In Rusland is een sociologische controverse ontstaan over de onaangename uitkomst van opinieonderzoek van het Levada Centrum: meer dan 70 procent van de ondervraagde Russen heeft respect voor Stalin. Jonge sociologen betwisten de methodiek van de oude garde van Levada. Volgens cultuurcriticus Andrej Archangelski is de waarheid te pijnlijk om te accepteren: voor Russische jongeren is Stalin iemand als Che Guevara of Batman geworden. En het Kremlin begint bezorgd in te zien dat het in zijn eigen valkuil is getrapt.
Tijdens de Mars van het Eeuwige Regiment werd in Moskou op 9 mei een portret van Stalin meegedragen. Foto: Twitter (Steve Rosenberg)
door Andrej Archangelski
In april heeft het Moskouse Levada Centrum de resultaten van een opiniepeiling gepubliceerd waaruit blijkt dat een meerderheid van de Russische bevolking de rol van dictator Stalin in de geschiedenis van het land positief waardeert. Van de ondervraagden voelde 71 procent ‘enthousiasme’, ‘respect’ of ‘sympathie’ voor Stalin. Dat is het het hoogste percentage sinds zijn populariteit vanaf eind jaren tachtig wordt gemeten. Uit een andere meerkeuzevraag van de peiling blijkt dat 46 procent van de Russen meent dat de misdaden in de Stalintijd te rechtvaardigen waren ‘door de grote doelstellingen en resultaten’ (45 procent denkt er anders over).
Het vertrouwen in de dictator neemt in Rusland al een hele tijd onrustbarend snel toe, maar de jongste cijfers zorgden voor een sensatie. Onverwacht hebben ze zelfs in sociologenkringen een conflict in het leven geroepen. Een deel van de vakbroeders trok de methodologische correctheid van de peiling in twijfel; in algemene zin wordt het Levada Centrum verweten dat het vasthoudt aan oude (dissidente) opvattingen over ‘het verpeste volk’.
Volgens een nieuwe generatie sociologen zijn de structuur van de Russische maatschappij en de methodiek van het peilen na 1991 veranderd. De socioloog Grigori Joedin, docent aan de Hogeschool voor sociale en economische wetenschappen in Moskou, vindt de volgende vraag van Levada niet correct geformuleerd: ‘Vindt u het opofferen van mensenlevens voor doelstellingen en resultaten die op zeer korte termijn werden behaald, te rechtvaardigen?’ [men doelt daarmee op de snelle industrialisatie van het land onder Stalin, in het Rusland van vandaag vaak als argument gebruikt om de slachtoffers te rechtvaardigen - red.] Ook bood de peiling de respondenten geen mogelijkheid een neutraal antwoord op deze vraag (‘moeilijk te zeggen’) te geven. Had die optie wel bestaan, dan was het volgens Joedin heel goed mogelijk geweest dat een meerderheid van de ondervraagden Stalin neutraal beoordeeld had.
De reactie van het Levada Centrum was venijnig. Aleksej Levinson, hoofd van de afdeling sociaal-cultureel onderzoek, herinnerde er in een column aan dat Levada de stemming onder brede lagen van de bevolking peilt, niet die onder sociologen zelf. En wanneer iemand niet blij is met wat hij weerspiegeld ziet, dan ligt dat niet aan de spiegel.
Je mag dan twisten over de methodologie, maar je kunt het Levada Centrum onmogelijk verwijten dat het onprofessioneel is of politiek vooringenomen. In Rusland bestaat er geen andere instituut dat zich zo planmatig en langdurig (dertig jaar) heeft beziggehouden met het bestuderen van de homo sovieticus. Bovendien is Levada het enige onafhankelijke sociologische peilingsinstituut. Sinds 2017 moet het zich afficheren als ‘buitenlands agent’ – zoals in de ogen van het Kremlin bedenkelijke organisaties tegenwoordig heten.
Generatiekloof
Wat heeft deze ruzie tussen twee generaties Russische sociologen veroorzaakt? Het mag toch verondersteld worden dat dit niet zozeer een professioneel meningsverschil is als wel een kwestie van mentaliteit.
Als een artiest in het circus kunsten vertoont die de grenzen benadert van wat menselijkerwijs mogelijk is, dan gaat er een algehele zucht van verbazing door de zaal: ‘Ah!’ Wat in mensentaal zoveel wil zeggen als: ‘Dit gaat tegen alle natuurwetten in!’
Zo ongeveer laat zich de reactie van sociologen, en ook van een deel van de intelligentsia, verklaren die ontevreden zijn met de uitkomsten van Levada’s opiniepeiling. Ze reageren net als de toeschouwers in het circus: ‘Dit gaat in tegen het gezond verstand, dit kan niet waar zijn’. Het is namelijk onvoorstelbaar dat er in de 21ste eeuw – na alles wat we hebben gelezen en gehoord over de terreur van de jaren dertig, in een land waar de persoonsverheerlijking van Stalin al in 1956 is ontmaskerd – nog steeds massale bewondering is voor een dictator die miljoenen mensen de dood in heeft gejaagd.
