In de zevendelige documentaire Trauma Zone, te zien op YouTube, wil Adam Curtis laten zien hoe de Sovjet-Unie uit elkaar is gevallen en waar dit uiteindelijk toe heeft geleid. Gebruikmakend van bestaande opnames komt hij niet verder dan de bekende horror story van de 'ruige jaren negentig', een verhaal dat het Kremlin al jaren vertelt, concludeert film- en Ruslandkenner Otto Boele.
door Otto Boele
In sommige kringen is het een gemeenplaats geworden om te beweren dat 'wij in het Westen' niet helemaal – of helemaal niet! - begrijpen wat er de afgelopen dertig jaar in Rusland is gebeurd. Die bewering is geen variant op Fjodor Tjoettsjevs bekende dichtregel dat Rusland met het (Westerse) verstand niet te begrijpen zou zijn; eerder gaat het om het idee dat onze blik die van een externe waarnemer is en daarom geen recht kan doen aan de ontreddering die met name de Russen moeten hebben gevoeld toen 'hun' rijk, de Sovjet-Unie, uiteenviel.
De 'traditionele' neiging om, over de hoofden van de Russen heen, te verklaren hoe het zo mis heeft kunnen gaan met hun land ('Westplaining'), lijkt dan ook plaats te maken voor een nieuw soort nederigheid; zonder de inbreng van Oost-Europese specialisten, zonder de stemmen van 'gewone' Russen die alles aan den lijve hebben ondervonden, zijn 'wij' in het Westen gedoemd in onze schijnkennis te blijven steken.
De Universiteit van Amsterdam heeft voor 2022-2023 zelfs een debat- en lezingenreeks georganiseerd, 'Eastplainers', waarin Oost-Europa zelf aan het woord komt. Met kunstenaars en specialisten uit onder anderen Rusland, Belarus en Oekraïne hopen de organisatoren een tegenwicht te bieden aan de Westerse en eenzijdige kennisproductie rond de voormalige Sovjet-Unie en haar satellietstaten.
Natuurlijk is het zinvol om naar mensen uit Oost-Europa te luisteren en verdient het Amsterdamse initiatief alle lof, maar welbeschouwd is de tegenstelling West- versus Eastplainers wat kunstmatig. Hoeveel Oost-Europadeskundigen in het Westen zijn zo langzamerhand niet zelf uit de regio afkomstig? Hoeveel hoogopgeleide Oost-Europeanen hebben niet enige tijd in het Westen gestudeerd of gewerkt? Ook is het idee om 'gewone' Russen hun verhaal te laten doen tegenover een westers publiek niet heel nieuw.
Hedrick Smiths vuistdikke, op talloze interviews gebaseerde standaardwerk The Russians is alweer bijna vijftig jaar oud. Ik zal niet beweren dat het met onze kennis van Rusland wel snor zit, maar wanneer ik weer eens belerend word toegesproken dat 'wij in het Westen' er niets van begrijpen, dan ben ik op mijn qui-vive. Juist de belofte nu eindelijk eens Rusland 'van binnen uit' te bestuderen teneinde die aspecten bloot te leggen die altijd over het hoofd zijn gezien, getuigt van mateloze zelfoverschatting.
Still uit Trauma Zone
Huiveringwekkende kroniek
Het is precies deze overspannen belofte die doorklinkt in Adam Curtis’ nieuwste documentaire Trauma Zone, een zevendelige collage van korte filmpjes en schijnbaar willekeurige opnames gemaakt door de BBC gedurende de jaren 1985-1999. De serie is hier op YouTube te zien. Wat Curtis ons voorzet is een huiveringwekkende kroniek van nationaal en maatschappelijk verval, een caleidoscoop van ontluisterende en soms zeer gewelddadige beelden die juist vanwege dat gewelddadige karakter misschien nooit op televisie zijn vertoond.
Zo zien we in een opname uit oktober 1993 een hevig bloedende demonstrant overeind krabbelen, struikelen, weer opstaan, weg strompelen – dit alles van zeer dichtbij gefilmd en met een vasthoudendheid die aan het schaamteloze grenst. In vergelijking daarmee doen beelden van gewapende conflicten (Transnistrië, Abchazië, Tsjetsjenië) en afrekeningen in het criminele circuit bijna vertrouwd aan, hoewel ze natuurlijk bijdragen aan de algehele indruk van dood en verderf.
Zelfs het ogenschijnlijk wat meer optimistische verhaal van een voor doodslag veroordeelde vrouw die vroegtijdig uit de gevangenis wordt ontslagen, lijkt ons er toch vooral van te willen overtuigen dat hier een lange geschiedenis van huiselijk geweld en een fatale ontknoping aan vooraf zijn gegaan.
