Het Kremlin zet het strafrecht in tegen Boris Akoenin en Dmitri Bykov, twee bekende Russische schrijvers die al langere tijd in het buitenland wonen. Akoenin is bij verstek veroordeeld tot veertien jaar gevangenisstraf, tegen Bykov is een arrestatiebevel uitgevaardigd. Volgens Andrej Archangelski vervullen de auteurs een voorbeeldfunctie voor de Russen: geen passief gedrag meer, maar openlijk en actief verzet tegen de dictatuur.
Boris Akoenin tijdens een protest tegen Vladimir Poetins presidentschap in Moskou op 13 mei 2012. Foto: Kirill Kudryavtsev / ANP / ANP
Het Kremlin zet het strafrecht in tegen Boris Akoenin (69) en Dmitri Bykov (57), twee bekende Russische schrijvers die sinds meerdere jaren in het buitenland wonen. Half juli veroordeelde een Russische militaire rechtbank Boris Akoenin (een pseudoniem van Grigori Tsjchartisjvili) bij verstek tot veertien jaar gevangenisstraf. Akoenin werd schuldig bevonden aan het ‘goedpraten van terrorisme'. Ook vaardigde het Russische Ministerie van Binnenlandse Zaken een opsporingsbevel uit voor schrijver en publicist Dmitri Bykov. Tegen hem loopt een strafzaak vanwege de ‘verspreiding van onbetrouwbare informatie over het Russische leger.’ Beide schrijvers stonden al langer op de lijst van ‘buitenlandse agenten', zoals het regime haar ideologische vijanden bestempelt, en wonen in het buitenland: Akoenin in Frankrijk, Bykov in de VS.
Van grap tot gevangenisstraf
Het is een oude Russische traditie om schrijvers voor de rechtbank te dagen. Ze worden berecht niet voor hun daden, maar voor hun ideeën, voor woorden op papier. In 1790 kreeg de schrijver Aleksandr Radisjtsjev voor zijn boek Een reis van Petersburg naar Moskou de doodstraf. Tsarina Catherina de Grote gaf Radistjev strafvermindering, maar nog steeds moest hij meerdere jaren in ballingschap doorbrengen. In 1836 werd in het Moskouse tijdschrift Teleskop Pjotr Tsjaadajevs ‘Filosofische brief' gepubliceerd. De auteur beschouwde Europa als een voorbeeld en klaagde over de achterstallige ontwikkeling van Rusland, die volgens hem werd veroorzaakt door een gebrek aan creativiteit en een houding van slaafse volgzaamheid jegens de macht. Na publicatie werd Tsjaadajev door het Russische regime van Nikolaj I officieel krankzinnig verklaard. Sinds die tijd is er niets veranderd.
Het feit waarvan Akoenin wordt beschuldigd, het 'goedpraten van terrorisme', gaat over een post op zijn Telegram-kanaal van 18 februari 2024. Akoenin schreef toen: ‘Ik ben nu voor revolutie, omdat er geen andere manier is om van deze dictatuur af te komen. Verkiezingen zijn er niet en zullen er ook niet komen, het regime vermoordt haar opponenten of laat ze wegrotten in de gevangenis. Ja, revolutie is een explosief middel. Maar soms zijn er in de geschiedenis blokkades die alleen met explosieven kunnen worden opgeruimd.’
Maar het bewijs in de zaken tegen beide schrijvers steunt voornamelijk op een vorm van provocatie, de zogenoemde prank call: een telefoontje waarbij de beller zich voordoet als iemand anders en de opname van het gesprek vervolgens online zet. Het Russische duo Vovan en Leksoes werd bekend met hun prank calls in 2011, de tijd van de grote protesten in Moskou. Aanvankelijk kozen ze vooral Russische ambtenaren als slachtoffer. Maar sinds 2014 richten de twee hun pijlen uitsluitend op ‘vijanden van Rusland', ofwel Europese ambtenaren en critici van het regime die het land hebben verlaten. Naar mijn inschatting is het bijna onmogelijk dat ze hun technisch complex in elkaar zittende telefoontjes plegen zonder hulp van de geheime diensten. Het duo heeft samenwerking met de Russische inlichtingendienst overigens ook nooit ontkend.
