Oksana Zaboezjko: 'Morgen worden we wakker in Europa, dachten we'

Vijf jaar geleden liep in Kiev de volksopstand Euromajdan uit op een bloedbad. President Janoekovitsj vluchtte naar Rusland, Oekraïne koos Petro Porosjenko als nieuwe pro-Europese leider. Op 31 maart zijn er presidentsverkiezingen. Wat is er terechtgekomen van de idealen van de revolutie?  In deel een van een serie spreken Helen Saelman en Aleksey Yudin met schrijfster Oksana Zaboezjko. 'Communicatietechnologie is het meest doeltreffende wapen: je hoeft geen steden te bombarderen, bombardeer de hersens en de mensen zullen zelf de stadspoorten voor je openen'. 

zaboezjkoOksana Zaboezjko. Foto: Helen Saelman

door Helen Saelman en Aleksey Yudin

'Toen de Oekraïense bevolking in 1991 in een referendum voor onafhankelijkheid stemde, was ik begin dertig. We waren opgetogen, mijn vrienden en ik. Eindelijk hebben we het Oekraïne waarvan we altijd gedroomd hebben, waarvan onze voorouders in de 19de eeuw al droomden. We hadden geen idee van wat er allemaal bij kwam kijken. Morgen worden we wakker in Europa, dachten we. Het voelde als een wedergeboorte. Tot dan toe bestonden we niet als natie - nu kregen we een plek op de wereldkaart. Een plek in de geschiedenisboeken, een plek in het bewustzijn van de Europeaan.

'Een persoonlijke wedergeboorte was het ook.  De bevrijding van het deprimerende besef dat ik, een jonge, hoog opgeleide en getalenteerde vrouw, gedoemd was om vastgeketend te blijven aan mijn geboortegrond en daarbuiten door niemand gezien of gehoord zou worden. Het gevoel levend begraven te zijn. En inderdaad, in de jaren volgend op de onafhankelijkheid heb ik jaren in Amerika vertoefd, ik doceerde er Oekraïnistiek aan verschillende universiteiten en werkte aan mijn roman Veldonderzoek naar Oekraïense seks. Die roman was een poging om bij mezelf de innerlijke resten van de Muur op te ruimen. Want op het vlak van informatie waren wij Oekraïners te vergelijken met de Noord-Koreanen. We moesten ons van een zware ballast ontdoen en tegelijkertijd leren ons open te stellen voor het Westen.

'De jaren ’90 waren een prachtige, maar ook dramatische periode. Van de economische hervormingen heb ik persoonlijk geen last gehad, maar velen van mijn landgenoten voerden een bittere strijd om het dagelijks bestaan. We hadden nooit iets anders gekend dan sovjet-roebels - waardeloos nepgeld - en nu ontdekten we, vaak tot onze schade en schande, wat echt geld is, hoe het werkt.

'Op het vlak van informatie waren wij Oekraïners te vergelijken met de Noord-Koreanen.'

'Maar hier speelde het feit dat Oekraïne nooit een eigen staat heeft gehad, in ons voordeel. Voor ons is de staat altijd een vreemd lichaam geweest. Het beste wat je ervan te verwachten had was dat hij je met rust liet en je niets afpakte. Oekraïners wilden, anders dan de Wit-Russen die zo snel mogelijk terug wilden naar de zekerheid van de kolchoz, niet afwachten tot de problemen van hogerhand werden opgelost. Ze namen het heft in eigen handen, legden moestuinen aan om te overleven en ontplooiden een koortsachtige activiteit. De eerste Oekraïense kleinhandel ontstond: vrouwen die met enorme zakken markten afstruinden van Polen tot Turkije, om hun kinderen te voeden.

