Russen vormen de overgrote meerderheid van de inwoners van de Russische Federatie. Maar het land kent tientallen andere nationaliteiten. Poetin steunt sinds kort het idee voor een 'wet op de Russische natie', die een Russische 'Leitkultur' moet vastleggen. Wat vinden de minderheden daarvan? Van de homo sovieticus naar de Rossiaan.
door Laura Starink
Aan de vooravond van de Dag van de Nationale Eenheid (4 november) zei Vladimir Poetin iets opmerkelijks. Op een bijeenkomst over interetnische betrekkingen in Astrachan ondersteunde hij voor het eerst het al jaren sudderende idee voor een ‘wet op de Russische natie’, gekoppeld aan een Jaar van de Russische natie. Dat is een beleidswijziging. Tot op heden hield Poetin zich in dit etnische mijnenveld enigszins op de vlakte. Wel zei hij in 2012 tegen het parlement: ‘De Russische samenleving heeft een duidelijk gebrek aan geestelijke ankers – barmhartigheid, medeleven, medelijden, ondersteuning en wederzijdse hulp’. Russische natievorming moet daar het antwoord op zijn.
Fontein Vriendschap der Volkeren op Tentoonstelling der Economische Verworvenheden, het park van de 15 Unierepublieken in Moskou (foto Laura Starink)
Voorstanders van de wet zeggen: in Duitsland wonen Duitsers, in Amerika voelt iedereen zich Amerikaans, dus staatsburgers van Rusland kunnen gerust Russen genoemd worden. Maar Rusland is geen natiestaat in de klassieke 19de-eeuwse zin van het woord, maar een federatie, een veelvolkerenstaat. En critici zien in de wet dan ook een poging om de Russische dominantie in die federatie via orthodoxie en autocratie te bestendigen ten koste van de nationale minderheden. Sommige Russische commentatoren beschouwen het als niet meer dan een propagandistische truc om de natie te verenigen tegen ‘buitenlandse vijanden’. En om de Roesski Mir (de Russische wereld), de miljoenen mensen tellende Russische diaspora, nauwer aan het vaderland te binden.
USSR was veelvolkerenstaat
De Sovjet-Unie was een veelvolkerenstaat, een federatie van 15 Unierepublieken die op papier allemaal hun eigen nationale identiteit hadden: Oekraïners, Letten, Georgiërs, Tadzjieken of Moldaviërs. Ze hadden ook hun eigen staatkundige structuren, een eigen taal en theoretisch zelfs het recht zich van de USSR af te scheiden (al was het onmogelijk van dat recht gebruik te maken).
Zelfs binnen die Unierepublieken, met name binnen sovjet-Rusland, bestonden nog ‘autonome republieken’ die gekoppeld waren aan nationale minderheden, zoals de Tataren, de Basjkieren, de Tsjetsjenen of de Kalmukken. De USSR was een multiculturele samenleving met een federale structuur. Het overkoepelende ideaal was de homo sovieticus, gevormd door de communistische staatsideologie. In ieders paspoort stond naast het sovjet-staatsburgerschap ook nog de eigen nationaliteit (etniciteit): Rus, Oekraïner, Georgiër, Kazach, maar ook Jood. Nu staat in het binnenlandse paspoort alleen geslacht en woonplaats vermeld.
Maar de Russen waren altijd de dominante natie, qua omvang en politieke invloed, die reikte vanaf de lagere echelons van de communistische partij totaan het Politburo toe. En Russisch was (en is nog steeds) de lingua franca.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd de Russische federatie met 146 miljoen inwoners onder leiding van Boris Jeltsin de opvolgerstaat. Volgens de volkstelling van 2010 zijn er meer dan 190 etnische groepen in Rusland en maken Russen 80% van de bevolking uit. Maar een echte federatie is Rusland nooit geworden: uit angst dat na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ook Rusland zou bezwijken onder druk van het zelfbeschikkingsrecht voor volkeren maakte Poetin snel een einde aan de ‘parade van souvereiniteiten’, zoals het onafhankelijkheidsstreven van de nationale minderheden in de jaren ’90 werd genoemd. Hij herstelde de centralistische macht van Moskou.
