Grote Russische bedrijven financieren huurlingen voor de oorlog in Oekraïne. Daaronder zijn bedrijven die niet onder sancties vallen, in Europa zaken doen en dochterondernemingen in Nederland hebben. Dat blijkt uit onderzoek van het onafhankelijke Russische journalistencollectief Istories.
Gesneuvelde huurling Igor Kozjoesjko van gasbedrijf Novatek. Foto van sociale media, via Istories
Istories heeft bewijzen gevonden dat gasproducent Novatek, aluminiumbedrijf Rusal, vastgoedontwikkelaar PIK via hun beveiligingsbedrijven huurlingen werven voor de oorlog in Oekraïne.
Novatek, na Gazprom de grootste gasproducent van Rusland, is eigendom van de oligarchen Leonid Michelson en Gennadi Timtsjenko. Beiden staan zelf op de Amerikaanse en Europese sanctielijsten, maar het bedrijf blijft in Europa buiten schot vanwege langetermijncontracten en overige afhankelijkheid van Russisch gas. Ook Rusal, de tweede aluminiumproducent ter wereld, is niet onderworpen aan strafmaatregelen omdat de Europese industrie daarvan teveel te lijden zou hebben. Grootaandeelhouder Oleg Deripaska heeft als vriend van president Poetin wel persoonlijk sancties aan zijn broek gekregen. Het vastgoedbedrijf PIK Group, eigendom van miljardair Sergej Gordejev, hoort niet tot de sectoren die onder economische sancties vallen. Novatek, Rusal en PIK hebben alledrie één of meerdere in Nederland gevestigde dochterbedrijven, zo meldt Trouw dat dit natrok.
In loondienst van beveiligingsbedrijf
Gasproducent Novatek werft huurlingen via zijn beveiligingsbedrijf Saturnus-1. Een huurling is of komt in loondienst van het beveiligingsbedrijf en wordt dan ‘uitgeleend’ aan het leger. Bovenop de soldij die het ministerie van Defensie betaalt, komt een salaris van het bedrijf, in dit geval betaald vanuit een stichting genaamd ‘Moed’ die kennelijk met dit doel is opgericht. Andere bedrijven werven via soortgelijke constructies, zo heeft Istories uitgezocht.
Volgens Istories werft Novatek contractsoldaten onder andere op de werkplek van zijn beveiligingsbedrijf. Een van de huurlingen vertelde dat ze in Moskou op gesprek moesten komen, zonder dat ze wisten waarover het ging. ‘Er werd honderd procent opkomst verwacht.’ In Moskou kregen ze het aanbod zich te melden voor de oorlog.
De familie van beveiliger Igor Kozjoesjko wist niet dat hij naar Oekraïne zou gaan. Op 28 september meldde hij zich vanuit een trainingscentrum in Moermansk. Op 4 november kreeg zijn zuster het bericht dat hij was gesneuveld. Hij bleek te zijn ingedeeld bij de 7e compagnie van de 200ste gemechaniseerde infanteriebrigade, die in het begin van de oorlog enorme verliezen had geleden en moest worden aangevuld.
Steeds hogere beloningen
Voor huurlingen is het aantrekkelijk om zich op via een bedrijf te laten contracteren. Naast een maandelijks loon van het leger (200.000 roebel, zo’n € 1800), krijgt hij startgeld en loon van het bedrijf (Novatek betaalt 300.000 roebel, Rusal en PIK bieden 100.000 roebel) plus terugkeergarantie voor zijn baan als hij het jaarcontract overleeft en terugkeert in de burgermaatschappij.
Het leger heeft permanent behoefte aan nieuw bloed en probeert via allerlei wegen vrijwilligers te contracteren. Zou het niet lukken om de rijen aan te vullen met contractsoldaten, dan zou het Kremlin gedwongen zijn om een nieuwe mobilisatie af te kondigen. Dat willen de autoriteiten uit alle macht voorkomen.
'Werk voor ware patriotten van Rusland!' Advertentie voor huurlingen met telefoonnummers die bij Rusal horen. Foto via Istories.
Bedrijven worden min of meer gedwongen om huurlingen te ‘sponsoren’. Het is een soort extra belasting om de oorlog te bekostigen. Behalve dat bedrijven hiermee een bewijs van loyaliteit afgeven – waar ze niet echt onderuit kunnen – hebben ze er belang bij dat er niet opnieuw een mobilisatie komt, want in dat geval hebben ze er niets over te zeggen wie de oorlog wordt ingestuurd en verliezen ze werknemers die ze nodig hebben. Nu werven huurlingen ze op de arbeidsmarkt en onder laag gekwalificeerde beveiligers.
