De volksstemming voor de nieuwe grondwet was een vertrouwensvotum voor Poetin en bedoeld om hem – zolang hij wilde – in het zadel te houden. Een triomf, stelt het Kremlin, wijzend op het officiële resultaat. Nee, zeggen critici, het was de grootste electorale fraude van Poetins regeertijd. Hoe het ook zij, de gehoopte stabiliteit zal het plebisciet niet brengen, want de opvolgingsstrijd die Poetin wilde voorkomen, houdt hij hiermee niet tegen, schrijft Hella Rottenberg.
De officiële uitslag in de 88 regio's. Blauw: meeste stemmen tegen, roze 50-60% voor, donkerroze 60-75% voor, rood: meer dan 75% voor (Bron: Kommersant).
door Hella Rottenberg
De nieuwe Russische grondwet lag al weken gedrukt in de winkels met het opschrift: wordt van kracht zodra de resultaten bekend zijn. Dat er voldoende mensen voor de wijzigingen zouden stemmen, stond volgens de autoriteiten kennelijk bij voorbaat vast. De cijfers gaven hen gelijk. Het resultaat overtrof zelfs de verwachtingen. Een meerderheid van 79% stemde vóór bij een opkomst van 68%. Hiermee werd de nieuwe constitutionele orde met bijna 54% van alle kiesgerechtigden goedgekeurd, thuisblijvers meegerekend.
Direct na de bekendmaking verklaarde Ella Pamfilova, voorzitster van de Centrale Kiescommissie, dat ‘aan de betrouwbaarheid en legitimiteit van de uitslag van de stemming geen twijfel bestaat’ en dat er ‘een onbeduidend klein aantal’ overtredingen in de stembureaus was gemeld.
Het Kremlin juichte dan ook dat de uitslag een ‘triomf’ was waaruit het enorme vertrouwen in president Poetin sprak. Hij had zelfs een beter resultaat behaald dan in 2018 toen hij herkozen werd voor wat toen de laatste keer scheen. Doemaleden en regeringsgezinde media concludeerden dat het plebisciet er zoals gehoopt voor had gezorgd dat de stabiliteit van Rusland en zijn politieke systeem voor lange tijd gewaarborgd was.
Bluf en bedrog
De commentaren van kritische Russische waarnemers zijn vrijwel eensluidend: het is bluf en bedrog. Ze geloven de cijfers van de uitslag niet. De procedure was een vrije improvisatie: kiezers konden een week lang hun stem uitbrengen, er waren pop-up stembureaus – een stronk op een bosweg, bijvoorbeeld, of een tafeltje tussen een huizenblok - en onafhankelijke waarnemers werden geweerd. Er was met andere woorden ampel gelegenheid om de uitslag te vervalsen.
Pop-up stembureau op een boomstronk. Foto van twitter
Dit is op ongeëvenaarde schaal gebeurd, zegt analist Sergej Sjpilkin, die bij eerdere verkiezingen naam heeft gemaakt met zijn statistische bewijzen van vervalsing. Hij schat dat de werkelijke opkomst van de kiezers ongeveer 44% was en het percentage vóórstemmers 65%. De nieuwe grondwet is in dat geval niet door 54%, maar een minderheid van 29% goedgekeurd.
Sjpilkin analyseerde de gepubliceerde uitslagen en zag dat in stembureaus met een opkomst van ongeveer 43% het percentage kiezers dat vóór de nieuwe grondwet stemde rond de 65% was. Maar in stembureaus met een opkomst van 60% en hoger was het aantal voorstemmers 70% en meer. Hoe hoger de opkomst, hoe meer voorstemmers er bleken te zijn. Dit wijst volgens Sjpilkin op het volproppen van stembussen met biljetten waarop ‘ja’ was aangekruist of op manipulatie van de uitslagen achteraf. Hij concludeert dat maar liefst 22 miljoen van de 74 miljoen uitgebrachte stemmen (30%) verdacht zijn. Daarbij rekent hij de digitale stemmen uit Moskou en Nizjni Novgorod en in het buitenland uitgebrachte stemmen niet mee.
