Weg uit de destructie: aanzet voor een robuustere NAVO-strategie 

Door diametraal tegengestelde oorlogsdoelen en twijfel over onderhandelingsbereidheid lijkt een einde aan de oorlog in Oekraïne ver weg. De dagelijkse verwoesting van het land door de Russische Federatie duurt voort. Een terughoudende NAVO maakt dat Oekraïne er de facto alleen voor staat in de daadwerkelijke oorlogvoering. Volgens oud-medewerker van het NIOD Ton Zwaan is er echter wel degelijk een weg uit de huidige destructieve oorlogssituatie. En een nieuwe, robuuste NAVO-strategie kan die weg openen.

 DSC3581 2Op elkaar gestapelde autowrakken die na de slag om Irpin in 2022 in de stad zijn verzameld, door kunstenaars beschilderd met zonnebloemen. Irpin, Oekraïne,17 januari 2025. Foto: Mischa Keijser

Een oorlog ontketenen is doorgaans gemakkelijker dan een oorlog beëindigen. Toen het regime van de Russische Federatie (Rusland) op 24 februari 2022 overging tot een grootschalige invasie van buurland Oekraïne waren de Russische leiders, vermoedelijk verblind door grootheidswaan en machtsarrogantie, ervan overtuigd dat de hoofdstad Kyiv vanuit Belarus binnen een week bezet kon worden, de gala-uniformen voor de overwinningsparade waren al ingepakt. De legitieme regering van Oekraïne zou dan uit de weg geruimd zijn, vervangen door een Moskougezind regime, en de rest van het land zou zich zonder veel tegenstand onderwerpen aan Rusland. 

Maar het liep heel anders: terwijl de invallers bij gebrekkige Oekraïense verdediging vorderingen maakten in vier oostelijke provincies, werd de slag om Kyiv binnen een maand verloren en haastten de aangeslagen Russische troepen zich terug naar Belarus. De wettige regering en het parlement van Oekraïne zitten er nog en de Oekraïense strijdkrachten en bevolking boden sterke en effectieve tegenstand en zijn dat blijven doen. Op de mislukte invasie bij Kyiv volgden nog drie forse nederlagen: ook de slag om Charkiv werd verloren, Russische strijdkrachten werden uit het noordoosten van de gelijknamige provincie verdreven, en verder naar het zuiden uit de provincie Cherson, waarvan ook de hoofdstad heroverd werd op de bezetters. Vooral door het uitblijven van tijdige en adequate militaire steun uit het Westen verliep tegen de winter van 2023 het succesvolle Oekraïense tegenoffensief, wat de Russische troepen de gelegenheid gaf zich in te graven langs het meer dan duizend kilometer lange front in het oosten en de grens van het bezette gebied te plaveien met mijnenvelden en te voorzien van een stelsel van tankversperringen, loopgraven en verdedigingslinies. 

Uiteraard kon het Russische regime de gewelddadige agressie tegen Oekraïne op elk moment beëindigen, maar in de ban van de imperialistische en neo-koloniale ideologie van ‘de Russische wereld’, heeft het zich vastgebeten in voortzetting van de oorlog, die nu al drie jaar duurt. De verliezen aan mensenlevens en de materiële kosten van de oorlog zijn inmiddels zeer hoog opgelopen, veruit het meest voor Oekraïne, maar ook voor de Russische Federatie. De vraag is hoe het conflict beëindigd kan worden. Is er een weg naar een ‘alomvattende, rechtvaardige en duurzame vrede’?

Vroege Russische oorlogsintenties

Ten tijde van de Russische invasie was Oekraïne al ruim drie decennia een relatief onafhankelijke en soevereine staatssamenleving met een eigen complexe cultuur, waar geen enkele militaire dreiging van uitging voor de nationale veiligheid van de Russische Federatie. Toch had Rusland al zo’n acht jaar eerder, in het voorjaar van 2014, onverhoeds de gehele Krim bezet, en kort daarna in het oosten met geweld twee mini-‘volksrepublieken’, Donetsk en Loehansk, gevestigd. In de Russische propaganda – veelal klakkeloos nagepraat in kringen van rechtse Europese politici en hun aanhang – werden deze gebeurtenissen voorgesteld als separatisme van beknelde Russischtalige bevolkingsgroepen in Oekraïne. Maar in alledrie de gevallen was geen sprake van separatistische bewegingen. Intriges van Russische geheime diensten in collaboratie met plaatselijke criminelen en enkele louche politici, en Russisch militair geweld hebben de doorslag gegeven. 

