Waarom Lenin niet wordt begraven in 2024

Afgelopen zondag 21 januari was het precies honderd jaar geleden dat Vladimir Lenin overleed. Zo lang als hij dood is, zo lang loopt de discussie over wat te doen met zijn stoffelijk overschot. Hoewel Poetin zich vaker negatief dan positief uitlaat over de eerste leider van de Sovjet-Unie, ligt hij vooralsnog prominent in zijn Mausoleum op het Rode Plein in Moskou. Waarom begraven ze hem niet? Historicus Konstantin Tarasov beschrijft voor Raam op Rusland de discussie over een steeds ongemakkelijker wordend verleden.

Lenin in coffin by Petrov Vodkin 1924

Vladimir Iljitsj Lenin door Koezma Sergejevitsj Petrov-Vodkin, 1924. Foto: Wikimedia Commons.

Door Konstantin Tarasov

Na een zwaar ziekbed stierf Lenin op 21 januari 1924, ’s avonds om tien voor zeven. De dag na zijn dood werd het lichaam gebalsemd voor de begrafenis, gepland voor 27 januari. Voor het afscheid werd de grafkist in de Zuilenhal van het Vakbondshuis geplaatst. Drie dagen lang kwamen ruim een miljoen mensen van heinde en verre om een laatste eer te bewijzen aan de stichter van de Sovjetstaat. 

De regering wilde het lichaam zo lang mogelijk bewaren, zodat meer mensen afscheid konden nemen. Op 26 januari werd in de Pravda, de belangrijkste partijkrant, een besluit gepubliceerd van het Presidium van het Centraal Uitvoerend Comité, het hoogste orgaan van de staatsmacht in de USSR; Lenins lichaam zou worden bewaard in een crypte waar men afscheid kon nemen. Op het Rode Plein was daarvoor een tijdelijk houten mausoleum neergezet. Aanvankelijk had de partijleiding overwogen het lichaam een maand lang in een open kist te laten liggen. Waarschijnlijk zijn ze daar vanaf gestapt na het zien van de eindeloze stroom mensen die afscheid wilden nemen van de ‘grote leider’, en op het idee gekomen om van zijn graf een symbool van het regime te maken.

Afscheid van Lenin in de Zuilenhal van het Vakbondshuis, 23-27 januari 1924

Afscheid van Lenin in de Zuilenhal van het Vakbondshuis, 23-27 januari 1924. Foto: Russisch staatsarchief voor sociale en politieke geschiedenis

Ondertussen nam de vrieskou, die de natuurlijke processen had vertraagd, af. Het lichaam ging tekenen van ontbinding vertonen. Op 25 maart 1924 werd inderhaast besloten om ‘alle middelen die de moderne wetenschap ter beschikking staan in te zetten om het lichaam van Lenin zo lang mogelijk te conserveren’. De volgende dag begon Vladimir Vorobjov, professor anatomie aan de Universiteit van Charkov, aan het balsemen van het stoffelijk overschot volgens een experimentele methode. Als Vorobjov hier niet op tijd mee begonnen was, of als zijn methode minder betrouwbaar was gebleken, dan was Lenin begraven.

Intussen werd Lenins naam in versneld tempo vereeuwigd. Petrograd werd omgedoopt tot Leningrad en Simbirsk (Lenins geboortestad) tot Oeljanovsk. Overal werden monumenten voor de revolutionair opgericht. Zijn sterfdag werd uitgeroepen tot dag van nationale rouw. Kinderen werden naar Lenin vernoemd: naast Vladimir ontstonden nieuwe voornamen als Vilen, Vilenin, Vil en Vladlen. Overal in scholen en bedrijven werden ‘Leninhoekjes’ ingericht om het leninisme te propageren. Herinneringen aan de ‘grote leider’ kregen hagiografische trekken.

Herinneringen aan de ‘grote leider’ kregen hagiografische trekken

In de jaren twintig begon de studie van Lenins theoretische erfenis en werd gepoogd enkele van zijn standpunten verder te ontwikkelen. Die trend veranderde: in de jaren dertig volgden de heiligverklaring van Lenins inzichten en een verbod op nieuwe interpretaties. Stap voor stap veranderden de ideeën van de revolutionair in axiomatische dogma’s, in een verzameling citaten waarvan de betekenis duidelijk vaststond. Documenten en memoires die niet in de canon pasten werden gecensureerd.

