Ondanks de stembusfraude die de communistische partij KPRF veel zetels in de nieuwe Doema heeft gekost, hebben de parlementsverkiezingen haar een morele opkikker bezorgd. Met bijna twintig procent van de stemmen kan de KPRF, die afgelopen twintig jaar aan de leiband van het Kremlin heeft gelopen, zich opwerpen als serieuze oppositiepartij. Maar, vraagt Hubert Smeets zich af, durft en kan de KPRF die pretentie ook waarmaken?
Gennadi Zjoeganov anno 2019. Foto Wikimedia.
door Hubert Smeets
De communist Gennadi Zjoeganov weet wie de baas is in Rusland, ook over de grootste getolereerde oppositiepartij in het land. Dat is president Vladimir Poetin, tegen wie de communistische partijchef meer dan eens bij verkiezingen in het krijt is getreden.
Vandaar dat Zjoeganov zich twee weken na de parlementsverkiezingen van 17-19 september deemoedig tot het staatshoofd in het Kremlin wendde met het verzoek om ongeveer vijftien ‘kameraden’ uit gevangenschap vrij te laten. De vijftien waren in de week na de stembusgang gearresteerd tijdens een niet-geautoriseerd protest tegen de opzichtige verkiezingsfraude, die met name de Communistische Partij van de Russische Federatie (KPRF) een hoop zetels in de Doema had gekost en de regeringspartij Verenigd Rusland volgens statisticus Sergej Sjpilkin ongeveer 14 miljoen frauduleuze stemmen extra had opgeleverd.
In lijn met ’s lands traditie dat de soeverein in het Kremlin zelf nooit fouten maakt en dat misstanden altijd de schuld zijn van ondergeschikten, schreef de partijleider een open brief aan de president: ‘Geachte Vladimir Vladimirovitsj. Al een kwart eeuw voert onze partij een verantwoordelijke en constructieve oppositie. Dat is vooral belangrijk nu er, tegen de achtergrond van de wereldwijde systeemcrisis, een hybride oorlog tegen Rusland wordt gevoerd. […] Ik doe nu een beroep op u in een tijd dat onze duizendjarige grootmacht een van de meest dramatische stadia uit zijn geschiedenis beleeft. […] Ik vraag u, als garant van de Grondwet, om stringente maatregelen te nemen en ambtenaren, die zich schuldig maken aan het overschrijden van hun bevoegdheden, voor het gerecht te brengen. Ik hoop oprecht dat dergelijke schendingen in de toekomst niet zullen worden toegestaan.’
President Poetin reageerde niet in het openbaar. Volgens zijn woordvoerder konden ze de kwestie beter onder vier ogen bespreken, wanneer de partijleider aan de vooravond van de installatie van de nieuwe Doema toch op bezoek is in het Kremlin.
Zjoeganov: al een halve eeuw politiek actief
De schrijver van de smeekbede aan de president komt niet net kijken in de Russische politiek. Al bijna dertig jaar is Gennadi Zjoeganov de leider van de KPRF. Toen hij begin 1993 werd gekozen tot eerste secretaris van de in juni 1990 opgerichte partij had de toen 49-jarige Zjoeganov reeds een loopbaan van een kwart eeuw binnen de gelederen van Communistische Partij der Sovjet-Unie (CPSU) achter de rug. De jaren negentig waren zijn tijd. Bij de presidentsverkiezingen van 1996, toen de eerste Russische president Boris Jeltsin ondanks media-manipulaties toch in het nauw zat, beleefde hij zijn electorale hoogtepunt.
Zjoeganov, die eerder oogt als een bureaucratische apparatsjik dan als een leninistische revolutionair, haalde in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen ruim 40 procent van de stemmen. Daarna ging het gestaag bergafwaarts met de communistische voorman uit de provinciestad Orjol. Bij de presidentsverkiezingen van 2000, waarbij Vladimir Poetin in één stemronde werd gekozen, haalde Zjoeganov nog wel 29 procent, maar in de jaren daarna verschrompelde de aanhang van de communistische presidentskandidaten tot iets tussen de 12 tot 18 procent. Bij de parlementsverkiezingen haalde de KPRF afgelopen twee decennia vergelijkbare scores.
De Doemaverkiezingen van 17-19 september 2021 waren met bijna 19 procent een uitschietertje naar boven. In de nieuwe, achtste Doema kan de KPRF komende vijf jaar over 57 zetels beschikken, een winst van 15 ten opzichte van de vorige, maar kwantitatief stellen die 57 zetels weinig voor. Door de (elektronische) stembusfraude en het tweevoudige dubbele kiessysteem – de helft van de 450 volksvertegenwoordigers wordt per district gekozen volgens het Britse systeem ‘de meeste stemmen gelden’ – controleert de KPRF slechts een achtste van de Doema.