Waarom revoluties in Oekraïne wél slagen

'In het decennium na de onafhankelijkheid is er veel tot stand gebracht, in de economie en de cultuur, en op het snijvlak van beide. Maar eind jaren ’90, begin jaren 2000 kregen in Rusland onder Poetin de veiligheidsdiensten het weer voor het zeggen. Herstel van het imperium kwam opnieuw boven aan de agenda, zij het nu als een Slavisch imperium dat moest bestaan uit Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne. Met de Oranjerevolutie van 2004 hebben wij voorkomen dat een marionet van het Kremlin via oneerlijke verkiezingen president werd. En nog eens tien jaar later was er weer een revolutie nodig om het gevaar af te wenden. Voor zolang het duurde.

'Dat revoluties bij ons wel slagen en bij de Russen niet, heeft te maken met een mentaliteitsverschil tussen Oekraïners en Russen dat altijd heeft bestaan. Russen hebben een bijna religieuze eerbied voor de macht. Het Russische volk eist van zijn machthebbers geen transparantie of verantwoording, het accepteert  dat alles wat ‘daarboven’ gebeurt gehuld is in een waas van geheimzinnigheid. Wij Oekraïners denken horizontaal. We hebben geen gevoel voor hiёrarchie. Als de machthebbers te ver gaan, worden ze teruggefloten door het volk.

'We hebben aan de rand van de afgrond gestaan. En het gevaar is nog niet geweken. De oorlog in het oosten van het land gaat door. De teller staat op twaalfduizend doden en twee miljoen vluchtelingen. De oorlog in Oost-Oekraïne is jarenlang voorbereid via communicatietechnologie. Iedereen weet dat Rusland een verbeten informatieoorlog voert die grenzen noch wetten kent. In plaats van te investeren in een gezonde samenleving heeft het zijn gigantische inkomsten uit olie en gas systematisch gebruikt voor het financieren van propaganda in eigen land en desinformatie in het buitenland. Oekraïense media worden sterk beïnvloed vanuit Rusland. Oekraïners zijn niet zo verslingerd aan televisie als de Russen, en het aanbod bij ons is nog altijd een stuk veelzijdiger. Maar zoals overal zijn de mensen ook hier steeds meer verslaafd geraakt aan smartphones en tablets. Communicatietechnologie is het meest doeltreffende wapen: je hoeft geen steden te bombarderen, bombardeer de hersens en de mensen zullen zelf de stadspoorten voor je openen.

euromaidan 2013 mstyslav chernov 14De Euromaidan Revolutie van 2013-2014. Foto: Mstyslav Chernov

Correspondent in de informatieoorlog

'De huidige Russische agressie is een gevolg van jarenlange manipulatie van de publieke opinie. Met als teneur dat Oekraïne nu eenmaal een verdeeld land is. Een deel is pro-westers, een ander deel pro-Russisch, een deel is katholiek, een ander orthodox, een deel spreekt Oekraïens, een ander Russisch. Zo’n land móet wel uiteenvallen, is de onderliggende gedachte. Zo zijn de Russen erin geslaagd de oorlog in Oekraïne, die in feite hún oorlog is, voor te stellen als een onvermijdelijke burgeroorlog. En zo proberen ze nu de geesten te kneden tot een aanvaarding van de status quo: Oekraïne moet zich neerleggen bij de situatie en vrede sluiten met Rusland. Terwijl het voor ieder weldenkend mens volstrekt duidelijk is dat Rusland zich van Oekraïens grondgebied moet terugtrekken en veroordeeld moet worden tot herstelbetalingen!

'Al jaren kom ik niet toe aan het schrijven van romans. Ik werk bij wijze van spreken als oorlogscorrespondent. Het is mijn plicht om in eindeloze interviews en lezingen uit te leggen aan Oekraïners hoe de informatieoorlog in zijn werk gaat. De tijd gaat zo snel, er gebeurt zoveel, de gemiddelde burger kan het allemaal niet bijhouden. Een schrijver daarentegen kijkt naar de werkelijkheid als naar een romanintrige, hij ziet in de concrete gebeurtenissen de krachtlijnen van de geschiedenis. Waar de gemiddelde burger loopt te mopperen op de regering om alles wat er misgaat – en hij heeft gelijk: er gáát van alles mis - blijf ik hameren op de noodzaak juist in deze tijd, waarin Oekraïne onder vuur ligt, onze staat en zijn instellingen te bewaren. Temeer daar het, als je de grote verhaallijn volgt, duidelijk is dat het niet enkel om Oekraïne draait, ook al speelt Oekraïne om historische en geopolitieke redenen een speciale rol.

