Steeds vaker wordt staatssubsidie in Rusland gebruikt om vervolging in te stellen tegen de culturele of non-gouvernementele sector. Zo wordt de beschuldiging van fraude met overheidsgeld ingezet als machtsmiddel en alternatief voor censuur. Ondoorzichtige regelgeving rondom subsidies maakt juridische vervolging makkelijk. Is het niet levensgevaarlijk om nog subsidie aan te nemen van de overheid? Twee Russische vertegenwoordigers van Transparency International vroegen zich op de site Republic.ru af of er nog een uitweg is uit deze doodlopende steeg.
Toneelregisseur Serebrennikov wordt vervolgd op verdenking van fraude met overheidssubsidie. Cultureel Moskou noemt het politieke en culturele repressie.
door Ilja Sjoemanov en Anastasia Ivolga
Overheidssubsidie wordt in Rusland ingezet om indirect politieke druk uit te oefenen. Verdenking van economische overtredingen of corruptie kan leiden tot rechtsvervolging. Wie onder politieke druk staat wordt als slachtoffer beschouwd, maar wanneer iemand diefstal of corruptie in de schoenen krijgt geschoven, heeft de publieke opinie wel begrip voor repressie. Dit vergroot de tweespalt in de samenleving en draagt bij aan conflicten tussen staatssector, zakenwereld en niet-commerciële organisaties.
Op 7 november schreef Olga Romanova, directeur van ‘Zittend Rusland’ [een organisatie die ondersteuning biedt aan gedetineerden en hun gezinnen, red.], op haar facebookpagina dat ze Rusland had verlaten nadat er in juni binnen de organisatie huiszoekingen waren geweest. Volgens Romanova heeft de plaatsvervangend directeur van de Federale Dienst Strafuitvoering, Anatoli Roedy, haar aangegeven wegens verduistering: de bv Zittend Rusland, met Romanova als oprichter en algemeen directeur, zou niet voldaan hebben aan haar contractuele verplichting tegenover de Wereldbank om onderzoek te doen naar de financiële handelingsbekwaamheid van gevangenen, en geld hebben verduisterd (het ministerie van Financiën trad op als beheerder van de Wereldbank).
Volgens Romanova heeft de rechter bevestigd dat de vennootschap haar verplichtingen aan de Wereldbank is nagekomen, en tegen de Dienst Strafuitvoering is een arbitrageprocedure aangespannen om haar zakenreputatie te verdedigen. Toch is Romanova voorlopig niet van plan naar Rusland terug te keren.
Bij wijze van postscriptum voegt Romanova eraan toe dat Zittend Rusland de toegekende presidentiële toelage heeft afgewezen, omdat ‘het gifgehalte te hoog wordt’, en ze raadt de beheerder van de toelages aan hier eens over na te denken.
De term ‘toxisch’ valt steeds vaker in berichten over financiële middelen die de staat toekent aan de niet-commerciële sector. De zaak tegen mensenrechtenactivist en politicoloog Michail Savva uit Krasnodar was een van de eerste in zijn soort. Hij werd er in 2013 van beschuldigd een deel van de toelage te hebben verduisterd die de regionale overheid aan zijn Resource Centre had verstrekt. Hij werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar en verliet in 2015 uit voorzorg het land toen hij in een nieuwe rechtszaak als getuige figureerde.
Russische vertegenwoordigers van de ‘derde sector’ betwijfelen vandaag de dag steeds vaker of ze, voor zover ze die keuzemogelijkheid hebben, er wel goed aan doen een presidentiële toelage te accepteren en of ze nog wel subsidieaanvragen bij ministeries moeten indienen.
Wie als rechtspersoon een staatscontract heeft weten te verwerven en subsidie of een toelage ontvangt, moet goed beseffen welke risico’s er kleven aan zo’n financiering. Naast een morele verantwoordelijkheid tegenover de belastingbetalers wier geld u gaat uitgeven, betekent uw handtekening onder een contract of overeenkomst dat u welbewust deel gaat nemen aan een spel waarvan de regels altijd bepaald worden door de hand die geeft, terwijl de ontvangende hand zich jarenlang verplichtingen oplegt die zelfs nog gelden als de projecten al lang en breed zijn gerealiseerd en het geld al lang is uitgegeven. Regels kunnen zonder waarschuwing veranderen, terwijl het spel nog aan de gang is of zelfs nog jaren nadien.
Met andere woorden, wie gefinancierd wordt door staatsinstellingen moet erop voorbereid zijn dat hij niet langer volledig onafhankelijk en vrij kan handelen. Toneelregisseur Kirill Serebrennikov en andere medewerkers van toneelgezelschap de Zevende Studio kunnen u hier waarschijnlijk veel meer over vertellen. [Serebrennikov heeft sinds augustus huisarrest en wordt verdacht van grootschalige verduistering van overheidssubsidie van zijn theater. Hij kan niet meer werken als regisseur. Lees hier en hier meer over de geruchtmakende zaak].
Wat overheidsgeld gevaarlijk maakt
In de eerste plaats zijn de mededingingsprocedures bij de verdeling van staatsgelden meestal ondoorzichtig en niet openbaar; wat er mogelijk achter zit is alleen de deelnemers bekend. Het afromen van ontvangen toelages, subsidies en staatsopdrachten ten gunste van ambtenaren om financiering zeker te stellen, belangenconflicten bij de verdeling van de financiering, kartelafspraken – dergelijke elementen zijn, omdat er van burgerzijde weinig controle op is, onderdeel van het systeem geworden.
