Door tekorten is het voor Oekraïne een continue uitdaging om aan voldoende militair materieel te komen. Bovendien zijn er talloze obstakels bij het vervoeren en repareren van het toch al schaarse Westerse wapentuig. Julian Postulart dook in misschien wel het best bewaarde geheim van de oorlog: de complexe militair-logistieke operatie die schuilgaat achter de Oekraïense verdediging.
Een medewerker van het Duitse wapenbedrijf Rheinmetall werkt in een fabriek in Duitsland aan 155 mm-granaten die aan Oekraïne zullen worden geleverd voor de Panzerhaubitze 2000. Foto: ANP / AFP / Axel Heimken
Onlangs maakte de Amerikaanse president Trump, in het bijzijn van secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte, bekend akkoord te gaan met de verkoop van wapens aan Oekraïne. Volgens deze nieuwe constructie draaien de Europese NAVO-leden en Canada op voor de kosten van nieuw wapentuig, dat vervolgens kan worden gedoneerd aan Oekraïne. Trump noch Rutte lieten veel los over de aard van de wapenleveranties, behalve dat Kyiv kan rekenen op extra Patriot-luchtafweersystemen.
Hoewel Oekraïne de eigen wapenproductie flink heeft opgeschroefd, blijft de aanvoer van Westers wapentuig cruciaal. De hervatting van de Amerikaanse militaire steun vestigt opnieuw de aandacht op de complexe militair-logistieke operatie die schuilgaat achter de Oekraïense verdediging. Hoe ziet die eruit? En wat zijn de belangrijkste obstakels bij het vervoeren en repareren van die schaarse Westerse middelen?
Een goed bewaard geheim
De logistiek achter de Westerse wapenleveranties is een van de best bewaarde geheimen van de oorlog in Oekraïne. Dit is niet zonder reden. De meeste NAVO-lidstaten steunen Oekraïne militair, maar willen geen directe confrontatie met Rusland. Landen willen dus niet te veel ruchtbaarheid geven aan de wapentransporten. Voor Oekraïne geldt ook nog een andere vrees: als duidelijk wordt hoe de wapens het land binnenkomen, kunnen de aanvoerlijnen doelwit worden van Russische aanvallen.
Toch kan er op basis van openbare bronnen een vrij complete reconstructie gemaakt worden van deze logistieke legpuzzel. Neem bijvoorbeeld de Patriot-raket. De recente leveringsstop van dit voor Oekraïne essentiële luchtverdedigingswapen werd naar verluidt veroorzaakt doordat binnen het Pentagon bezorgdheid ontstond over de eigen voorraden. Fabrikant Lockheed Martin was al van plan de productie flink op te schroeven, maar dit kost tijd.
Zo werd in 2022 de bestaande productielocatie in Arkansas uitgebreid. Nu moeten ook de Europese toeleveranciers van onderdelen voor de raket een tandje bijzetten. Verder wordt er gewerkt aan de bouw van een fabriek in Duitsland, waar over een paar jaar de eerste in Europa geproduceerde Patriot-raketten van de band zullen rollen. Het zal echter nog tot 2027 duren voordat Oekraïne hiervan kan profiteren.
De eerste in Europa geproduceerde Patriot-raketten rollen pas in 2027 van de band
Tot die tijd moeten de Patriot-raketten uit de VS komen. Lockheed Martin verwacht er dit jaar 600 te produceren. Hoeveel daarvan zijn bestemd voor Oekraïne is onbekend. De raketten worden per vliegtuig de oceaan over vervoerd. Dover Air Force Base in de Amerikaanse staat Delaware is de spil in de logistieke operatie. Vanaf deze luchtmachtbasis maken zware transporttoestellen regelmatig de oversteek naar Europa. Met tientallen tonnen laadvermogen hebben ze voldoende capaciteit om per vlucht vele Patriot-raketten te vervoeren - mits voorradig. De nieuwste PAC-3 interceptor, onder andere in staat om ballistische raketten uit te schakelen, weegt slechts enkele honderden kilo’s per stuk.

