Dat Oekraïne steeds nieuwe rekruten nodig heeft lijdt geen twijfel. Maandenlang heeft het parlement gediscussieerd over een nieuwe mobilisatiewet. Met de onlangs aangenomen wet zal niemand blij zijn. Sommigen vinden hem te mild, anderen te hard. De maatregelen zijn vooral bedoeld om de registratie van dienstplichtigen op orde te brengen, legt de Oekraïense journalist Denis Troebetskoj uit. Het is afwachten of de wet effect zal hebben.
Recruteringskantoor van het Oekraïense leger. Foto Ministerie van Defensie Oekraine
door Denis Troebetskoj
Toen Rusland op 24 februari 2022 zijn grote aanval op Oekraïne lanceerde, kon Oekraïne rekenen op middelen waarvan het belang nauwelijks kan worden overschat: honderdduizenden reservisten die vanaf 2014 belangrijke ervaring opdeden in de Donbas-oorlog. Dat was de zogenaamde operationele reserve.
In de eerste dagen van de Russische invasie gingen beelden de hele wereld over van enorme wachtrijen bij dienstplichtkantoren in Oekraïense steden. Sterker nog, er stonden ook mensen in de rij die helemaal geen militaire ervaring hadden en die vrijwillig kwamen. Maar zij werden of helemaal niet ingezet of ze werden actief in de zogenaamde territoriale verdedigingseenheden en naar huis gestuurd nadat de Russen zich hadden teruggetrokken uit de regio’s Kyiv, Tsjernihiv en Soemy.
De kern van de wachtrijen bestond echter uit de operationele reserve. Hoewel het niet helemaal fout zou zijn om de dienstplichtige reservisten als vrijwilligers te omschrijven, omdat velen in de chaos van het begin van de oorlog niet formeel een oproep hadden gekregen, zouden zij als het oorlog werd hoe dan ook als eersten zijn opgeroepen. De kwaliteit en ervaring van deze militairen zorgden ervoor dat de Russische strijdkrachten niet eens in de buurt kwamen van het verwezenlijken van hun doelen. Daarom was de mobilisatie van andere delen van de bevolking lange tijd geen acuut en actueel onderwerp, hoewel de algemene mobilisatie op 24 februari wettelijk van kracht werd en sindsdien elke 90 dagen door het parlement wordt verlengd.
De beste militairen sneuvelden het eerst
De cynische realiteit van de oorlog houdt echter ook in dat juist in de eerste fase van de oorlog, nog vóór de grootschalige westerse wapenleveranties aan Kyiv, de beste Oekraïense soldaten de ontoereikende technische uitrusting met hun leven moesten bekopen. Bovendien waren er half maart 2022 en daarna ook tijdens de zware gevechten om de steden Lisitsjansk en Severodonetsk periodes, waarin het munitietekort van het Oekraïense leger nog kritieker was dan nu rond de aanhoudende crisis in het Amerikaanse Congres.
Tevens leidde het Oekraïense offensief in de zomer en herfst van 2023, ondanks de westerse wapenleveranties, vrijwel vanzelfsprekend tot bovengemiddelde verliezen, omdat een leger in de aanval altijd meer mensen verliest dan in de verdediging.
Over de hoogte van de verliezen van het Oekraïense leger doen verschillende schattingen de ronde. Afgelopen februari zei de Oekraïense president Volodymyr Zelensky dat het aantal gedode soldaten 31.000 bedroeg. Dit aantal is waarschijnlijk niet uit de lucht gegrepen, maar had betrekking op de gesneuvelden die officieel en volledig bevestigd waren. Het is duidelijk dat het er heel anders uit zou zien als alle onbevestigde gevallen, de talloze vermisten en de zwaargewonden die niet meer naar het slagveld konden terugkeren, erbij zouden worden opgeteld.
Maar hoe dan ook moet Oekraïne, waarvan het maximale mobilisatiepotentieel minstens drie keer lager is dan dat van Rusland, zich voorbereiden op een zeer lange verdedigingsoorlog om de grote Russische invasie te kunnen doorstaan. Daartoe moet het ook zijn mobilisatiesysteem reorganiseren, want dat draagt nog steeds sterke kenmerken uit de Sovjet-tijd en is vatbaar voor corruptie.