Stenen Mausoleum Lenin jaren 30

Het stenen Mausoleum, jaren 30. Foto: Russisch staatsarchief voor sociale en politieke geschiedenis

De stenen graftombe werd in 1930 opgetrokken. De piramidale vorm moest symbool staan voor de eeuwigheid. Daarnaast deed het Mausoleum van begin af aan dienst als tribune. Dit had tevens een grote symbolische betekenis voor de toespraken bij Lenins tombe. De sprekers steunden letterlijk op het gezag van de grondlegger van de staat. Zo wisten de opvolgers van de eerste Sovjetregeringsleider met het creëren van een cultus hun macht te consolideren.

Lenin zelf was voorstander van een gewone begrafenis of crematie

Had Lenin dit zelf zo gewild? Hij heeft hier zelf geen enkele aanbeveling over nagelaten. Familie en naaste strijdmakkers beweerden dat de revolutionair een normale begrafenis zou hebben gewild en een dergelijke persoonlijkheidscultus niet zou hebben toegestaan. Nadezjda Kroepskaja, de vrouw van Lenin, schreef al op 30 januari 1924 in een artikel voor de Pravda: ‘Ik heb een dringend verzoek aan jullie,’ zo schreef Kroepskaja, ‘laat jullie verdriet om Iljitsj niet uitmonden in een uiterlijke verering van zijn persoon. Richt geen monumenten of paleizen op in zijn naam, organiseer geen grootse herdenkingsplechtigheden, enz. Hij hechtte daar bij leven zó weinig waarde aan, hij moest daar allemaal niets van hebben.’ Vladimir Bontsj-Broejevitsj, die Lenin goed had gekend, bevestigde in zijn memoires dat de regeringsleider van de Sovjet-Unie niet blij zou zijn geweest met het idee van een Mausoleum: ‘Ik ben er stellig van overtuigd dat hij er tegen was geweest dat er zo met hem, of met wie dan ook, zou worden omgesprongen: hij was altijd voorstander van een gewone begrafenis of crematie, en zei vaak dat er bij ons ook nodig crematoria moesten worden gebouwd.’ Dit is allemaal bekend uit de tweede hand, een testament van Lenin ontbreekt.

Mausoleum Lenin parade 1945

Het Mausoleum als tribune, 24 juni 1945. Foto: Wikimedia Commons.

De ideologie: van bloei tot teloorgang

Lenins Mausoleum en zijn lichaam in de open sarcofaag kwamen zonder meer symbool te staan voor staat en ideologie. Het Mausoleum ging deel uitmaken van voor de Sovjetmaatschappij belangrijke rituelen waarin toewijding en respect voor Lenins idealen werden uitgedragen. Gedurende de hele Sovjetperiode heeft Lenins lichaam maar één keer zijn graftombe verlaten: tijdens de Tweede Wereldoorlog. In juni 1941 werd de sarcofaag als belangrijkste staatsrelikwie geëvacueerd naar Tjoemen, waar hij bleef tot maart 1945. Op 24 juni 1945, tijdens de overwinningsparade op het Rode Plein, wierpen colonnes soldaten de vaandels en standaarden van het verslagen Nazi-Duitsland neer voor het Mausoleum.

Gedurende de hele Sovjetperiode heeft Lenins lichaam maar één keer zijn graftombe verlaten: tijdens de Tweede Wereldoorlog

Na de dood van Stalin, die in de strijd om de macht actief gebruik had gemaakt van de Lenincultus en er zijn regime mee wist te versterken, werd een sarcofaag met het lichaam van de secretaris-generaal in het Mausoleum geplaatst. Zelfs nadat de nieuwe partijleider Nikita Chroesjtsjov de persoonlijkheidscultus van Stalin had veroordeeld, bleef diens sarcofaag staan. Stalins naam werd uit de schoolboeken geschrapt en zijn monumenten werden in het hele land afgebroken, maar pas in de herfst van 1961 besloten de Sovjetleiders Stalins lichaam uit het Mausoleum te verwijderen. De herbegrafenis bij de Kremlinmuur vond in het holst van de nacht plaats en de kranten berichtten er pas de volgende dag over.

Toen Michail Gorbatsjov, de laatste secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, met zijn Perestrojka begon, probeerde hij net als zijn voorgangers zijn beleid te legitimeren met een beroep op Lenin. De onderbouwing van zijn hervormingen, zoals de democratisering van het politieke systeem, invoering van marktrelaties en de afkondiging van vrijheid van meningsuiting, kon het niet stellen zonder verwijzingen naar de ‘leider van het wereldproletariaat’.