In december 2023 kregen Vovan en Leksoes Boris Akoenin aan de lijn. Ze deden zich voor als ‘Vladimir Zelenski, president van Oekraïne' en ‘Aleksandr Tkatsjenko, Minister van Cultuur’. Akoenin maakte zich in het gesprek hard voor samenwerking tussen Russische en Oekraïense intellectuelen en kunstenaars, en benadrukte dat de overwinning niet alleen ‘op het slagveld’ behaald wordt, maar ook ‘in de harten en hoofden van de mensen'. Hij stelde ook voor om Russische militairen actiever aan te moedigen om zich krijgsgevangene te laten maken en zich aan de kant van Oekraïne te scharen. Diezelfde maand, december 2023, was het de beurt aan Dmitri Bykov. Dit keer deden Vovan en Leksoes zich voor als ‘Andrij Jermak, Hoofd van de administratie van de president van Oekraïne.’ Bykov zou in het gesprek gezegd hebben dat hij het Oekraïne niet kwalijk neemt dat het drone-aanvallen op Russisch grondgebied uitvoert. Fragmenten van het gesprek werden op Telegram gezet.
Dit specifieke provocatieve genre had alleen in Poetins Rusland kunnen ontstaan. Het werk van de geheime diensten versmelt met dat van een stel grappenmakers. De overheid maakt individuele humor tot een instrument van onderdrukking en geweld. De grap wordt in dienst gesteld van het repressieve regime. Overigens is ook dit geen nieuw verschijnsel. In de Sovjettijd provoceerden de geheime dienst mensen tot het vertellen van anti-Sovjet anekdoty, korte humoristische verhalen, om hen daarvoor vervolgens in de gevangenis te zetten. Voor een anekdot over Stalin kon je zo tien jaar strafkamp krijgen - bittere ernst dus. Die traditie wordt nu voortgezet, ondersteund met nieuwe technische middelen. Het format van de prank past ook naadloos in het post-truth tijdperk waarin de grens tussen feit en fictie steeds verder vervaagt. In de postmodernistische wereld heeft het geen zin om op zoek te gaan naar de waarheid, zo wordt in Rusland beweerd. Voor het regime van Poetin gaat postmodernisme niet over waarheidsvinding, maar over moreel relativisme. In de grijze zone tussen goed en kwaad kunnen de geheime diensten vrij opereren.
De overheid zet zelf speciale provocatie-operaties op touw om auteurs in diskrediet te brengen
Op basis van deze provocaties worden nu strafrechtelijke dossiers tegen Russische schrijvers opgebouwd. De overheid heeft niet genoeg aan het materiaal dat de auteurs zelf publiceren. Het regime wil hen definitief in diskrediet brengen en zet daartoe speciale provocatie-operaties op touw. Daarbij richtte het zich al eerder op Russen die het land hebben verlaten. In 2024, bijvoorbeeld, interviewden Servische journalisten in dienst van de Russische inlichtingendienst gevluchte oppositieleden, onder andere in Amsterdam (waar de redactie van Dozjd zit).
Waarom trapten Bykov, Akoenin, en anderen zo makkelijk in de val? De prankers spelen in op hun ijdelheid en trots. Tegelijkertijd is een prestigieus telefoontje vanuit Oekraïne ook geen volledig waanidee. Bykov kent Zelenski en andere Oekraïense politici persoonlijk. Hij heeft het land sinds de grootschalige inval van 2022 zelf bezocht en een boek over Zelenski geschreven (VZ. Een portret tegen de achtergrond van de natie, 2023). Bovendien voelen beide schrijvers zich in zekere mate schuldig over de agressie van Rusland en willen ze Oekraïne op alle mogelijke manieren ondersteunen. Daar hebben de prankers gebruik van gemaakt.
Oktoberlezing 2017: Illusions of change
Boris Akoenin gaf op 25 oktober 2017 de eerste Oktoberlezing van Platform RAAM (toen nog Raam op Rusland) met de titel 'Illusions of change' in De Rode Hoed in Amsterdam. Via deze link kunt u zowel de lezing als de daaropvolgende Q&A terugkijken.