Ten tijde van de Russische invasie vormde Oekraïne geen enkele militaire dreiging voor de nationale veiligheid van de Russische Federatie

Uit deze eerste agressieve acties van het Russische regime kunnen als doelen worden afgeleid: fundamentele aantasting van de soevereine onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Oekraïne, en verovering van Oekraïens gebied voor eigen gewin en expansie. 

Rusland brak met de internationale rechtsorde zoals vastgelegd in het statuut van de Verenigde Naties en pleegde verraad aan de belofte van het Memorandum van Boedapest (1994), waarbij het toegezegd had samen met de VS en het Verenigd Koninkrijk garant te staan voor de veiligheid van Oekraïne, nadat dat land zijn nucleaire wapens had opgegeven. Verraad werd ook gepleegd aan het Vriendschapsverdrag tussen Rusland en Oekraïne (1997), waarbij de grens tussen beide landen was vastgesteld en de territoriale integriteit van beide was erkend. 

Het Russische regime bleek voorts bereid grote materiële verwoestingen aan te richten en aanzienlijke aantallen mensen te doden en op de vlucht te jagen: tussen 2014 en 2022 kwamen ongeveer 14.000 Oekraïense militairen en burgers om het leven, en bijna twee miljoen mensen raakten ontheemd. Rusland was uit op het onderwerpen van Oekraïne en escalatie van de vijandelijkheden.

Zie ook: Moskou en consorten ondermijnen het kernwapenverdrag door Andreas Umland, 15 januari 2025 

De stap naar ‘denazificatie, demilitarisering en beëindiging van genocide’ 

De invasie van 2022 was een verdere grote stap in dat proces. Het Russische regime koos er nu ook voor een ernstige Europese veiligheidscrisis, een omvangrijke vluchtelingenstroom, een energiecrisis en een mondiale voedselcrisis te scheppen. Vanuit het Kremlin werden destijds drie oorlogsdoelen genoemd: ‘denazificatie en demilitarisering van Oekraïne, en beëindiging van genocide op de Russische bevolking in het oosten van Oekraïne’. In een groteske poging de aanval op Oekraïne te legitimeren en binnenslands en buitenslands te verkopen als een voortzetting van de Grote Vaderlandse oorlog van de Sovjet-Unie tegen nazi-Duitsland uit de jaren ’40 stelde de Russische propaganda alles in het werk om de regering en bevolking van Oekraïne af te schilderen als nazi’s – zogeheten Oekronazi’s – die in hun agressie gesteund werden door de verderfelijke en imperialistische NAVO. Zo werd geprobeerd de Russische collectieve haatfantasie over Oekraïne een (pseudo-)historische basis te verschaffen en een extra impuls te geven.

Beschuldigingen van genocide
In de 20e eeuw is geregeld gebleken dat politieke bewegingen en regimes die anderen beschuldigen van genocidale intenties en praktijken, zelf dergelijke bedoelingen koesteren. Dat geldt ook voor de Russische Federatie. Terwijl het regime Oekraïne beschuldigt van genocide op Russen in Oekraïne bieden de Russische staatsmedia veel ruimte voor bizarre genocidale haatfantasieën over de Oekraïners, circuleren in kringen van het Kremlin sinistere genocidale plannen, en heeft de Russische oorlogvoering van de laatste drie jaar onmiskenbaar genocidale trekken. En ironisch genoeg is het door het Internationale Strafhof (ICC) uitgevaardigde arrestatiebevel voor Poetin gebaseerd op verdenking van een genocidale misdaad: het gedwongen overbrengen van Oekraïense kinderen – vermoedelijk ruim 19.000 – naar Rusland teneinde hen om te vormen tot ware ‘Russen’. 

Intussen is het thema ‘denazificatie’ enigszins op de achtergrond geraakt, net als het doel van ‘beëindiging van tegen Russen gerichte genocide’. Er is nooit een spoor van bewijs geleverd voor een dergelijke genocide. Van de drie genoemde oorlogsdoelen lijkt ‘demilitarisering’ het meest prominent te zijn gebleven. Onlangs deelde de woordvoerder van het Kremlin, de beroepsleugenaar Dimitri Peskov, mee dat Rusland pas bereid zou zijn tot vredesonderhandelingen als Oekraïne vooraf onvoorwaardelijk zou instemmen met drie eisen: overdracht van de vier oostelijke provincies [Cherson, Donetsk, Loehansk en Zaporizja, red.], ook van die delen die nu nog onder Oekraïens bestuur staan; afzien van NAVO-lidmaatschap; en een defensiemacht van maximaal 50.000 man. 