Maar in de maatschappij nam de kritiek op de grondslagen van het socialisme gaandeweg toe. De beslissingen van de partijleiding, en van Lenin in het bijzonder, werden in twijfel getrokken. Publicisten beweerden dat nu de zeventigjarige ontwikkeling van de Sovjet-Unie op een dood spoor was aanbeland, de ‘geniale’ Lenin zich mogelijk vanaf het begin had vergist in zijn berekeningen.

In 1989 werd de noodzaak van Lenins herbegrafenis voor het eerst openlijk bepleit

Een logisch vervolg van deze omslag was dat men openlijk de noodzaak van Lenins herbegrafenis ging bepleiten. Dat gebeurde voor het eerst in 1989, toen Lenin nog behoorlijk populair was. Volgens opiniepeilingen uit 1990 oordeelde 59 procent van de burgers positief over de persoonlijkheid van de ‘grote leider’. Tegelijkertijd stelden onderzoekers vast dat hij impopulair was onder jongeren en intellectuelen. Tegenstanders van Lenins herbegrafenis lanceerden een eigen campagne om het Mausoleum te behouden. In Moskou werden een maatschappelijk comité ter verdediging van Lenin, en het genootschap ‘Lenin en Vaderland’ opgericht. Kranten publiceerden uitspraken van familieleden van Lenin, die zich bezorgd toonden over geopperde voorstellen om het stoffelijke overschot van hun voorvader naar Leningrad over te brengen. De Pravda maande Gorbatsjov om op te treden tegen diegenen die de stoffelijke resten van de ‘leider van de revolutie’ van het Rode Plein wilden verwijderen. Rond het Mausoleum gingen vrijwillige burgerwachten patrouilleren en mensen wierpen zich op als wachtpost.

Intussen was in regio's waar de anti-Sovjetgevoelens het wijdst verbreid waren (de Baltische staten, westelijk Oekraïne, Moldova) het verzet tegen de Lenincultus al eind jaren tachtig en begin jaren negentig begonnen. In april 1990 bijvoorbeeld werd in Tsjervonograd (in de oblast Lviv van de Oekraïense SSR) voor het eerst een Leninmonument ontmanteld. Ook in de Centraal-Europese landen was de ‘deleninisering’ al eerder begonnen tijdens de ‘fluwelen revoluties’ van 1989.

Lenin na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie

In december 1991 hield de Sovjet-Unie op te bestaan. De nieuwe regering van de Russische Federatie onder aanvoering van Boris Jeltsin, die het socialistische toekomstperspectief had verworpen, maakte desondanks geen haast om het lichaam van de oprichter van de Sovjetstaat te verwijderen. De maatschappelijke situatie was dermate explosief dat de autoriteiten duidelijk niet nog meer olie op het vuur wilden gooien.   

Sociale onvrede en heimwee naar het stabiele leven in de Sovjet-Unie leidden tot een groeiende populariteit van de Communistische Partij van de Russische Federatie. Terwijl de partij na de eerste verkiezingen voor de Doema slechts op de derde plaats stond, kreeg het bij de volgende verkiezingen in december 1995 meer steun dan al haar concurrenten, inclusief de pro-presidentiële partij. De steun voor de communisten was zo groot dat de presidentsverkiezingen van 1996 pas na twee ronden werden beslist, met de communistische leider Gennadi Zjoeganov als belangrijkste rivaal van het zittende staatshoofd. Hij verloor overigens wel van Jeltsin.

Het gevolg was een slepend conflict tussen de meerderheid van het Russische parlement en Boris Jeltsin, waar de kwestie van Lenins verwijdering uit het Mausoleum onderdeel van uitmaakte. Op 14 maart 1997 verklaarde Jeltsin dat Lenin begraven moest worden ‘zoals hij gewild had,’ naast zijn moeder in Sint-Petersburg. Die uitspraak bestempelde de Doema vervolgens als ‘illegaal en regelrecht vandalisme’. In juni van hetzelfde jaar kwam Boris Jeltsin met een initiatief om in de herfst een nationaal referendum te houden over de herbegrafenis van Lenin. Als reactie hierop riep de Doema de autoriteiten en de Russische burgers op om ‘politieke wraak op Lenin te voorkomen’. Uit een landelijke enquête, in juli gehouden door peilingbureau FOM, bleek dat het aantal voor- en tegenstanders van het begraven van Lenins stoffelijke resten ongeveer gelijk was.