Oekraïne zal altijd nieuwe soldaten nodig hebben in de oorlog tegen het grootste land ter wereld
Aan de ene kant worden de personeelsproblemen van de Oekraïense strijdkrachten, waarbij alles bij elkaar genomen momenteel ongeveer een miljoen mensen in dienst zijn, enigszins overschat. Het is niet zo dat het Oekraïense leger een acuut tekort aan soldaten heeft. Voor sommige eenheden is de situatie echter inderdaad kritiek – en over het geheel genomen zal Oekraïne altijd nieuwe soldaten nodig hebben in de oorlog tegen het grootste land ter wereld. Dit kan haast niet anders.
Verlaging dienstplichtige leeftijd naar 25 jaar
Donderdag 11 april 2024 keurde het Oekraïense parlement de mobilisatiehervorming in de tweede en laatste lezing goed. Er is maanden aan gewerkt. President Zelensky tekende de wet op 16 april, zodat de wet een maand later, op 16 mei, in werking zal treden. Maar daarvóór ondertekende Zelensky enkele wetten die al eerder door de Verchovna Rada (het parlement) waren goedgekeurd.
Een van die wetten verlaagt de minimumleeftijd voor mobilisatie van 27 naar 25 jaar. Nu kunnen mensen tussen de 25 en 60 jaar worden opgeroepen. Ook wat betreft de geschiktheid voor de dienstplicht zijn er veranderingen. De categorie ‘gedeeltelijke geschikt’, die zich enigszins in het grijze gebied bevond en het risico op corruptie verhoogde, is geschrapt. Nu worden dienstplichtigen eenvoudigweg geclassificeerd als ‘geschikt’ of ‘ongeschikt’. De militairen die momenteel als ‘deels geschikt’ worden beschouwd, moeten binnen negen maanden opnieuw een medische keuring ondergaan.
Met betrekking tot de nieuwe algemene mobilisatiewet is het allereerst belangrijk om te begrijpen dat deze niet een verscherping van de mobilisatie betekent. De mobilisatieplannen zelf zijn niet afhankelijk van de nieuwe wet en worden er niet door geregeld. Op een persconferentie in december sprak Zelensky over een verzoek van de Generale Staf om in 2024 450.000 tot 500.000 mensen te mobiliseren. Daarbij ging niet om een eenmalige mobilisatie, maar om de geschatte behoefte voor dit jaar. Zelensky toonde zich sceptisch en benadrukte dat hij graag precieze argumenten zou horen waarom juist dit aantal nodig is.
Geld voor zoveel soldaten ontbreekt
In feite is de mobilisatie van nog eens 500.000 mensen voor Oekraïne moeilijk te financieren. Oekraïne financiert het leger vrijwel uitsluitend uit belasting- en douane-inkomsten. De buitenlandse financiële hulp mag niet voor dit doel worden gebruikt. Volgens verschillende schattingen zou een dergelijke mobilisatie tussen de 14 en 17 miljard euro extra kosten. Het geld zou uit het niets moeten worden getoverd, terwijl bovendien de gemobiliseerden wegvallen als belastingbetaler.
Oekraïense soldaten in Oost-Oekraïne tijdens bezoek van president Zelensky. Foto rechtenvrij.
Ondertussen hebben Zelensky, premier Denys Sjmyhal en legerchef Oleksandr Syrsky allemaal gezegd dat een dergelijk aantal momenteel niet nodig is. Vanzelfsprekend zijn de mobilisatieplannen onderworpen aan geheimhouding. Parlementariër Serhi Rachmanin, lid van de Defensiecommissie, gaf echter op Radio NV aan dat de cijfers voor 2024 in de buurt liggen van vorig jaar. In principe kan worden aangenomen dat Oekraïne gemiddeld tussen de 15.000 en 20.000 man per maand mobiliseert. Volgens Roman Kostenko, een ander parlementslid, net als Rachmanin van de oppositiefractie Holos en secretaris van Defensiecommissie, is de effectiviteit van de mobilisatie de afgelopen maanden ook zonder een nieuwe wet toegenomen.
Mobilisatie van een half miljoen rekruten kan Oekraïne niet financieren
Kennelijk heeft dit vooral te maken met het feit dat de nieuwe leiding van de lokale dienstplichtkantoren– waarvan de hoofden medio 2023 allemaal door Zelensky werden vervangen vanwege een aantal corruptiezaken – ingewerkt raakte. Tenslotte is de mobilisatiebehoefte van het Oekraïense leger heel dynamisch en kan vrijwel van de ene op de andere dag veranderen, afhankelijk van wat Rusland met zijn mobilisatie doet.