Samenvattend kan geconcludeerd worden dat het regime van de Russische Federatie een einde wil maken aan de soevereine en relatief autonome Oekraïense staatssamenleving en cultuur, en zich een aanzienlijk deel van het Oekraïense territorium wil toeëigenen. Als er al iets overblijft van Oekraïne dan zal dat een vazalstaat van Moskou worden die afhankelijk is van de luimen van de Russische overheersers. 

Het centrale oorlogsdoel van Oekraïne

Het centrale oorlogsdoel van Oekraïne staat hier haaks op. Voor Oekraïne gaat het juist om het behoud van de eigen soevereiniteit, territoriale integriteit, en onafhankelijkheid. 

Oekraïne kiest voor onafhankelijkheid 
In de zomer van 1991 koos het Oekraïense parlement, destijds nog grotendeels in handen van de communistische partij, in meerderheid voor onafhankelijkheid. Aan het eind van dat jaar werd hier een referendum over gehouden en de eerste president gekozen. Bij een hoge opkomst van 84 procent van het electoraat koos iets meer dan 90 procent voor onafhankelijkheid. Regionaal werden de hoogste percentages geboekt in het westen van het land, maar ook in het centrale deel (Vinnytsja) was 95 procent voorstemmer, in het zuiden (Odesa) 85 procent. Ook in het oosten, waar veel Russen woonden, waren meerderheden voor, in de regio Donetsk 83 procent, en op de Krim (waar Russen toen 66 procent van de bevolking uitmaakten) 54 procent. De nieuwe president, de ‘nationale’ communist Leonid Kravtsjoek, werd gekozen met landelijk 61 procent. 

Sinds 1991 heeft de binnenlandse en buitenlandse politiek van Oekraïne vele wisselvallige ontwikkelingen doorgemaakt, maar het streven naar meer onafhankelijkheid en autonomie, meer democratie en burgerlijke vrijheden is vrijwel steeds sterk geweest, zij het niet zonder haperingen en conflicten. Rusland en Oekraïne zijn beide belast met de autoritaire politiek-culturele erfenis van de Sovjet-Unie, maar waar in Rusland de ontwikkelingen sinds 2000 in de richting zijn gegaan van een reactionaire, oorlogszuchtige en repressieve dictatuur, is in Oekraïne een meer pluriform politiek-maatschappelijk bestel gegroeid, met veel minder staatsrepressie en een grotere mate van vrijheid. Het streven naar het lidmaatschap van de EU en de NAVO sluit hier nauw bij aan. Het zou Oekraïne de beste kansen bieden voor toekomstige wederopbouw, verdere sociaal-economische ontwikkeling en de nationale veiligheid. En het is voor de rest van Europa – en ook voor de Russische Federatie – van belang voor veiligheid en vrede binnen de grotere Euraziatische regio op de langere termijn.

Het is verstandig om simplistisch denken in termen van ‘winnen’ en ‘verliezen’, van ‘overwinning’ en ‘nederlaag’ los te laten

Terugkerend naar de vraag hoe het conflict beëindigd kan worden, valt te verwachten dat onderhandelingen daarover moeilijk zullen zijn, gezien het feit dat de oorlogsdoelen nu diametraal aan elkaar tegengesteld zijn. Ook is gerede twijfel mogelijk over de huidige onderhandelingsbereidheid. Toch lijkt het mogelijk op afzienbare termijn een einde te maken aan de oorlog. Daarvoor is het allereerst verstandig elk simplistisch denken in termen van ‘winnen’ en ‘verliezen’, van ‘overwinning’ en ‘nederlaag’ los te laten. Een oorlog is geen voetbalwedstrijd. Het is ook geen zakelijke transactie, die afgesloten kan worden met een ‘deal’. Het gaat er daarentegen om een uitweg te vinden uit een complexe en destructieve oorlogssituatie waarbij rekening wordt gehouden met centrale belangen van betrokken partijen. 