Elke vijf jaar laait de maatschappelijke discussie rond Lenins herbegrafenis weer op

Het Poetintijdperk

In het Poetintijdperk liepen de emoties minder hoog op. Toch laait elke vijf jaar de maatschappelijke discussie rond Lenins herbegrafenis weer op. En telkens volgens een vrijwel identiek scenario. Een zekere vooraanstaand persoon, vaak een ambtenaar, verkondigt dat Lenins stoffelijke resten hoognodig herbegraven moeten worden. Als bij toverslag wordt deze uitspraak ondersteund door een paar andere publieke figuren. Hierop volgen protesten van de Communistische Partij. Het vraagstuk wordt besproken in de pers en diverse onderzoeksbureaus houden opiniepeilingen. Waarna Vladimir Poetin zelf, of een van zijn woordvoerders, met de geruststellende verklaring komt dat de kwestie van het verwijderen van het lichaam uit het Mausoleum voorlopig niet aan de orde is.

Sinds 1997 staan presidenten bij het afnemen van de parade op het Rode Plein niet langer op het Mausoleum, maar op een houten podium ervoor. Op 12 juni 2003, de Dag van Rusland, werd het Mausoleum voor het eerst bedekt met decoratie in de vorm van de nationale vlag. Sinds 2004 is tijdens de Dag van de Overwinning of andere massaevenementen op het Rode Plein de graftombe van Lenin onveranderlijk met multiplex afgedekt. Een dergelijk detail toont duidelijk aan dat de Russische regeringsleiders moeite hebben met de symboliek van het Mausoleum en er op belangrijke feestdagen niet mee geassocieerd willen worden.

Dag van de Overwinning, Moskou 9 mei 2023

Het aan het zicht ontrokken Mausoleum op de Dag van de Overwinning in Moskou, 9 mei 2023. Foto: Sputnik, Grigory Sysoev.

Sleutelfiguren met invloed op de huidige officiële geschiedschrijving in Rusland hebben zich over de zaak uitgesproken. Doema-afgevaardigde Vladimir Medinski is al jarenlang consequent pleitbezorger van het begraven van Lenin. Op 20 januari 2011, een jaar voordat hij minister van Cultuur werd, zei hij: ‘Naar mijn mening moeten we elk jaar weer de verwijdering van Lenins stoffelijk resten uit het mausoleum aankaarten. Op het Rode Plein wordt een onzinnige, heidens-necrofiele boodschap uitgedragen. Het wordt tijd om een einde te maken aan deze perversiteit.’ Maar nadat Medinski minister was geworden, stelde hij zijn mening bij. In 2017 zei hij tijdens een nieuwe discussieronde dat hij de herbegrafenis van Lenin als een vergezocht probleem beschouwde en niet als een wezenlijke opgave.

In 2011 zei Tichon Sjevkoenov, secretaris van de Patriarchale Raad voor Cultuur, in antwoord op een vraag over de verwijdering van Lenins lichaam: ‘Natuurlijk is het volkomen absurd om midden op het centrale plein van de hoofdstad het lichaam van een overledene te bewaren. Natuurlijk is het een kwestie van tijd.’ Ook hij zwakte in 2017 zijn uitspraak af: ‘Dat de gemummificeerde stoffelijke resten van Lenin vroeg of laat zullen worden verplaatst staat voor mij vast, maar wanneer dat zal gebeuren – dat maken degenen maar uit die verantwoordelijk zijn voor de eventueel onvoorziene gevolgen van deze voor de hand liggende beslissing; de snelheid waarmee het gebeurt is van ondergeschikt belang.’

Het idee dat je kwesties die de samenleving verdelen ‘beter met rust kunt laten’ is haast een officieel standpunt geworden

Wanneer president Poetin Lenin in herinnering roept, is dat heel vaak in een negatieve context. Een terugkerend thema in de toespraken van de president is zijn kritiek op het nationale beleid van de bolsjewieken. De ruime autonomie die de unierepublieken bij de oprichting van de Sovjet-Unie kregen noemde Poetin een tijdbom, die volgens hem uiteindelijk tot het uiteenvallen van de USSR leidde. In 2019 noemde de president op zijn grote jaarlijkse persconferentie Lenins beslissing om de volkeren van de USSR het recht te geven zich af te scheiden een ‘fundamentele fout in het bouwwerk van de staat’. Toch sloot hij zijn toespraak af met de woorden dat het gebalsemde lichaam in het Mausoleum moest blijven: ‘Volgens mij kunnen we dat beter met rust laten. Zolang er tenminste mensen zijn die, en dat zijn er velen bij ons, hun eigen leven en lot ermee verbinden’. Dit idee, dat je kwesties die een splijtzwam vormen in de maatschappij ‘beter met rust kunt laten’ is in de huidige Russische geschiedschrijving een nagenoeg officieel standpunt geworden.

