Vijf maanden na het begin van de Russische invasie heeft president Volodymyr Zelensky van Oekraïne de top van de staatsveiligheidsdienst SBOe en het Openbaar Ministerie vervangen. Dinsdag 19 juli stemde het parlement Verchovna Rada in met het ontslag van SBOe-directeur Ivan Bakanov en procureur generaal Iryna Venediktova, waarom de president een dag eerder had gevraagd. Met Bakanov werden ook vijf regionale SBOe-chefs ontslagen wegens disfunctioneren.
Tweede van links: Bakanov. Uiterst rechts: Venediktova. Collage van Oekraïenskaja Pravda.
door Chris Colijn
Deze recente ontslagronde in de top van het staatsapparaat is niet alleen een poging van president Volodymyr Zelensky om de top van het justitiële apparaat te disciplineren, ook als daarbij eigen vertrouwelingen zijn betrokken, maar tekent tevens zijn chaotische leiderschap en de voortdurende machtsstrijd binnen de Oekraïense politiek.
De achtergrond van de twee belangrijkste ontslagen functionarissen, de chef van de staatsveiligheidsdienst en de procureur-generaal, illustreert dat.
Boezemvriend Bakanov
Ivan Bakanov is een boezemvriend van Zelensky. De twee zijn samen opgegroeid, hebben samen gestudeerd en later ook samen bij het succesvolle televisie- en productiebedrijf Kvartal-95 gewerkt. Formeel gezien is Bakanov zelfs de oprichter van Zelensky’s politieke partij Dienaar van het Volk, die een ruime meerderheid in de Verchovna Rada heeft.
Na Zelensky’s verkiezing tot president in 2019 kreeg Bakanov al snel één van de belangrijkste functies in het staatsapparaat. Hij werd benoemd tot hoofd van de SBOe, die verantwoordelijk is voor zowel de binnenlandse staatsveiligheid als de buitenlandse inlichtingendiensten.
De aanstelling van Bakanov paste precies binnen Zelensky’s bestuurscultuur: hij wilde werken met totaal nieuwe gezichten, zonder dubieus verleden of uitgebreide politieke connecties.
Bakanov had weliswaar rechten gestudeerd en een groot entertainmentbedrijf geleid, maar een enorme geheime dienst leiden is een ander verhaal.
De Oekraïense geheime dienst telt maar liefst 30.000 medewerkers en is daarmee bijna zo groot als de FBI. Zoals alle geheime diensten in post-sovjet-staten had de dienst nauwe banden met de FSB, en het oudere kader was vaak zelfs in Moskou opgeleid. Dat er pro-Russische functionarissen rondlopen is dus niet verbazingwekkend. De SBOe kreeg vooral een slechte naam in Oekraïne door zijn rol in de jaren 2013-2014, toen president Viktor Janoekovitsj onder druk kwam te staan van een burgerbeweging die Oekraïne richting Europa wilde leiden. De dienst had tijdens de Euromajdan en de annexatie van de Krim niet alleen voor Janoekovitsj gewerkt maar ook aan de kant van Rusland gestaan. De staatsveiligheidsdienst was dus toe aan een grondige hervorming.
Maar ook na de Majdan slaagde de SBOe er niet in zijn naam te zuiveren. Dat de hervormingen niet succesvol waren geweest, was al voor de Russische invasie van 24 februari 2022 duidelijk geworden. In 2021 werd er binnen de dienst zelfs een moordaanslag voorbereid op de eigen topfunctionaris Andriy Naoemov, die chef van de afdeling binnenlandse veiligheid was.
Na de Russische invasie werd overduidelijk hoe weinig Bakanov voor elkaar had gekregen. Her en der in Oekraïne bleek de SBOe niet goed voorbereid op zijn taken. Het hoofd van de geheime dienst in de regio Cherson zou zijn mannen zelfs hebben opgedragen om de stad te verlaten, vlak voordat de Russen kwamen. Het hoofd van de SBOe van de Krim bleek een Russische mol te zijn. En Naoemov, de topman die zijn eigen collega’s eerder in 2021 uit de weg hadden willen ruimen, was Oekraïne een dag voor de invasie op 23 februari ontvlucht en zou gevoelige informatie aan de Russen hebben doorgespeeld.
