De teloorgang van mijnbouw in de Donbas

Na tien jaar Russische bezetting is er bijna niets meer over van de rijke kolenindustrie in de Donbas, schrijft Oekraïense journalist Maksym Boettsjenko, die twaalf jaar in een mijn in de regio Loehansk werkte voordat hij journalist werd. Hij spreekt met een oud-collega, Oleg, die tot 2023 werkte in een kolenmijn in het door Rusland bezette deel van Loehansk.

 De 'Mijn van de Kosmonauten', waar auteur Maksym Boettsjenko jarenlang werkte. Foto: Maksym Boettsjenko.

door Maksym Boettsjenko

Eind vorig jaar ging de 38-jarige Oleg voor het laatst aan het werk in mijn 71 in Rovenki, een stadje in de regio Loehansk. Het bedrijf werd - zoals vele andere in de stad - gesloten, waardoor tientallen mannen werkloos raakten: de resterende arbeiders werden door de sluiting van het bedrijf simpelweg voor een voldongen feit gesteld.

Oleg vertelt dat er in Rovenki begin 2010 nog zeven mijnen waren die antraciet wonnen voor thermische elektriciteitscentrales. De Donbas [zoals de regio’s Donetsk en Loehansk samen vaak worden genoemd, red.] nam 40 procent van de totale winning van dit type steenkool voor zijn rekening, maar tot Oleg's frustratie is er in zijn woonplaats nu nog maar één mijn over, waarvan maar één pijler (de plek waar de steenkool wordt gedolven) in bedrijf is.

Toen de mijn nog in bedrijf was liet Olegs loon al veel te wensen over: per maand verdiende hij omgerekend zo’n 190 dollar. Nu blijft Oleg werkloos achter, zonder sociale uitkering. ‘Ik ben op zoek naar werk. Misschien ga ik wel bij het Russische leger om de kost voor mijn gezin te verdienen, want in de stad zijn geen banen meer. Mogelijk ga ik naar Rusland. Nu verdien ik hier en daar wat geld met kleine klusjes’, zegt Oleg.

Inkomsten voor de Oekraïense economie 

Voordat er in 2014 oorlog uitbrak stonden de Oekraïense regio’s Donetsk en Loehansk bekend om hun enorme kolenindustrie, met veel werkgelegenheid en een groot aandeel in de Oekraïense economie. In 2013 waren de regionale ondernemingen goed voor zo’n 15 procent van ‘s lands BBP, in totaal zo’n 30 miljard dollar per jaar. Er werkten honderdduizenden mensen in de kolenindustrie van de Donbas.

Tot 2014 bedroeg de totale steenkoolproductie in Oekraïne jaarlijks zo’n 84 miljoen ton, waarvan bijna 75 procent afkomstig was uit de Donbas. De regio's Loehansk en Donetsk leverden kolen aan vijftig verschillende landen. De steenkoolreserve van de werkende mijnen bedroeg in 2014 nog 6,1 miljard ton. Als de productie op het niveau van vóór 2014 was gebleven, was de steenkoolvoorraad in de Donbas nog 570 jaar toereikend geweest.

De Oekraïense steenkoolsector ontving substantiële subsidies van de Oekraïense overheid - alleen al in 2013 kende de Oekraïense regering ongeveer 1,6 miljard dollar steun toe aan steenkoolbedrijven. Dit deed de regering om stakingen en maatschappelijke onrust onder mijnwerkers te voorkomen.

Huidige productieniveau

Inmiddels is alles anders. Het niveau van de kolenwinning in de bezette Donbas valt tien keer lager uit dan in 2013, en volgens de officiële cijfers zijn de mijnen totaal niet rendabel.

In 2023 werd er in de ‘Volksrepubliek Donetsk’ slechts drie miljoen ton steenkool gewonnen. Hoeveel er vorig jaar in de ‘Volksrepubliek Loehansk' werd gewonnen is niet gepubliceerd door monopolist Vostokoegol - vermoedelijk om de lage productiecijfers te verdoezelen. In 2022 werd er in de Volksrepubliek Loehansk iets minder dan drie miljoen ton steenkool gewonnen. Vostokoegol gaf voor 2023 een jaaromzet van 4,7 miljard roebel (52 miljoen dollar) op, en een verlies van 2,3 miljard roebel (25 miljoen dollar).

'Ik kan me de tijd herinneren dat het mijnwerkersvak nog in aanzien stond.'

