Sinds de massaprotesten eind december 2011 tegen president Poetin heeft het Russische parlement een lange reeks repressieve wetten aangenomen. Ze beteugelen de vrijheid van vereniging en vergadering, vrije meningsuiting en mediavrijheid. De enorme wetgevende activiteit leverde de Doema de schimpnaam ‘op hol geslagen printer’ op.
Sinds de herverkiezing van Poetin in 2012 hebben de wetswijzigingen critici van het beleid getroffen, tegen wie hoge boetes en gevangenisstraffen zijn uitgedeeld. Tegen de achtergrond van de Doemaverkiezingen in september van dit jaar hieronder een overzicht van wetten die volgens organisaties als Amnesty International, Human Right Watch en de Russische expertgroep ‘Sanering van het recht’ inbreuk maken op fundamentele rechten en vrijheden.
Wet op buitenlandse agenten
In november 2012 werd in reactie op de massaprotesten van 2011 en 2012 de 'wet op buitenlandse agenten' in het leven geroepen. De wet verplicht niet-gouvernementele organisaties die geld uit het buitenland ontvangen en zich bezighouden met ‘politieke activiteiten’ zich bij het ministerie van Justitie te registreren als ‘buitenlandse agenten’. Geregistreerde ngo’s zijn verplicht om op regelmatige basis te rapporteren over hun activiteiten. Het ministerie van Justitie kan zo’n ngo eens per jaar inspecteren. Inmiddels zijn zo’n honderd ngo’s aangewezen als ‘buitenlandse agent’. Niet-naleving kan worden bestraft met een boete of een gevangenisstraf tot twee jaar. De financiële represaille is vooral voor de kleinere ngo’s, die weinig geld hebben, een reden om de deuren te sluiten. Een voorbeeld is het ‘centrum voor burgerparticipatie van Kostroma’ dat moest stoppen omdat het de boete van 9.000 euro voor niet registreren niet kon betalen. Bovendien wekt de term ‘buitenlands agent’ in Rusland associaties met spionage op. Daarom kozen veel ngo’s ervoor hun activiteiten te stoppen.
De wet is in strijd met zowel de Russische grondwet als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat Rusland als lid van de Raad van Europa heeft getekend.
De Dima Jakovlev-wet of anti-Magnitsky-wet
Deze wet, die in januari 2013 van kracht werd, verbiedt Amerikanen om Russische kinderen te adopteren. Organisaties die de wet overtreden kunnen worden gesloten of hun bezittingen kwijtraken. De wet is vernoemd naar Dima Jakovlev, een door een Amerikaans echtpaar geadopteerd Russisch jongetje. Hij stierf in 2009 nadat zijn Amerikaanse adoptievader hem op een warme dag vergat uit de auto te halen.Het verbod is een antwoord op de Amerikaanse Magnitsky-wet en dankt zijn tweede benaming hieraan. Via deze wet werd alle betrokkenen bij de dood van de Russische advocaat en klokkenluider Sergej Magnitski de toegang tot de Verenigde Staten ontzegd. Sergej Magnitski werkte voor William Browder van investeringsfonds Hermitage Capital Management, een van de groot-investeerders (inmiddels persona non grata) in Rusland. Magnitsky overleed in een Russische gevangenis, waar hij in voorarrest zat nadat hij voor Browder onderzoek had gedaan naar het illegaal ontvreemden van een dochterbedrijf van HCM door een congsi van Russische belastingambtenaren, juristen en criminelen. Sinds de dood van Magnitsky voert Browder een kruistocht tegen het regime van Poetin. De Magnitsky-wet is een van zijn strijdmiddelen.
Met de Dima Jakovlev- of anti-Magnitsky-wet wordt het Amerikanen die betrokken zijn bij misdrijven tegen of onterechte veroordelingen van Russische staatsburgers verboden naar Rusland te reizen. Hun bezittingen in Rusland mogen worden bevroren en de activiteiten van hun organisaties of bedrijven stopgezet. Daarnaast kunnen op grond van de wet ngo’s die financiële steun uit de VS ontvangen worden aangepakt als ze ‘Russische belangen bedreigen’.