Reden te over dus voor Zelensky om zijn jeugdvriend Bakanov te ontslaan.
Openbaar aanklager Venediktova
Waar Bakanov vooral als incompetent werd gezien, had Iryna Venediktova een nog slechtere reputatie. Ze werd afgelopen maanden weliswaar geprezen om haar snelle aanpak van Russische oorlogsmisdaden, maar bij Oekraïense anticorruptie activisten en onafhankelijke journalisten lag ze slecht. Journalisten en activisten waren bij Venediktova’s aanstelling al woedend geweest. Haar voorganger Roeslan Rjabosjapka was al na zes maanden op zijn post ontslagen, hoewel hij juist de broodnodige verandering in het apparaat had gebracht. Rjabosjapka’s grootste succes was zijn beleid om zijn eigen topofficieren van justitie aan een herbeoordeling te onderwerpen. Daarbij werd de helft van alle procureurs, die direct onder Rjabosjapka vielen, negatief beoordeeld en ontslagen.
Rjabosjapka wilde vervolgens niet meewerken aan de strafrechtelijke vervolging van Zelensky’s voorganger en politieke rivaal Petro Porosjenko. Dat werd de hoofdreden voor zijn vertrek. Voor Zelensky was de vervolging van Porosjenko belangrijk.
Nadat Venediktova als procureur-generaal was benoemd, startte ze een zaak tegen Porosjenko, terwijl ze er jarenlang ook voor zorgde dat Zelensky’s vertrouwelingen gevrijwaard werden van vervolging voor corruptie. Kritiek daarop veegde ze onomwonden van tafel. Zo oefende Venediktova zoveel druk uit op de eigenaar van de kritische Kyiv Post, Oekraïne’s grootste Engelstalige krant, dat de baas uiteindelijk de gehele redactie ontsloeg. De journalisten waren te kritisch geweest over het beleid van Venediktova.
Na het begin van de oorlog bleek een aantal van Venediktova’s medewerkers in bezet gebied te zijn overgelopen naar de Russen. Zelensky vond dat onacceptabel. Daarom moest ze vertrekken. Maar ze krijgt waarschijnlijk meteen een nieuwe functie in de diplomatie, aldus David Arachamia, partijchef van Dienaar van het Volk.
Machtsverschuiving
Het ontslag van Bakanov en Venediktova getuigt mogelijk van een machtsverschuiving. Volgens journalisten van het onafhankelijke televisiekanaal Hromadske zijn de vervangers van zowel Bakanov als Venediktova vertrouwelingen van Oleg Tatarov, plaatsvervangend hoofd van de presidentiële administratie.
Als er inderdaad een politieke machtsverschuiving plaatsvindt, gebeurt dat verder achter de schermen. De Oekraïense politicoloog Mykola Davidjoek spreekt al over een mogelijke ‘cyclus van personeelswisselingen’ binnen de presidentiële administratie.
Niet voor het eerst
Dit zou niet de eerste keer zijn dat Zelensky een flink aantal hoge ambtenaren ontslaat. Vorig jaar moesten er vijf ministers weg. Drie bewindslieden – de ministers van defensie, strategische industrie en milieu – werden toen tegelijkertijd ontslagen. Deze aanpak tekent de stijl van Zelensky’s leiderschap. Als het niet loopt zoals hij wil, worden ministers verantwoordelijk gehouden en ontslagen.
De lat ligt niet heel hoog voor de opvolgers van Bakanov en Venediktova. Toch valt nog te bezien of hun opvolgers meer succes hebben. Want tot nu heeft Zelensky er geen blijk van gegeven dat hij in deze oorlogstijd wel een stabieler personeelsbeleid wil voeren.