In Rusland is zelfs toneel nu terrorisme

Lang was toneel in Rusland een vluchthaven voor het vrije woord. Met het draconische vonnis van een militaire rechtbank tegen regisseuse Jevgenia Berkovitsj en toneelschrijfster Svetlana Petritsjoek geeft de staat het signaal af dat ook ‘verkeerde ideeën’ voortaan zullen worden afgestraft. Het doel is dat deel van de samenleving dat de oorlog afwijst schrik aanjagen. Het is de doodsteek voor het Russische toneel en de moderne kunst en cultuur in het algemeen, schrijft onze cultuurcriticus Andrej Archangelski. En de elite zwijgt.

Jevgenia Berkovitsj en Svetlana Petritsjoek tot 6 jaar kamp veroordeeld wegens terrorisme (foto SOTA)

door Andrej Archangelski

Een inquisitie tegen de moderne tijd. In Rusland staan woord en gedachte opnieuw terecht. Een rechtbank in Moskou heeft regisseur Jevgenja (roepnaam Zjenja) Berkovitsj en toneelschrijfster Svetlana Petritsjoek veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor het rechtvaardigen van terrorisme (Berkovitsj en Petritsjoek zitten al sinds 5 mei 2023 vast).

Hun toneelstuk Finist de dappere valk gaat over meisjes die besloten hebben met moslimextremisten te trouwen en naar Syrië te vertrekken (gebaseerd op bestaande brieven en getuigenissen). Al sinds Dostojevski is het typerend voor de Russische literatuur om ieders innerlijke beweegredenen te willen doorgronden, zelfs die van criminelen. Klassieke voorbeelden zijn Misdaad en straf van Dostojevski of Opstanding van Tolstoj. 

In 2022 won de toneeeluitvoering van Finist de dappere Valk de belangrijkste Russische theaterprijs: ‘Het gouden masker’. Nu meenden de aanklagers in het toneelstuk een ‘rechtvaardiging van terrorisme’ te zien. Regisseusse en schrijfster hielden daarentegen vol dat het stuk vrouwen juist waarschuwde voor het gevaar.

De symboliek is opvallend: de moeder van Zjenja Berkovitsj, mensenrechtenactivist Jelena Efros, was een van degenen die na bekendmaking van het vonnis bij het gerechtsgebouw stonden. Ze vertelde aan journalisten dat het vonnis haar niet had verrast: ‘Hierna volgt het gevangenentransport - de zwaarste beproeving voor alle gevangenen, voor vrouwen in het bijzonder, waarna ze naar een gevangenkamp worden overgebracht - het zou mooi zijn als dat in de buurt van een grote stad was. Maar Mordovië is een ouderwets strafkamp.’

Men moet weten wie het zegt: Efros is de dochter van Sovjetmensenrechtenactiviste en schrijfster Nina Katerli. Zjenja Berkovitsj is dus een dissidente van de derde generatie. Generaties aan mensenrechtenactivisten aan de ene kant staan tegenover de kleinkinderen van tsjekisten [naar de afkorting Tsjeka, de eerste geheime dienst in de Sovjet-Unie] - de KGBers die in de jaren zeventig dissidenten arresteerden.

Geheime getuige

Een beschuldiging van terrorisme is een serieuze zaak. Tijdens het proces in Moskou speelde voortdurend de oorlog op de achtergrond mee - de indoctrinatie van de staat die zijn bevolking voorhoudt: ‘Rusland voert oorlog tegen de NAVO’, het staat tegenover de hele wereld maar is voor niemand bang. Want het is juist de steun van de meerderheid voor Poetin en zijn regering die de basis vormt voor de ideologie van het huidige regime.

Tegelijkertijd is de aanklacht in het proces gebaseerd op een getuigenverklaring van een ‘bezorgde burger’ of ‘iemand met de beste bedoelingen’, zoals hij in het rechtbankverslag wordt genoemd, die de voorstelling stiekem (!) heeft opgenomen. Hij bleef in de rechtbank anoniem (hij noemde zichzelf Nikita) en tijdens het proces werd zijn stem opzettelijk vervormd. Hij zei ‘te vrezen voor achtervolgingen en bedreigingen’. Hierin zit een vreemde tegenstrijdigheid: Poetins staat ‘is voor niemand bang’, maar de enige getuige is zelfs te bang om zijn ware naam te noemen.

Er was nog een belastende getuige: de acteur Vladimir Karpoek had een aanklacht ingediend tegen de voorstelling. Hij was tot de conclusie gekomen dat de voorstelling ‘terrorisme rechtvaardigt’. Een getuige à decharge, de actrice Natalja Gorbas, beweerde dat Karpoek de voorstelling niet had bijgewoond: hij slaagde er niet in de omstandigheden in de zaal en details uit de voorstelling nauwkeurig te omschrijven. Alle andere getuigen à decharge - talrijke theatermedewerkers, toneelrecensenten en specialisten - legden openlijk verklaringen af ten gunste van Jevgenja Berkovitsj en Svetlana Petritsjoek.