 DSC3194 2Beschoten en uitgebrande wrakken worden tentoongesteld op een plein in Kyiv. Auto waarin een stel zat, en werd beschoten door russische militairen. Alleen de vrouw heeft dit met zware verwondingen overleefd. Kyiv, Oekraïne, 15 januari 2025. Foto: Mischa Keijser

De paradox van de huidige NAVO-strategie

Tot voor kort, toen besloten werd de militaire hulp aan Oekraïne te coördineren via NAVO-organen, werd de strategie van het bondgenootschap gekenmerkt door grote voorzichtigheid en terughoudendheid. Niet onbegrijpelijk gezien de abrupte Russische invasie en het feit dat Rusland beschikt over een aanzienlijk nucleair arsenaal. Toch was het een beschamend moment toen secretaris-generaal Stoltenberg kort na het begin van de invasie nadrukkelijk verklaarde dat de NAVO een bondgenootschap was ter beveiliging van de lidstaten, dat de organisatie zich niet inliet met conflicten daarbuiten, en dat de gemeenschappelijke defensie berustte op afschrikking. Politiek en militair was het een onnodige en onwenselijke verklaring – deels ook historisch onjuist. Voor het Russische regime had de boodschap niet beter kunnen zijn: de NAVO zou zich dus hoogstwaarschijnlijk niet gaan bemoeien met de net begonnen ‘speciale militaire operatie’. En het bondgenootschap verspeelde een kans om druk te zetten op het regime en de Russische agressie in een vroeg stadium in te tomen. 

Terwijl individuele lidstaten en ook andere landen actieve steun bieden aan Oekraïne, is het beleid van de NAVO-organisatie als geheel terughoudend 

De verklaring van Stoltenberg weerspiegelde vooral de visie van de Verenigde Staten. Toen Amerikaanse inlichtingendiensten in het najaar van 2021 steeds meer aanwijzingen kregen dat de Russische Federatie een invasie van Oekraïne voorbereidde, vroeg de Amerikaanse regering strategisch advies aan de legerleiding. Dat advies kwam op het volgende neer: ‘Vermijd directe confrontatie tussen Amerikaanse en NAVO-strijdkrachten met Rusland. Beperk oorlogvoering tot de geografische grenzen van Oekraïne. Vergroot en handhaaf de eenheid binnen de NAVO. Versterk Oekraïne en geef het de middelen om te vechten.’ Deze visie is strategisch leidend geworden voor de meeste NAVO-lidstaten, aangevoerd door de Verenigde Staten en Duitsland, de grootste donoren van Oekraïne.

Daardoor is een paradoxale situatie ontstaan: terwijl individuele lidstaten en ook andere landen actieve steun bieden aan Oekraïne, is het beleid van de NAVO-organisatie als geheel vooral terughoudend gebleven en is amper eigen initiatief getoond. Dat verklaart ook het weerkerende geaarzel en getreuzel bij de levering aan Oekraïne van geschikte munitie, en van achtereenvolgens artillerie, tanks, vliegtuigen, en raketten voor de langere afstand. 

Het logenstraft tevens de aanhoudende Russische beweringen dat Oekraïne ‘slechts een instrument is in handen van het collectieve Westen’ en dat de Russische Federatie eigenlijk in ‘oorlog is met de NAVO’. Maar zoals elke Rus en ieder ander met eigen ogen kan constateren is er geen regulier NAVO-krijgsmachtonderdeel te bekennen in Oekraïne en heeft de NAVO in de afgelopen drie jaar nog geen schot in de oorlog gelost. De Russische retoriek en de felle dreigementen van het regime doen wel vermoeden dat men aan Russische zijde zeer beducht is voor de mogelijkheid dat dat zou kunnen veranderen.

De huidige strategie komt er de facto op neer dat Oekraïne er alleen voor staat in de daadwerkelijke oorlogvoering

In de zomer van 2023 is op een NAVO-top in Vilnius een NATO-Ukraine Council opgericht, waarin beide partijen op ambassadeursniveau met elkaar overleggen. Oekraïne heeft ook te horen gekregen dat het in de toekomst lid kan worden, maar het is daartoe niet uitgenodigd en er zijn geen afspraken gemaakt over het traject dat daarheen kan leiden.