Wet op ‘ongewenste organisaties’
Betrokkenheid van individuen bij een ‘ongewenste organisatie’ kan worden bestraft met een boete of een gevangenisstraf die kan oplopen tot zes jaar. Op basis van de vage formulering kan communicatie met een ongewenste organisatie al worden bestempeld als ‘betrokkenheid’. In ieder geval is het verspreiden van informatie over ‘ongewenste organisaties’ volgens deze wet ook strafbaar geworden.
Het in Washington gevestigde National Endowment for Democracy (NED) was de eerste ngo die in juli 2015 in het kader van de nieuwe wet werd verboden. De organisatie zette zich in voor de groei en versterking van democratische instituten wereldwijd. Volgens de openbaar aanklager vormde NED een bedreiging voor de grondwettelijke orde van de Russische Federatie.
Amnesty International vreest ook te worden aangepakt via deze wet. Amnesty wijst op een televisie-uitzending waarin een Russisch parlementslid verklaart dat hij om een onderzoek gevraagd heeft naar de schending van deze wet door onder andere Amnesty en Human Rights Watch. ‘Dit zou tot sluiting van het Amnesty-kantoor in Moskou kunnen leiden,’ zegt een woordvoerder van de organisatie.
Blasfemiewet
De blasfemiewet werd kort na het protestoptreden van de dissidente punkgroep Pussy Riot in juni 2013 drastisch gewijzigd: het begrip blasfemie werd verruimd, boetes werden verhoogd en er werden vrijheidsstraffen mogelijk. Openbare acties en uitingen die gericht zijn op het beledigen van religieuze gevoelens in de samenleving kunnen via de nieuwe wetgeving worden beboet met maximaal 300.000 roebel (ongeveer 4.100 euro). Ook kan dwangarbeid of gevangenisstraf tot een jaar worden opgelegd. Wanneer blasfemie wordt gepleegd op een religieuze plek zoals in een kerk, kan de boete worden verhoogd tot maximaal 500.000 roebel (ongeveer 6.900 euro) en is de maximale werk- of gevangenisstraf drie jaar.
Twee bandleden van Pussy Riot werden als hooligans veroordeeld tot twee jaar strafkamp. De blasfemiewet werd pas na hun actie van kracht en is bedoeld om Pussy Riot en soortgelijke protestgroepen in de toekomst tegen te werken. Expertgroep Sanering van het recht zegt dat de wet daarnaast ‘actief wordt ingezet als middel voor censuur op internet en in de massamedia, en ook als drukmiddel op de artistieke gemeenschap’.
Internetwet
Deze wet van december 2013 staat het de autoriteiten toe zonder tussenkomst van een rechter websites te blokkeren die verdacht worden van extremisme of het aanzetten tot massarellen. De wet is onderdeel van het zogenoemde anti-terreurpakket. Voor deze wet is een lijst opgesteld van verboden websites die informatie ‘verspreiden die in de Russische Federatie verboden is’. Het Kremlin rechtvaardigt de vergaande censuur met de noodzaak kinderporno, criminaliteit, extremisme en terrorisme te bestrijden, maar de maatregelen dienen ook om de oppositie de mond te snoeren.
Zo werden er vanwege kritische uitlatingen over de annexatie van de Krim drie websites van de oppositie geblokkeerd: Grani.ru, Kasparov.ru en EJ.ru. De wet eist ook dat websites die meer dan 5.000 bezoekers trekken zich moeten registreren als massamedium. Met deze maatregel worden populaire blogs van de oppositie aan banden gelegd. De LiveJournal blog van oppositieleider Aleksej Navalni was ook een doelwit. Zijn blog werd in maart 2014 geblokkeerd. Medewerkers van Navalni startte een nieuwe blog met de naam ‘navalny.com’ en de LiveJournal blog werd uiteindelijk gesloten.
Sinds september 2014 heeft Mail.ru, dat staatseigendom is, een meerderheidsaandeel in Vkontakte, de Russische versie van Facebook. Dit gebeurde kort na de verordening die de regering (in praktijk de geheime dienst FSB) direct toegang verschaft tot de inhoud van alle telefoongesprekken, e-mails, sms-berichten en andere internetactiviteiten in Rusland. Met deze wet worden alle internetproviders verplicht om apparatuur te installeren die een directe verbinding naar de FSB mogelijk maakt.