Als het niet ronduit gruwelijk is wat Curtis laat zien, dan toch in ieder geval behoorlijk deprimerend. We zien ongewassen mannen in een ontnuchteringscel, een streetwise zwerfkind dat eerder irritatie dan medelijden oproept, stakende kompels in de kolenmijnen van Vorkoeta en de kleumende bewoners van een Siberisch appartementencomplex waar de centrale verwarming het al dagen niet doet. Door dit bombardement aan maatschappelijke ellende krijgen de spaarzame succesverhalen die ook voorbijkomen al snel iets verdachts.
Dat geldt in de eerste plaats voor de fabrieksdirecteuren en de oligarchen die het land leegplunderen, maar ook voor 'gewone' Russen die zich met wisselend succes tot kleine ondernemers ontwikkelen. Curtis kiest hierbij opvallend vaak voor diensten en nieuwe beroepen waarin uiterlijkheden een doorslaggevende rol spelen: een echtpaar maakt een pornofilm om extra geld te verdienen, vrouwen volgen een workshop 'glimlachen' (uiteraard onder leiding van een Amerikaanse cursusleidster), een visagiste die aardig aan de weg timmert, loopt keurend door haar nieuwe appartement dat ze in gedachten al aan het inrichten is.
Door deze bescheiden voorbeelden van succes en zelfredzaamheid nadrukkelijk in te bedden in een context van algehele verloedering, ontstaat de indruk dat dit evengoed uitwassen zijn van minister Jegor Gaidars 'schoktherapie', een pakket aan maatregelen dat Rusland in korte tijd een moderne markteconomie moest bezorgen. Laat die mensen toch, denk je als kijker. Zo’n visagiste is eindelijk meester over haar eigen lot! Maar vanachter de montagetafel hoor je Curtis verontwaardigd snuiven.
Adelsbal in de jaren 90. Still uit Trauma Zone
Svetlana Aleksijevitsj
Trauma Zone is al vergeleken met Secondhand Time van Nobelprijswinnaar Svetlana Aleksijevitsj. Ook dat gaat over de absurditeit van de late Sovjet-Unie en de Jeltsinjaren waarbij de auteur haar gespreksgenoten uitgebreid aan het woord laat en schijnbaar alleen als doorgeefluik fungeert. Op het eerste gezicht doet Curtis iets vergelijkbaars. Hij werkt met beeldmateriaal en heeft geen interviews afgenomen, maar ook hij lijkt de historische werkelijkheid ongefilterd aan ons te willen doorgeven.
Een andere vergelijking die voor de hand ligt, is die met het werk van Sergei Loznitsa, vooral diens documentaire The Event (2015) over de mislukte staatsgreep van augustus 1991. Net als Loznitsa ontleent Curtis zijn materiaal aan de archieven en weigert hij een commentaarstem in te zetten. Het geluid is volledig diëgetisch waardoor de regisseur helemaal afwezig lijkt.
En toch is Curtis veel dwingender in zijn aanpak. Hij wil koste wat het kost dingen verklaren waardoor in zijn documentaire de 'meerstemmigheid' ontbreekt die zo kenmerkend is voor het werk van Aleksijevitsj. Trauma Zone doet vooral denken aan het werk van Esfir Sjoeb, de constructivistische documentairemaakster die films op haar naam heeft staan als De val van de Romanov-dynastie (1927) en Spanje (1939), een documentaire over de Spaanse burgeroorlog.
Ook Sjoeb werkte uitsluitend met bestaand filmmateriaal waar ze verklarende tussentitels aan toevoegde, ook toen een voice-over technisch gezien al mogelijk was. De tussentitels in Sjoebs documentaires hebben niet alleen als functie om beelden toe te lichten of historische figuren te introduceren; ze hebben vaak een wat ironische, soms ronduit sarcastische lading, bijvoorbeeld wanneer Sjoeb beelden van de Russische provincie laat zien en dat becommentarieert met de mededeling dat er een 'serene rust' heerst. De kijker weet natuurlijk beter; nog eventjes en de revolutie breekt uit.
Curtis is niet minder didactisch dan Sjoeb. Hij is erg stellig in zijn duiding van een 'phone-in-sessie' met KGB generaals die het publiek verzekeren dat de dienst geen individuele dossiers van burgers bijhoudt: 'No one believed them,' concludeert Curtis. Over oligarch Boris Berezovski weet hij te melden dat deze een specialist in speltheorie was en dat zag je terug in zijn werkwijze: 'the looting would be organized on rational scientific principles.'
Lege winkels in de jaren 90
Met de chronologie neemt hij ook een loopje. Zo wordt ons in de eerste aflevering verteld dat al in 1987 duidelijk was dat 'perestroika wasn’t working. So much was being stolen that there were shortages in all the state shops'. Maar de schaarste aan consumptiegoederen en levensmiddelen was juist een van de redenen voor de perestrojka. En de meest schokkende beelden van lege winkels die hij toont dateren uit 1990, toen bleek dat ook de hervormingen die dat systeem hadden moeten redden tekort schoten.