Ondanks alle verklaringen van Westerse kant dat ‘Poetin deze oorlog niet mag winnen’, dat men Oekraïne militair en anderszins zal blijven steunen ‘met wat nodig is en zolang als het duurt’, en dat ‘de toenadering tot de NAVO almaar toeneemt’, komt de huidige strategie er de facto op neer dat Oekraïne er tot op heden alleen voor staat in de daadwerkelijke oorlogvoering, en dat het dagelijks voortgaande moorddadige terroriseren van de bevolking en het slopen en verwoesten van het land door de Russische Federatie nog steeds getolereerd wordt. Het heeft er alle schijn van dat de NAVO de gevangene is geworden van een angstcomplex dat de ontwikkeling van een andere strategie in de weg staat. Alvorens daarvoor enkele suggesties te doen, is het zinvol stil te staan bij dat angstcomplex.

Drie angsten verlammen de NAVO 

Het angstcomplex dat verlammend lijkt te werken bestaat uit drie overlappende angsten: de vrees voor een Derde Wereldoorlog, de angst voor een nucleaire oorlog, en de Europese vrees voor een gewapend conflict met Rusland. Ze zijn alledrie begrijpelijk, maar verdienen realistische relativering.

In het publieke debat wordt frequent gespeculeerd over een Derde Wereldoorlog, waarbij veel grote woorden vallen en doemscenario’s worden geschetst. Bij nader inzien zijn die weinig overtuigend. De verhoudingen tussen de grootste machten – China, Rusland, de Verenigde Staten, en de Europese Unie – zijn gepolariseerd en momenteel zijn er mondiaal meerdere ernstige oorlogen gaande. Naast de Russisch-Oekraïense, heersen oorlog en burgeroorlog in onder andere het Midden-Oosten, Soedan, Myanmar, en het oosten van Congo. Deze oorlogen brengen in de betreffende regio’s grote verschrikkingen met zich mee, dragen bij aan een wereldwijde vluchtelingenstroom, en getuigen van gebrekkige geweldsbeheersing op mondiaal niveau. Maar ze zijn alle regionaal beperkt gebleven en de huidige situatie verschilt niet fundamenteel van voorgaande tijden. Variërend naar tijd en plaats is oorlog steeds deel geweest van het wereldsysteem van staten.

China en Rusland gedragen zich agressief provocerend, tegen Taiwan en in de Zuid-Chinese Zee, en tegen voormalige Sovjet-gebieden en in de rest van Europa met hybride oorlogvoering. Maar vergeleken met de militaire agressie van het imperialistische Japan, het fascistische Italië en nazi-Duitsland in de jaren ’30 kan de huidige agressieve politiek van China en Rusland niet anders dan relatief bescheiden worden genoemd. De vier machtsblokken maken allevier onlosmakelijk deel uit van het multipolaire wereldsysteem, ze zijn ‘niet veroverbaar’, van elkaar afhankelijk, en geen van de vier kan de andere domineren. De mondiale machtsbalansen zijn fragiel, maar er is geen andere optie dan voortgezette coëxistentie. Aanwijzingen dat een Derde Wereldoorlog wordt nagestreefd ontbreken.

De mondiale machtsbalansen zijn fragiel, maar er is geen andere optie dan voortgezette coëxistentie

Het Russische regime voedt al geruime tijd welbewust de angst voor een kernoorlog. In 2014 meldde Poetin dat Rusland bij de overval van de Krim ook kernwapens gereed had gehouden en in de staatsmedia wordt vaak gefantaseerd over de verondersteld geweldige mogelijkheden van kernwapens. Ze zouden ‘Engeland tot zinken’ kunnen brengen, Frankrijk ‘kunnen ontwapenen’, ‘Polen van de kaart kunnen vegen’, en ‘een tweede en blijvende bezetting van Berlijn’ mogelijk maken. Ook ‘de haven van Rotterdam’ zou vernietigd kunnen worden en het Internationale Strafhof in Den Haag ‘weggevaagd’. Zo is de vrees voor een kernoorlog in Europa aangewakkerd, maar de dreigementen dienen vooral beoordeeld te worden als loze grootspraak. China heeft al een paar maal publiekelijk omzichtig bezwaar gemaakt tegen nucleaire dreigementen en het is aannemelijk dat de Verenigde Staten achter de schermen de Russische Federatie ernstig gewaarschuwd heeft tegen de inzet van kernwapens.

