Vóór 2019 verliezen 10.300 Russische wetenschappers wegens de economische malaise hun baan. Dat meldt de Russische nieuwssite Gazeta.ru. Uit door de site geciteerde documenten blijkt dat het Ministerie van Onderwijs premier Medvedev adviseert in 2017 500 docenten aan middelbare scholen te ontslaan en het dienstverband van 3.500 wetenschappers, verbonden aan de Academie van Wetenschappen, volgend jaar niet te verlengen. Het jaar daarop moeten in totaal 8.300 wetenschappers zijn wegbezuinigd. Ook bij het Koertsjatov Instituut, het belangrijkste instituut op het gebied van onderzoek naar nucleaire energie, verliezen 1.500 onderzoekers hun aanstelling. Daarnaast zal het aantal gesubsidieerde studieplekken voor studenten volgend jaar met veertig procent afnemen.
De ooit prestigieuze Russische Academie van Wetenschappen in Moskou wordt gekort. Foto: Sergey Ashmarin
Internationale rankings
In 2012 introduceerde de Russische overheid een programma dat de Russische wetenschappelijke sector weer internationaal concurrerend moet maken. Voor de periode 2013-2020 werd in totaal bijna 40 miljard euro vrijgemaakt. Deze investeringen zijn met name gericht op onderzoek en publicaties door universiteiten, die op deze manier hun posities in de internationale rankings moeten verbeteren. Het overheidsprogramma lijkt effect te hebben gehad: uit de jaarlijkse index van het wetenschappelijke blad Nature blijkt dat sinds 2012 het aantal Russische publicaties in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften sterk is toegenomen. Opvallend genoeg is het aandeel van de Russische Academie van Wetenschappen daarin juist afgenomen.
De situatie bij de ooit beroemde Academie, waar alle sovjet-geleerden van naam (zoals kerngeleerde en Nobelprijswinnaar Andrej Sacharov) aan verbonden zijn geweest, is al langer zorgelijk. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd uit geldgebrek het onderzoeksbudget sterk verlaagd. Salarissen werden niet meer uitbetaald en veel wetenschappers van naam vertrokken naar het buitenland. Het instituut bleek moeilijk te hervormen en de overgebleven academici, met een aanstelling voor het leven, zorgden voor een geleidelijke vergrijzing.
In 2013 kwam er een einde aan de onafhankelijke positie die de Academie sinds haar oprichting in 1742 had. De overheid bracht haar onder in een nieuwe organisatie die direct verantwoording moet afleggen aan het Kremlin. Meest ingrijpend was de beslissing om het beheer van het onderzoeksbudget en de aanzienlijke vastgoedportefeuille van de academie aan deze instantie toe te wijzen. Volgens kritische wetenschappers was de ontmanteling van de oude Academie in werkelijkheid een verkapte naasting van het omvangrijke onroerend goed. Duizenden wetenschappers gingen uit protest de straat op.