Deze volksstemming, die anders dan een referendum niet aan wettelijke regels hoefde te voldoen, laat volgens Russische publicisten zien dat de autoriteiten zich niet meer bekommeren om een democratische facade. Alleen dankzij trucs, schrijft Fjodor Krasjenninikov, heeft Poetin dit resultaat gehaald. Politicoloog Aleksandr Kynev concludeert dat zijn steun berust op bedrog en zijn macht op dwang. ‘Iedereen snapt dat de uitslag vervalst is. Poetin heeft geen fans, geen eerlijke aanhangers.’
Camouflage voor machtsgreep
Eigenlijk was de stemming een vertrouwensvotum voor Poetin en bedoeld om hem in het zadel te houden zolang hij wil. In de aanloop naar de 1ste juli verpakte het Kremlin de grondwetswijzingen echter louter als een noodzakelijke stap om de Russische culturele tradities en soevereiniteit te verankeren. Over het cruciale punt – het annuleren van Poetins uiterste termijn in 2024 – geen woord. Het werd weggemoffeld, alsof het een bijzaak betrof of zelfs helemaal niet aan de orde was.
Klaarblijkelijk durfde Poetin zijn eigen positie niet tot inzet te maken van een peiling. Dat is alleszins begrijpelijk, gezien zijn gestaag dalende populariteitscijfers, de coronacrisis die de slechte staat van de gezondheidszorg blootlegde en de al jaren afnemende koopkracht van de Russen.
Poetin stemt voor verlenging van zijn termijn
Waarom wilde Poetin dan toch deze volksstemming voor wijzigingen die al door het parlement en het Constitionele Hof waren goedgekeurd? Het voor de hand liggende antwoord is: om een schijn van legitimiteit te verlenen aan een machtsgreep. Maar politicologe Tatjana Stanovaja komt met een andere gedachte, die zowel simpel is als veel verklaart.
Tegen een paleiscoup van de elite
De zogenaamde ‘Poetin-meerderheid’, waarop het Kremlin zich sinds jaar en dag beroept, is niet zozeer een steunpilaar voor het regime als wel een argument dat Poetin kan gebruiken voor het handhaven van zijn positie in eigen kring, de machtselite. Als hij in 2024 zijn presidentschap definitief zou moeten neerleggen, zo liet hij zich een paar weken geleden ontvallen, zouden ‘over een paar jaar, zoals ik uit ervaring weet, veel mensen op gezagsposities gaan uitkijken naar mogelijke opvolgers, in plaats van zich met hun gewone werk bezig te houden.' Met de uitslag van het plebisciet wilde Poetin het gevecht binnen de elite over zijn opvolging smoren, meent Stanovaja.
Het plebisciet was, met andere woorden, niet nodig omdat Poetin bang zou zijn voor een volksopstand, maar voor een paleiscoup. Dat is niet ver gezocht. In peilingen in Rusland is steeds de constante dat de bevolking oorlog en omwentelingen het meeste vreest. De jaren negentig, waarin mensen hun zekerheden en spaargeld kwijtraakten, liggen nog vers in het geheugen en er gaat trouwens geen dag voorbij of Poetin brengt ze in herinnering als een gruweltijd van anarchie, misdaad en armoede waaraan hij een einde heeft gemaakt.
Onrust in de machtselite is bedreigender voor Poetin. Naar buiten toe lijkt hij degene zonder wie geen besluit genomen wordt. Maar Stanovaja en andere waarnemers zien steeds vaker dingen gebeuren die Poetin niet gelegen komen of waartegen hij zich juist heeft uitgesproken. De arrestatie van de Amerikaanse bankier-investeerder Michael Calvey vlak voordat het internationale Economisch Forum in Sint Petersburg begon is zo’n voorbeeld. Of het verzet van Rosneft-CEO Igor Setsjin tegen productie-afspraken met het oliekartel OPEC, wat zorgde voor een extra diepe val van de olieprijs.