Wat er op de Russische televisie bij alle nucleaire fantasieën nooit bij verteld wordt, is dat Rusland te maken heeft met vier machten die ook over nucleaire wapens beschikken – de Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, en de NAVO – en dat kernraketten uit het Westen even snel op Moskou of Petersburg kunnen neerkomen als Russische raketten op Europese doelen. Tussen nucleaire mogendheden bestaat geen ‘first strike capability’, de mogelijkheid alle nucleaire wapens van de tegenstander in één klap uit te schakelen. Zeker is slechts wederzijdse massale vernietiging (‘mutually assured destruction’, afgekort MAD) en daarop berust de wederkerige afschrikking. Dit alles is ook genoegzaam bekend bij het Russische regime. Het maakt het daadwerkelijke gebruik van kernwapens zeer onwaarschijnlijk.

De derde angst, de Europese beduchtheid voor een gewapend conflict met Rusland, kent een lange geschiedenis. Het pact tussen Hitler en Stalin uit augustus 1939 staat velen nog helder voor ogen. Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie hebben in onderlinge samenwerking de Tweede Wereldoorlog ontketend. Twee weken na het begin van de Duitse invasie van Polen, bezetten Sovjet strijdkrachten het toenmalige oosten van Polen. De Sovjet-Unie annexeerde voorts de Baltische staten, bezette Bessarabië (grofweg het huidige Moldova) en begon een oorlog tegen Finland. De veroverde gebieden kwamen onder militair bestuur; de NKVD, de toenmalige Sovjet geheime dienst, voerde er een huiveringwekkend schrikbewind; en de Sovjet-Unie verleende bijna twee jaar actieve rugdekking aan Hitler, wat nazi-Duitsland in staat stelde de oorlogen in West-Europa te voeren. Het pact kwam ten einde in juni 1941 toen Duitsland de Sovjet-Unie aanviel. 

In Europa wordt de rol van de Sovjet-Unie in het verslaan van nazi-Duitsland algemeen erkend, maar na 1945 werden de Russische strijdkrachten nergens, behalve in Oostenrijk, teruggetrokken en in 1947 brak mondiaal de Koude Oorlog aan. Onder regie van Moskou werden in het oosten van Europa communistische regimes geïnstalleerd. Opstanden daartegen, zoals in oost-Berlijn (1953), Hongarije (1956), en tijdens de Praagse Lente (1968), werden met Russisch militair geweld neergeslagen. De vrees in Europa voor Rusland is pas geluwd in de jaren ’90 van de vorige eeuw en lijkt nu weer toegenomen. 

Maar intussen zijn de omstandigheden drastisch gewijzigd: de Russische legers zijn teruggetrokken uit Europa, de communistische regimes zijn verdwenen, Duitsland is herenigd, in het oosten van Europa zijn min of meer democratische regeringen aan de macht, alle staten zijn lid van de EU en de NAVO, en de Sovjet-Unie bestaat niet meer. De huidige Russische Federatie is economisch noch militair in de positie een aanvalsoorlog te beginnen tegen enig lid van de NAVO. Het is zaak de Russische provocaties, de hybride oorlogsvoering tegen Europa, en het daadwerkelijke geweld tegen Oekraïne nauwlettend in de gaten te houden en er gepaste maatregelen tegen te nemen, maar grote vrees voor directe Russische militaire agressie tegen Europa is ongegrond.

 DSC3190 2Beschoten en uitgebrande wrakken, zoals deze Russische tank, worden tentoongesteld op een plein in Kyiv. Kyiv, Oekraïne, 15 januari 2025. Foto: Mischa Keijser

Een andere strategie? 

Na drie jaar oorlog lijkt het hoog tijd voor de NAVO – of misschien beter: voor een ‘coalition of the willing’ – meer initiatief te nemen en een andere, meer robuuste, strategie te ontwikkelen. Naar eigen zeggen is het centrale belang van de Russische Federatie de nationale veiligheid van Rusland. ‘Het Westen’ kan daaraan een forse bijdrage leveren door de bevolking en de regering van de Federatie een nader op te stellen niet-aanvalsverdrag voor een lange tijdsperiode aan te bieden. Dat zou een weg kunnen openen naar het einde van de oorlog: het staken van de vijandelijkheden, uitwisseling van alle krijgsgevangenen, het opheffen van de Westerse sancties, en een hernieuwde normalisering van de verhoudingen tussen de Russische Federatie en Europa.

