Poetin heeft teveel Samuel Huntington gelezen en daarom is project Novorossia mislukt, betoogt historicus Jaroslav Hrytsak uit Lviv. Dat Oekraïne een levensvatbare eenheidsstaat is staat voor hem buiten kijf. Nu de politieke crisis is bezworen moet de 'laatste mijl' worden afgelegd. Het openbreken van de gesloten Oekraïense politieke klasse is de grote uitdaging voor de jonge hervormers in het land.
door Jaroslav Hrytsak
Vrijwel altijd wanneer ik journalisten van buiten Oekraïne ontmoet, gaat het gesprek direct over de situatie rondom de Russische taal en over conflicten rondom het historisch geheugen. Men gaat er voetstoots van uit dat het onmogelijk is de Oekraïense situatie te begrijpen zonder kennis van de taalkundige, religieuze, historische en andere breuklijnen. In zijn boek Clash of Civilizations wijdde Samuel Huntington een heel hoofdstuk aan Oekraïne als klassiek voorbeeld van een gespleten land. Toen Euromajdan in december 2013 begon, publiceerde de Washington Post een artikel met een kaart van Oekraïne die volgens de correspondent ‘alles zou verklaren’.
Deze kaart moet de verdeeldheid van Oekraïne bewijzen
Dus elke keer als ik wat schrijf of vertel over Oekraïne ben ik de helft van mijn tijd bezig te corrigeren wat Huntington beweerde. Ik kan me die tijd besparen door te verwijzen naar een andere kaart die hieronder staat afgedrukt. Hierop zijn cirkels van zeer donker- tot lichtrood te zien, die weergeven hoe groot in Oekraïne de steun voor Euromajdan was op sociale netwerken (Facebook en het Russische VKontakte).
Die steun beslaat heel Oekraïne, met uitzondering van de door separatisten bezette Donbas en de Krim (de blauwe cirkels). Internet wordt ook in Oekraïne voornamelijk gebruikt door jongere en hogeropgeleide mensen en de middenklasse. We kunnen dus veilig aannemen dat juist deze groepen de belangrijkste steun vormden voor Euromajdan.
De rode stippen (van bijna zwart tot heel licht-rood) laten de steun voor Euromajdan op sociale media zien. De blauwe zijn de tegenstanders.
Zoals deze kaart laat zien is de nieuwe politieke geografie in Oekraïne, de zogenaamde ‘Huntington-lijn’, sterk verschoven naar het oosten en komt nu grotendeels overeen met de frontlinie van de oorlog in de Donbas. Uit de kaart blijkt ook dat de steun voor militaire acties tegen de separatisten in de Donbas in het najaar van 2014 niet het grootst was in West-Oekraïne (43,9%) of in het Kiev van Majdan (27,6%), maar juist in de Russisch-sprekende provincies Dnepropetrovsk en Zaporizje (63,6%), die grenzen aan de Donbas.
Wrevel tussen Dnepropetrovsk en Donetsk
Deze politieke geografie is overigens niet zo nieuw. Al in studies vanaf het jaar 2000 bleek dat het Russisch-sprekende oosten van Oekraïne niet uniform was. De economische concurrentie tussen industriesteden Dnepropetrovsk (inmiddels omgedoopt tot Dnipro) en Donetsk was ook toen al groot. Naast de taalkundige en culturele verschillen in Oekraïne was er ook toen al een duidelijke verschuiving zichtbaar naar waarden als vrijheid van meningsuiting. Die verschuiving houdt verband met de opkomst van een nieuwe generatie, geboren na de val van het communisme, en van een omvangrijke middenklasse die werkzaam is in de postindustriële diensteneconomie. In Dnepropetrovsk is die middenklasse sterker ontwikkeld er dan in Donetsk. Volgens theoretici van de postcommunistische transformatie heeft een autoritair regime na een dergelijke verschuiving geen kans om te overleven.
Het is deze ontwikkeling in de richting van meer persoonlijke vrijheid die de twee Majdans in Oekraïne hebben veroorzaakt. Gelukkig hebben Poetin en zijn experts deze veranderingen niet opgemerkt. Gefocust als zij waren op de pro-Russische Donbas gedroegen ze zich alsof zij te veel Huntington hadden gelezen.
Onmiddellijk na de Russische agressie tegen Georgië in 2008 [waar na de Rozenrevolutie een oorlog met Rusland ontbrandde over de provincies Abchazië en Zuid-Ossetië, die resulteerde in een feitelijke bezetting van Georgisch grondgebied - red.] werd in het Kremlin een militaire operatie opgezet tegen Oekraïne voor het geval ook dat land koers zou zetten naar het Westen, of dat nu in de richting van de NAVO of de EU zou zijn. Euromajdan was het sein tot de aanval.