Schrijvers en politieke cultuur
Het Kremlin kiest zijn slachtoffers niet willekeurig. Bykov en Akoenin zijn belangrijke iconen van de jaren 1990-2000, een periode van hervorming en verandering. Akoenin creëerde een nieuw genre, de historische detective, en liet zo een nieuwe doelgroep kennismaken met literatuur. Bykov begon zijn carrière als journalist en tv-presentator, maar werd vooral bekend in 2011 met het programma Grazjdanin poet (‘Burger-dichter’), waarin de beroemde Russische acteur Michail Efremov Bykovs poëzie voordroeg. Zijn gedichten, geheel in vorm en stijl van bekende Russische 19e en 20e-eeuwse poëzie, dreven de spot met de overheid en de ambtenarij.
Dankzij een lange traditie van repressie is politieke deelname in Rusland nooit de norm geweest. Bykov en Akoenin waren reeds succesvolle auteurs toen ze in 2011-2012 openlijk hun steun verklaarden aan de protesten tegen de regering. Beiden veroordeelden de annexatie van de Krim en de agressie tegen Oekraïne.
Bykov en Akoenin staan symbool voor een belangrijke maatschappelijke verandering: individueel dissidentschap maakte plaats voor bredere politieke deelname
De geschiedenis kent vele voorbeelden van Russische schrijvers die zich vanuit het buitenland verzetten tegen de Russische dictatuur. Aleksandr Herzen deed dat halverwege de 19e eeuw, Aleksandr Solzhenitsyn in de jaren 1970. In 1968 reageerden dichters als Jevgeni Jevtoesjenko en Boelat Okoedzjava met kritische teksten op de Sovjet-inval in Tsjecho-Slowakije. Maar ze riepen niet op tot direct verzet tegen het regime. Lange tijd kende inwoners van de Sovjet-Unie maar één vorm van verzet: passief protest, gevoerd in de privésfeer, aan de keukentafel.
De jaren 2011-2012 brachten een belangrijke verandering in de protestcultuur. Russische schrijvers als Bykov en Akoenin uitten toen niet alleen kritiek op het regime in hun geschreven werk, maar gingen ook zelf de straat op. Duizenden lezers en fans volgden hen. Beide schrijvers werden in 2012 lid van de zogenoemde 'Coördinatieraad’ van de Russische oppositie. Mede dankzij Bykov en Akoenin raakte politiek protest in de mode. Ze kwamen symbool te staan voor een belangrijke maatschappelijke verandering: individueel dissidentschap maakte plaats voor bredere politieke deelname. Samen met andere culturele figuren boden de auteurs de inwoners van Rusland een nieuw voorbeeld. Geen passief gedrag meer, maar openlijk en actief verzet tegen de dictatuur. Dat is nog steeds belangrijk, zeker nu er een existentieel conflict tussen goed en kwaad speelt en we daarin geen neutrale positie in mogen nemen. De meeste culturele figuren uit Rusland hebben die ethische knoop doorgehakt, in navolging van Bykov en Akoenin.
Voor de Russische overheid schuilt hier natuurlijk gevaar. Poetins regime leerde de samenleving de afgelopen twintig jaar aan om zich vooral zo apolitiek mogelijk te gedragen. Het Kremlin zag iedere vorm van openlijk protest als een uitdaging. In 2014 verliet Akoenin het land naar aanleiding van een strafrechtelijk proces. Hij was een van de eersten, ik herinner me nog dat ik hem kort voor zijn vertrek interviewde. Bykov bleef in Rusland, en hoewel zijn politieke overtuiging duidelijk was, bleef hij de dialoog aangaan met mensen met een ander standpunt. Die rol van bemiddelaar lag hem heel goed. Zowel Bykov als Akoenin steunden Navalny, hoewel ze zijn politieke denkbeelden niet volledig deelden. In 2019 werd Bykov naar alle waarschijnlijkheid vergiftigd met novitsjok (net als Navalny in 2020). Als in een wonder overleefde Bykov. Ook daarna bleef hij in Rusland. Pas in 2021 vertrok hij, om les te gaan geven in de VS.