Vostokoegol heeft nu ongeveer 5.000 mensen in dienst. Ter vergelijking: in 2010 had alleen al het mijnbedrijf in het stadje Rovenki - ‘Rovenki-Antraciet’, dat zeven mijnen omvatte - zo’n 25.000 mensen in dienst.

Oud-mijnwerker Oleg spreekt van grote verschillen tussen de kolenindustrie in de Donbas onder Oekraïne en onder Rusland. De mijnbouw geldt nu niet langer als economisch visitekaartje. ‘Ik kan me de tijd herinneren dat het mijnwerkersvak nog in aanzien stond. Je kreeg een vast loon uitbetaald waarvan je wat opzij kon leggen om mettertijd een auto te kopen. Tegenwoordig kunnen mijnwerkers nauwelijks rondkomen - het is zwaar werk voor een miserabel loon,’ zegt Oleg.

Pavel Lisjanski, mensenrechtenactivist en oprichter van de NGO Eastern Human Rights Group, werkte vroeger net als Oleg samen met Maksym Boettsjenko in een mijn in het plaatsje Rovenki. Lisjanski vertelt dat de lonen in de ‘Volksrepublieken’ vier tot vijf keer lager zijn dan de salarissen in het gebied onder Kyivs gezag. Het loonpeil in de Donbas ligt ook aanzienlijk lager dan in Rusland. Zo ontvangt een gewone kompel in bezet gebied ongeveer 20.000 roebel (225 dollar), terwijl een mijnwerker van de ‘onderhoudsploeg’ (installatie, zuivering, veiligheid etc.) ongeveer 30.000 ontvangt (330 dollar). Ter vergelijking: in de regio Kemerovo in Rusland bedraagt het minimumloon van gewone mijnwerkers 40 duizend roebel (450 dollar). Het salaris van onderhoudsspecialisten begint bij 100.000 roebel (1100 dollar).

Daar komt nog bij dat het arbeidsloon regelmatig met vertraging werd uitbetaald. De vereniging Vostokoegol, die alle steenkoolmijnen in de regio Loehansk beheert, betaalde de lonen over maart 2024 pas begin juni uit.

Activist Pavel Lisjansky werkte jarenlang samen met auteur Maksym Boettsjenko samen in een mijn in de plaats Rovenki, in de regio Loehansk. Foto: Maksym Boettsjenko.

Sluiting van mijnen

Aan het begin van de bezetting in 2014 waren er op het grondgebied van de Donbas nog 94 werkende mijnen. Volgens de Russische bezettingsautoriteiten in de zogenaamde Volksrepublieken van Loehansk en Donetsk zijn er nog vijftien mijnen in bedrijf, maar in werkelijkheid zijn er nog maar zo’n tien actief.

Voor de sluiting van mijnen zijn meerdere redenen. Een van die factoren was dat er geen nieuwe steenkoollagen werden ontgonnen. De steenkoolwinning kon alleen doorgaan als er nieuwe mijnboringen zouden plaatsvinden, maar de Russische bezettingsautoriteiten hebben alleen steenkool gewonnen uit ‘geëxploreerde voorraden’, voorraden die al klaar waren voor exploitatie.

Er is ook geen afzetmarkt meer. De kolenindustrie raakte zijn belangrijkste afzetmarkten - Oekraïense elektriciteitscentrales en de metallurgische industrie - na de bezetting kwijt. In de bezette gebieden was geen behoefte aan grote hoeveelheden steenkool omdat veel metallurgische bedrijven niet op volle kracht draaien. Via semi-legale kanalen werd er nog wel steenkool verkocht aan Europese landen.

Semi-legale verkoop aan Europa 

Lange tijd werden kolen uit de bezette Donbas op semi-legale wijze verkocht aan Europa. De Poolse journalist Michal Potocki, die hier onderzoek naar deed, zegt dat er tussen 2017 en 2019 423,3 duizend ton antraciet uit de ‘Volksrepublieken’ naar Polen is geëxporteerd. Ook andere landen ontvingen ‘grijze zendingen’ steenkool: Turkije, Roemenië en België. In totaal werd er in drie jaar tijd meer dan acht miljoen ton steenkool aan Europa geleverd, en Pototcki schat de omvang van deze leveranties op een waarde van minimaal 280 miljoen dollar. Op dit moment zijn sommige van deze ‘grijze verkoopkanalen’ nog altijd actief, met name via Turkije. 