Uitdagender is het transport van andere onderdelen van het Patriot-systeem. Oekraïne beschikt momenteel over maximaal acht Patriot-systemen. Tijdens een ontmoeting met Rutte in Washington verklaarde president Trump dat een niet nader genoemd land op het punt stond om 17 van hun Patriots te verkopen aan Oekraïne omdat ‘ze ze niet nodig zullen hebben.’ Trump liet in het midden of het ging om complete Patriot-systemen, of slechts om onderdelen daarvan.
Volgens The New York Times gaat het waarschijnlijk om het laatste: een Zwitserse bestelling van 17 lanceerinrichtingen. Lanceerinrichtingen zijn slechts één onderdeel van een Patriot-batterij. Een volledig systeem bestaat onder meer uit een eigen radar, die naar doelen zoekt, een vuurleidingscentrale die een raket naar een doel stuurt, en meerdere lanceerinrichtingen bestaande uit speciale trucks die worden gebruikt om raketten te vervoeren, te richten en af te vuren.
Een andere bron vermeldt dat het Pentagon Zwitserland heeft laten weten ‘de levering van Patriot-systemen ter ondersteuning van Oekraïne opnieuw zal prioriteren.’ Dit zou erop wijzen dat het besluit om de lanceerinrichtingen aan Kyiv over te dragen niet door Zwitserland, maar door de VS genomen is.
Voor Oekraïne zit er veel haast achter de wapenleveringen. Bijna elke avond liggen verschillende steden onder vuur van drones, kruisvluchtwapens en ballistische raketten. De lanceerinrichtingen kunnen net als de Patriot-raketten per vliegtuig worden ingevlogen, maar zijn groter en zwaarder. Als er naast lanceerinrichtingen ook andere delen van een Patriot-systeem moeten worden verplaatst, wordt de logistieke operatie nog een stuk complexer. Dit bleek afgelopen voorjaar toen door toegenomen spanningen in het Midden-Oosten een Amerikaans Patriot-bataljon - bestaande uit materieel en ondersteunend personeel - moest worden ingevlogen vanuit de Indo-Pacific. Hier kwamen maar liefst 73 transportvluchten aan te pas.
NSATU - het logistieke zenuwcentrum
Maar niet alles kan per vliegtuig. Tanks, pantservoertuigen en grote hoeveelheden artillerie zijn te zwaar om via de luchtbrug te worden vervoerd. Daarnaast hebben niet alle leveranties evenveel prioriteit. Dergelijke transporten gaan per schip naar Europa, waar zij aanmeren in havens die al worden gebruikt voor militair transport van NAVO-landen. Zo maakt het Amerikaanse leger regelmatig gebruik van zeetransport voor de rotatie van materieel in Oost-Europa. Vorig jaar werden de havens van Vlissingen en Eemshaven nog aangedaan. Er is echter geen bewijs dat deze Nederlandse havens betrokken zijn bij de doorvoer van wapens aan Oekraïne. Bekend is dat Bremerhaven in Duitsland en de Poolse havens in Gdynia en Gdansk wel militaire goederen hebben ontvangen. De Rotterdamse haven maakt zich daarnaast klaar voor de afhandeling van militaire bevoorradingsschepen in het geval de NAVO direct betrokken raakt bij de oorlog.
Eenmaal in Europa gaat het militair materieel per vliegtuig, vrachtwagen of trein verder richting Oekraïne. Het in december 2024 opgerichte NATO Security Assistance and Training for Ukraine (NSATU) ondersteunt de logistieke planning en coördinatie van de transporten. Dit gebeurt deels vanuit het hoofdkwartier in het Duitse Wiesbaden, maar ook vanuit enkele logistieke centra in Oost-Europa. Een van deze hubs is de luchthaven van Rzeszów in Zuidoost-Polen, 80 kilometer van de Oekraïense grens. Hier wordt sinds het begin van de oorlog een groot deel van de wapensteun ingevlogen en op vrachtwagens overgeladen. Het transport over de grens wordt uitsluitend verzorgd door Oekraïeners. Er gaan geen militairen van NAVO-lidstaten mee de grens over.
