Onverwacht staat de Russisch-orthodoxe kerk in het middelpunt van een kleine protestbeweging. Sinds medio januari keert een groep burgers zich tegen het lokale bestuur van Sint-Petersburg en zo indirect ook tegen de groeiende machtspositie van de orthodoxe kerk in de Russische maatschappij. De beweging in Sint-Petersburg richt zich formeel tegen de overdracht van de Isaak Kathedraal aan het patriarchaat van de Russisch-orthodoxe kerk in Moskou. Maar intussen komen wereldlijke en geestelijke macht in het protest samen en klinkt ook de roep om het aftreden van plaatselijk gouverneur Georgi Poltavtsjenko, die de restitutie medio januari heeft bekrachtigd.
De beweging stak de kop op, nadat Poltavtsjenko op 10 januari een decreet had getekend waarmee hij de overdracht van de kathedraal bekrachtigde. Sindsdien hebben enkele honderden tot een paar duizend burgers in de tweede stad van Rusland op straat betoogd tegen de teruggave van de kathedraal aan de kerkelijke hiërarchie. Zondag 12 februari verzamelden zich ruim 500 mensen hand in hand in een kring rond de kerk om hun bezwaren kenbaar te kunnen maken aan aanwezige gemeenteraadsleden. Twee weken eerder hadden een paar duizend mensen op het Marsveld in Sint-Petersburg gedemonstreerd tegen het besluit om de kathedraal terug te geven. Een petitie tegen de oekaze van Poltavtsjenko is inmiddels al door meer dan 200.000 mensen getekend. Het protest wordt ondersteund door een viertal gemeenteraadsleden uit de Partij van de Groei, Rechtvaardig Rusland en Jabloko, drie partijen die in Sint-Petersburg de oppositie vormen tegen de regeringspartij Verenigd Rusland. Twee van hen zijn Boris Visjnevski van Jabloko en Maksim Reznik (Partij van de Groei). Reznik is een lokale politicus die er in 2011 in slaagde de bouw van een wolkenkrabber voor Gazprom in het centrum van de stad te blokkeren.
De kathedraal, een van de grootste orthodoxe kerken ter wereld, is nu nog bezit van de gemeente Sint-Petersburg. Samen met de Petersburgse Kerk van de Verlosser op het Bloed, gebouwd op de plaats waar tsaar Alexander II in 1881 is vermoord, wordt de Isaak Kathedraal als museum geëxploiteerd. In een deel van de kerk wordt tweemaal daags een dienst opgedragen.
Financiële bezwaren
Het hoofdbezwaar van de tegenstanders van dit decreet is financieel van aard. Jaarlijks ontvangt de kerk circa 3,5 miljoen bezoekers en ongeveer 30.000 pelgrims. Als gemeentemuseum is de kerk tot nu toe in staat rendabel te draaien op basis van de kaartverkoop, die goed is voor 90 procent van de inkomsten. Ook de kosten voor de restauratiewerkzaamheden, die tot 2028 staan gepland, kunnen uit dit budget worden betaald. Wanneer de kathedraal weer kerk wordt, vallen die inkomsten grotendeels weg.
De tegenstanders vrezen bovendien dat de Russisch-orthodoxe kerk de museumfunctie van de kathedraal zal inperken. Dat zou ten koste kunnen gaan van 400 arbeidsplaatsen. Ze verwerpen eveneens het argument dat de teruggave een soort genoegdoening is voor de kerk, die na de Oktoberrevolutie van 1917 haar wereldlijke bezittingen en geestelijke positie in Rusland kwijtraakte onder druk van de communistische atheïstische campagne. Reeds voor de revolutie had de kerk de Isaak Kathedraal moeten overdragen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, omdat het patriarchaat de hoge onkosten van het bezit en beheer niet kon opbrengen.
De protesterende burgers verwachten dat de Russisch-orthodoxe kerk het gat in de begroting niet zelf zal kunnen of willen dekken, maar de onderhouds- en beheerskosten van het gebouw gaat afwentelen op de gemeente Sint-Petersburg. De protestbeweging is bang dat het lokale bestuur bewoners van de stad daarom zal gaan belasten met een verkapte kerkheffing. Dat zou in strijd zijn met de scheiding van kerk en staat, die in de Russische grondwet van 1993 is verankerd. De zacht klinkende roep op het aftreden van de gouverneur is dan ook een boodschap aan de regering in Moskou. Poltavtsjenko is al decennia een vertrouweling van president Poetin. Beiden kennen elkaar nog uit de tijd dat ze dienden bij de communistische staatsveiligheidsdienst KGB.