De 14 nieuwe onafhankelijke republieken, vooral de landen die in Europa lagen, begonnen na 1991 hun eigen natiestaten uit te vinden en hun geschiedenis te herschrijven, om de communistische erfenis af te schudden. Zij konden zich daarbij met succes afzetten tegen hun vroegere overheerser en daardoor werd Rusland, dat immers zelf de Sovjet-Unie had opgeheven, in het defensief gedrongen. Het leidde tot een identiteitscrisis: was de Sovjet-Unie nu een koloniale mogendheid? Een agressor-staat met een zeer kwalijke reputatie van terreur en onderdrukking? Of een wereldmacht die onderontwikkelde landen industrialisatie, modernisering en geletterheid had gebracht en de wereld had gered van het fascisme? Hoe moest Rusland zich in het post-communistische tijdperk identificeren? Poetin koos de variant dat de doodsteek voor de wereldmacht in 1991 uit het Westen kwam. Rusland koos voor ‘back to the future’.
De Russisch-orthodoxe kerk speelt een belangrijke rol in de Russische culturele identiteit (foto Kremlin)
Russen versus Rossianen
De ‘wet op de Russische natie en het onderhoud van de interetnische betrekkingen’, zoals de officiële naam luidt, moet Rusland nu een politiek staatsburgerschap bieden. Maar hoe koppel je dat aan de grootste etnos zonder de minderheden op de tenen te trappen? Om die valkuil te vermijden goochelt men met twee begrippen: roesski en rossiski. Roesski is de term voor de etnos, het Russische volk. Rossiski is de verzamelterm voor de inwoners van Rossia, de Rossianen. Maar de twee woorden zijn etymologisch verwant en dat ontgaat de nationale minderheden niet.
‘Tot voor kort zag bijvoorbeeld Jakoetië niets in het idee van de Russische natie,’ zei de historicus Vjatsjeslav Michajlov (78), een van de geestelijke vaders van de wet-in-wording, vorige week in een interview. Michajlov was in de jaren ‘90 minister van Nationaliteitenzaken. ‘Maar uiteindelijk is het ons gelukt hen met behulp van de Staatsdoema te overtuigen.’ Welke overredingskracht hierbij te pas is gekomen zegt Michajlov niet. Maar hij verwijst naar het begrip ‘het multinationale volk van de Russische federatie, tussen haakjes de natie der Rossianen’, dat in 2012 door Poetin werd gebezigd. De Jeltsin-grondwet van 1993 worstelde al met de materie en presenteerde in de preambule de gewrongen aanhef: ‘Wij, het multinationale volk van de Russische federatie’.
Poetins rede over nationaliteit
In januari 2012 hield Poetin een rede in parlement en Senaat over de ‘nationale kwestie’. Het Westen heeft erkend, zei hij, dat de multiculturele samenleving is mislukt. ‘De spanningen tussen bevolkingsgroepen en religieuze stromingen nemen toe. (…) De [Amerikaanse] melting pot van de assimilatie borrelt en kookt over en is niet in staat de toenemende migratiestromen te verwerken.’ En in Europa heeft de multiculturele aanpak geleid tot segregatie, wat xenofobie onder de lokale bevolking in de hand heeft gewerkt. Poetin noemde het de ‘crisis van de natiestaat, die historisch is gebouwd op basis van etnische identiteit’.
In Rusland ligt dat allemaal totaal anders, betoogde Poetin. ‘Onze nationale en migratieproblemen houden direct verband met de vernietiging van de USSR en historisch gesproken met het grote Rusland dat al dateert uit de 18de eeuw.’ Uw voorgangers, de parlementsleden uit de jaren ’90, zijn met hun strijd tegen het centrum van de macht het pad ingeslagen van ‘ineenstorting en separatisme’. Slechts met de grootst mogelijke moeite is het ons gelukt een burgeroorlog te voorkomen, aldus Poetin. Hij is dan ook fel tegenstander van ‘regionale politieke partijen’, die het pad van het separatisme zullen inslaan.
De Russische Federatie heeft omvangrijke minderheden als Basjkieren, Kalmukken en Tataren (foto Wikimedia Commons).
Rusland is een veelvolkerenstaat en ‘de ruggengraat, het verbindende weefsel van deze unieke civilisatie is het Russische volk, de Russische cultuur,’ zei Poetin. Die nadruk op het ‘Russische’ karakter van de Russische Federatie speelt ook een belangrijke rol in de Roesski Mir (de Russische wereld): de miljoenen tellende Russische diaspora, die door het uiteenvallen van de USSR onvrijwillig emigranten werden in de vroegere vazalstaten. Volgens Poetin voelen zij zich Russen, onafhankelijk van hun etnische afkomst. Hun belangen beschermen is een van Poetins leerstukken, maar hij gebruikt ze ook als politiek propagandamiddel. De annexatie van de Krim en de inmenging in Oost-Oekraïne werden gerechtvaardigd door te verwijzen naar een dreigende ‘genocide’ op de Russische bevolking, die ‘Heim ins Reich’ zou willen.
