Muilkorf werkt averechts: burgers in Rusland nemen het op voor kunstenaars

Het Kremlin accepteert niet meer dat cultuur een uitlaatklep is voor 'andersdenkenden'. Het wil de cultuur in zijn greep krijgen om de jeugd op te voeden en te sturen. Het effect is averechts, merkt publicist Andrej Archangelski. Mensen die voorheen apolitiek waren, nemen het op voor kunstenaars en journalisten. Solidariteit en protest keren in Rusland terug.

door Andrej Archangelski

Zelfs in Ruslands somberste tijden heerste in de wereld van de cultuur de meeste vrijheid. Hier kon je altijd meer dan gebruikelijk was de waarheid zeggen. Zo was het ook in de negentiende eeuw, en zelfs in de twintigste eeuw. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw benutten de Sovjet-autoriteiten de cultuur bij voorkeur als uitlaatklep, als getto voor wie het regime niet volledig was toegedaan.

gogol centerHet Moskouse Gogol Centrum, vrijplaats voor theaterproducties. Foto rechtenvrij

Aanvankelijk was dat ook de aanpak van het huidige Russische regime; na de protesten van 2011-2012 begon het ‘cultuurpodia voor andersdenkenden’ te creëren. Het ging de machthebbers er toen om het politieke protest om te buigen tot een cultureel protest: juist in deze periode werd het Gogol Centrum opgericht, het avant-gardetheater onder leiding van Kirill Serebrennikov. Maar na 2014 heeft het Kremlin blijkbaar een principebesluit genomen: we spelen geen spelletjes meer met de intelligentsia en gaan de cultuur benutten voor het bijbrengen van correcte ideeën en een patriottische opvoeding.

Hollywood-mythe

Waarom besloot het gezag de relatie met de intelligentsia op de spits te drijven? Waarom besloot het greep te krijgen op de cultuurwereld? Allereerst is het zo dat wereldwijd traditionele politieke methodes aan populariteit inboeten. Ze maken plaats voor een informele aanpak, de politiek verandert meer en meer in showbizz, massacultuur krijgt een heel andere betekenis.

Van alle mythes en stereotypen die leven in het Kremlin, is de Hollywood-mythe bij uitstek populair: de ex-medewerkers van de geheime diensten zien Hollywood als propagandamiddel voor de wereldwijde verspreiding van Amerikaanse waarden. Dat is al jarenlang een idée fixe van het Kremlin: de Russische jeugd dient behoed te worden voor Amerikaanse invloeden, er moet een eigen Hollywood komen. Juist om die reden richt het Kremlin zich op de filmindustrie (die vrijwel geheel gecontroleerd wordt door de overheid).

Maar in feite is het Kremlin slecht geïnformeerd over de Amerikaanse cinema. Hollywood is niet bang om openlijk Amerikaanse problemen aan te kaarten, zoals racisme (in Green Book) of Vietnam (in Secret Dossier van Steven Spielberg). De Russische cinema van tegenwoordig doet denken aan een slechte parodie op Hollywood: er mag alleen vrijuit kritiek geleverd worden op Europa of Amerika, maar niet op Rusland zelf. Hollywood etaleert universele, positieve ideeën die mensen over de hele wereld snappen: je mogelijkheden zijn onbeperkt, je hebt alles in eigen hand.

Idée fixe van het Kremlin: de Russische jeugd dient behoed te worden voor Amerikaanse invloeden, er moet een eigen Hollywood komen

Als er al sprake is van ideeën in de Russische cinema van de afgelopen twintig jaar dan komen die hierop neer: het beste wat je kunt doen voor je vaderland is sterven. Uiteraard put nauwelijks iemand hier inspiratie uit, en in de bioscopen legt de Russische film het dan ook af tegen Hollywood. Volgens een recent onderzoek waren van de 160 door de staat gesubsidieerde films er 141 verliesgevend. Slechts één op de tien films die met overheidssteun zijn gemaakt, brengt in de bioscoop zijn geld op.

Angst voor jongeren zonder Sovjet-instincten

De culturele belangstelling van het Kremlin houdt ook verband met een andere zorg: de beduchtheid voor de nieuwe generatie jongeren van 17 tot 20 jaar, die na de ondergang van de USSR is geboren. Het is een generatie zonder Sovjet-instincten en -gewoonten, en daarom raadselachtig voor het Kremlin: men heeft geen flauw idee hoe men ze moet sturen. Dat werd duidelijk na 2017, toen een meeting van oppositieleider Aleksej Navalny hoofdzakelijk door scholieren en studenten werd bezocht.