'Ook de aanstaande verkiezingen zijn een front waarop de informatieoorlog wordt uitgevochten, iets waarvan die gemiddelde Oekraïner zich niet bewust is. Zo wordt in de media steeds maar gehamerd op de gestaag dalende levensstandaard, maar in werkelijkheid valt dat erg mee. Het enige wat echt gevoelig duurder is geworden, zijn gas en elektriciteit, maar daarvoor bestaat een heel subsidiestelsel. De ene regio is natuurlijk minder welvarend dan de andere, maar er zijn periodes geweest waarin de bevolking het veel slechter had. Nee, die voortdurende nadruk op de misère van de gewone man moet leiden tot algehele irritatie en ontevredenheid bij het volk, wat uiteindelijk – volgens de schrijvers van het scenario - de juiste voedingsbodem is voor een nieuw totalitarisme.

'Ook de aanstaande verkiezingen zijn een front waarop de informatieoorlog wordt uitgevochten.'

'Het beeld van Oekraïne naar buiten toe wordt net zo goed door informatiestrategen gemanipuleerd. Kijk maar naar de manier waarop het Oekraïens nationalisme wordt afgeschilderd. Fascistische tendenzen binnen de Oekraïense samenleving voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog mogen niet worden uitgevlakt, maar wat dat betreft leden veel Europese landen aan dezelfde ziekte. Het Oekraïens nationalisme van nu wordt georkestreerd vanuit het Kremlin. De fakkeltochten, de ultranationalistische, obscurantische rituelen, de extremistische protestacties tegen culturele  ‘nieuwlichterij’ en linkse ‘provocatie’ - dat is allemaal flauwekul. Het heeft geen enkele band met het historische Oekraïense nationalisme, het is in geen enkel programma ingebed en het dient geen enkel nationaal belang. Natuurlijk zitten er misleide Oekraïense jongens bij, maar de scenario’s voor al die nationalistische shows worden geschreven in het Kremlin. Zo sturen de informatiestrategen een beeld de wereld in dat in hun kraam te pas komt, terwijl ze ook binnen de Oekraïense samenleving hun doel bereiken: het zaaien van verwarring en irritatie. 

'Hoe moeten de mensen zich  beschermen tegen deze voortdurende schadelijke ‘informatieve straling’? De beste manier is boeken lezen, dikke romans. Alleen dan plaats je je buiten de waan van de dag, je traint je hersens, je ontwikkelt je verbeelding en je wordt gedwongen de grote lijnen in het oog te houden. En verder moet Oekraïne als natie aan zichzelf werken. Oekraïne moet zich ontwikkelen en zich richten op de toekomst. We moeten onszelf laten zien aan de wereld. De wereld weet niets van ons, zelfs voor de meeste Ruslandkundigen is Kiev nooit meer geweest dan de derde stad binnen de Sovjet-Unie. Ons volk is altijd bestudeerd vanuit Russisch perspectief, want geschiedenis wordt nu eenmaal geschreven door de overwinnaar.

'Wie poogde het Oekraïense verleden vanuit onze eigen invalshoek te analyseren, riskeerde te worden opgepakt. Dat is nog niet zo lang geleden – ik heb het over de generatie van mijn ouders. In dat opzicht zijn we een postkoloniale maatschappij. We staan voor de immense maar ongemeen boeiende taak om uit te zoeken wat en hoe we de wereld over onszelf willen vertellen. Maar daarvoor moeten we eerst onszelf leren kennen. Onderzoeken waar onze eigen kankercellen zitten, en waar de metastasen die nog altijd gevoed worden vanuit Rusland. Maar ook: waar onze eigen kracht en verdiensten liggen, die zeventig sovjetjaren lang zijn ondergesneeuwd. Dat is zelfstandigheid: een ontwikkeling tot zelfkennis.'