Onlangs werd de anti-terreurwetgeving verder aangescherpt. Eind juni 2016 ondertekende Poetin een reeks wetten vernoemd naar Doemalid Irina Jarovaja die de bevoegdheden van de staat verder uitbreiden. Zaken die strafbaar worden zijn: zending voor niet-erkende religieuze organisatie op niet daartoe aangewezen locaties; het mobiliseren voor en organiseren van massaprotest en -onrust; het niet melden van misdrijven door gewone burgers en het goedpraten van terrorisme op sociale media. De maximumstraffen voor deze als ‘terroristisch’ aangemerkte misdrijven zijn ook verhoogd. Een uitgebreider bericht over deze wetten vindt u hier.
Wet tegen homopropaganda of tegen propaganda van ‘niet-traditionele relaties’ onder minderjarigen
Deze wet werd in juni 2013 aangenomen en verbiedt de propaganda van niet-traditionele seksuele relaties gericht op minderjarigen. Onder propaganda wordt in deze wet verstaan het verstrekken van informatie aan minderjarigen die gericht is op het bevorderen en het verheerlijken van niet-traditionele seksuele relaties of gedragingen. Individuen kunnen rekenen op een boete van zo’n 120 euro, voor leidinggevenden van organisaties die zich schuldig maken aan de propaganda kan de straf oplopen tot 90 dagen hechtenis. Ook het ‘bevorderen van homoseksualiteit’ in de media kan met boetes worden bestraft. Voor overheidsbeambten tellen de straffen overigens dubbel.
Homoseksualiteit is niet verboden in Rusland. Hoewel slechts enkelen op grond van deze wet werden veroordeeld, wijzen mensenrechtenactivisten erop dat de wet geweld en discriminatie tegen homoseksuelen bevordert. Een voorbeeld van een veroordeling op basis van de anti-homopropaganda is de zaak tegen Dmitri Isakov. Hij kreeg in december 2013 van de rechtbank in zijn woonplaats Kazan een boete van 4.000 roebel (55 euro). Isakov hield in juni 2013 tweemaal een eenmansactie in Kazan: hij stond in het centrum met een bord waarop stond: Het is normaal om homo te zijn en van homo’s te houden. Het is een misdaad om homo’s in elkaar te slaan en ze te vermoorden. De aanklacht volgde op een aangifte van een tiener die weliswaar zelf niet aanwezig was bij Isakovs actie, maar daarover op het internet gelezen had.
De wet richt zich ook op buitenlandse homoactivisten. In juli 2013 werd in het Russische Moermansk een viertal Nederlanders op grond van anti-homopropaganda opgepakt. Voor een documentaire hadden ze een minderjarige en enkele volwassenen gevraagd naar hun mening over homoseksualiteit. Ze kregen een boete van 3.000 roebel (zo'n 70 euro).
Demonstratiewet
De demonstratiewet werd in 2014 flink herzien. Aanleiding om de wet aan te passen waren de hevige protesten tegen president Vladimir Poetin in 2011. De boetes op demonstreren zonder vergunning werden verhoogd. De wet schrijft voor dat voor iedere openbare bijeenkomst ten minste drie dagen van tevoren toestemming moet worden gevraagd. Zonder toestemming wordt een openbare bijeenkomst automatisch illegaal verklaard. In de wet stijgt de boete voor de organisatoren van een illegale demonstratie naar een miljoen roebel (15.300 euro) en voor deelnemers naar 300.000 roebel. Het negeren van politiebevelen tijdens demonstraties is als onderdeel in de wet opgenomen. De aard van de demonstratie lijkt bepalend te zijn voor het naleven van de wet. Demonstraties tegen de regering worden hard aangepakt.
Demonstraties van één persoon zijn vooralsnog zonder toestemming toegestaan. Een voorbeeld van zo’n eenmansprotest is dat van Roman Roslovtsev, die met een Poetin-masker protesteerde tegen de demonstratiewet op het Rode Plein met een bord om zijn nek met de tekst: ‘Ik ben niet bang voor artikel 212.1’ In een interview met Radio Free Europe vertelt hij dat hoewel deze demonstraties zijn toegestaan ‘als je ergens demonstreert de Russische politie gewoon de mensen van Poetins jongerenorganisatie belt om er een “echte' demonstratie van te maken en arresteren ze je alsnog wegens overtreding van het demonstratieverbod. Vervolgens kun je na drie overtredingen veroordeeld worden tot vijf jaar cel.’ Roslovtsev werd al twee keer opgepakt en is inmiddels naar Oekraine gevlucht waar hij politiek asiel heeft aangevraagd.
