Vanuit een overvolle Moskouse cel zet politiek gevangene Pavel Krisevitsj zijn protest tegen de Russische staatsterreur voort. Al bijna drie jaar zit de 23-jarige kunstenaar opgesloten vanwege zijn politieke kunstperformances. Journalist Paul Alexander, die met hem correspondeert, ontving voor een expositie in De Balie achttien van zijn doeken per post. Ze bieden een unieke blik in de wondere wereld van het Russische gevangenissysteem.
'Gevangenisprotest', door Pavel Krisevitsj
Door Paul Alexander
Daar staan ze, vijf skeletten in gevangenistenue. Ze houden protestborden tegen hun borst. ‘Gevangenisprotest’ heet het kunstwerk van de 23-jarige politieke gevangene Pavel Krisevitsj. De lijsten van de borden zijn getekend met het bloed van de kunstenaar.
‘In Rusland krijg je voor een protestactie al snel dertig dagen celstraf,’ zo schrijft Krisevitsj als commentaar bij het doek. ‘Je kan daarom maar beter vanuit de gevangenis actievoeren. Ze zeggen niet voor niets dat je in gevangenschap vrijer bent dan er buiten. Je kunt hier vrijuit over van alles spreken. Immers, als je eenmaal vastzit, kunnen ze je niet nog eens gevangenzetten. Sinds mijn veroordeling ben ik verlost van de paranoia dat ik strafrechtelijk vervolgd kan worden. Ik hoef niet voorzichtig te zijn bij alles wat ik zeg en deel op sociale media. Mijn leven is in de gevangenis een stukje vrijer geworden.’
'Mijn leven is in de gevangenis een stukje vrijer geworden'
‘Gevangenisprotest’ is samen met zeventien andere werken van Krisevitsj te zien op een expositie in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. Ze zijn gemaakt in de beruchte Moskouse Boetyrka-gevangenis in een overvolle cel met ruim twintig gevangenen. De activistische kunstenaar zit al bijna drie jaar opgesloten op basis van artikel 213: hooliganisme met gebruikmaking van een wapen.
Pavel Krisevitsj (Foto: SOTAvision)
Schilderen met bloed op een doek van tandpasta
De aanleiding voor zijn veroordeling is een actie op het Rode Plein waar Krisevitsj zich met een zelf vervaardigd speelgoedpistool door zijn hoofd schoot. Met eerdere spectaculaire politieke kunstperformances heeft hij dan al de aandacht op zich weten te vestigen. Zo verhing hij zich aan de Troitski-brug tegenover de Hermitage in Sint-Petersburg met een riem onder zijn oksels en bond hij zichzelf voor de Loebjanka, het hoofdkantoor van de FSB in Moskou, als een Jezus aan een reusachtig kruis met onder hem een brandende vuurstapel bestaande uit dossiers van politieke gevangenen.
Voor zijn arrestatie had hij met tekenen beperkt ervaring. Maar al op de eerste dag in gevangenschap beseft hij dat je van de as van verkoolde lucifers inkt kan maken. Hij zet zich aan het werk en gebruikt de schaarse middelen die in de cel tot zijn beschikking staan. ‘Ik scheur een stuk doek van een laken, smeer het in met tandpasta, wacht tot het gedroogd is en maak op basis van een schets in mijn schrift het schilderij,’ schrijft hij me per brief. Sinds ik tekeningen van hem ben tegengekomen in een Facebook-groep waar familieleden en mensenrechtenactivisten brieven delen van politieke gevangenen, corresponderen we met elkaar. Zijn verloofde in Moskou verstuurt en ontvangt de brieven via de website van de FSIN, de Russische penitentiaire dienst.
Voor de kleurstelling van de doeken schraapt Krisevitsj aanvankelijk kalk van de celmuur. Later heeft hij ook beschikking over pennen en potloden. En hij gebruikt zijn eigen bloed. Dit tot ongerustheid van vrienden en familie. De gevangenis is een haard van infectieziektes, hiv is er wijdverspreid - hij brengt zijn gezondheid in gevaar. Maar Krisevitsj laat zich er niet van weerhouden. ‘Iedereen denkt dat ik liters bloed verspil, maar ik prik gewoon met de punt van een scherp lemmet in mijn vinger, laat één of twee druppels op een plastic deksel vallen en meng het met de punt van een pen. Als ik plots ziek zou worden, zou ik stoppen, maar al anderhalf jaar teken ik met verf van mijn bloed. Ik voel me prima.’