‘Stalin respecteren’ betekent je vrijwillig blootstellen aan vervolging of simpelweg executie. Het is onvoorstelbaar dat een meerderheid van de bevolking zo’n suïcidale, in wezen masochistische keuze maakt. En na de zoveelste enquête gaat er telkens weer een zucht van verbazing door het liberale publiek: onmogelijk, niet logisch, absurd, ik kan er met mijn verstand niet bij!
Zo redeneren mensen die rationeel denken. Dat is begrijpelijk: ze gaan ervan uit dat ieder mens in principe rationeel is. Maar intussen is ieder van ons voor een groot deel irrationeel; juist op kritieke momenten kiest de mens vaak voor een redeloze handelwijze. En massaliteit versterkt dat alleen maar.
'Paradoxale figuur'
Daar komt bij dat de Russische autoriteiten deze redeloosheid de afgelopen twintig jaar flink hebben bevorderd. Stalin verschijnt regelmatig in historische series en films; afbeeldingen van hem zijn vandaag de dag overal te zien, in metrowagons of op tentoonstellingen. Historici op tv discussiëren voortdurend over de rol van Stalin, maar het woord ‘discussie’ leidt niemand om de tuin: allen weten bij voorbaat dat de uitkomst is dat hij ten slotte een ‘paradoxale’ of ‘gecompliceerde’ figuur genoemd zal worden, iemand die, net als de sovjet-geschiedenis, respect verdient. Al die discussies leiden uiteindelijk maar tot één ding: het rechtvaardigen van Stalin.
Dat horen mensen allemaal al twintig jaar lang elke dag op televisie. De tv manipuleert in Rusland het bewustzijn van de bevolking, en in opiniepeilingen herhalen mensen eenvoudig wat ze op tv hebben gehoord. Hieruit volgt dat dat niet zozeer een oordeel is over Stalin, dan wel iets zegt over de eigenaardigheden van de moderne Russische samenleving. Een samenleving die tot op heden is getraumatiseerd door het uiteenvallen van de USSR, die het ontwend is geraakt om individueel en kritisch na te denken en die blijft geloven in een wonder (want hopen op Stalin is ‘geloven in een wonder’).
Is sociologisch onderzoek in Rusland onder deze omstandigheden eigenlijk wel een objectief instrument om de opinie van de samenleving te peilen? De sociologie gaat immers van persoonlijkheden uit, niet van zombies. Maar zelfs in dat geval geeft de opiniepeiling van Levada een afspiegeling van de essentie en dat is: de irrationele component in het bewustzijn van het merendeel van de huidige Russische bevolking.
Poetin nam op 9 mei zelf ook deel aan de Mars van het Eeuwige Regiment (foto Kremlin.ru)
Als we ervan uitgaan dat de overlevingsstrategie van de meeste Russen irrationeel is, dan is ook verklaarbaar waarom een deel van de Russische jeugd, die de USSR zelfs niet heeft meegemaakt, van Stalin een idool heeft gemaakt. Dat lijkt absurd. Maar ook zij hebben naar de tv gekeken, en die suggereerde hen dat de Sovjet-Unie het paradijs op aarde was: zonder rijen en tekorten, met snelle auto’s en schone straten. Stalin werd voor hen iemand als Che Guevara of Batman. Als een sociaal vangnet ontbreekt en je moet de kost bij elkaar zien te scharrelen, dan is dat vandaag de dag een aantrekkelijke utopie om in te geloven.
Voor de Russische jeugd is Stalin door de tv iemand geworden als Che Guevara of Batman
Al in 1994 registreerde het Levada Centrum een essentiële paradox: ook na het ineenstorten van het Sovjet-project blijft de homo sovieticus zichzelf reproduceren. Het niet-bestaande land blijft mensen voortbrengen met dezelfde mentaliteit als voorheen – gelovend in wonderen en hun hoop vestigend op tirannen uit het verleden.
Valkuil voor het Kremlin
Natuurlijk laat zo’n samenleving zich eenvoudig besturen. Maar alle vroegere voordelen zijn in nadelen aan het omslaan nu de economische situatie verslechtert (waar de sancties aan bijdragen). Zeker sinds de pensioenhervorming neemt het vertrouwen in de macht af: opiniepeilingen van de overheid registreerden het afgelopen jaar zelfs dalende populariteitscijfer voor Vladimir Poetin. Het afgelopen jaar was sprake van toenemende onvrede en protest, zelfs onder het gezagsgetrouwe deel van de bevolking. Dat protest uit zich nu op volkomen unieke wijze, als verering van diezelfde Stalin; hij wordt nu het symbool van protest tegen de huidige machthebbers. Zo is het Kremlin in de eigen valkuil gelopen. Het heeft zelf een machtige concurrent geschapen – een golem of een Frankenstein. Maar het gepolijste tv-stalinisme begint nu zelfs een bedreiging te worden voor de huidige machthebbers.