Project Novorossia
De komst van de Russische troepen naar de Donbas in de zomer van 2014 was bedoeld om een politieke breuk in Oekraïne te provoceren langs de lijn Charkov-Odessa. Het oostelijke, Russisch-sprekende deel zou samen met het industriële hart rond Dnepropetrovsk en de kustlijn van de Zwarte Zee een aparte staat vormen, Novorossia, die loyaal aan het Kremlin moest zijn.
Maar de ‘Russische Lente’ van 2014 werd een grote mislukking: Novorossia kwam niet van de grond. Het omvatte niet meer dan de Krim en slechts een derde deel van de Donbas. Oekraïne is tot op heden Poetins grootste nederlaag. Het toont eens te meer aan dat de ‘Huntington-theorie’ niet klopt en dat Oekraïne toch een relatief stabiele politieke gemeenschap is. Uit opinieonderzoeken blijkt dat de steun voor nationale onafhankelijkheid groeit zodra Oekraieners een dreiging van buitenaf voelen - en met de Russische annexatie van de Krim bereikte deze steun een hoogtepunt, zoals blijkt uit onderstaande grafiek.
(Bron: Kiev Internationaal Instituut voor Sociologie)
Modernisering van de natie
De belangrijkste uitdaging voor Oekraïne is dan ook niet de uitbouw of voltooiing van natievorming, zoals veel politici, experts en journalisten denken. De belangrijkste uitdaging is de modernisering van die natie: het doorvoeren van radicale politieke en economische hervormingen die de belemmeringen moet verwijderen die tot nu toe het ontwikkelingstraject van Oekraïne gebroken hebben.
Dit zijn de hervormingen die Euromajdan eiste, en de overwinning gaf het land een kans. Maar Poetin heeft geprobeerd deze kans te fnuiken en Oekraïne kreeg een oorlog opgedrongen, waarvoor de Oekraïners al een geweldige prijs betalen: ongeveer tienduizend doden, anderhalf miljoen vluchtelingen en een verlies van $5 miljoen per dag.
De vraag is: is het mogelijk om hervormingen door te voeren in tijden van oorlog? Er waren twee verschillende benaderingen. Premier Arseni Jatsenjoek koos voor een korte-termijnstrategie van overleven. President Petro Porosjenko richtte zich op een duurzame ontwikkeling naar ‘Oekraïne 2020’. Het conflict tussen Porosjenko en Jatsenjoek, dat de regering lamlegde, was dus meer dan een machtsstrijd of persoonlijk ressentiment. Het was een verschil van opvatting over de strategische keuze.
Vanuit dit perspectief bezien is het niet verwonderlijk dat jonge radicale hervormers als minister van Financiën Pavel Sjeremet of minister van Economische Ontwikkeling Aivaras Abromavicius het kabinet-Jatsenjoek één voor één verlieten. Verrassender was dat Porosjenko wel A zei (hij koos voor duurzame economische ontwikkeling), maar niet B (hij zag af van de daarbijbehorende transparantie). Maar volgens alle moderniseringstheorieën is transparantie de belangrijkste voorwaarde voor duurzame economische ontwikkeling. Porosjenko's personeelsbeleid was ’gesloten’: hij neemt mensen aan die loyaal aan hem zijn en dicht bij hem staan en staat geen mededinging toe. In dat opzicht wijkt hij niet af van vorige Oekraïense presidenten.
Geslotenheid is sowieso een centraal kenmerk van de hele Oekraïense politieke klasse. Dat laat de samenstelling van het nieuwe Oekraïense parlement goed zien: slechts één partij, ‘Samopomitsj’ (Zelfredzaamheid) van Andriy Sadovy, de burgemeester van Lviv, heeft zijn kandidatenlijst vantevoren gepubliceerd en ‘primaries’ georganiseerd.
Dit verklaart waarom de strategie van de radicale hervormingen goeddeels is mislukt. Je kunt niet zeggen dat er helemaal geen hervormingen hebben plaatsgevonden, maar ze worden te laat en te langzaam uitgevoerd.
Het goede nieuws
Het goede nieuws is dat in Oekraïne na Euromajdan een levendig maatschappelijk middenveld is ontstaan, dat veel effectiever werkt dan de staat. Een voorbeeld spreekt boekdelen: uit recent gepubliceerde informatie van de Nationale Veiligheidsraad blijkt dat de autoriteiten in Kiev tijdens de Russische agressie op de Krim op de loyaliteit van niet meer dan 5.000 soldaten konden rekenen. Vrijwilligers van Euromajdan namen, met vrijwilligers uit heel Oekraïne, een zware taak op hun schouders: de inrichting en bevoorrading van een strijdbaar leger dat het land moest verdedigen tegen de ‘Russische lente’. Met andere woorden: het maatschappelijk middenveld vervulde een functie, die de staat onder normale omstandigheden op zich zou hebben genomen.