Ondanks dat de luchthaven van Rzeszów in Polen ligt en nog steeds open is voor de burgerluchtvaart, wordt het vliegveld goed bewaakt. Zo maakte de Duitse minister van Defensie begin 2025 bekend dat zijn land twee Patriot-systemen heeft gestationeerd op de luchthaven, inclusief 200 militairen ter ondersteuning. Begin juli liet ook het Nederlandse ministerie van Defensie per Kamerbrief weten bij te gaan dragen aan de beveiliging van een NSATU-locatie in Polen met F-35’s. Het gaat hierbij hoogstwaarschijnlijk om Rzeszów. Het gebeurt regelmatig dat Poolse en andere geallieerde vliegtuigen opstijgen ter bewaking van het NAVO-luchtruim. Dit gebeurt meestal tijdens grote Russische luchtaanvallen op West-Oekraïne.
Westerse wapens - een zegen en een vloek
De rol van NSATU houdt echter niet op wanneer de wapens zijn afgeleverd aan Oekraïne. De organisatie is ook belast met het coördineren van reparaties aan Westers wapentuig. Door intensief gebruik hebben deze wapensystemen regelmatig onderhoud nodig. Een berucht voorbeeld is de Panzerhaubitze 2000 (of PzH 2000), waarvan Nederland er eerder acht heeft gedoneerd aan Oekraïne. Ondanks de grote precisie van het wapen heeft het ook vaak te kampen met softwareproblemen en oververhitting van controlesystemen en de kanonsloop.
Maar het plegen van onderhoud aan dit militaire materieel betekent dat het lange tijd niet inzetbaar zal zijn. Lang niet alle Oekraïense monteurs zijn opgeleid om zelf ingewikkelde reparaties uit te voeren aan deze complexe systemen. Om die reden worden beschadigde PzH 2000’s terug naar Duitsland getransporteerd. Vaak duurt het maanden voordat het wapentuig terug is aan het front. De producent van de pantserhouwitser heeft om die reden aangekondigd een reparatiecentrum in Oekraïne te willen optuigen om dit proces efficiënter en sneller te laten verlopen. Het doel is om uiteindelijk alle onderhoudswerkzaamheden in Oekraïne te laten plaatsvinden.
Een ‘militair Schengen’ lijkt nog steeds ver weg
Ook zijn er nog steeds bureaucratische obstakels die het vervoer van militair materieel tussen Oekraïne en de Europese Unie bemoeilijken. De grens met Oekraïne is een EU-buitengrens en voor zover bekend zijn militaire transporten niet uitgezonderd van de reguliere douaneafhandeling. Zelfs tussen lidstaten zijn er nog obstakels. Al jaren wordt er gestreefd naar het verbeteren van militaire mobiliteit binnen de EU. Hierbij is onder meer aandacht voor het versimpelen van bureaucratische processen, waardoor de tijd die nodig is om diplomatieke toestemmingen te verkrijgen, grenscontroles te doorlopen en speciale vergunningen te verkrijgen kan worden ingekort. Toch lijkt een ‘militair Schengen’ nog steeds ver weg.

De problemen van een versnipperd wapenarsenaal
De taak van NSATU wordt verder bemoeilijkt door de grote hoeveelheid verschillende wapens en wapensystemen die aan Oekraïne zijn gedoneerd. Het gaat bijvoorbeeld om tien verschillende typen tanks, negen soorten infanteriegevechtsvoertuigen, dertien houwitser-varianten, vier typen raketartillerie (MLRS) en negen systemen voor luchtverdediging. Dit wapentuig maakt ook nog eens gebruik van verschillende kalibers munitie. Zo verschieten oudere Sovjethouwitsers 152 mm-granaten, terwijl moderne NAVO-artillerie - of het nu gaat om Duits, Amerikaans of Brits geschut - gebruikmaken van het grotere 155 mm-kaliber.
Sinds het begin van de Russische invasie proberen Westerse landen zo veel mogelijk 152 mm-granaten op te kopen in derde landen voor donatie aan Oekraïne. Ook Nederland doet hier aan mee. Oekraïne beschikt zelf over onvoldoende productiecapaciteit, zeker nu het land steeds meer overschakelt naar het standaard NAVO-kaliber. Maar ook voor de 155 mm-granaat bestaan chronische tekorten. Westerse munitiefabrieken waren slecht voorbereid op een plotselinge opschaling van de productie.