In zijn rede ontpopte Poetin zich ook als zendeling: ‘Het is de grote missie van de Russen hun beschaving te verenigen, te verankeren. Met hun taal, cultuur, “hun wereldwijde ontvankelijkheid”, zoals Fjodor Dostojevski het noemde, om de Russische Armeniërs, de Russische Azeri, de Russische Duitsers en de Russische Tataren te verenigen.’ Daarin overheerst de Russische ‘culturele code’ met de Russische taal, literatuur en geschiedenis. Om de tegenstellingen te overbruggen is een ‘subtiele culturele therapie nodig’. Hij waarschuwt overigens wel voor Russisch nationalisme, dat het Russische volk boven de rest plaatst. Het is een van zijn dilemma’s: hoe kun je een veelvolkerenstaat met een Russische saus overgieten, zonder onversneden racisten als de filosoof Doegin, maar ook de aanhangers van extreem-rechtse bewegingen de wind in de zeilen te geven?
Van de Europese Unie zegt Poetin geleerd te hebben dat migratiestromen gevaarlijk zijn. In zijn Euraziatische Unie moeten er dan ook strenge migratieregels gehanteerd worden. In Rusland is geen plaats voor ‘afgesloten, geïsoleerde nationale enclaves’ waar eigen wetten en regels gelden en etnische criminaliteit kan gedijen. Kennis van de Russische taal, cultuur en geschiedenis is een voorwaarde voor probleemloos samenleven. ‘Een van de belangrijkste opdrachten voor de Euraziatische integratie is voor miljoenen mensen in dit gebied de mogelijkheid te creëren waardig te leven en zich te ontwikkelen.’
De Tsjetsjeense 'leider´ Ramzan Kadyrov houdt voor Moskou Tsjetsjenië rustig (foto Kremlin)
Het klinkt prachtig maar het klopt niet. In Rusland bestaan wel degelijk nationale enclaves, zoals Tatarstan of Tsjetsjenië. Die worden alleen bijeengehouden door een sterke staat. In de Noord-Kaukasus is bijvoorbeeld Tsjetsjenië na een zeer bloedige oorlog met extreem geweld gepacificeerd en wordt de rust afgekocht door dictator Ramzan Kadyrov veel geld en de vrije hand te geven. Poetin gooit alles hier op één hoop: Rusland is geen natiestaat maar pretendeert wel een (Russische) Leitkultur te hebben. De bottomline is dat de hele wereld het fout doet, maar dat Rusland de juiste oplossing voor het ‘multiculturele drama’ heeft gevonden.
Het zijn fraaie woorden die duiden op een even naïeve maakbaarheidsgedachte als in West-Europa werd gekoesterd. Ondanks de homo sovieticus zijn in Rusland xenofobie en onverdraagzaamheid wijd verspreid. Kaukasiërs worden ‘zwartkonten’ genoemd en Centraal-Aziatische ‘Gastarbajter’ in de bouw worden uitgebuit en leven in de grote steden vaak onder kommervolle omstandigheden. Wel heeft Rusland het voordeel dat de meeste migranten afkomstig zijn uit de ex-sovjet-republieken en veelal dus nog Russisch spreken. En dat migranten of vluchtelingen uit Afrika of het Midden-Oosten Rusland links laten liggen.
Kritiek uit de samenleving
Met zijn steun voor een wet op de Russische natie zet Poetin nu een nieuwe stap in de natievorming van bovenaf. Dat heeft tot veel kritiek geleid. Politiek burgerschap is nuttig voor een staat, aldus Anatoli Visjnevski, econoom van het Demografisch Instituut, vooral als je ten strijde moet trekken tegen een vijand. Maar zo’n wet noemt hij pure retoriek. ‘De VS bestaan uitsluitend uit immigranten. Hebben zij soms zo’n wet?’
Jegor Cholmogorov, hoofdredacteur van De Russische observator, noemt het uitgangspunt voor de wet ‘absurd’. Anders dan de andere volkeren van de Sovjet-Unie hadden de Russen geen eigen identiteit, omdat het niet nodig geacht werd die kunstmatig te onderhouden bij het volk dat sowieso de baas was. Daarom is het nationale gevoel paradoxaal genoeg dus juist bij de Russen zwak ontwikkeld. ‘Een deel van de Russen begon zich om ideologische redenen te beschouwen als sovjet-mensen.’