Het lijkt alsof de overheid de stalinisten inmiddels als een gevaar gaat zien, en vermoedelijk zal het Kremlin de eerstkomende tijd pogen deze stemming tot bedaren te brengen. Tijdens de 9 mei-optocht van dit jaar waren portretten van Stalin en rode vlaggen verboden (wat al fel protest uitlokte). Aan de vooravond van de Dag van de Overwinning verscheen een interview waarin gesproken werd over de hekel die Stalin aan Leningrad had. Dergelijke kritiek kan overigens een tegenovergesteld effect hebben en de tiran nog populairder maken.
De uitkomst van het gemanipuleer leert het Kremlin dus een les: je kunt niet straffeloos flirten met het imago van tirannen, noch met monsterlijke ideeën uit het verleden, zelfs niet symbolisch. De doden zullen een bedreiging gaan vormen voor de levenden. Lichtzinnig geflirt met haat en geweld zal zich als een boemerang tegen je keren.
Had het Poetin-bewind een andere keus? Ja. In 2000 had het de taak de resultaten te consolideren van de bourgeoisrevolutie die sinds 1991 onder Jeltsin plaats had gevonden. Uitgelegd had moeten worden dat het Sovjet-project op een fiasco was uitgedraaid omdat het hele idee van het communisme niet deugde. Een resolute afwijzing van het stalinisme was daarbij noodzakelijk, van zijn uiterst wrede praktijken en van zijn wereldbeeld. Dat zou uiteraard tot protest hebben geleid van het conservatieve deel van de samenleving, maar ook een gezonde basis hebben gelegd voor de toekomst, voor het ontstaan van een nieuwe, rationeel denkende meerderheid en de opkomst van de ‘homo economicus’. Maar het Kremlin deed liever helemaal niets, en praatte de massa zelfs naar de mond.
Het gevolg is dat het Kremlin na twintig jaar tot een nare ontdekking is gekomen. Het kapitalisme werkt niet, zelfs niet in de onzinnige vorm die het bij ons heeft – met 70 procent van het bezit in handen van staatsondernemingen. Want buiten markten, goederen, kredieten en diensten zijn daar ook nog mensen met een modern bewustzijn voor nodig. Zonder het benodigde aantal economisch denkende mensen, zonder geloof in de toekomst, zonder universeel ethos is het onmogelijk het kapitalisme te laten functioneren.
In plaats daarvan heeft het Kremlin een zoveelste passieve generatie gekweekt die in het verleden leeft en niet in het heden. Zonder vertrouwen in de toekomst voelt de jeugd geen stimulans om effectief te werken. Een ander deel van de samenleving kan zich er tot op heden niet bij neerleggen dat de Sovjet-Unie is verdwenen. Terwijl het de hoogste tijd is dat mensen nu terugkeren naar de realiteit, anders bezwijkt de economie straks onder de tegenstellingen tussen 'het zijn en het bewustzijn', zoals Karl Marx al leerde. Dat zal alleen honderd keer moeilijker gaan dan aan het begin van de eeuw.
De les die deze geschiedenis leert is dat geen enkele staat beslissingen over waarden en doelstellingen uit de weg kan gaan. Om nieuwe waarden te omarmen moeten fouten uit het verleden worden erkend, moet er een eenduidig oordeel worden geveld over het totalitarisme in brede zin – en het stalinisme als zijn ergste verschijningsvorm. ‘Van Stalin loskomen’ betekent voor Rusland loskomen van alle illusies, zowel politieke als economische.
Zo is Rusland dus opnieuw – voor de zoveelste keer! – bij Stalin uitgekomen. En zolang die ‘kwestie Stalin’ niet is opgelost komt de Russische maatschappij geen stap verder. Zolang dat idee over absoluut geweld niet uit ons bewustzijn is verjaagd, hangt er een zwaard van Damocles boven Rusland. Daarbij leveren pogingen om door middel van een dialectische redeneertrant een direct antwoord te omzeilen (‘Stalin was slecht, maar met het land ging het beter’) geen enkele bijdrage aan de oplossing van het probleem. Zo bezien is de ‘kwestie Stalin’ voor het Rusland van vandaag in brede zin een keuze tussen goed en kwaad en een voorwaarde voor Ruslands terugkeer naar een universele ethiek. Zolang de samenleving geen uitsluitsel geeft over deze kwestie, is het naïef om te denken dat er op andere kwesties wel antwoorden komen.
‘