lindenlaan in Kiev. Ik vraag de jonge directeur Volodymyr Vjatrovytsj of zijn instituut het Russische ‘narratief’ niet gewoon vervangt door een Oekraïens propagandaverhaal. ‘Het is niet onze opdracht een nieuwe nationale mythe te creëren, maar laat ons nu eindelijk eens onze eigen geschiedenis schrijven. Dit is een proces van dekolonisering.’ Volgens Vjatrovytsj kan de samenleving niet normaliseren als zij is omringd door totalitaire beelden. ‘Gelukkig leren onze kinderen nu dat Lenin een misdadiger was die de dood van miljoenen mensen op zijn geweten heeft. Maar het is schizofreen als diezelfde leerling dan over de Leninstraat langs een Leninstandbeeld naar school loopt.’
OePA en OOeN waren in de ogen van Vjatrovytsj typische nationale bevrijdingsbewegingen, zoals we die kennen uit Ierland of Israël. ‘Natuurlijk hebben zij ook oorlogsmisdaden op hun geweten. Maar dat geldt ook voor het Rode Leger. Er zijn in de Tweede Wereldoorlog geen legers geweest, die geen oorlogsmisdaden hebben gepleegd. Dat moet je onderzoeken. Daarom stellen we de archieven ook open.’
Historicus Volodymyr Viatrovytsj, directeur van het IPN in Kiev
De bekritiseerde wet maakt van de OePA-partizanen geen helden, zegt de directeur, maar stelt slechts vast wat hun historische rol is geweest. ‘Daarmee laten we zien dat de Oekraïense staat voortborduurt op eerdere staatsvormen. Rusland doet het voorkomen alsof Oekraïne een toevallige “scherf” van de Sovjet-Unie is, maar wij zijn in 1921 gewoon bezet door de bolsjewieken. Dat gebeurde met dezelfde hybride oorlogstechnieken als nu: in Charkov werd een alternatieve regering in het leven geroepen die de bolsjewieken te hulp riep. Net als nu in de Donbas.’
De etnische zuivering van Polen door de OePA (door de Polen de ‘slachtpartij van Volhynië’ genoemd) legt intussen een zware hypotheek op de Pools-Oekraïense betrekkingen. Om de feiten vast te stellen is net een Pools-Oekraïense commissie in het leven geroepen. Vjatrovytsj erkent dat er zuiveringen hebben plaatsgevonden, maar zegt dat het ook hier om wandaden van beide zijden ging. De samenwerking met de Polen is goed, zegt de directeur, maar met de Russen valt over geschiedenis niet te praten. De OePA heeft tot begin jaren 50 een partizanenstrijd tegen het Rode Leger gevoerd, waarbij zij meedogenloos is vervolgd door de Russische geheime dienst. Vjatrovytsj vindt Ruslands selectieve verontwaardiging ronduit stuitend.
‘De Russische propaganda redeneert als volgt: als er misdaden zijn begaan door de OePA, betekent dat dat het hele leger misdadig was. Als de OePA misdadig was, dan was de hele Oekraïense bevrijdingsbeweging misdadig. En als die bevrijdingsbeweging misdadig was, dan is het idee van de Oekraïense onafhankelijkheid op zichzelf al misdadig. Dus heeft de Oekraïense staat geen bestaansrecht.’ Discussie met westerse historici brengt ons dichter bij de waarheid, zegt Vjatrovytsj, maar met de Russen valt niet te praten. ‘Zij weten al hoe het zit. De Russen spreken op de toon van de openbaar aanklager, die weet dat de man die voor hem staat een misdadiger is en dat het zijn taak is de aanklacht te formuleren.’
Op de binnenplaats van de Lontskigevangenis executeerden de Sovjets in 1941 duizenden inwoners van Lviv
Vjatrovytsj ontkent evenmin dat Oekraïners hebben deelgenomen aan de anti-joodse pogroms in 1941. ‘Die hebben plaatsgevonden van Letland tot aan de Zwarte Zee. Maar ze werden geprovoceerd door de Einsatzgruppen. De Duitse propaganda zei: alle bolsjewieken zijn joden. Veel Polen en Oekraïners geloofden dat.’ Het is de erfenis van de dubbele bezetting: na het Molotov-Ribbentroppact (het niet-aanvalsverdrag tussen Hitler en Stalin) werden de Baltische landen, Oost-Polen en West-Oekraïne in 1939 door Stalin bezet, die er direct een terreurbewind ontketende. Toen het Rode Leger in 1941 halsoverkop moest vluchten voor Hitlers troepen, executeerden de Russen in Lviv duizenden gevangenen. ‘De Duitsers hebben daar uitstekend gebruik van gemaakt. Ze zeiden: dit is het gezicht van de ‘judeo-bolsjewieken’. De afschuw werd gekanaliseerd en tegen de joden gericht. Zo zijn die pogroms getriggerd.’