De angst dat verwijdering van het lichaam uit het Mausoleum kan leiden tot een gevaarlijke publieke tweesplitsing is niet ongegrond. Het Levada Centrum peilt regelmatig de publieke opinie over de kwestie. Respondenten krijgen de vraag voorgelegd: ‘Vindt u dat Lenins lichaam in het Mausoleum moet blijven of moet worden verwijderd?’ Uit de resultaten van oktober 2017 bleek dat er evenveel voor- als tegenstanders waren, namelijk 41 procent. Nog eens 18 procent kon de vraag niet beantwoorden.

Poster Lenin

Een poster van de Communistische Partij van de Russische Federatie met de tekst 'En, hoe is het leven onder het kapitalisme?' Foto: https://new-rabochy.livejournal.com/3842929.html

Volgens peilingen van hetzelfde Levada Centrum staat Lenin in Rusland sinds de val van de Sovjet-Unie consequent in de top vijf van meest prominente personen aller tijden. In mei 2021 werd Lenin met 30% van de stemmen tweede bij de verkiezing van meest prominente persoonlijkheid: hij bleef achter bij Stalin (39%), maar had Poesjkin (23%) en Peter de Grote (19%) ingehaald.

Peilingbureau FOM heeft in 2020, op de honderdvijftigste geboortedag van Lenin, een enquête gehouden waarin de respondenten werd gevraagd: ‘Wat schiet u als eerste te binnen bij het horen van de naam Lenin?’ De antwoorden kunnen in twee categorieën worden onderverdeeld. De eerste groep herinnert zich Lenin als een historische figuur (associaties met Oktoberrevolutie, ‘grote leider’, communisme, USSR) De tweede groep heeft associaties die verbonden zijn met heimwee naar het Sovjetleven (jeugd, pioniertjes, slogans). Met andere woorden, Lenins imago is niet zozeer met ideologie verbonden, als wel met sentimentele herinneringen aan een persoonlijk verleden.

Epiloog

Ik had een onvergetelijke ervaring tijdens mijn bezoek aan het Mausoleum. Het is niet gemakkelijk om er te komen, niet vanwege de toestromende massa mensen die de ‘grote leider van het proletariaat’ willen zien, maar vanwege de openingstijden. Je kunt het Mausoleum slechts vier dagen per week gedurende drie uur bezoeken. Voordat je naar binnen gaat geeft een man in militair uniform instructies: geen foto's of films maken, niet stilstaan, niet praten. Ik belandde in een donkere zaal waar ik rond een balustrade moest lopen, op ongeveer twee meter afstand van de kogelvrije crypte met het helder verlichte lichaam van Lenin. Aandachtig observeren is onmogelijk, de menigte heeft een minuut om de hele route af te leggen. Al bij de uitgang begon het geroezemoes van de bezoekers. Maar hier stond opnieuw een man in militair uniform, die letterlijk zijn vinger niet van zijn lippen haalde en almaar ‘sst!’ riep, opdat iedereen zou zwijgen tot men het Mausoleum had verlaten.

Lenin behoort tot een ongemakkelijk verleden waarover een brede maatschappelijke discussie gevoerd moet worden

Ik denk dat deze ervaring iets zegt over hoe het er voorstaat met de herinnering aan Lenin in Rusland. Zijn nagedachtenis moet beschouwd worden als politiek ongewenst. De staat houdt de verering voor Lenins lichaam in stand, net als de verering voor alle staatssymbolen uit het verleden, maar initieert of ondersteunt geen maatschappelijke discussie over Lenins rol in de geschiedenis. Diens imago behoort, net als sommige andere kwesties in de Russische geschiedenis, tot een ongemakkelijk verleden waarover een brede maatschappelijke discussie gevoerd zou moeten worden. Uit angst voor tweespalt in de samenleving is de staat nu vastbesloten de status quo te handhaven. De wil ontbreekt zowel om de vroegere cultus voor eigen doeleinden aan te wenden, als om zich ervan te ontdoen.