Na 22 maanden wordt de Oekraïense roep om extra militaire steun niet meer a priori positief beantwoord door Amerika en Europa. De slogan ‘koste wat kost en zo lang als het duurt’ is in het najaar van 2023 stilletjes vervangen door de meer voorwaardelijke formulering ‘zo lang als het gaat’. Openlijk wordt gespeculeerd dat Oekraïne de oorlog niet kan winnen en dus met Rusland zal moeten onderhandelen. Hubert Smeets inventariseert de visies en scenario's.
Foto Dzerkalo Tizjnja
Door Hubert Smeets
De stemming slaat om. En snel ook. Steun voor Oekraïne is niet meer zo vanzelfsprekend als die een jaar geleden nog leek. De onvoorwaardelijke slogan ‘koste wat kost en zo lang als het duurt’ wordt langzaam vervangen door de geclausuleerde formulering ‘zo lang als het gaat’.
Deze politieke wending staat niet los van de militaire toestand aan het oorlogsfront. Toen Oekraïne zich in 2022 opmerkelijk krachtig wist te verweren tegen de vernietigingsoorlog die Rusland in februari had ontketend, groeide de westerse lotsverbondenheid gestaag naar een hoogtepunt. Sinds dit jaar de successen stagneren, komen er barsten in de solidariteit en drogen de wapenleveranties ook langzaam maar zeker op. Volgens commandant der strijdkrachten Valery Zaloezjny kan de Oekraïense krijgsmacht alleen met hyper-innovatieve militaire steun de patstelling in de oorlog doorbreken.
Oekraïne is in een vicieuze cirkel verzeild geraakt. Omdat de wapenhulp achterbleef, kon het zomeroffensief geen doorbraak forceren. Waarna de westerse bondgenoten hun steun wegens gebrek aan succes tegen het licht begonnen te houden en de kansen op een omwenteling nog geringer werden.
Het einde is niet in zicht. De Amerikaanse steun voor Oekraïne kalft namelijk ook af omdat de binnenlandse politieke machtsstrijd in de VS allesoverheersend is geworden. In Europa doemen vergelijkbare barrières op. De entrée van Donald Tusk in Polen is een opsteker voor Oekraïne. Maar daar blijft het bij. Na Hongarije worden ook West-Europese landen behoedzamer. De verkiezingsoverwinning van Geert Wilders, die tegen militaire hulp voor Kyiv is en dat standpunt nog niet in de ‘ijskast’ heeft gezet, is een nieuw teken aan de wand.
Openlijk wordt gespeculeerd over een, hele of halve, Russische overwinning in Oekraïne die de regering in Kyiv zou gaan nopen tot een gang naar de onderhandelingstafel. Wat is er aan de hand en wat te doen?
Tussen defaitisme en triomfalisme
De verwachtingen over Oekraïense successen in de oorlog met Rusland volgden afgelopen 22 maanden een wisselvallig patroon: van onverholen defaitisme via optimistisch triomfalisme naar pessimistische scepsis. Toen Rusland zijn grootschalige invasie op 24 februari begon, leek een snelle militaire ineenstorting van Oekraïne een kwestie van tijd. Het gebeurde niet. De Blitzkrieg die Poetin voor ogen had, stuitte op de hardnekkige weerstand van de Oekraïense krijgsmacht en de vrijwilligersbataljons. Een half jaar later, in de herfst van 2022, wisten de Oekraïners, mede dankzij grootscheepse wapenhulp van de meeste NAVO-landen, terrein te heroveren. Grote gebieden ten oosten van Charkiv en de stad Cherson werden bevrijd op de Russische bezettingsmacht. Maar vervolgens wist een voorjaars- en zomeroffensief n 2023 geen doorbraak te forceren. Weliswaar is Oekraïne er volgens Amerikaanse inlichtingendiensten in geslaagd om ongeveer 90 procent van de aanvankelijke invasiemacht te vernietigen, door een aanwas van nieuwe troepen heeft Rusland de frontlinies kunnen bevriezen.
Deze patstelling, die doet denken aan de Eerste Wereldoorlog, kan volgens de Oekraïense bevelhebber Valery Zaloezjny alleen worden doorbroken als Oekraïne militair-innovatief de overhand krijgt. Maar daarvoor is juist meer hulp uit het Westen nodig, niet minder.
De Amerikaanse steun voor Oekraïne is in de herfst van het tweede oorlogsjaar echter opgedroogd. Sinds augustus 2023 heeft de regering in Washington slechts 2 miljard euro gereserveerd voor Kyiv.
Europa compenseert
De Europese bondgenoten hebben deze teruggang weliswaar deels gecompenseerd. Betaalde Amerika in 2022 twee keer meer dan Europa, de balans is dit jaar in evenwicht gekomen: 44 miljard uit de VS en 43 miljard euro uit de EU. De landen van de Europese Unie nemen zelfs meer van de wapenleveranties voor hun rekening: 47 procent tegen 43 procent uit Amerika en de resteren de 10 procent uit Canada en Engeland. Maar of de EU dit kan volhouden is de vraag. Zowel de Europese krijgsmachten als de militaire industrieën houden op dit moment geen gelijke tred met de Russische oorlogseconomie. Volgens de Duitse minister van Defensie, Boris Pistorius, zal het Europa vijf tot acht jaar kosten om de achterstand op Rusland in te lopen.