Ten tweede kunt u gemakkelijk uw onafhankelijkheid verliezen naarmate u meer op staatssteun gaat rekenen. De Russische staat prevaleert altijd boven de ontvanger van overheidsgelden, en in een conflictsituatie riskeert u meer dan alleen uw geld. Rechtsbescherming tegen de staat is vrijwel uitgesloten, maatschappelijke protesten halen steeds minder uit.
Ten derde moet je voor overheidsgeld veel doen: een strikte financiële en inhoudelijke rapportage, audits en het verantwoorden van alle uitgaven zijn een zware belasting (vooral voor armere non-commerciële organisaties) en nemen veel tijd in beslag. Onvolledigheid in de verslaglegging kan elk moment tot een gerechtelijk onderzoek leiden, zelfs als de staat dit gisteren nog door de vingers zag.
Giftig geld bedreigt niet alleen non-commerciële organisaties. Ook ondernemers die subsidies en contracten van de staat ontvangen, moeten met deze risico’s rekening houden. Weliswaar verdient de zakenwereld zelf geld en weet desnoods ook zonder subsidies en toelages te overleven, maar anderzijds wordt ze minder in bescherming genomen door de publieke opinie. Overkomt een klein bedrijf ineens een ramp, dan besteden de media er weinig aandacht aan. De ondernemerswereld zal niet te hulp schieten, en bij vervolging zal er waarschijnlijk geen achterliggende politieke reden worden gevonden.
Datzelfde geld is ook gevaarlijk voor degenen die het verstrekken – plotseling kan blijken dat het niet correct is gedaan uit naam van de staat.
Ondoorzichtig krediet
Dit alles gezegd hebbende blijft overheidsfinanciering een belangrijk (en vaak enig) middel van bestaan voor een groot aantal niet-commerciële organisaties en staatsinstellingen.
In 2012 is een wet aangenomen inzake ‘buitenlandse agenten’. Overheidssteun aan geregistreerde niet-commerciële organisaties wordt hiermee juridisch niet onmogelijk, maar in de praktijk is deze steun aanzienlijk afgenomen. En de wet werkt ook als waarschuwing voor privédonors uit de grote zakenwereld: wilt u zonder problemen in Rusland werken? Stop dan met steun aan niet-commerciële organisaties.
NGO Memorial in Moskou heeft het etiket Inostranny agent (buitenlandse agent) opgeplakt gekregen. Direct daarna werd dit op de muur gekalkt.
De wet inzake ongewenste [buitenlandse, red] organisaties uit 2015 dwong een deel van de grootste internationale geldschieters, van wier bijdrage veel niet-commerciële organisaties afhankelijk waren, het land te verlaten. In 2017 werd de wet over niet-commerciële organisaties aangepast en een uitzondering gecreëerd voor organisaties ‘met een ‘maatschappelijk nuttige dienstverlening’. Deze kregen wettelijk privileges toegezegd bij de verstrekking van overheidssteun. Uiteraard hebben ‘buitenlandse agenten’ geen toegang tot het register van ‘leveranciers van maatschappelijk nuttige diensten’.
Zodoende heeft de staat achtereenvolgens stappen genomen om externe financiële ondersteuning van onafhankelijke niet-commerciële organisaties in te perken en is anderzijds overheidssubsidie omgevormd tot een werkzaam drukmiddel om hun activiteiten te beïnvloeden.
In principe kan hetzelfde gezegd worden van gesubsidieerde instanties en uitvoerders van staatscontracten. Als de staat de economie steeds meer controleert en men voor het realiseren van projecten op overheidsgeld is aangewezen, is dit geld feitelijk krediet dat op volslagen duistere voorwaarden wordt verleend.
Loyaliteit of transparantie
Laten we eens proberen twee strategieën te formuleren voor samenwerking met de overheid indien er echt niet aan staatsfinanciering valt te ontkomen.
De eerste strategie is loyaliteit. U gaat akkoord om met de overheid mee te werken op haar voorwaarden, u past zich snel aan alle veranderingen van de spelregels aan, u doet alleen wat u gezegd wordt, en als gevolg ontvangt u min of meer stelselmatig overheidssteun voor uw organisatie. Uw motief in zo’n geval: u wilt koste wat kost uw levenswerk behouden; de mantra ‘zo gaat dat nu eenmaal hier’; of u wilt geld verdienen. Met deze strategie betreedt u een grijze zone, niet alleen moreel gezien, maar ook wat betreft uw veiligheid. U verlaagt tijdelijk het risiconiveau, maar dat zal de overheid niet verhinderen om post factum met beschuldigingen te komen als uw plooibaarheid en behoedzaamheid het ineens laten afweten.
Een tweede strategie is transparantie. U publiceert financiële documenten, maakt alle middelen die uw organisatie ter beschikking staan openbaar, u bewaart en kopieert de hele boekhouding en bent erop voorbereid dat deze publiekelijk gebruikt zullen moeten worden. Deze strategie biedt zeker geen garantie voor reguliere financiële overheidssteun en bovendien geen vrijwaring van vervolging door de staat. Maar zij redt mogelijk uw reputatie – een waardevol bezit dat geen staatsapparaat kan opslokken.
Of het in beide gevallen verstandig is een paspoort met een geldig visum voor een ander land klaar te hebben liggen, moet u zelf uitmaken.
Ilja Sjoemanov is plaatsvervangend algemeen directeur van Transparency International Russia; Anastasia Ivolga is expert van TI.
Dit artikel verscheen eerder op de site Republic.ru. Vertaling Gerard van der Wardt.