Het huis van de doden
Een celgenoot met wie hij vriendschap sluit - hij is veroordeeld tot acht en een half jaar gevangenisstraf voor het produceren van amfetamine - doet hem de suggestie aan de hand de personages op zijn tekeningen als skeletten af te beelden. Aanvankelijk schuift Krisevitsj het idee terzijde: te clichématig. Maar uiteindelijk gaat hij om en tekent alleen nog maar skeletten. ‘Het komt voort uit een lange traditie die Dostojevski in gang heeft gezet: de gevangenis als huis van de doden. Niemand leeft er echt. Voor de staat ben je niets anders dan een lijk in de kast, en de kast is hier een gevangenis. Dat geldt voor de arrestanten én voor de gevangenisbewaarders. Ook zij leven het grootste deel van de tijd tussen de tralies en de bakstenen muren.’
Inmiddels heeft hij in gevangenschap meer dan 1200 doeken geproduceerd. Ze worden op verschillende manieren naar buiten gebracht - hoe dat in zijn werk gaat, wil Krisevitsj hier niet vermeld hebben om mensen uit zijn omgeving niet nodeloos in gevaar te brengen. Zijn verloofde stuurt me de doeken voor de expositie via de post.
'Laat me even denken', door Pavel Krisevitsj
Oosterse bazaar
De kunstwerken bieden een unieke blik in de wondere wereld van het Russische gevangenissysteem. Als politieke gevangene ben je dag en nacht omringd met criminelen. Het is zaak je behoedzaam op te stellen en vooral geen aanstoot te geven met je gedrag, is de boodschap van een ander doek van Krisevitsj met de titel ‘Laat me even denken’.
‘In gevangenschap denk je dubbel na over je woorden en acties,’ luidt de toelichting. ‘Als je iets zegt, moet het ook ergens op slaan. Het is niet erg om een pauze in te lassen en de betekenis van de woorden te wikken en te wegen en het verloop van het gesprek van tevoren te construeren. Dat is hier volledig geaccepteerd: niemand neemt er aanstoot aan als de gesprekspartner een paar seconden stilvalt.’
Krisevitsj vergelijkt zijn overvolle cel met ‘een Oosterse bazaar met gevangenen uit alle delen van het voormalige Sovjetrijk; overal ligt kleding, er hangen handdoeken te drogen, een laken is gespannen tussen de stapelbedden om de cel aan het zicht te onttrekken voor als de nietsvermoedende bewaker in het voorbijgaan een blik werpt door het schuifluik in de deur. Overal klinkt Azerbeidzjaans, Armeens, Oezbeeks, Tadzjieks.’
'Eerst je buikje rond eten, dan slapen', door Pavel Krisevitsj
’s Nachts komt de cel tot leven
'Eerst je buikje rond eten, dan slapen’ is de titel van een doek in De Balie. ‘De tekening gaat over de traditie van de siësta in onze cel,’ aldus het commentaar. ‘Zodra de lunch voorbij is, dommelt iedereen in en slapen ze allemaal het liefst tot aan de avond. Zaligmakend is de rust met slechts een enkeling die tussen de bedden dwaalt.’
Overdag heerst er relatieve rust in de gevangenis. Gevangenen slapen of kijken naar de propaganda op de televisie. ’s Nachts komt de cel tot leven, zo beschrijft Krisevitj, en breekt er een ware activiteit los die tot de ochtend duurt. Er wordt middels briefjes contact gelegd met andere cellen en - vast onderdeel van het gevangenisleven - er vindt een uitwisseling van allerhande smokkelwaar plaats: sigaretten, telefoontjes en nog veel meer. Daar gaat het doek ‘De route’ over. Alle cellen in de gevangenis staan met elkaar in verbinding via de ‘route’, een touw gemaakt van lakens. Het touw loopt door gaten die met zelfgemaakte zaagjes bovenin de tralies worden gemaakt. Aan de ‘route’ wordt een zak met inhoud gehangen die de gevangenen met alles wat als ‘hengel’ kan dienen voortbewegen en binnenhalen. Ook Krisevitsj maakt er gebruik van als hij op zoek is naar kleurpotloden. ‘Ze stuurden me een volle etui met de meest uiteenlopende kleuren.’
