Armenië koerst af op breuk met Rusland

Armenië staat op het punt om zijn lidmaatschap van de Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid (CSTO), een door Rusland geleid militair bondgenootschap, op te zeggen. Het land voelt zich verraden door Rusland, en recente schandalen hebben de onderlinge verhouding verder op scherp gezet, schrijft Emil Avdaliani, hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de European University in Tbilisi, voor denktank CEPA.

Betogers eisen het aftreden van de Armeense premier Nikol Pasjinjan tijdens een demonstratie op 17 juni. Foto: Karen Minasyan / AFP

Door Emil Avdaliani

Het Armeense dreigement om het militair bondgenootschap CSTO te verlaten hangt al jaren in de lucht. Toen Azerbeidzjan Armenië in 2020 in een korte oorlog verpletterend versloeg, schoot Rusland zijn traditionele bondgenoot niet te hulp. In september vorig jaar, toen de Azeri’s de laatste restanten van Nagorno-Karabach innamen, liet Rusland het opnieuw afweten.

Het gevoel dat Rusland Armenië heeft verraden is wijdverbreid en de publieke opinie is sterk anti-Russisch: het aandeel Armeniërs dat de onderlinge verhouding met Rusland slecht noemt is gestegen van 49 naar 66 procent. Het besef dat Rusland niet meer voor Armenië klaarstaat doet pijn. Armenië is al sinds de onafhankelijkheid in de jaren 90 een bondgenoot van Rusland, en de CSTO is opgericht om de veiligheid van de lidstaten te garanderen.

Russische wapens

De ontgoocheling over het bondgenootschap met Rusland heeft Armenië ertoe aangezet een diverser buitenlands beleid te voeren. Het tempo waarin die verandering zich voltrekt is duizelingwekkend. Voor 2020 was het Armeense leger voor 90 procent afhankelijk van Russische wapens, inmiddels is dat nog slechts 15 procent. In plaats daarvan koopt Armenië nu wapens in onder meer India en Frankrijk.

Het gaat daarbij ook om geavanceerd wapentuig als radarinstallaties en raketten. Op 18 juni werd bekend dat Armenië Franse Caesar-houwitsers gaat kopen. Volgens de Franse krant Le Figaro gaat het om 36 systemen, die binnen anderhalf jaar in Armenië moeten zijn. Caesars kunnen doelen bereiken tot een afstand van 40 kilometer en zijn volop in gebruik aan het front in Oekraïne.

Nog belangrijker is de manier waarop Armenië binnen de CSTO afstand heeft genomen van Rusland. Jerevan heeft meermaals afgezien van deelname aan belangrijke CSTO-bijeenkomsten en trainingsmissies, en al maanden circuleren er berichten dat Armenië het bondgenootschap mogelijk wil verlaten.

Gelekte documenten

De ontkoppeling is verder versneld doordat vertrouwelijke documenten zijn uitgelekt, waaruit blijkt dat Poetins vazalstaat Belarus, nog een vermeende bondgenoot van Armenië, van 2018 tot 2022 in het geheim wapens heeft geleverd aan Azerbeidzjan. Belarus zou hebben bijgedragen aan de modernisering van de Azerbeidzjaanse artillerie en zou Azerbeidzjan apparatuur voor elektronische oorlogsvoering en droneonderdelen hebben verkocht.

Armenië reageerde furieus op de gelekte documenten en trok direct zijn ambassadeur terug uit Belarus. Op 20 juni ontmoette de Armeense buitenlandminister Arazat Mirzojan de Belarussische oppositieleider Svetlana Tichanovskaja. De Armeense premier Nikol Pasjinjan verklaarde dat hij Belarus niet meer zou bezoeken zolang Aleksandr Loekasjenko aan de macht is. Loekasjenko’s regime antwoordde met het terughalen van de Belarussische ambassadeur uit Jerevan.

De Belarussische steun aan Azerbeidzjan moet haast hebben plaatsgevonden met stilzwijgende deelname van Rusland. In 2018, het begin van de periode waarin Belarus wapens leverde aan Azerbeidzjan, had Loekasjenko nog enige bewegingsvrijheid. Twee jaar later, nadat hij de protesten die waren uitgebroken over de frauduleus verlopen verkiezingen van 2020 met veel geweld had neergeslagen, was Loekasjenko volledig afhankelijk geworden van het Kremlin voor geld en steun. Voor Armeniërs is het door dit schandaal kraakhelder dat de CSTO niet langer van nut is.

Het is onduidelijk in hoeverre Armenië bereid is om zich van Rusland af te wenden, maar gezien de huidige stemming is de basis voor een vertrek uit de CSTO gelegd.

Pasjinjan2De Armeense premier Nikol Pasjinjan, die probeert zijn land minder afhankelijk te maken van Rusland. Foto Wikimedia. 

Zwakke positie

Armenië bevindt zich niet in een sterke positie. Het land heeft in korte tijd twee oorlogen verloren, waarin het de enclave Nagorno-Karabach definitief is kwijtgeraakt, en het Armeense leger is overvleugeld door dat van Azerbeidzjan. Ook veel andere buurlanden zijn Armenië ongunstig gestemd en Pasjinjans regering heeft te maken met grootschalige protesten.

De huidige Armeense regering heeft geprobeerd om zich minder afhankelijk te maken van Rusland. Het beperken of beëindigen van het lidmaatschap van de CSTO is echter niet genoeg: Armenië moet ook de banden met het Westen aanhalen.

Begin april ontmoette premier Pasjinjan vertegenwoordigers van de VS en de EU in wat leek op een onofficiële top. Dat zette de toon voor nauwere samenwerking met het Westen, bijvoorbeeld door afspraken te maken met de EU over visumvrij reizen en het sluiten van handelsverdragen.

Ook de VS hebben hun betrokkenheid vergroot. Op 18 juni bracht Richard Verma, de derde man op het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, een bezoek aan Jerevan. Kort daarvoor tekende een andere hooggeplaatste vertegenwoordiger van het Amerikaanse ministerie in Jerevan een douaneovereenkomst.

Daarnaast werden Armenië en de VS het eens over de uitbreiding van de handelsbanden en het opzetten van platforms voor gesprekken over energie, defensie en cyberveiligheid. Washington wil de huidige strategische dialoog met Armenië uitbreiden tot een volwaardig strategisch partnerschap.

Vredesovereenkomst

Ondertussen kan Armenië proberen de relatie met buurlanden Azerbeidzjan en Turkije te lijmen. Pasjinjan heeft opdracht gegeven om te beginnen aan een nieuwe grondwet, die onder meer moet tegemoetkomen aan de Azerbeidzjaanse eis om een clausule over eenwording met Nagorno-Karabach uit de grondwet te schrappen.

De Armeniërs hopen dat dat de laatste grote eis is uit Bakoe. Gezien de recente vooruitgang met het afbakenen van de Armeens-Azerbeidzjaanse grens lijken er weinig obstakels over te zijn die een vredesovereenkomst in de weg staan.

Armenië zoekt tevens toenadering tot Turkije, wat idealiter zou leiden tot het openen van de grens tussen beide landen, die al drie decennia gesloten is. Dat zou de weg openen richting het diversere buitenlands beleid dat Armenië nastreeft. Als de Armeense buitenlandse verhoudingen meer in balans zijn, is het land minder afhankelijk van één grootmacht.

Emil Avdaliani is hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de European University in Tbilisi. Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op CEPA.