Verbetering van militaire registratie
In werkelijkheid is de nieuwe mobilisatiewet in de eerste plaats een militaire registratiewet. Ondanks langdurige pogingen om een elektronisch dienstplichtregister te creëren dat ook gegevens uit vrijwel alle andere staatsregisters zou bevatten, blijft het een systematisch probleem van de Oekraïense mobilisatie dat veel mannen onzichtbaar blijven voor de dienstplichtbureaus. Vóór de Russische aanval waren ze niet verplicht een verandering van woonplaats door te geven, waardoor de dienstplichtbureaus vaak niet eens wisten waar de persoon verbleef als hij verhuisde. Door de miljoenen binnenlandse ontheemden na 24 februari 2022 werd het probleem nog groter.
Dienstplichtigen moeten zich nu binnen 60 dagen nadat de wet van kracht wordt, registreren of hun gegevens bijwerken. Dat kan ter plaatse bij een dienstplichtkantoor, maar er zijn nog twee andere mogelijkheden, omdat mannen bang kunnen zijn om tijdens zo'n bezoek bliksemsnel te worden opgeroepen. Daarom is er de mogelijkheid om zich aan te melden op het gemeentehuis of via internet. Dit zou de overheid een veel beter overzicht moeten geven van het echte en niet het virtuele mobilisatiepotentieel. Hoe effectief dit alles in de praktijk zal werken, zal waarschijnlijk pas te beoordelen zijn nadat deze 60 dagen voorbij zijn.
De wet zal in de praktijk niets extra's kunnen doen tegen de vlucht van dienstplichtige mannen uit Oekraïne. Dat was al verboden en blijft verboden. Mannen die illegaal Oekraïne verlaten, doen dit door ambtenaren om te kopen - wat gemiddeld een prijs heeft van 10.000 euro - of over smokkelpaadjes en met behulp van smokkelaars de grens te passeren. Het is duur en riskant en is geen massaal verschijnsel.
Milde straffen
Uiteindelijk gaat het erom welk effect de voorgeschreven straffen voor niet of foutief registreren zullen hebben. Er is intensief gezocht naar maatregelen in overeenstemming met het gezond verstand. Daarom bleef het bij boetes van gemiddeld 500 euro, wat voor Oekraïners geen klein bedrag is, en de mogelijkheid voor de dienstplichtkantoren om de rechtbank te vragen iemand een rijverbod op te leggen. Maar de blokkering van bankrekeningen, die in de allereerste versie van de wet stond, is om kennelijk pragmatische redenen geschrapt. Voor velen is het ronduit gemakkelijker om afstand te doen van een bankrekening dan naar het dienstplichtkantoor te gaan. Alleen al de discussie hierover heeft in januari tot hogere geldopnames geleid, wat allesbehalve gunstig is voor Oekraïne gezien de huidige economische situatie.
Demobilisatie van soldaten is niet realistisch zolang de oorlog voortduurt
Maar de kern is hetzelfde gebleven. De praktijk zal uitwijzen of deze dwangmiddelen voldoende zullen zijn. Het staat vast dat het een wet is waar haast niemand blij mee zal zijn: sommigen vinden hem te mild, anderen te hard. Oekraïne had deze wet echter nodig en je kunt alleen maar hopen dat in combinatie met de verbetering van het werk van de dienstplichtkantoren sommige dingen op systeemniveau ten goede zullen veranderen.
Discussie zal daarnaast het feit oproepen dat bijna op het laatste moment een regel werd geschrapt die demobilisatie na 36 maanden dienst mogelijk zou maken als het hoofdkwartier van de opperbevelhebber daar ook mee instemde op basis van de situatie aan het front. Op verzoek van de Generale Staf moet er een aparte wet worden ontwikkeld, uiterlijk over acht maanden. Onder de gegeven omstandigheden van de totale verdedigingsoorlog tegen Rusland is demobilisatie echter realistisch gezien moeilijk voorstelbaar. En of dit ooit zal gebeuren vóór het einde van de oorlog is om objectieve redenen meer dan twijfelachtig.
Denis Troebetskoj, geboren in Sebastopol op de Krim, is journalist. Hij bericht vanuit Kyiv voor Duitse media. Dit artikel schreef hij speciaal voor ons.