Helaas is het moeilijk de taal van het proces en de aanklacht zelf weer te geven: het is een soort pseudotaal die de verworvenheden van beschaving en vooruitgang negeert en geen rekening houdt met het bestaan van het vrije individu. Het is in de taal van Kafka de bij voorbaat vaststaande schuld van een individu tegenover de staat. De Russische rechtbank die in juridische termen een alledaags mensenleven of een creatief proces probeert te beschrijven.

Frappant overigens is dat Berkovitsj en Petritsjoek evenzeer voor terrorisme als voor ‘radicaal feminisme’ terecht stonden. Wat betekent dat feminisme nu ook een misdaad is in Rusland (ook weer niet zó verrassend: ook voor pacifisme word je in Rusland sinds 2022 vervolgd).

Jevgenia Berkovitsj Gouden MaskerIn 2021 won toneelregisseur Berkovitsj een Russische toneelprijs voor haar werk (foto Wikipedia)

Vrij denken is terrorisme

Vanuit juridisch oogpunt kan het vonnis tegen Berkovitsj en Petritsjoek als volgt worden geïnterpreteerd: de staat legt straf op aan iemand, een creatief persoon, die een eigen oordeel geeft over bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen die zich voordoen (zoals terrorisme, dat wereldwijd een probleem is). Het is de filosofie van Poetins bewind, net als het dat voorheen van de Sovjet-Unie en het tsarenrijk was: ‘Je moet er helemaal niet over nadenken. Bemoei je er niet mee. Dat zijn onze zaken. Alleen Poetin en de zijnen hebben het recht om te beoordelen wat er in de wereld en de samenleving gebeurt.’

Het is een lofzang op het absolutisme en vormt de kern van het staatsapparaat. Mocht je vroeger de hoop koesteren dat je in Rusland nog enige invloed kon uitoefenen (door te verwijzen naar de democratische grondwet), dan is nu wel duidelijk geworden dat dit een illusie was. Rusland wil de wereld door middel van oorlog en repressie zijn eigen opvattingen opleggen over schuld, wetsovertreding en misdaad, en maakt daarbij gebruik van universele termen (terrorisme, nazisme, buitenlandse agenten, extremisme).

Dit proces is daarom zo belangrijk omdat hierin kunst (met name hedendaagse) nu ook gelijkgesteld werd aan terrorisme. De staat beschouwt iedereen die er een onafhankelijke mening op nahoudt als een terrorist. Toneel is wat publieksbereik aangaat de kleinste kunstvorm in Rusland: in het beste geval trekt het enkele tienduizenden toeschouwers per jaar. Tegelijkertijd is het uitgegroeid tot de grootste vijand van Poetin, die zelf al lang geen schouwburg meer bezoekt.

Elk totalitair regime ziet kunst als middel om mensen te manipuleren

Waarom? Toneel behandelt eigentijdse kwesties en dat is voor het regime onverdraaglijk. Elk totalitair regime richt zich op het verleden, op de traditie, de klassieken. Het ziet kunst als hulpmiddel om mensen te manipuleren. Film en televisie stonden al lang onder controle van de staat, maar de toneelwereld wist hier tot voor kort aan te ontsnappen, simpelweg omdat ze moeilijk te controleren is. Het toneel bleef de meest vrije en moderne kunstvorm in Poetins Rusland.

De cultuurrichtlijnen in de Sovjettijd schreven voor dat elke stad van meer dan honderdduizend inwoners een schouwburg moest hebben. In de jaren negentig ontstonden er naast de staatsschouwburgen veelal onafhankelijke, experimentele studio’s waar avantgardetoneel werd opgevoerd. Het wekte de belangstelling van het publiek omdat in deze theaters in een eigentijdse taal eigentijdse problemen werden aangekaart. Daarna kwamen er onafhankelijke theaterfestivals. Rond 2010 had elke Russische stad zijn eigen avantgardetheater, dat afweek van het traditionele.

De Russische veiligheidsdienst beschouwde deze theaters als een vijandig netwerk, want de FSB bestrijdt uiteraard liever denkbeeldige gevaren dan echte. Hoe het ook zij: in 2024 wordt een moderne kunstvorm gelijkgesteld aan terrorisme. De staat is even bang voor eigentijdse kunst als voor de oppositie.

Svetlana Petriychuk and Theatre director Yevgenia Berkovich

Petritsjoek en Berkovitsj in de rechtzaal, 8 juli 2024 (Foto: Stringer / ANP / EPA)

De elite zwijgt

Veelzeggend is dat Berkovitsj en Petritsjoek niet berecht werden door een burgerlijke, maar door een militaire rechtbank. Dat wil zeggen dat er vanuit het oogpunt van militaire veiligheid en propaganda een oordeel over toneelkunst werd geveld. Het vermoeden bestaat - maar het blijft bij een vermoeden - dat Berkovitsj in werkelijkheid vervolgd werd om de anti-oorlogsgedichten die ze sinds 2022 openlijk online heeft gepubliceerd.