Burgers rondom de Isaak Kathedraal in protest tegen de overdracht van de kerk. Foto RT
Het burgerprotest in Sint-Petersburg wordt niet alleen gesteund door enkele lokale volksvertegenwoordigers, ook de belangrijkste museumdirecteuren in de stad hebben zich erachter geschaard. Directeur Michail Piotrovski van de Hermitage en zijn collega Dmitri Goesev van het Russisch Museum hebben beiden om museale redenen bezwaar aangetekend tegen de restitutie. De directeur van het museum in de Isaak Kathedraal zelf denkt ongeveer vijf jaar nodig te hebben om alle kostbaarheden op een verantwoorde wijze elders tentoon te stellen.
Antisemitische tegengeluiden
De burgerbeweging roept intussen ook tegenprotest op. Voordat de tegenstanders zondag 12 januari bij de kathedraal aankwamen voor hun menselijke ring rondom het gebouw. organiseerden voorstanders van de overdracht een ‘kruisgang’ rond de kerk.
Antisemitische stemmen klinken eveneens. Niemand minder dan vicevoorzitter Pjotr Tolstoj van de Staatsdoema suggereerde na de eerste betoging half januari dat het protest wordt gedragen door joden. Tolstoj noemde de betogers in Sint-Petersburg 'de kleinkinderen en achterkleinkinderen van degenen die onze kerk hebben vernietigd, toen ze in 1917 waren opgedoken uit het [joodse, red] vestigingsgebied'. Voor de Russische revolutie van 1917 was het joden niet toegestaan zich vrij te vestigen in het Russische Rijk. Zolang ze geen toestemming hadden om elders te wonen, moesten joden wonen in het zogeheten Paalgebied, dat tsarina Catherina de Grote in 1791 had aangewezen na de uitbreiding van het imperium door de Poolse delingen. Het vestigingsgebied werd opgeheven door de Voorlopige Regering die na de Februari-revolutie van 1917 aan de macht kwam.
Tolstoj verklaarde later zich van geen kwaad bewust te zijn. 'Alleen mensen die de geschiedenis van hun eigen land niet kennen, kunnen in mijn woorden tekenen van antisemitisme zien', schreef de ondervoorzitter van de Doema op zijn Facebook-pagina.
Door de antisemitische opmerkingen van Tolstoj voelen joodse organisaties zich niettemin genoodzaakt zich publiekelijk uit te laten over de controverse in Sint-Petersburg. 'De kwestie moet niet op straat worden beslecht, maar in rechtszalen', aldus Boris Gorin van de Federatie van Joodse Verenigingen van Rusland. Maar de federatie zal joden niet oproepen niet deel te nemen aan protestacties. 'De tijd van de Protocollen van de Wijzen van Zion, toen verondersteld werd dat alle joden onderworpen waren aan één centrum, is voorbij', aldus de overkoepelende federatie van joden in Rusland. De Protocollen van de Wijzen van Zion dateren uit het begin van de twintigste eeuw en worden de laatste jaren weer populairder in Rusland. Het document is ruim honderd jaar geleden door de kerk en de tsaristische geheime dienst gefabriceerd om valselijk te bewijzen dat de joden uit waren op de wereldheerschappij.
Vitali Milonov, een lokale afgevaardigde van Verenigde Rusland, borduurde voort op de opmerkingen van Tolstoj. 'De christenen overleefden [tweeduizend jaar geleden, red], ondanks het feit dat de voorouders van Boris Visjnevski en Maksim Reznik hen in ketels kookten en aan de dieren voerden.'
Ook Milonov, die naam maakte met zijn filippica tegen homoseksuelen in Sint-Petersburg, ontkent nu dat hij antisemitische bijbedoelingen had. 'Alle eerste apostelen waren joden', zei hij. Tegen Milonov is maandag 13 februari niettemin aangifte gedaan.