Regeringspartij Verenigd Rusland beschikt met 72 procent van de zetels over de ruime tweederde meerderheid die nodig is om alle grondwettelijke veranderingen door te voeren die haar goeddunken. Dat neemt niet weg dat de parlementsverkiezingen dit najaar voor de KPRF een kleine opsteker waren. Het succesje zou nog groter zijn geweest als het Centrale Kiescomité zich iets autonomer tegenover het Kremlin had opgesteld en niet een aantal populaire communistische kandidaten van de kieslijsten had geschrapt.
Nationaal communisme
Het lichte electorale herstel roept de vraag op of de communisten ook weer wat meer toekomst hebben. Volgens Andrej Kolesnikov van denktank Carnegie Moskou komt de groei niet voort uit concrete nostalgie naar de socialistische sovjet-samenleving of het stalinisme van weleer. Maar er is vermoedelijk wel sprake van een vaag soort heimwee naar het ideaal van sociale gelijkheid dat communisten uitdroegen en uitdragen. 'Retro-utopie', noemt Kolesnikov het. Afgaande op het ideologisch-politieke klimaat in Rusland, heeft de partij daarmee ook de vinger aan de pols van de tijd.
Welke economische orde prefereren Russen? Groen is een markteconomie met privébezit. Zwart is een economie met staatsplanning en herverdeling van goederen Grafiek: Levada Moskou.
De KPRF is geen communistische partij van de klassiek marxistisch-leninistische soort, maar eerder een neostalinistische variant. De arbeidersklasse buiten Rusland en klasse-gebonden ‘vriendschap der volkeren’ kunnen haar de bout hachelen. Proletarisch internationalisme komt in haar woordenboek evenmin voor. De KPRF ijvert voor een nationaal-communisme op orthodox-christelijke grondslag.
In het nieuwe basisprogramma dat de KPRF aannam in 2008, acht jaar na de machtsovername door Vladimir Poetin en diens machtspartij Verenigd Rusland, bekennen de communisten zich louter tot een ‘hernieuwd socialisme in Rusland’ zelf. Alleen dat socialisme kan voorkomen dat er ‘genocide’ wordt gepleegd op een ‘grootse natie’. Het ‘Russische vraagstuk’ en het ‘socialisme’ vallen volgens de KPRF samen. Elke vorm van internationalisme is dan ook uit dit programma weggeschreven.
De rest van de wereld is namelijk geen inspiratie meer, zoals in de twintigste eeuw nog het geval was als het uitkwam, maar een regelrechte bedreiging van het ‘Russische volk met zijn duizendjarige geschiedenis’. Zeker het liberale en pluriforme denken in het Westen staat haaks op de belangrijkste kenmerken van de Russische natie: te weten ‘gemeenschappelijkheid, soevereiniteit, collectivisme en diepe religiositeit’.
Het is niet vreemd dat Zjoeganov zich in de aanloop naar de verkiezingen liet ontvallen dat Jezus Christus de eerste communist op aarde was geweest en dat zijn partij zich samen met de orthodoxe kerkhiërarchie verzet tegen alternatieve godsdiensten en sektes die sinds 1991 in Rusland zieltjes proberen te winnen. Evenmin is het opzienbarend dat de KPRF ook de duisterder hoofdstukken uit de stalinistische geschiedenis, zoals de hongersnood na de collectivisatie van de landbouw en de Goelag, vergoelijkt of ronduit ontkent.
Ideologische meewind
Het klassieke communisme in het programma van de KPRF bestaat vooral uit weerzin tegen de privatiseringen en de oligarchen die zich zo hebben verrijkt, en uit nadruk op sociale rechtvaardigheid, zekerheid en een door de staat gestuurde economie. Precies deze vleugjes socialisme slaan dertig jaar na de onttakeling van de Sovjet-Unie weer aan in het huidige, kapitalistische Rusland.
Voor de Doemaverkiezingen peilde het sociologische onderzoeksinstituut Levada Centrum voor welk economisch systeem de Russische burgers anno 2021 zouden kiezen. Bijna tweederde (62 procent) zei voorkeur te geven aan een ‘door de staat geplande en verdeelde’ economie. Slechts een kwart (24%) zag meer in een model met ‘privébezit en marktverhoudingen’. In 1992 was dat bijna omgekeerd: 29% koos voor een planmodel en 48% voor een liberaal systeem. Toen Poetin in 2000 aan de macht kwam, waren de verhoudingen ook minder étatistisch dan nu: 52% koos voor een staatseconomie tegen 33% voor een marktsysteem.
Boven: in rood districten waar KPRF meer stemmen haalde dan Verenigd Rusland. Beneden: verdeling enkelvoudige districtszetels. Grafiek: Wikimedia.