Toen het de oorlog ontketende nam het bewind van Poetin zich tegelijk voor om in eigen land de meerderheid (die zogenaamd voor Poetin was) te radicaliseren - en daarmee elke oppositie de kop in te drukken. Maar na twee jaar oorlog werd duidelijk dat ongeveer 10 tot 15 procent van de samenleving (met name de intelligentsia, stedelingen, middenklasse) was overgegaan op een tactiek van heimelijk, stil verzet. Bijvoorbeeld door theater of concerten bij te wonen van toneelschrijvers of uitvoerenden die zich tegen de oorlog hebben uitgesproken.

Natuurlijk doen ze dat niet meer openlijk, maar in Rusland bestaat er sinds de Sovjettijd een ragfijn ontwikkeld gevoel voor toespelingen en doodzwijgen. Dergeijke ervaring met de passieve dissidentie uit de Sovjet-Unie [ook wel keukendissidentie genoemd, naar de keuken waar gelijkgestemden veelal bijeenkwamen] mag dan misschien weinig opleveren - wel is gebleken dat er in Rusland nog heel wat van zulke mensen rondlopen: het gaat om honderdduizenden of wellicht miljoenen.

Onder Stalin stonden andersdenkenden bloot aan repressie, maar Poetins bewind heeft voorlopig nog niet besloten tot navolging van Stalins terreurbewind door letterlijk miljoenen mensen te vervolgen (al zijn denunciaties weer de gangbare praktijk). Met het proces tegen Berkovitsj en Petritsjoek geeft de staat het signaal af dat nu ook ‘verkeerde ideeën’ bestraft zullen worden. Met als doel: dat deel van de samenleving dat de oorlog afwijst schrik aanjagen.

De burgersamenleving in Rusland is altijd een vat vol tegenstrijdigheden geweest, maar voor de recente oorlog bleven ideeën over universele waarden, over goed en kwaad, een rol spelen. Bovendien was na 1991 het begrip 'publieke reputatie' gangbaar geworden; er werd rekening mee gehouden. Na het begin van het vorige theaterproces bijvoorbeeld, tegen Kirill Serebrennikov en zijn collega's in 2017, namen zelfs hoge cultuurvertegenwoordigers in overheidsdienst (leiddinggevenden van theaters, instituten, musea en kunstgalerieën) het voor hen op.

Dit was een belangrijk signaal voor het Poetinregime: zelfs mensen die loyaal zijn aan de staat keuren repressie af. Mede om die reden kregen Serebrennikov en zijn collega's voorwaardelijke straffen. De situatie is nu anders: weliswaar hebben velen uit de cultuursector - zoals de acteurs Venjamin Smechov en Ksenja Rappoport, en nobelprijswinnaar Dmitri Moeratov - het opgenomen voor Berkovitsj en Petritsjoek, maar vertegenwoordigers van Poetins officiële elite zwijgen over het proces. Ook bij de uitreiking van de toneelprijs ‘Het gouden masker’ in juni 2024 was er niemand die een woord zei ter verdediging van Berkovitsj en Petritsjoek (alleen de componist Dmitri Koerljandski heeft de prijs geweigerd, maar hij woont sinds 2022 in Frankrijk).

Het zwijgen van de elite betekent dat de angst voor de staat nu groter is dan de angst voor reputatieverlies

Dit stilzwijgen betekent dat bij de elite de angst voor de staat nu groter is dan de angst voor reputatieverlies. Daarmee is definitief de kant van het regime gekozen. En zodra het bewind doorheeft dat het de elite genoeg schrik heeft aangejaagd, is de weg vrij voor een intensivering van de repressie.

Het vonnis heeft de cultuursector in Rusland definitief verdeeld. Ook het theater zelf wordt erdoor getroffen: alles wat er nu nog voor het toneel wordt gecreëerd zal alleen nog van maatschappelijk, maar niet langer van cultureel belang zijn. Zoals Nobelprijswinnaar Thomas Mann in ballingschap schreef toen hij zich richtte tot diegenen die in de jaren dertig in Duitsland achterbleven voor de ‘schone kunsten’: ‘Jullie zullen je schamen voor alles wat er in die jaren is gemaakt.’

Het proces tegen Berkovitsj en Petritsjoek betekent de doodsteek voor het Russische toneel en de moderne kunst en cultuur in het algemeen. Het tijdperk van vrijheid in de Russische cultuur heeft zo'n vijfendertig jaar geduurd: vanaf 1985, na de komst van Gorbatsjov, was de cultuur het vlaggenschip van de veranderingen in de Sovjetmaatschappij. En nu is het opnieuw zo dat de staat niet alleen het woord, maar ook het denken controleert. Het proces tegen Berkovitsj en Petritsjoek heeft een definitief einde gemaakt aan de zoveelste vrijheidsdroom in Rusland.