Dmitry Bykov tijdens een protest tegen Vladimir Poetins presidentschap in Moskou op 13 mei 2012. Foto: Kirill Kudryavtsev / ANP / ANP
Het cynisme van het Kremlin werkt niet
In Rusland is de creatieve sector het gewend te kunnen rekenen op steun van de overheid. Vanuit het perspectief van de Russische oliestaat zijn zelfs de geldbedragen die naar de meest succesvolle schrijvers gaan natuurlijk een schijntje. Bykov en Akoenin behoorden tot de weinigen die talentvol genoeg waren om financieel onafhankelijk van Poetins regime te kunnen werken. Toch betekent ‘financiële onafhankelijkheid’ in Rusland niet hetzelfde als in sommige andere landen. Het systeem zit zo in elkaar dat al het geld, ook privébezit, uiteindelijk wordt gecontroleerd door de staat. Zo denkt het Kremlin de intelligentsia onder economische controle te kunnen houden, met een mechanisme dat een stuk effectiever is dan de ideologische controle uit de sovjettijd.
Tijdens de protesten van de jaren 2010-2020 lieten schrijvers zien dat ze zich niet lieten afschrikken door verlies van inkomsten of dreigende strafvervolging
In 2006, toen Poetin op staatsbezoek was in Frankrijk, werd een grote groep Russische schrijvers uitgenodigd in Parijs. Bykov was ook aanwezig en hij vroeg Poetin, bij wijze van grap (in die tijd kon dat nog), naar zijn lievelingsschrijver. ‘Als ik u dat vertel, gaan jullie hem allemaal kopiëren’, was Poetins antwoord. Het cynisme druipt ervan af: ook toen al was Poetin ervan overtuigd dat schrijvers alleen geven om hun populariteit en financiële inkomsten, en vooral de grote baas tevreden willen stellen. Maar tijdens de protesten van de jaren 2010-2020 lieten schrijvers, met Bykov en Akoenin voorop, zien dat ze zich niet lieten afschrikken door verlies van inkomsten of dreigende strafvervolging.
Het Kremlin moest dus wel constateren dat het een psychologische inschattingsfout had gemaakt.
Mensen zitten complexer in elkaar dan het Kremlin dacht. Naast financiële en rationele belangen hechten mensen ook belang aan hun waarden. Juist dat individuele vermogen om ethische keuzes te maken frustreert het Kremlin. Om die reden wordt iedere intellectueel in het Rusland van nu als ‘vijand’ beschouwd. In de sovjettijd gaf het regime er nog de voorkeur aan om met de intelligentsia te onderhandelen, of deed het poging tot ‘heropvoeding’. Maar onder Poetin lijkt de haat tegen de intelligentsia nog groter dan die onder Stalin ooit is geweest.
In de tijd van Stalin werden schrijvers doodgeschoten vanwege vermeend lidmaatschap van 'contrarevolutionaire organisaties'. Maar hoe vreemd het ook klinkt, het stalinisme zag ook waarde in schrijverstalent en zocht naar mogelijkheden om ‘vijandige schrijvers’ voor zich te winnen. In het Rusland van nu toont het regime van Poetin zich juist bereid zich volledig te ontdoen van talenten die kritiek hebben op de overheid. Schrijvers worden strafrechtelijk vervolgd, hun boeken verboden. De huidige regering gooit creatief talent regelrecht de prullenbak in.
Onder Poetin lijkt de haat tegen de intelligentsia nog groter dan die onder Stalin ooit is geweest
Het resultaat is dat Poetin nauwelijks talentvolle schrijvers meer over heeft. Het lijkt hem weinig zorgen te baren. Want, zoals kunstenaar Anatoli Osmolovski formuleerde: 'Het genre van Poetins regime draait niet om het leven, maar om de dood.’ Het regime geeft niet om dichters en kunstenaars, en dat kan twee dingen betekenen. Ofwel het Kremlin bereidt zich voor op een wereldoorlog en heeft geen tijd voor kunst, ofwel het maakt geen plannen voor de toekomst omdat het niet gelooft in het eigen succes. Hoe dan ook onderschat het Kremlin de waarde van cultuur. Terwijl het juist de onafhankelijke cultuur was die de overwinning behaalde in de afgelopen Koude Oorlog. Dictators als Poetin zijn ervan overtuigd dat literatuur en culturele waarden in de 21e eeuw hun betekenis hebben verloren. Mogelijk ligt in die onderschatting van cultuur juist de zwakke plek van de dictaturen van deze eeuw. In een nieuwe wending van de geschiedenis kunnen culturele waarden belangrijker blijken dan materiële winst, zoals dat ook het geval was in 1985, in de jaren 1990, en in 2011-2012. Het geeft een sprankje hoop voor de toekomst.
Vertaald uit het Russisch door Sophie Polm
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.