'Criminele element'
In Lviv had ik de beelden hiervan gezien in de Lontski-gevangenis, die wrang genoeg ligt aan de Banderastraat. Hij is nog steeds als gevangenis in gebruik, maar het is ook een museum van gruwelen. Hier op de grote binnenplaats heeft de geheime dienst van de Sovjet-Unie, overvallen door de onverwachte opmars van het Duitse leger, in juni 1941 vierduizend mensen doodgeschoten. Op een zwart-wit filmpje in een van de cellen wordt getoond hoe angstige joden vervolgens door de Gestapo gedwongen werden de opgegraven lijken op de binnenplaats van de gevangenis neer te leggen, waarna de huilende bevolking ze kwam identificeren. Opgejut door de Gestapo vermoordde de plaatselijke bevolking vervolgens zesduizend joden. Volgens de begeleidende tekst in het museum werd die massaslachting gepleegd door ‘het criminele element van de stad’.
Eind 2015 hebben ook de Raad van Europa en de OVSE kritiek geleverd op de wet die de communistische en nationaal-socialistische regimes veroordeeld en ‘propaganda van hun symbolen’ verbiedt. Volgens de commissie heeft Oekraïne het recht af te rekenen met het communistische verleden, maar is de wet te vaag geformuleerd. De lijst met verboden symbolen moet minder uitputtend zijn en de straffen voor overtreding van de wet zijn disproportioneel. Het begrip ‘propaganda’ is bijvoorbeeld zo breed gedefinieerd dat de vrijheid van vergadering en van meningsuiting in het geding zijn. Mensen moeten alleen voor het gerecht gedaagd worden als ze een echt gevaar vormen voor de samenleving. Het IPN heeft beloofd nog eens naar de strafmaat en naar de lijst met verboden symbolen te zullen kijken. Het is een voorbeeld van de ‘beschavende’ invloed van Europa op de nieuwe wetgeving in Oekraïne.
Als iets duidelijk is geworden in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, dan is het hoe het verleden politiek wordt misbruikt voor directe agressie. Rusland kan geen afstand nemen van zijn vroegere grondgebied en weigert zijn eigen historische rol in perspectief te plaatsen. Het klampt zich vast aan de gloriedagen van de overwinning op nazi-Duitsland. Oekraïne eist het recht op na een eeuw van bloed en geweld eindelijk zijn eigen geschiedenis te mogen schrijven, maar loopt daarbij het gevaar in zijn eigen nationalistische retoriek te gaan geloven. Het is een gezelschapsspel dat in heel Oost-Europa populair is. Men noemt dat met een ingenieus woord wel ‘competitieve martyrologie’: wie heeft het meest geleden? Het is een betrekkelijk smakeloze en zinloze exercitie.
Stepan Bandera in Lviv
Op een terras in herfstig Lviv sprak ik na mijn bezoek aan de Lontski-gevangenis met historicus Jaroslav Hrytsak, een vijftiger met een ringetje in zijn oor. Het klinkt verbazend uit de mond van een historicus, maar hij moet niets hebben van de kunstmatig opgerakelde discussies over het verleden. Hij noemt zijn collega Vjatrovytsj een ‘politiek commissaris’, die ideologische spelletjes speelt. De vier historische wetten die door Porosjenko zijn getekend zijn volgens hem ‘pure symboolpolitiek’, maar de boze brief van de westerse historici noemt hij eveneens flauwekul.
'Ook de Duitsers begonnen pas in de jaren 60 met hun Vergangenheitsbewältigung, toen het Wirtschaftswunder al had plaatsgevonden. Wie ik ook tegenkom uit Europa: ze beginnen allemaal over Bandera, alsof dát nu de belangrijkste historische figuur in Oekraïne is. Dat maakt me razend. Poetin probeert ons met die discussie terug te trekken naar het verleden en jullie gaan daarin mee. Rusland leeft in het verleden omdat het geen toekomst heeft. Wij hebben hier heel wat belangrijkere problemen op te lossen. Er is een grote generatie goedopgeleide jongeren die dit land grondig op de schop willen nemen. Als de politieke hervormingen mislukken, zullen zij het land verlaten. Dan krijgt Poetin zijn zin.’