Dat gevoel voor de tijdgeest heeft ertoe geleid dat de KPRF bij de laatste Doemaverkiezingen de rol van belangrijkste oppositiepartij binnen het poetinistische systeem kon opeisen. De communisten incasseerden die status vooral in enkele districten in het Verre Oosten en Siberië, waar de KPRF meer stemmen haalden dan Verenigd Rusland. Deze electorale vooruitgang boekte de partij vooral ten koste van protestpoliticus Vladimir Zjirinovski van de Liberaal Democratische Partij Rusland (LDPR). Zjirinovski was in het Verre Oosten bij veel burgers in ongenade geraakt nadat het Kremlin zijn partijgenoot en gouverneur Sergej Foergal van de provincie Chabarovsk had ontslagen. De plaatselijke bevolking was uit protest de straat opgegaan, maar Zjirinovski toonde vooral slappe knieën: hij stak geen poot uit om Foergal te helpen tegen de disciplinerende strafactie van het Kremlin.
Omdat grootschalige verkiezingsfraude, zoals met de elektronische stemmen in Moskou, Verenigd Rusland aanzienlijk heeft bevoordeeld, is de positie van de KPRF elders in Rusland moeilijker te kwantificeren. Maar het beeld is duidelijk. In de woorden van de politicoloog Boris Makarenko: ‘Loyale paternalisten stemmen op Verenigd Rusland en nijdige/boze paternalisten op de Communistische Partij van de Russische Federatie.’
Deze maatschappelijk-ideologische wind in de rug betekent echter niet dat de KPRF een florissante toekomst tegemoet kan zien. De partij kampt met twee problemen: de leden zijn op leeftijd en de partij is intern strategisch en tactisch verdeeld.
Provinciale bejaardenpartij
Sinds 1991 is de communistische partij niet meer hét voertuig voor een succesvolle maatschappelijke loopbaan. In de jaren tachtig waren in het huidige Rusland ongeveer 11 miljoen burgers lid van de CPSU, nu heeft de KPRF niet meer dan 160.000 leden. Ook Verenigd Rusland, die voor carrièristen de functie van de CPSU heeft overgenomen, stelt met ruim twee miljoen leden veel minder voor dan haar sovjet-voorganger. De gemiddelde leeftijd van het magere ledenbestand van de KPRF is bovendien hoog: 55,6 jaar. De kiezers zijn in doorsnee even oud en wonen bovendien niet in de grote steden. De KPRF is daarmee vooral een provinciale bejaardenpartij. Als het gaat om de proteststem in Rusland had de Liberaal Democratische Partij van Rusland (LDPR), de clownesk nationaal-fascistoïde partij van Vladimir Zjirinovski, een grotere aantrekkingskracht onder burgers van middelbare leeftijd dan de KPRF.
Ledentallen van politieke partijen. Beeld Wikimedia.
De slagkracht van de KPRF wordt belemmerd door deze interne verdeeldheid. In 2014 schaarde de KPRF zich volmondig en zonder voorbehoud achter de annexatie van de Krim. Deze ‘consensus’ is zeven jaar later uitgewerkt. Niet dat er veel communisten zijn die zich keren tégen de ‘hereniging’ van het schiereiland, maar de binnenlandse sociaaleconomische agenda heeft het protestpotentieel binnen de partij weer aangewakkerd. De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, de inflatie en de dalende koopkracht zijn belangrijker geworden. Geen ‘constructieve’ samenwerking met het Kremlin, maar autonome actie is aan de randen van de KPRF nu het parool.
Veel van de arrestanten, om wier vrijlating Zjoeganov in zijn open brief aan Poetin smeekte, horen tot een van die flanken. Zo heeft de na de Doemaverkiezingen aangehouden KPRF’er Boris Kagarlitski, ten tijde van de Sovjet-Unie een dissident die als huismeester en stoker in zijn levensonderhoud moest voorzien, een trotskistisch verleden. Zijn eveneens gearresteerde partijgenoot Sergej Oedaltsov, de leider van het Linkse Front die wegens zijn betrokkenheid bij de protestbeweging ‘Bolotnaja’ in 2011-2013 tot een gevangenisstraf van 4½ jaar werd veroordeeld, kan eerder als een neostalinist kan worden gekwalificeerd. Maar beiden zijn lid van dezelfde partij waar de ideologische toon wordt gezet door communisten, die zich liever laten inspireren door nationalistische denkers en theoretici dan door het pantheon van het marxisme.