Tentoonstelling over de oorlog in de Donbas in het Museum voor de Tweede Wereldoorlog in Kiev (foto Laura Starink)
Die sovjet-identiteit bleef volgens Cholmogorov beperkt tot de intelligentsia en de partij-elite en drong totaal niet door bij de massa. ‘Het was dan ook logisch dat, zodra het sovjet-systeem met de perestrojka uiteenviel en een nationale renaissance ontstond, die sovjet-identiteit bij alle volkeren van de Sovjet-Unie snel in rook opging, behalve bij de Russen. Al in 1989 werden alle etnische buitengewesten uitermate nationalistisch.’ Om nu na jaren dat nationale gevoel ook bij de Russen met terugwerkende kracht kunstmatig te ontwikkelen noemt Cholmogorov een ‘farce’, die alleen maar tot conflicten zal leiden.
‘Een natie van Rossianen, zoals de initiatiefnemers van de wet dat voor zich zien, als een synthese en vereniging van verschillende volkeren en naties die op het grondgebied van ons land leven, kan niet ontstaan,’ zegt Cholmogorov. En wat blijft er trouwens over van het Russische volk, als die zich opeens ‘Rossianen’ moeten gaan noemen? ‘Zuiver juridisch kun je dat als genocide opvatten’.
De Sovjet-Unie heeft zelf met haar federale staatsinrichting de bom gelegd onder het centralistisch geleide Russische imperium, zegt Lev Goedkov, directeur van het opinieonderzoeksbureau Levada Center. Door de Unierepublieken in ieder geval in naam zelfbeschikkingsrecht te geven werd de ineenstorting van het rijk als het ware voorgeprogrammeerd. Rusland heeft daar niks van geleerd, zegt de socioloog. ‘Het verlangen terug te keren naar de sovjet-tijd is een herhaling van een en dezelfde fouten.’
Het is absurd te denken dat je zo’n nationaal gevoel met een wet kunt opleggen. ‘In Rusland bestaat alleen een negatief nationaal idee, gevoed door het fantoom van een buitenlandse dreiging, als consolidatie tegen een tegenstander.’ Goedkov noemt het hele plan ‘ideologische fictie’.
Dat Poetin nu de ideeën van Michajlov omarmt verbaast ook Konstantin Gaaze, analist van Carnegie Center Moscow. ‘Het volk der Rossianen zal de economie niet redden en de oorlog in Syrië niet winnen. Waarom heeft het Kremlin dit nodig? Begrijpen de doctor in de historische wetenschappen [Michajlov] en het staatshoofd hoever het verlangen naar een niet geheel duidelijke grondwettelijke term hen doet afdwalen?’ Voor Michajlov bestaat Rusland voornamelijk uit de Russen, die van het land een wereldspeler hebben gemaakt. ‘Zonder de Russen zou er helemaal geen wereldmacht Rusland hebben bestaan,’ zei Michajlov. Gaaze noemt de hele gedachtengang bedenkelijk. De facto probeert men via een achterdeur etniciteit toch weer de Grondwet in te smokkelen.
Of de wet op de Russische natie er komen gaat is vooralsnog onduidelijk. Of hij zal bewerkstelligen dat de dunbevolkte multiculturele megastaat-met-een-omsingelingssyndroom zich een sterke eenheid gaat voelen is zeer de vraag. Het is Poetins steeds terugkerende tactiek zich hooghartig af te zetten tegen het internationale knoeiwerk in de rest van de wereld. In zijn jaarlijkse tv-optreden Directe Lijn zei hij in april 2014, kort na de annexatie van de Krim, dat Rusland ‘een stofzuiger is die vertegenwoordigers van verschillende etniciteiten opzuigt’. Dat heeft ‘onze machtige culturele code bepaald’. Of de gemiddelde Jakoet, Tsjetsjeen of Kalmyk met deze grove terminologie uit de voeten kan?
Voor de westerling is persoonlijk succes de hoogste morele categorie, maar de Rus wordt gedreven door ‘hogere morele waarden’, door een ‘wij-gevoel’, orakelde Poetin. ‘Alleen bij ons volk kon het spreekwoord ontstaan: als je samen bent is zelfs de dood iets moois’. Zou het werkelijk? Nu onafhankelijk onderzoek naar de spanningen in eigen land onder steeds grotere druk staat, kan Poetin wellicht nog enige tijd de wens de vader laten zijn van de gedachte.