Strijd om zelfbehoud
Groepen binnen de elite hebben hun eigen belangen. De olie- en gasindustrie kan zich niet ontwikkelen zonder westerse investeringen en technologie en heeft last van de sancties, maar de chefs van de strijdkrachten en inlichtingendiensten zijn juist fel gekant tegen openingen naar het Westen en laten zich leiden door wantrouwen. Zodra Poetin het evenwicht tussen die groepen niet meer kan bewaren en geen garantie meer is voor het zelfbehoud van de elite, zal die op zoek gaan naar een vervanger.
Het plebisciet, denkt Stanovaja, heeft Poetin niet geholpen. De omgeving van de president weet dat de uitslag bedrog is en dat de schatting van statisticus Sjpilkin eerder in de buurt komt van de waarheid. Niet de uitslag en niet de nieuwe grondwet bepalen of Poetin nog lang aan de macht zal blijven, maar de strijd om zelfbehoud binnen de elite.
In elke autocratie en dictatuur brengt overdracht van de macht onzekerheid en gevaar. Juist omdat Poetin het zoeken naar een opvolger verbiedt, ondermijnt hij de stabiliteit. Hoe stabiel is het grootste land ter wereld, als maar één man in staat is het te regeren en zijn hele omgeving uit idioten bestaat aan wie het bestuur niet kan worden toevertrouwd?
Ruzie in de oppositie
Toch kun je ook niet zeggen dat we het plebisciet het beste kunnen vergeten en dat het geen enkele betekenis heeft. De handschoenen zijn uitgetrokken. Zoals kritische publicisten opmerkten, laat Rusland zich nu openlijk kennen als een autocratie, die voor de vorm de bevolking raadpleegt over reeds genomen besluiten. Natuurlijk zullen er weer verkiezingen komen, maar wat kan de oppositie doen om haar stem tot gelding te brengen?
De Centrale Kiescommissie met voorzitster Ella Pamfilova maakt de uitslag bekend. Foto cik.ru
Bij de vorige (regionale) verkiezingen in september 2019 had oppositieleider Navalny succes met zijn methode van ‘slim stemmen’. Hij bracht de regeringspartij Verenigd Rusland nederlagen toe door zijn kiezers te vragen om op een andere kandidaat te stemmen, ook al was die niet door de oppositie naar voren geschoven (want die mogelijkheid was meestal toch al geblokkeerd). Het Kremlin voelde zich zwaar vernederd en nam wraak: de regionale kantoren van Navalny werden gesloten, bankrekeningen geblokkeerd, computers in beslag genomen en strafzaken wegens fraude geopend. Zijn beweging werd opgerold.
Bij dit plebisciet ruziede de oppositie over de beste strategie: niet gaan stemmen, tegen stemmen of stembureauleden overhalen niet ‘aan het circus’ mee te doen. Volgens Denis Volkov, socioloog van het Levada Centrum, maakte de oppositie daarmee een grote vergissing. Uit zijn onderzoek onder groepjes kiezers bleek dat heel veel mensen niet van plan waren te gaan stemmen, omdat ze tegen de verlenging van Poetins termijn waren. Ze hadden van de oppositie graag een eenduidige instructie gehad over de beste handelwijze. Volkov wijst er op dat het Kremlin slechts hoefde te zorgen voor een hoge opkomst – en dat deed het door propaganda, verloting van prijzen en dwang – om zich van een meerderheid te verzekeren. Hij suggereert dat de oppositie veel meer kans had gemaakt als zij ervoor had gezorgd dat de tegenstanders wel waren opgekomen.
Het is een nogal optimistische redenering. Als we afgaan op Sjpilkin en andere waarnemers en analisten, heeft het Kremlin ditmaal een recordfraude gepleegd met het aantal ja-stemmen. Had het iets uitgemaakt als er veel meer mensen nee waren gaan stemmen? Nee, niet voor de uitslag, maar misschien wel voor de boosheid. Anders dan in 2011-2012 gingen mensen nu niet massaal de straat op om te protesteren. De machthebbers zullen dat opvatten als een signaal dat ze wegkomen met bedrog, hoe grof ook.