Radicalisering
De sluimerende verdeeldheid heeft afgelopen jaren ook geleid tot vormen van radicalisering die niet sporen met de rationele pretenties van het klassieke marxisme waarop de partij zich ook zegt te baseren. Vooral de covid-pandemie heeft dat scherp aan het licht gebracht. Zo heeft de KPRF zich afgelopen jaar niet ingezet voor vaccinatie van de burgers, maar juist de indruk gewekt dat ze de breed levende weerstand onder de bevolking tegen vaccinatie begreep en onderschreef. Zo keerde partijleider Zjoeganov zich tegen beperkingen voor ongevaccineerden. Een prominente KPRF’er deed er zelfs een schepje bovenop door te beweren dat zowel het coronavirus als de vaccins ‘biologische wapens’ zijn en zich te beklagen over de ‘apathie van het amorfe’ Russische volk.
En dan zijn er nog talrijke tactische meningsverschillen binnen de partij. De partijleiding heeft zich nooit solidair getoond met de politieke gevangene Aleksej Navalny. Maar de campagne 'Slim Stemmen', ooit opgezet door Navalny’s Fonds voor de Bestrijding van de Corruptie (FBK) om Verenigd Rusland zo weinig mogelijk zetels te bezorgen, koos aan de vooravond van de Doemaverkiezingen wel expliciet voor individuele communistische kandidaten, ook in Moskou.
Door die electorale steun zijn er binnen de KPRF groepen die wel brood zien in een los bondgenootschap met de beweging Slim Stemmen. Zjoeganov moet daar weinig van hebben. Vandaar zijn smeekbede aan Poetin kort na de verkiezingen. Zjoeganov is volgens analisten bang dat het Kremlin komende jaren de KPRF tot doelwit kiest en wil voorkomen dat de partij op dezelfde manier wordt aangepakt als FBK, dat afgelopen zomer als ‘extremistische organisatie’ buiten de wet werd geplaatst.
De communistische loyaliteit aan het poetinistische systeem leek ‘jarenlang een garantie voor de immuniteit’ van de partij, maar inmiddels is het ‘systeem veranderd, beter gezegd, eenvoudiger geworden’, meent politicoloog Fjodor Krasjeninnikov voor de analytische nieuwssite Republic. Het Kremlin zou daarom wel eens wraak kunnen gaan nemen voor coalitie tussen KPRF en FBK, die Verenigd Rusland een tik op de neus heeft gegeven. ‘Elke bedreiging, vrijwillig of onvrijwillig, moet volledig worden geëlimineerd. De communisten moeten serieus nadenken wat ze de komende jaren gaan doen om in de politiek te blijven. Ze hebben niet veel tijd: de siloviki [geheime diensten, justitiële organen en rechtelijke macht – hs] wachten op een signaal van het Kremlin’, aldus Krasjeninnikov.
Nikolaj Bondarenko. Foto Wikimedia.
Na Zjoeganov
Het ‘eeuwige’ leiderschap en conformisme van Gennadi Zjoeganov komt de KPRF daarbij niet van pas. Tot nu toe heeft hij geen aanstalten gemaakt een stap opzij te zetten. In de lente van 2021, enkele maanden voor de Doemaverkiezingen, werd hij voor de zoveelste maal herkozen als voorzitter van het centraal comité van de KPRF. Al die jaren heeft Zjoeganov ervoor gezorgd dat de communisten aan de leiband van het Kremlin bleven lopen. Zijn nationaal-communistische retoriek kon niet verhullen dat de partij eigenlijk een tandeloze tijger was. Maar nu moet hij er rekening mee gaan houden dat nieuwe krachten binnen de partij zich willen laten gelden. ‘Fundamentele vernieuwing van de KPRF is noodzakelijk, niet alleen van de leider maar ook zijn opportunistische entourage’, schreef Zjoeganovs tijd- en partijgenoot Joeri Voronin na de verkiezingen in een artikel waarin hij ook de ‘ideeënarmoede’ van de KPRF hekelde.
Twee van de meest spraakmakende ‘runners up’ zijn de 61-jarige Pavel Groedinin, de kolchoz-directeur die in 2018 de communistische presidentskandidaat was maar dit jaar door de Russische kiesraad werd uitgesloten van deelname aan de parlementsverkiezingen. En Nikolaj Bondarenko, een 36-jarige jurist en blogger uit Saratov. Op het eerst plenum van het centraal comité van de KPRF op 23 oktober 2021 zal blijken hoe stevig de positie van partijvoorzitter Zjoeganov nu nog is.
De inzet is hoog. Want op de achtergrond kijkt het Kremlin mee. Volgens politicoloog en Kremlinoloog Tatjana Stanovaja heeft de KPRF maar twee opties: blijft ze binnen het systeem loyaal opereren of durft ze een iets authentiekere oppositionele rol aan? Doet de KPRF het eerste, dan ‘onderwerpt ze zich volledig aan de presidentiële administratie’. Kiest de partij voor het tweede, dan moet ze ‘bereid zijn hetzelfde lot te ondergaan’ als FBK en andere oppositiegroepen die zich niet aan Poetins systeem willen conformeren.