De overheid en bedrijven betalen steeds hogere bedragen om soldaten te recruteren. Zo biedt de republiek Jakoetië 800.000 roebel (ruim € 8000) als startgeld: 300.000 van de sponsor, 300.000 van de regio en 200.000 van het leger. In Jekaterinburg heeft de machinefarbiek Mashprom het startgeld voor een jaarcontract verhoogd van 560.00 roebel in april naar 710.000 in juli.
Aparte legertjes
Zowel staatsbedrijven als particuliere ondernemingen worden ingeschakeld voor de sponsoring van huurlingen. Daarnaast zijn er bedrijven die met een eigen legertje aan de oorlog deelnemen. Wagner-baas Jevgeni Prigozjin, wiens huurlingenleger van naar zijn zeggen 50.000 man verreweg als grootste in Oekraïne vocht, klaagde eind april over concurrentie van huurlingenlegertjes van bedrijven en oligarchen die uit winstbejag op het slagveld verschenen en in de praktijk niets klaarspeelden. Volgens Prigozjin was het een aanval op de invloed en het marktaandeel van Wagner.
Zo bracht Gazprom twee legertjes in het veld, genaamd Potok (Stroom) en Fakel (Toorts), waarvoor het staatsbedrijf al in augustus vorig jaar begon te werven onder beveiligers. Een groep huurlingen van Potok, ingezet in de slag om Bachmoet, verklaarde in een videoboodschap slecht te worden verzorgd en geleid en te zijn bedreigd door huurlingen van Wagner.
Huurlingen van Potok lezen videoboodschap voor met klachten. Foto Telegram van milblogger Jevgeni Linin
Ook een reeks andere huurlingenlegertjes is actief in Oekraïne. Redoet (Schans) werd al snel na het begin van de invasie in Oekraïne ingezet en is van oligarch Gennadi Timtsjenko, die nauwe betrekkingen met Poetin onderhoudt. Verbonden met Redoet is de Don-brigade, en verder zijn er door journalisten huurlingen van de Moran beveiligingsgroep, het Slavisch Korps en andere organisaties in Oekraïne ontdekt.
Een aantal van deze eenheden werd al lang voor de invasie gevormd en ingezet in onder meer de Donbas en Syrië. Hoeveel huurlingen in deze ‘particuliere militaire bedrijven’, zoals ze te boek staan, in Oekraïne vechten is niet bekend. Het Wagner-leger, verreweg het grootste, is na de mislukte opstand van Prigozjin tegen de Russische legertop vertrokken uit Oekraïne, maar is nog wel aanwezig in Afrika en zit met enkele duizenden soldaten in een basiskamp in Belarus.
Schimmige, onwettige status
Prigozjins conflict met de legertop culmineerde, toen hij niet meer onafhankelijk mocht opereren en zijn troepen onder bevel moest stellen van het ministerie van Defensie. Hij weigerde dit, in tegenstelling tot de andere huurlingengroepen die meestal al deel uitmaakten van de legerstructuur of daar snel mee akkoord gingen.
Wagner en soortgelijke huurlingengroepen zijn in feite illegaal. Wettelijk is er niets voor geregeld. De schimmige status van deze militaire organisaties kwam de Russische staat goed van pas om zijn eigen rol te kunnen verhullen tijdens buitenlandse interventies, in politiek jargon ‘plausibele ontkenning’ geheten. Hoewel Wagner een ‘privaat militair bedrijf’ wordt genoemd, financierde de staat de inzet van de huurlingen volledig, zo gaf president Poetin toe in een verontwaardigd commentaar op Prigozjins opstand. In hoeverre andere huurlingeneenheden door de staat worden betaald, is niet duidelijk.
De schok van Prigozjins opstand – door Poetin als ‘verraad’ en een ‘dolkstoot in de rug van Rusland’ aangemerkt – noopt de overheid ertoe het gevaar van ongeregelde militaire eenheden onder ogen te zien. Op de vraag of het Wagner-huurlingenleger mocht blijven bestaan, antwoordde Poetin: ‘Wagner bestaat helemaal niet! We hebben geen wet op private militaire organisaties! Ze zijn geen juridische entiteit. Er is een groep, maar juridisch bestaat zij niet!’ Daar moeten, aldus de president, regering en parlement zich maar eens over buigen. ‘Niet eenvoudig!’
De Doema is al een tijdje bezig om een wettelijke regeling te bedenken, maar is daar nog niet uit. Intussen is er wel een wetswijziging aangenomen, die het mogelijk maakt om regionale paramilitaire bedrijven op te richten ten tijde van mobilisatie, de noodtoestand en in oorlogstijd. Deze eenheden zijn bedoeld voor Ruslands binnenlandse verdediging, niet voor huurlingenlegers zoals die in Oekraïne vechten.
Bronnen: Istories, BBC.com/russian, The Bell, Meduza, Telegram