Pavel Lisjanski vertelt dat die semi-legale steenkoolleveranties niet zorgden voor hogere lonen bij de mijnwerkers in beide ‘Volksrepublieken’. ‘De opbrengsten uit de verkoop van Donbas-steenkool zijn gewoon achterover gedrukt, en aangezien de leveranties semi-legaal waren, ging de winst uitsluitend naar tussenhandelaren en 'toezichthouders’ die in opdracht van het Kremlin opereerden, vertelt Lisjanski. 

 

Veel kolenmijnen in de Donbas zijn de afgelopen jaren gesloten omdat de steenkool uit de Donbas qua prijs niet kon concurreren met Russische steenkool. Energiedeskundige Joeri Onisjkov legt uit dat de kostprijs van een ton Oekraïense steenkool kan oplopen tot 30 à 50 dollar. De prijs wordt bepaald door een combinatie van lonen, productiekosten en investeringen. In de Donbas blijven de nodige investeringen juist uit. De installatie van een nieuwe pijler kost tientallen miljoenen dollars, en de diepte van de vindplaatsen in de Donbas is aanzienlijk, tot wel een kilometer diep, wat exploitatie bemoeilijkt.

‘Als je bijvoorbeeld de Koezbass neemt (een Russische regio waar steenkool wordt gewonnen), waar de mijnbouw in open groeven plaatsvindt, daar ligt de kostprijs voor steenkool veel lager - ongeveer 20 dollar. Dat maakt de concurrentiestrijd met Russische steenkool zo lastig’, zegt Onisjkov.

Bloedsteenkool

Sinds 2014 zijn er tientallen grote ongelukken geweest in de mijnen. In april 2019 kwamen er bijvoorbeeld zeventien mensen om het leven bij een methaanexplosie in de mijn ‘Schid-Karbon’ (Oost-Karbon) in de bezette regio Loehansk. Lisjanski vertelt dat het onderhoud aan het ventilatiesysteem in deze mijn ernstig was verwaarloosd, waardoor explosief methaangas zich ophoopte in de mijnschachten waar steenkool werd gezuiverd en ontgonnen.

Aleksej Rjabtsjin, tussen 2019 en 2020 onderminister van Energie van Oekraïne, legt uit dat mijnbouwbedrijven cao’s afsloten met mijnwerkers toen het gebied nog onder Oekraïne viel. Daarin waren arbeidsomstandigheden, veiligheidseisen en sociale verzekeringen vastgelegd. Maar na 2014 kwam de klad erin. Dat gold zowel voor de inspectiedienst die moest toezien op de veiligheidsregels als voor de speciale reddingsbrigades voor de mijnen.

Volgens de Eastern Human Rights Group, een NGO die opkomt voor burgers in de Donbas, zijn er van 2015 tot 2019, toen er in de bezette Donbas nog volop steenkoolwinning plaatsvond, meer dan 2.500 mensen gewond geraakt. 236 mensen kwamen om in de mijnen. Tegenwoordig maken de ‘Volksrepublieken’ de statistieken over verwondingen en sterfgevallen niet meer openbaar.

Gevaar bij sluiting van mijnen

Bij tientallen mijnsluitingen in de bezette Donbas zijn de technische voorschriften overtreden, zegt Aleksej Rjabtsjin. Sluitingen brengen hoge kosten met zich mee, want de mijngangen moeten worden ‘gedoofd’. Dat betekent dat er eerst voorbereidend werk gedaan moet worden, apparatuur en stutwerk naar boven gehesen, de schachten geconserveerd, en vervolgens het ondergrondse water weggepompt. Hiermee wordt onder andere voorkomen dat giftig mijnwater in het grondwater komt.

In de bezette Donbas vinden zulke processen niet plaats. Rjabtsjin haalt cijfers aan uit een Oekraïense regeringsbegroting die verduidelijken hoe zulke bedrijfssluitingen behoren te gaan: voor de sluiting van drie steenkoolbedrijven in Oekraïne werd er in één jaar circa 23 miljoen dollar gereserveerd voor projectdocumentatie en het onderhouden van de waterafvoer. Omdat de Russen sinds 2014 ongeveer 79 mijnen hebben gesloten in de bezette Donbas, hadden ze dus ongeveer 1,8 miljard dollar moeten uittrekken voor dergelijke maatregelen. Dat is simpelweg niet gebeurd.