Financieel-economisch zou die inhaaloperatie geen onoverkomelijk probleem hoeven te zijn, zo heeft het Estlandse ministerie van Defensie berekend in het medio december 2023 gepubliceerde rapport Setting Transatlantic Defence up for Success: A Military Strategy for Ukraine’s Victory and Russia’s Defeat. De landen uit de zogeheten Ramstein-groep – de Ukraine Defense Contact Group van EU-lidstaten, NAVO-partners plus enkele bondgenoten in Azië en Afrika – hebben tot nu toe nog maar 0,2 procent van hun totale bruto binnenlands product van 47 biljoen euro gebruikt om Oekraïne terzijde te staan. Rusland, met een nationaal inkomen dat slechts 4 procent van dit gezamenlijke Ramstein-bbp bedraagt, geeft dertien keer meer uit aan zijn defensie-uitgaven dan de westerse alliantie.
Politieke wil en financiële offers
Die kloof moet en kan worden gedicht, aldus het Estlandse ministerie van Defensie. De middelen zijn niet het probleem. Besluitvaardigheid en geduld zijn volgens Tallinn belangrijker.
Is die politieke wil er? Volgens de Duitse defensieminister is daar alle reden voor. Niet alleen moet Europa zich autonoom kunnen verdedigen – de Amerikaanse paraplu kan immers wegvallen, bijvoorbeeld als Donald Trump of een andere isolationist volgend jaar tot president wordt gekozen – ook de Russische dreiging dwingt tot actie. ‘De dreigementen van de Russische president tegenover de Baltische landen, Georgië en Moldavië moeten serieus worden genomen. Dat is niet louter sabel rammelen’, aldus Pistorius in een interview met Welt am Sonntag.
De Duitse expert Stefan Meister, afdelingshoofd bij de Deutsche Gesellschaft für Auswärtige Politik, acht een Russische aanval op de Baltische landen onwaarschijnlijk. Meister noemt zulke voorspellingen zelfs ‘hysterie’. Poetin heeft al zijn aandacht nodig voor zijn primaire obsessie Oekraïne en moet er ook voor zorgen dat zijn binnenlandse machtsapparaat niet overbelast raak. Maar voormalige Sovjetrepublieken als Georgië, Moldavië en Kazachstan lopen wel degelijk gevaar als Oekraïne in de oorlog aan het kortste einde trekt. Herovering van bezet gebied zit er volgend jaar niet in, ook omdat de wapenproductie op te lage toeren draait. Een nieuw offensief is pas in 2025 denkbaar. Tot dan kan Oekraïne niet veel meer doen dan Russische aanval afweren, aldus Meister.
Baltische landen op de korrel?
De chef van de Oekraïense buitenlandse inlichtingendienst acht Russische agressie tegen de Baltische landen juist wel mogelijk. Het Kremlin is volgens de inlichtingenman beland in een alles-of-niets-oorlog om het ‘historische Rusland’ terug te winnen. Die oorlog kan wel tien tot vijftien jaar duren, aldus Oleksandr Litvinenko. Poetin hoopt in de tussentijd de eensgezindheid en de wil van de westerse bondgenoten te breken, is zijn analyse. Rusland zal daarbij ook in het verdere buitenland middelen inzetten. Zo zal het pogen om (etnische) conflicten op bijvoorbeeld de Balkan, in het Midden-Oosten en zelfs in Afrika op te poken. Het Kremlin zal zich bovendien voorbereiden op agressie in de Baltische landen en Moldavië, omdat daar belangrijke Russischsprekende minderheden leven. Ook regimechange in Kyiv blijft op Poetins agenda staan, denkt Litvinenko.
Het idee dat de oorlog niet alleen om Oekraïne draait maar andere Europese landen op kortere of langere termijn eveneens bedreigt, wordt ook in Moskou gevoed. Rondom het Kremlin worden landen als Polen, Moldavië, Estland, Letland en Litouwen al langer door echte of vermeende medewerkers op de korrel genomen. Nieuw is dat de president zelf zich laat nu soms eveneens uitlaat over het lot van andere buurlanden dan Oekraïne. Zo zei Vladimir Poetin, nadat hij zich half december had gekandideerd voor een vijfde termijn als staatshoofd, dat Finland zich problemen op de hals haalt door toe te treden tot de NAVO. ‘We hadden de beste en hartelijkste betrekkingen. Er waren geen problemen. Nu wel, omdat we een militair district Leningrad zullen scheppen en daar militaire eenheden zullen concentreren’, aldus Poetin. Hij orakelde tussen de regels door dat Rusland wellicht ook terug zou kunnen komen op zijn territoriale aanspraken richting Finland die de Sovjet-Unie in de loop van de 20ste eeuw had laten varen. De suggestie dat Rusland de NAVO zou willen aanvallen, noemde Poetin ‘complete onzin’. Maar ‘ze zullen rekening met ons moeten houden’, voegde de president er zelfverzekerd, zij het niet bijster concreet, aan toe.