De aanbieding van een dergelijk niet-aanvalsverdrag is uiteraard wel gebonden aan een aantal voorwaarden. De voornaamste zijn terugtrekking van de Russische strijdkrachten uit de bezette gebieden in Oekraïne, herstel van de grenzen van voor 2014, en erkenning van de soevereiniteit van Oekraïne. Voorts kan gedacht worden aan medewerking bij de juridische vervolging van oorlogsmisdrijven en aan enigerlei vorm van herstelbetalingen. Dat zal grote stappen van Rusland vergen, maar daar staat dan tegenover dat de noordelijke, westelijke en zuidelijke grenzen van de Federatie gegarandeerd worden, wat de nationale veiligheid van Rusland en ook de veiligheid van Europa voor een lange periode in hoge mate zal vergroten. Het toezicht daarop zou geregeld kunnen worden via de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (ovse).

Oekraïne dient een centrale rol te spelen bij alle onderhandelingen over een einde aan de oorlog

De ontwikkeling van zo’n nieuwe strategie kan alleen plaatsvinden met instemming van Oekraïne. Het dient een centrale rol te spelen bij alle onderhandelingen over een einde aan de oorlog. De bemoeienis van de Verenigde Staten is vooralsnog onduidelijk, maar de voortekenen daarvan wekken weinig vertrouwen. De nieuwe president permitteert zich roekeloze en ondermijnende uitspraken over de NAVO, en ongeloofwaardige beweringen over beëindiging van de oorlog. Diens gezant voor Oekraïne, de bejaarde generaal Keith Kellogg, verspreidt premature geruchten over een simplistische ‘land for peace’- formule. Het doet denken aan het zogeheten ‘Münchner Abkommen’, het verdrag uit september 1938 waarbij het fascistische Italië, nazi-Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk (zonder vertegenwoordiging van Tsjecho-Slowakije) overeenkwamen het Tsjechische Sudetenland af te staan aan Hitler. De Engelse premier Chamberlain sprak bij terugkeer in Engeland tevreden van ‘peace for our time’, maar het verdrag werd al in maart 1939 tenietgedaan toen Duitsland de rest van Tsjecho-Slowakije bezette. Dat is hoe ‘land for peace’ kan uitpakken. Bepaald geen vooruitzicht op een rechtvaardige en duurzame vrede. Een ‘frozen conflict’ – een staakt-het-vuren langs een arbitraire bestandslijn – biedt dat evenmin. Voorkomen dient te worden dat de Verenigde Staten en Rusland in een onderonsje het ‘verraad van München’ herhalen, ditmaal met Oekraïne als slachtoffer. 

Voorwaartse bescherming

Wat als de Russische Federatie niet wil ingaan op een aanbod van een wederzijds niet-aanvalsverdrag? Dan dient duidelijk gemaakt te worden dat geen oorlog tegen de Russische Federatie zelf zal worden begonnen, maar dat overgegaan zal worden tot ‘voorwaartse bescherming’ van Oekraïne als kandidaat-lid van de EU en toekomstig lid van de NAVO, en dat bezettende Russische troepen op het territorium van Oekraïne zullen worden bestreden. Die steun kan beginnen met een gecombineerde inzet van de Europese luchtmacht, bij voorkeur onder leiding van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, ter beveiliging van het luchtruim boven Oekraïne. Dat kan de onophoudelijke Russische bombardementen effectief tegengaan. Ook kan luchtsteun geboden worden aan Oekraïense strijdkrachten op de grond. Mocht dat niet voldoende blijken, dan dient overwogen te worden Europese troepen naar Oekraïne over te brengen, zoals eerder geopperd door de Franse president Macron.

Het is niet onmogelijk dat vergroting van de politieke, economische en militaire druk het Russische regime tot het inzicht zal brengen dat het inslaan van een weg naar het einde van de oorlog de voorkeur verdient boven het voortzetten van een uiterst destructief, redeloos en uitzichtloos conflict.

Doemdenkers en sceptici zullen ongetwijfeld wijzen op vele leeuwen en beren op de weg – en die zijn er ook – maar werkelijke vrijheid en democratie zijn nergens vanzelfsprekend en het verwerven, behouden en verdedigen daarvan is nooit zonder risico’s.

De foto's bij dit artikel zijn gemaakt door de Nederlandse beeldend kunstenaar en documentair fotograaf Mischa Keijser. Hij is deze week in Kyiv om te fotograferen in de aanloop naar de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump. Eerder publiceerde RAAM zijn fotoverslag uit Odesa.

Publish the Menu module to "offcanvas" position. Here you can publish other modules as well.
Learn More.