'De Route', door Pavel Krisevitsj
Krisevitsj zelf houdt er een dagritme op na. Het stelt hem in de gelegenheid ongestoord te werken aan zijn doeken. Zijn bed fungeert als atelier. Hij installeert zich in kleermakerszit of liggend op zijn buik. Een plank gelegen op een lijvig boek dient als tekentafel. In een schrift houdt hij precies bij wat hij tekent, genummerd en getiteld. Als er doeken bij zoekacties in de cel in beslag worden genomen of tijdens het transport van de ene naar de andere gevangenis kwijtraken, tekent hij ze gewoon opnieuw.
Zijn celgenoten slaan de scheppende artiest daarboven op het stapelbed nieuwsgierig gade. Aanvankelijk houdt Krisivitsj wekelijks een ‘gevangenis-vernissage’ voor hen door de doeken aan waslijnen tussen de stapelbedden te hangen. Het kan op enthousiaste bijval rekenen.
Een kerkhof voor de eigen sterfgevallen
Gaandeweg ontstaat de serie over de ‘Theorie van de Repressie’. De nadruk komt steeds meer te liggen op de compositie. Neem het doek 'De aanbidding van de Repressie. Niet zonder gevolgen'. Gevangen knielen voor een icoon in de vorm van een tralie.
‘Tussen de muren van de cel is de onzichtbare Repressie non-stop aanwezig als een raster van tralies en bloederige lijnen'
De grimmigheid druipt er van af. Een doek op de expositie toont skeletten die in een rij naast elkaar op de grond zijn gelegd. Het gaat over een ophanging, een overdosis, een fatale longontsteking. ‘De Repressie eist slachtoffers’ heet het doek. Krisevitsj schrijft in het commentaar dat zelfs geruchten rondgaan over een afgehakt hoofd. ‘Het wekt geen verbazing dat achter de gevangenis een kerkhof is voor de eigen sterfgevallen.’
'De Repressie eist slachtoffers', door Pavel Krisevitsj
‘Tussen de muren van de cel is de onzichtbare Repressie non-stop aanwezig als een raster van tralies en bloederige lijnen,’ schrijft Krisevitsj in een manifest bij de expositie. ‘De Repressie is altijd actief. Ze verandert van vorm, dijt uit, trekt weer samen. Het is als de noösfeer van Vernadski: een wisselwerking tussen menselijke gesprekken, ideeën en gedachten en de ruimte om ons heen.’
Langgerekte aanklacht tegen staatsterreur
Dat is wat zijn werk in de kern is: een langgerekte aanklacht tegen de onderdrukking en staatsterreur. Het is waar Krisevitsj al voor zijn gevangenschap tegen streed met zijn performances. Die waren bedoeld als steun aan politieke gevangenen.
Nu zet hij zijn acties voort vanuit de gevangenis. Met zijn doeken vraagt hij immers ook aandacht voor het lot van politieke gevangenen. Dat is van wezenlijk belang, groot als de angst is om in het Russische kampsysteem vergeten te worden. ‘Hoe meer mensen zich bewust zijn van de aard van het onrecht en de rechteloosheid in Rusland, hoe groter de kans dat die misschien een keer verdwijnt.’
‘Ze kunnen me mijn leven in vrijheid afnemen, maar niet de vrijheid om mijn creativiteit te delen met de samenleving'
Aanvankelijk was het tekenen een middel om de zeeën van tijd te doden. Maar al snel drong de werkelijke drijfveer achter zijn eigen creaties tot hem door: hij wil laten zien dat de autoriteiten hem er niet onder krijgen, dat hij niet wegkwijnt gedurende zijn jaren in gevangenschap, dat hij met zijn creativiteit zijn tijd nuttig besteedt.
‘Ze kunnen me mijn leven in vrijheid afnemen, maar niet de vrijheid om mijn creativiteit te delen met de samenleving, wat ook weer impact heeft op het systeem.’
Dat is waar hij met zijn ‘Gevangenisprotest’ voor staat.
Meer informatie over de expositie is te vinden op de website van De Balie.