Dubbelzinnigheid als handelsmerk
Dubbelzinnigheid is een handelsmerk van het Kremlin. Wat wordt bevestigd of ontkend, kan omgekeerd uitpakken, zo hebben de Oekraïners in 2022 aan den lijve ervaren. Ook toen wekte Poetin de indruk dat het hem alleen om de inlijving van de Donbas was te doen.
Het geëtaleerde zelfvertrouwen in Moskou, dat mede door de terugtrekkende bewegingen in het Westen wordt gevoed, heeft het Amerikaanse Institute for the Study of War (ISW) ertoe aangezet om een paar scenario’s te schetsen voor de nabije toekomst. De kosten van het afschalen van steun aan Oekraïne zullen ‘veel hoger zijn dan de meeste mensen zich voorstellen’, aldus het ISW in zijn analyse The high price of losing Ukraine. ‘Voor de grootschalige Russische invasie van februari 2022 werden de niet-Baltische NAVO-lidstaten niet geconfronteerd met een serieuze conventionele militaire dreiging vanuit Rusland.’ Als het Westen zijn steun aan Oekraïne staakt, zal dat land zijn verzet tegen de Russische opmars moeten opgeven en zouden Russische troepen kunnen oprukken tot aan de grenzen met Polen, Slowakije, Hongarije en Roemenië, zoals ze zich nu al legeren in satellietstaat Belarus. ‘Ter afschrikking en verdediging zullen de Verenigde Staten dan een substantiële troepenmacht en een groot aantal stealth-vliegtuigen moeten stationeren in Oost-Europa’, schrijven de analisten van ISW. De kosten van deze defensieve maatregelen zullen astronomisch zijn en ook grote risico’s met zich meebrengen, omdat Amerika vermoedelijk niet in staat is om tegelijkertijd ook zijn verdediging tegen China op te voeren. ‘Het Amerikaanse volk wordt gevraagd om een hoop geld te besteden om Oekraïne in de strijd tegen Rusland te helpen. Het is niet onredelijk om je af te vragen wat de financiële kosten zouden kunnen zijn als Oekraïne niét wordt geholpen,’ aldus de conclusie van ISW.
Dilemma voor EU
Niet alleen de VS kampt met het dilemma of nu korten op steun aan Oekraïne op langere termijn niet nog hogere kosten met zich zal meebrengen. Ook de EU moet zich vergelijkbare vragen stellen. Volgens het Estlandse ministerie van Defensie zou Rusland in Oekraïne een halt kunnen worden toegeroepen als de EU-lidstaten samen 0,25 procent van hun bbp (120 miljard euro) zouden willen besteden aan militaire hulp aan Kyiv. De kost gaat voor de baat uit, denken de analisten in Tallinn. Elke andere uitkomst dan een Oekraïense overwinning zal de dreiging vanuit Rusland namelijk in stand houden, aldus de Esten.
Een beslissing daarover wordt echter bemoeilijkt door interne onenigheid en accentverschillen tussen de verschillende EU-lidstaten.
Een extra complicatie is de verkiezingsuitslag in Nederland. De voorhoederol van Nederland is sindsdien niet meer vanzelfsprekend. In de kabinetsformatie komt binnenkort daarom ook de vraag aan de orde of VVD, NSC en BBB bij het scheiden van de markt al dan niet meegaan met potentieel premier Geert Wilders, die alle militaire hulp aan Oekraïne wil staken en het onderwerp tijdens de duur van de kabinetsformatie ook 'controversieel' acht zodat hij voortzetting van de steun aan Kyiv zou kunnen blokkeren.
Zicht op een nieuwe lijn is er nog niet. In het eindverslag van verkenner/informateur Ronald Plasterk wordt met geen woord gerept over dit dilemma. Zelfs de woorden Oekraïne, Rusland en NAVO komen niet in voor in de tekst van de voormalige PvdA-minister die thans werkt aan een (radicaal) rechtse regeringscoalitie. In de informatiefase komt volgens Plasterk alleen het 'internationaal beleid' in algemene zin ter sprake.
Vast staat alleen dat een meerderheid van de Tweede Kamer de huidige brede steun aan Oekraïne nog wel wil voortzetten 'zolang dat nodig is'. De motie waarin deze wens is vervat, werd mede ondertekend door NSC-Kamerlid Caspar Veldkamp. Maar een nieuw kabinet kan deze uitspraak komend jaar naar eigen goeddunken interpreteren. Mocht er een kabinet met de PVV worden gesmeed, dan is de vraag hoeveel vrijheid de coalitiepartners van Wilders krijgen om het huidige Oekraïnebeleid onverkort voort te zetten. Elke stap zal dan hoe dan ook moeten worden bevochten in de Tweede Kamer.