Sarcastische tussentitels
Dit alles riekt wellicht naar muggenzifterij. Waarom zou een filmmaker geen ferm standpunt in mogen nemen? En hoeveel nuance kun je verwachten in een documentaire? Het is nu eenmaal geen wetenschappelijk artikel waarin je elke bewering weer kunt afzwakken met eindeloze voetnoten. Een moment heb ik gedacht dat Curtis met deze aanpak de frustratie van de gewone Rus invoelbaar wilde maken. De verontwaardigde en sarcastische tussentitels fungeren dan als een soort vrije indirecte rede; de regisseur verwoordt namens het volk (en in het vocabulaire van dat volk) waar het zo ontzet over is.
Maar gaandeweg werd mij duidelijk dat dit Curtis’ eigen verontwaardiging is. Hij is boos over wat Rusland is 'aangedaan', door overijverige of ronduit corrupte hervormers en door het Westen waarvan het misschien goed bedoelde advies meestal destructief bleek uit te pakken. Het is tekenend dat Curtis Gajdars schoktherapie hardnekkig als 'het experiment' aanduidt om zo het vermeend klinische en harteloze karakter ervan te benadrukken.
De ruige jaren negentig
Het is natuurlijk Curtis’ goed recht om een nogal tendentieus verhaal neer te zetten. Juist het uitdragen van een politiek of in ieder geval maatschappelijk betrokken standpunt lijkt zijn belangrijkste drijfveer te zijn, net zoals het dat was voor Esfir Sjoeb of, om in deze tijd te blijven, voor iemand als Michael Moore.
Maar het gevolg is dat zijn kijk op het Gorbatsjov- en Jeltsintijdperk merkwaardig dicht in de buurt komt van het clichébeeld dat het Kremlin al minstens tien jaar lang uitdraagt: de periode 1985-1999 was er vooral een van chaos, corruptie en armoede. De verworvenheden uit de 'ruige jaren negentig' – een vrije pers, een zichtbare politieke oppositie, pluriformiteit in de media, open grenzen – krijgen geen enkele aandacht.
Wat daardoor blijft hangen is de bijna voelbare verzuchting dat het Sovjet-systeem niet werkte en dat alles na 1991 alleen maar rampzaliger werd. En juist dat is een gemiste kans; Michail Fisjmans recente biografie De opvolger (over de vermoorde oppositieleider Boris Nemtsov) en de vele initiatieven die het Yeltsin Center in Jekaterinburg heeft ontplooid, laten zien wat een verwarrende, maar ook dynamische periode de jaren 1985-1999 vormden, een periode vol mogelijkheden en kansen waarvan er – toegegeven – velen niet zijn benut.
Still uit Trauma Zone. Poetin in 1999.
In een recent interview heeft Curtis zijn beweegredenen om Trauma Zone te maken toegelicht in precies die woorden waarmee deze bespreking begon: wij in het Westen begrijpen niet helemaal wat er de afgelopen dertig jaar in Rusland is gebeurd. Curtis’ ultieme doel is dan ook om te verklaren hoe Vladimir Poetin alle macht naar zich toe heeft kunnen trekken, een ontwikkeling die hij ondubbelzinnig veroordeelt. Laat daar geen misverstand over bestaan: 'He was born out of the implosion of an empire and then out of the implosion of a democratic system.'
Maar wat verklaart dit nu eigenlijk? Is Poetin dus het 'logische' gevolg van de Jeltsinjaren? Vormt hij daar een reactie op of is hij er juist de radicale voorzetting van? Wat Curtis wil laten zien is '… the strange collapse of the belief in everything that gave you Vladimir Putin'. Maar die formulering kan op zeer verschillende manieren worden opgevat. Curtis lijkt iets te willen benoemen wat kennelijk nooit eerder zo gezegd is, maar ook na bijna zeven uur aan archiefbeeld blijft het gissen wat dat is.
Ondanks het feit dat Curtis een wel erg zwart en eenzijdig beeld van de periode 1985-1999 geeft, is Trauma Zone bij vlagen het aanzien zeker waard. Daarvoor bevat het te veel treffende en bizarre beelden van alle uithoeken van de (voormalige) Sovjet-Unie waardoor de uitgestrektheid van het communistische rijk en de onhoudbaarheid ervan extra duidelijk naar voren komen. Curtis is gelukkig ook spaarzaam geweest in het gebruik van de meeste iconische beelden van de jaren ’90 (Jeltsin op een tank, beschieting van het parlement in oktober 1993). Hierdoor bevat elke aflevering genoeg uniek en nog nooit vertoond materiaal om de aandacht van de meeste kijkers vast te houden. En dat is uiteindelijk ook een verdienste.