Westerse munitiefabrieken waren slecht voorbereid op een plotselinge opschaling van de productie
Heel anders is dit in Rusland, waar de economie geheel ten dienst is gesteld aan de oorlog. In 2024 werden naar schatting 4,5 miljoen Russische artilleriegranaten geproduceerd in vergelijking met 1,2 miljoen in datzelfde jaar in Europa en de VS. Ook ontving Rusland maar liefst 12 miljoen 152 mm-granaten van Noord-Korea. Om dit gat in vuurkracht te dichten heeft Tsjechië als doel gesteld om dit jaar 1,8 miljoen granaten aan Oekraïne te leveren. Volgens de Tsjechische president Pavel is het verschil in artilleriegranaten al teruggebracht van 1 op 10 tot 1 op 2 in het voordeel van Rusland. Maar ook dit initiatief is niet zonder kritiek. Zo zijn er zorgen over belangenverstrengeling, winstbejag en de lange leveringsduur van beloofde munitie.

Het verschieten van meer munitie betekent ook meer slijtage en dus onderhoud aan wapens en wapensystemen. Afgezien van de standaard NAVO-kalibers is er weinig dat het Westers militair materieel met elkaar gemeen heeft. En door de grote verscheidenheid aan systemen is er ook behoefte aan een grote verscheidenheid aan reserveonderdelen. Er is nog weinig standaardisatie binnen de NAVO of EU als het gaat over het ontwerp van tanks, infanteriegevechtsvoertuigen of ander materieel. Het is daardoor lastig om aan de juiste spullen te komen voor het onderhoud van Westers wapentuig, ook vanwege de bestaande tekorten in Europese NAVO-landen. NSATU probeert samen met de Oekraïeners vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Desondanks zijn mecaniciens vaak gedwongen kunstgrepen te doen.
Van Panzerhaubitze naar Bohdana
Een meer duurzame oplossing is het versterken van de Oekraïense defensie-industrie. Kyiv vraagt bondgenoten steeds vaker om financieel bij te springen om zelf wapens te produceren, zeker nu Westerse wapenleveranties minder vanzelfsprekend zijn. Volgens de Oekraïense president Zelensky bouwt zijn land nu al 40% van alle wapens die worden gebruikt aan het front. Een bekend voorbeeld is de Bohdana, een volledig in Oekraïne ontworpen en gebouwde 155 mm-houwitser. De Oekraïeners zijn ook zelf begonnen met de productie van 155 mm-granaten. Naar verluidt bouwt Oekraïne maandelijks meer artilleriestukken dan alle Europese landen bij elkaar. Daarnaast wordt er gewerkt aan meer complexe systemen waarvoor Oekraïne nu nog leunt op het Westen - waaronder de Patriot en pantserhouwitser.
Als Oekraïne in staat blijkt een hoogwaardige defensie-industrie op te tuigen, zal de afhankelijkheid van Westerse wapenleveranties afnemen. Inzetten op de eigen industrie heeft nog een ander voordeel: de ervaringen op het slagveld helpen Oekraïense wapenfabrikanten hun ontwerpen voortdurend te verbeteren.
Als Oekraïne in staat blijkt een hoogwaardige defensie-industrie op te tuigen, zal de afhankelijkheid van Westerse wapenleveranties afnemen
Vooral op het gebied van drones blijkt de innovatiecyclus erg kort; de tijd tussen tekentafel, productie, operationele inzet en evaluatie is in veel gevallen slechts enkele weken. Westerse defensiebedrijven gaan op zoek naar samenwerking met de Oekraïense drone-fabrikanten om te leren van hun ervaringen in ruil voor investeringen en extra productiecapaciteit.
Deze symbiose op het gebied van drones biedt een glimp van veranderende verhoudingen tussen Oekraïne en zijn bondgenoten. Maar hoewel lange aanvoerlijnen en het gesleep met beschadigd materieel binnenkort misschien tot het verleden behoren, is er ook een keerzijde. De concentratie van productie- en reparatiefaciliteiten binnen Oekraïne maakt deze kwetsbaarder voor Russische luchtaanvallen. Voor Kyiv lijkt dit risico echter niet op te wegen tegen de nadelen van externe afhankelijkheid, de onvoorspelbaarheid van Westerse leveringen en het trage onderhoudsproces van wapens in het buitenland.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.