Een van de vele herdenkingsplekken voor de slachtoffers van Euromajdan in de buurt van het Majdanplein in Kiev (foto Laura Starink)
Het is dan ook niet verbazend dat de vrijwilligersbeweging nu het grootste vertrouwen geniet onder de bevolking. Liefst 20-25% van de bevolking deed actief als vrijwilliger mee, ondersteunde niet alleen het Oekraïense leger, maar ook gewonden, gepensioneerden, gehandicapten en de armste en kwetsbaarste mensen. Belangrijk is het sociale gezicht van de beweging. Het actiefst zijn de middenklasse, mensen met een hogere opleiding en de jeugd van 18 tot 35 jaar. Dat zijn precies de drie groepen die de veranderingsgezindheid van de Oekraïense samenleving vertegenwoordigen.
Het probleem met deze beweging is dat de horizontale sociale energie niet vertaald wordt in verticale politieke macht. Na Euromajdan zijn zijn ‘horizontale’ leiders er niet in geslaagd hun eigen politieke project te creëren. Dus sloten zij zich noodgedwongen aan bij de ‘nieuwe oude partijen’, met in de hoofdrollen Porosjenko en Jatsenjoek.
Politieke crisis
Door het stagneren van de hervormingen ontstond er begin dit jaar een politieke crisis, die de vrijwilligers een nieuwe kans bood. Ze proberen een politieke beweging tegen corruptie te vormen, de ‘Beweging voor reiniging’, met als onofficiële, maar erkende leider Micheil Saakasjvili, gouverneur van de regio Odessa. Saakasjvili was een scherp criticus van het kabinet-Jatsenjoek. Bij de jaarwisseling van 2016 kondigde de ‘Beweging voor reiniging’ het begin van een massale campagne aan, die alle regionale centra van Oekraïne moest dekken. Hervormingsgezinde parlementariërs hebben inmiddels een eigen partij opgericht. Als er parlementsverkiezingen zouden worden uitgeschreven dan maakt deze nieuwe politieke beweging goede kansen.
Na maandenlang touwtrekken maakte premier Jatsenjoek dit voorjaar plaats voor Porosjenko's kandidaat Grojsman, die een nieuwe regering heeft gevormd. Ook de gehate procureur-generaal Viktor Sjokin, boegbeeld van corruptie in het Openbaar Ministerie, werd uiteindelijk vervangen door een Porosjenko-man, Joeri Loetsenko. De rust keerde weer. Het is te hopen dat de hervormingen weer ter hand worden genomen.
Een onverwachte bondgenoot in deze toenemende crisissituatie zijn noodgedwongen de Oekraïense oligarchen geworden. Na twee jaar van oorlog en crisis is hun fortuin sterk geslonken. Staalkoning Rinat Achmetov, de rijkste man van Oekraïne en nauw verbonden met oud-president Janoekovitsj, heeft ongeveer $10,8 miljard verloren. Zijn bezittingen worden nu nog geraamd op $2,3 miljard.
Volgens Sergej Taroeta, een Donbas-oligarch die wel direct de kant koos van Kiev, bezitten de Oekraïense oligarchen nog maar ongeveer 10% van de nominale waarde van hun bedrijven. Volgens hem zijn de oligarchen gegijzeld door de politieke en economische crisis en hebben zij geen andere keuze dan mee te helpen een nieuw land te creëren.
De laatste mijl
Oekraïne bevindt zich met een term uit de wereld van de telecommunicatiespecialisten in de fase van het ‘probleem van de laatste mijl’, dat deel dat het moeilijkste te overwinnen is. In de 25 jaar van zijn onafhankelijkheid is Oekraïne er ondanks alles in geslaagd om de noodzakelijke bouwstenen te creëren om over te stappen naar een duurzame ontwikkeling. Het is een betrekkelijk stabiele politieke natie met een redelijk functionerende democratie en een levendig maatschappelijk middenveld. Wat ontbreekt is het laatste maar cruciale element - een politieke klasse, die de politieke wil heeft om op de ‘restart’-knop te drukken.
Niet taalkundige of culturele problemen, ja zelfs niet de bedreiging door een externe vijand, maar dit is de grootste uitdaging voor Oekraïne. Of het land ‘de laatste mijl’ zal overwinnen kan niemand nu voorspellen. Geschiedenis verloopt niet volgens een automatische reactie. Maar het is belangrijk om niet teleurgesteld te raken in Oekraïne en niet van het rechte pad af te wijken.