Datzelfde jaar besloten de autoriteiten zich te gaan bemoeien met de opvoeding van de jeugd: ze probeerden afspraken te maken met bekende bloggers, deden vervolgens een poging tot het verbieden van bands met  teksten die blijk gaven van veel pessimisme en suïcidale stemmingen. Uiteindelijk werd de chat-dienst Telegram als schuldige aangewezen, maar de pogingen om deze te blokkeren (met als formele reden dat de eigenaar weigerde de versleuteling van de berichten van de abonnees door te geven aan de geheime dienst) liepen op niets uit.

Cultuur in dienst van ideologie

Al in het begin van dit decennium deed de overheid pogingen het recht op artistiek commentaar op maatschappelijk gevoelige thema’s te monopoliseren: allereerst betreft dit het thema van de Tweede Wereldoorlog. In de praktijk houdt dit in dat alleen de overheid, of diegenen die er nauw aan gelieerd zijn, films mogen maken over de oorlog en andere belangrijke historische gebeurtenissen. Die regel is natuurlijk niet officieel, maar iedereen houdt zich eraan.

film prazdnik afbeelding 2Het elite-echtpaar dat een heerlijk feestmaal geniet tijdens het beleg van van Leningrad. Beeld uit de film 'Feest'

De film Feest van Aleksej Krasovski – een zwarte komedie over het beleg van Leningrad die op YouTube is uitgebracht – overtrad deze ongeschreven regel en wekte juist daarom zo’n enorme weerzin bij de autoriteiten. De film De dood van Stalin van de Italiaanse regisseur Ianucci gaat niet over de oorlog, maar over de dood van de dictator in 1953; toch werd ook deze film niet in Rusland uitgebracht. Een Italiaanse regisseur mag geen oordeel vellen over het Sovjet-regime, laat staan in de vorm van een komedie – ook dat wordt in Rusland gezien als een overtreding van ongeschreven regels. Onlangs nog werd de Amerikaanse serie Chernobyl in de Kremlinmedia overladen met kritiek – alweer had ‘een buitenstaander’ het gewaagd een oordeel te vellen over de USSR.

Het Kremlin voedt de eigen kunstenaars op met wortel en stok. Er is in Rusland een nieuwe cultuurwet in de maak, in een poging de rechten en plichten van de kunstenaar tegenover de samenleving wettelijk te bepalen. De nieuwe conceptwet beziet de cultuursector louter als een instrument in dienst van de overheid, als een strategische hulpbron. De cultuur moet, aldus het concept, ‘de identiteit van burgers versterken, voorwaarden scheppen voor hun opvoeding, historisch en cultureel erfgoed behouden, traditionele waarden doorgeven’ et cetera.

Nieuwe wet geeft cultuur opdracht de burgers op te voeden

In werkelijkheid beoogt de wet de cultuursector financieel en moreel afhankelijk te maken van de overheid. Het stelsel van cultuursubsidies is zo ingericht dat elk hoofd van een theater, bibliotheek of museum beschuldigd kan worden van financiële malversaties – wat regisseur Serebrennikov is overkomen. Daarnaast wil de overheid met de nieuwe wet de cultuur opdelen in een officiële en een onofficiële branche; wie zich niet aan de kant van de autoriteiten schaart, zal in wezen tot de tweede rang worden veroordeeld.

Voorrang voor Russische filmpremières

Vanaf 2016 maakt het ministerie van Cultuur er een gewoonte van buitenlandse premières naar een eerdere of latere datum te verplaatsen om de weg vrij te maken voor de vertoning van Russische films. In januari 2018 schortte het departement een paar dagen voor de première de release van de animatiefilm Paddington 2 op, hetzelfde gebeurde in de zomer van 2018 met de animatiefilm Charming (USA, Canada). In december 2018 nam het vrijhouden van bioscoopschermen grote vormen aan: ter wille van de Russische, militaristische blockbuster T-34 (die uitkwam op 1 januari 2019), waren enkele Hollywoodfilms (Grinch, Spiderman: Into the Spider-verse, Bumblebee, Aquaman) genoodzaakt een paar weken eerder in roulatie te gaan. 