Daarom is er vergiftigd mijnwater in het grondwater terechtgekomen, zegt Oleg uit Rovenki. Hij vertelt dat mensen die gebruikmaken van put- of leidingwater vaak klagen over allerlei huidallergieën.

Illegale groeves

Dan komt er nog het probleem bij van de clandestiene groeves. Volgens Lysjanski telden de bezette regio's Loehansk en Donetsk meer dan negenhonderd van zulke illegale ‘kopanki’, zoals deze minigroeves worden genoemd. Vaak is het niet meer dan een gat dat diep in de grond is uitgegraven en tot in de kolenlaag reikt. Daarin wordt steenkool gewonnen volgens de oude methode, met de pikhouweel, zonder veiligheidsmaatregelen. Het loon wordt per dag betaald en bedraagt vijftienhonderd roebel (16 dollar). Er komen elk jaar mensen om in zulke groeves.

De illegale groeves zorgen voor geologische breuken en scheuren, die weer een negatieve invloed hebben op de waterbekkens die in de Oekraïense tijd benut werden voor de watervoorziening van stad en platteland. Door het toenemend aantal illegale groeves verdwijnen waterbekkens ondergronds en vermengen ze zich met mijnwater.

Door de vervuiling kwam er begin dit jaar methaan in de rivier Kalmioes terecht, die door het centrum van de stad Donetsk loopt. Het methaan was afkomstig uit het grondwater van mijnschachten in de voorsteden. Lokale bewoners berichtten op sociale media dat ze brandbare gasbellen zagen op de rivier. In Horlivka kleurde de rivier de Zalizna Balka bruin-oranje door afvalwater uit de mijnen. In de plaats Torez ontstond een zinkgat naast de slakkenberg van de gesloten ‘Donetskmijn’, en in Makiivka ontstonden er scheuren in de muren van huizen als gevolg van grondverzakkingen.

Investering uit Rusland

Begin 2024 werd bekend dat de resterende mijnen in de bezette Donbas ‘verpacht’ zullen worden aan Russische privé-investeerders. Het betreft de NV ‘Industriegroep het Vaderland’ (Promysjslennaja Groeppa ‘Rodina') en de BV ‘Handelshuis Don-steenkolen’ (Torgovyj dom ‘Donskië Oegli’). Laatstgenoemd ‘Handelshuis’ zal bijvoorbeeld vijf mijnen van de ‘Volkrepubliek Loehansk’ overnemen. De voorwaarden van de zogenaamde pachtovereenkomst zijn niet bekend, maar waarschijnlijk gaat het om gratis overdracht van de mijnen.

De Russische bezettingsautoriteiten verklaren dat dankzij deze nieuwe geldschieters de toekomstige investeringen in de kolenmijnen zullen oplopen tot zestig miljard roebel (675 miljoen dollar). Dit bedrag lijkt echter, gelet op de financiële indicatoren van bovengenoemde investeerders, weinig geloofwaardig. Zo had ‘NV ‘Industriegroep Vaderland’ volgens het Russische handelsregister over 2023 een jaaromzet van 63 miljoen roebel (700 duizend dollar). En de jaaromzet over 2023 van ‘BV Handelshuis Don-steenkolen’ was extreem gedaald: van 9,7 miljard roebel (100 miljoen dollar) naar 1,2 miljard roebel (13 miljoen dollar). Er moet daarbij worden benadrukt dat het hier gaat over de totale inkomsten van deze investeerders, niet over de winst. Waar deze bedrijven het geld vandaan halen voor enorme investeringen in de kolenmijnen van de Donbas is niet bekend.

De aankondiging van megainvesteringen in de kolenindustrie van de bezette Donbas lijkt dus nogal twijfelachtig. Pavel Lisjansky gelooft dat de investeerders relatief rendabele mijnen in handen zullen krijgen waarin steenkoolwinning nog steeds mogelijk is. ‘Het zal erop neerkomen dat de Russen de komende jaren alle geëxploreerde steenkoolreserves zullen delven en daarna de mijnen sluiten. Langzamerhand is datgene waar de Donbas zo trots op was - de mijnen en het mijnwerkersvak - een deel van de geschiedenis geworden. We zien nu het einde van de kolenindustrie. Voor iemand als ik’, zegt Lisjansky, ‘die zelf nog in de Oekraïense tijd in de mijnen heeft gewerkt en meemaakte hoe efficiënt zo’n kolenbedrijf kon werken, is zo’n einde ontluisterend.’