Op basis van de gewijzigde anti-demonstratiewet zijn er tot nog toe enkele honderden arrestaties verricht. De meeste demonstranten werden beschuldigd van deelname aan een ongeautoriseerde bijeenkomst. Een kleiner deel werd gearresteerd op beschuldiging van het niet opvolgen van politiebevelen. Ook werd een aantal prominente Russische activisten opgepakt die bij de demonstraties aanwezig waren. Zo werd Aleksej Navalni veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 dagen voor het negeren van politiebevelen tijdens een protest in februari 2014.
Lasterwet
Nadat toenmalig president Medvedev laster tot een administratiefrechtelijke overtreding had gemaakt werd deze wet in juli 2012 onder Poetin opnieuw in het wetboek van strafrecht opgenomen. De wetgeving voorziet in zware financiële sancties van maximaal 2 miljoen roebel (ongeveer 27.500 euro) en 3 maanden vrijheidsstraf.De wet definieert laster als 'de verspreiding van valse informatie die schade aanbrengt aan iemands waardigheid en reputatie’. In de wet worden vier verzwaarde omstandigheden genoemd: wanneer er sprake is van laster in openbare uitlatingen, verspreiding van valse informatie over iemands gezondheid, en valse beschuldigingen over het plegen van een ernstig misdrijf, het beledigen van rechters, officieren van justitie en (politie)agenten. Wie een ander bijvoorbeeld valselijk beschuldigt van een zwaar misdrijf, riskeert een boete tot 125.000 euro (1.715 euro).
Via de wet moet laster in de media en op internet worden gecontroleerd. Media die de lasterwet overtreden kunnen een boete krijgen tot 45.000 euro. Met de lasterwet kan Kremlin-critici het zwijgen worden opgelegd. Amnesty wijst erop dat de zelfcensuur zal toenemen, omdat burgers bang zijn wegens laster te worden vervolgd.
Hoogverraadwet
Door een wetswijziging uit 2012 is de formulering van hoogverraad uitgebreider en tegelijkertijd vager gemaakt. Zo is werken voor organisaties die ‘de veiligheid van Rusland bedreigen’ krachtens de nieuwe wet een vorm van hoogverraad. Het verstrekken van informatie uit open bronnen aan internationale organisaties kan ook onder de wet vallen, als de ontvangende partij de Russische veiligheidsbelangen ermee schaadt. Er kunnen straffen worden opgelegd die variëren van een hoge geldboete tot maximaal twintig jaar gevangenisstraf.
Leden van de oppositie en mensenrechtenactivisten in Rusland stellen dat het onder de nieuwe wetgeving gemakkelijker is om mensen voor hoogverraad aan te klagen, die voor buitenlandse organisaties werken; informatie doorspelen aan bijvoorbeeld ambassades; of die in de ogen van de regering tegen het staatsbelang handelen.
In januari 2015 werd Svetlana Davidova uit de regio Smolensk op grond van de hoogverraadwet gearresteerd. Zij had in het
voorjaar van 2014 telefonisch de Oekraïense ambassade in Moskou geïnformeerd dat een legereenheid bij haar in de buurt mogelijk naar Oekraïne was gestuurd. Davidova werd aangeklaagd wegens hoogverraad. Zij werd in februari 2015 tegen een borgsom vrijgelaten. Vermoed wordt dat dit kwam door de media-aandacht die de zaak kreeg. De zaak werd op 13 maart 2015 gesloten wegens gebrek aan bewijs. De aanklager heeft zijn excuses aangeboden aan Davidova.
De nieuwe wet maakt overleg met buitenlandse organisaties die betrokken zijn bij 'activiteiten gericht tegen de veiligheid van Rusland' illegaal. Dit kan ertoe leiden dat Russen geen informatie meer kunnen delen met bijvoorbeeld Amnesty International of zelfs het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Bronnen: Radio Free Europe, Amnesty International, Sanatsia.com, COC.nl, Algemeen Ambtsbericht Russische Federatie BuZa 2014 & 2015