death of stalin affiche

Affiche van 'The death of Stalin' die in Rusland niet mocht worden vertoond

Broederschap, een film van regisseur Pavel Loengin over de oorlog in Afghanistan, werd door senatoren onpatriottisch bevonden: ze stelden voor de film helemaal te verbieden, maar uiteindelijk werd de première uitgesteld. Ten slotte is er net als in de Sovjet-tijd al sprake van rechtstreekse censuur van buitenlandse films. In de film Hellboy (USA, GB) werd een verwijzing naar Stalin verwijderd. Er is een scène waarin Hellboy tegen Baba Jaga zegt: ‘I recall you tried to raise Stalinʼs ghost from a necropolis’. In de Russische nasynchronisatie luidt de zin als volgt: ‘Ik wil je eraan herinneren dat jij het was die de geest van Hitler uit een necropolis wilde opwekken’. Uit de film Rocketman over het leven van Elton John zijn de homoseksuele liefdesscènes en het drugsgebruik geknipt. Volgens minister van Cultuur Vladimir Medinski ging het om ‘zelfcensuur’ van de filmdistribiteurs. Zelfs Elton John heeft commentaar gegeven op de censuur.

BadComedian (Jevgeni Bazjenov) is een populaire Russische filmcriticus die vaak kritiek levert op Russische speelfilms en het filmsubsidiebeleid van het ministerie van Cultuur. Filmmaatschappij Kinodanz eiste 1 miljoen roebel schadevergoeding van hem, omdat de blogger in zijn bespreking van de film De realiteit voorbij veel te lange filmfragmenten opgenomen zou hebben. Volgens Bazjenov is hij door vertegenwoordigers van Kinodanz gewaarschuwd dat de maatschappij ‘de steun geniet van zeer invloedrijke personen’, en ook van het ministerie van Cultuur.

Men kan stellen dat de Russische autoriteiten vandaag de dag de cultuur proberen te gebruiken als informeel middel om de maatschappij te controleren en te sturen.

Verzet en solidariteit

De inspanningen van de overheid werken echter contraproductief: mensen uit de culturele sector snappen inmiddels dat het bij verboden, censuur of opschorting niet simpelweg gaat om een ‘particuliere aangelegenheid’, maar dat het vrije woord op het spel staat. Vervolging van oppositionele kunstenaars wordt niet langer massaal goedgekeurd, zoals vrij recent nog het geval was. Door de culturele oppositie te bestrijden politiseren de autoriteiten haar juist. Onschuldige dingen gaan zich tegen de macht zelf keren. Met als gevolg een omslag van cultureel naar politiek protest.

In maart 2019 zag het ministerie van Cultuur af van het uitbrengen van de Belgische animatiefilm Corgi over de lievelingshond van koningin Elisabeth, met als uitleg dat diezelfde dag de Russisch-Tsjechische animatiefilm Hurvinek. Het toverspel uitkwam. Hier kwamen de bioscopen onverwacht tegen in het geweer door het ministerie een ultimatum te stellen: als Corgi niet in roulatie zou gaan, dan zouden zij Hurvinek niet vertonen. Ultimatum, boycot: zulke woorden kwamen niet eerder voor in het lexicon van de Russische zakenwereld. Feitelijk is het niets anders dan een protest tegen overheidsinmenging in privézaken en überhaupt tegen het beleid van het ministerie van Cultuur.

Politiek was in Rusland al rond 2005 verdwenen; daarna werd ze verdrongen van straten en pleinen. Nu keert ze, onverwacht, terug in de vorm van cultureel protest

Solidariteit is anno 2019 een sleutelbegrip geworden in Rusland. Een sentiment dat volkomen atypisch is voor de postsovjet-samenleving, ook al had het Sovjet-regime de mond vol van ‘arbeiderssolidariteit’. Cruciale maatschappelijke instincten beginnen nu pas vorm aan te nemen, en uitgerekend met de cultuur is dat begonnen.

invasie festivalOp het rockfestival 'Invasie', gesponsord door het ministerie van Defensie, weigerden in 2018 bekende groepen op te treden. Foto rechtenvrij

In 2018 was het voor het eerst dat bekende groepen weigerden op te treden op het militaristische rockfestival ‘Invasie’. Russische rapmuzikanten kwamen op voor de gearresteerde rapper Husky. Na de arrestatie van de journalist Ivan Goloenov en zijn vrijlating onder druk van de samenleving, waren het niet alleen collega-journalisten die het meteen voor hem opnamen; de maatschappelijke steun was ongekend, ook vanuit de culturele sector.

Mensen die voorheen apolitiek waren, namen het voor de journalist op: zangers, showmasters en acteurs. Uiteraard spreken ze zich daarmee ook uit tegen de overheidsrepressie als geheel. De autoriteiten merken dat het protest het gebruikelijke niveau ontstijgt en doen concessies. Politiek in zijn gebruikelijke betekenis was in Rusland al rond 2005 verdwenen; daarna werd ze verdrongen van straten en pleinen. Nu keert ze, onverwacht, terug in de vorm van cultureel protest.