Ongemak in Oekraïne en Belarus over gevangenenruil

De grootschalige gevangenenruil heeft geleid tot vreugde over de vrijlating van (politieke) gevangenen, die werden gegijzeld door de regimes in Moskou en Minsk. Maar in Oekraïne en Belarus heeft de ‘swap’ ook negatieve reacties opgeroepen. Dat drie Russische oppositionele politici zich op hun eerste persconferentie niet solidair verklaarden met Oekraïne en de vaak gefolterde krijgsgevangenen maar tegelijkertijd wel kritiek uitten op de westerse sancties, mondde zelfs uit in een bitter pubiek conflict met Oekraïners. Hubert Smeets peilt de stemming.

 De eerste persconferentie van Vladimir Kara-Moerza, Andrej Pivovarov en Ilja Jasjin in Bonn. Kara-Moerza laat zijn Russische binnenlandse paspoort zien, om aan te tonen dat hij geen geldig reisdocument heeft ontvangen. Foto: Ina Fassbender / ANP / AFP

door Hubert Smeets

De multilaterale gevangenenruil tussen Rusland, Amerika, Duitsland en vier andere landen heeft niet alleen geleid tot vreugde over de bevrijding van de gevangenen die in Rusland en Belarus gegijzeld werden gehouden en twijfel over de vraag of het Kremlin met zijn afpersingspolitiek uiteindelijk niet aan het langste eind trekt. In Oekraïne en Belarus heeft de ‘swap’ van donderdag 1 augustus tussen enerzijds acht beroepscriminelen of spionnen en anderzijds zestien burgeractivisten, journalisten en buitenlandse toeristen ook ronduit negatieve reacties opgeroepen. Zowel in Oekraïense als Belarussische kring klonken vooral teleurstelling en bitterheid dat de westerse mogendheden zich niet ten volle hebben ingezet voor de vrijlating van Oekraïense krijgsgevangenen in Rusland en politieke gedetineerden in Belarus.

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky reageerde niet zelf op de gevangenenruil. Maar via presidentieel adviseur Mychailo Podoljak liet de regering in Kyiv weten dat het haar verontrust dat de Verenigde Staten en de Bondsrepubliek zich in de geheime besprekingen kennelijk weinig gelegen hebben laten liggen aan de belangen van Oekraïne en dat dit feit wel eens een voorbode kan zijn voor de wijze waarop de westerse bondgenoten straks op eigen houtje de wapenstilstandsonderhandelingen willen gaan voeren. ‘Zonder Oekraïne kan men niets met Rusland overeenkomen. De prijs van de oorlog is daarvoor té hoog. Een verkeerd einde aan deze oorlog zal niet alleen in Oekraïne tot een tragedie leiden’, zei Podoljak tegen de Washington Post. Burgemeester Vitaly Klitsjko van Kyiv sprak van een ‘precedent’ dat geen ‘trend mag worden’. Elke overeenkomst zal een ‘gezamenlijke positie met Oekraïne moeten zijn’, aldus Klitsjko.

 

Ontslag hoge FSB’er trekt onderhandelingen vlot

Aan de gevangenenruil gingen maanden onderhandelingen vooraf. Ook minister Caspar Veldkamp van Buitenlandse Zaken was daar in de slotfase bij betrokken. De besprekingen tussen de geheime en diplomatieke diensten van Rusland, Amerika, Duitsland, Belarus en de andere direct betrokken staten begonnen toen de Russische corruptiebestrijder Aleksej Navalny nog leefde.
Volgens een reconstructie van het journalistieke onderzoekcollectief The Insider was de Duitse regering toen echter niet bereid om beroepsmoordenaar Vadim Krasikov op vrije voeten te stellen. Nadat Navalny in februari in een strafkamp was gecrepeerd (of vermoord), raakten de onderhandelingen in het slop. Pas met het ontslag van de hoge FSB-functionaris Sergej Beseda, die in 2014 mee had gewerkt aan het (vergeefs) neerslaan van de Majdan in Kyiv, werden de besprekingen in juni 2024 weer vlot getrokken. De regering in Berlijn ging vervolgens wel akkoord met de swap, zij het schoorvoetend en tegen de zin van minister Annalena Baerbock van Buitenlandse Zaken.

 

Teleurstelling in Belarus

De Belarussische president in ballingschap Sviatlana Tsichanouskaja, wier man nu al vier jaar gevangen zit, reageerde minder geopolitiek op de ruil. Ze uitte met een foto op X haar ‘vreugde’ over de hereniging van Vladimir Kara-Moerza met zijn vrouw en kinderen, maar voegde daaraan toe dat dit de beelden zijn die zij ook van de honderden politieke gevangenen in Belarus zou willen zien. Zonder namen te noemen doelde Tsichanovskaja onder anderen op haar eigen man Sjargei Tsichanovski (veroordeeld tot 18 jaar), Maria Kalesnikava (11 jaar) en Viktar Babaryka (14 jaar), drie politieke gevangenen van wie al een jaar taal noch teken is vernomen. In Belarus zitten momenteel nog net geen veertienhonderd mensen om politieke redenen vast, volgens de mensenrechtenorganisatie OVD-Info net zoveel als in heel Rusland.

Voormalig diplomaat en cultuurminister Pavel Latoesjka was niet zo omfloerst. Hij liet weten teleurgesteld te zijn dat de democratische landen niet de wil hadden om tenminste een paar van Loekasjenko’s gevangenen los te krijgen. In een interview met het Poolse persbureau PAP waarschuwde hij ervoor dat de Belarussen door dit soort deals hun geloof in de Europese waarden kunnen verliezen. ‘Menselijk leven is de hoogste waarde. Maar de medaille heeft wel een andere kant. Regimes zullen zich ongestraft voelen om door te gaan met het vermoorden van hun politieke opponenten in democratische landen. Is de doos van Pandora geopend?’, aldus Latoesjka, die zelf in 2023 in Belarus bij verstek tot 18 jaar cel is veroordeeld.

Russisch trio kritiseert westerse Oekraïnepolitiek

Hierbij bleef het niet. De eerste publieke uitlatingen van drie bekende, na jaren detentie fysiek en mentaal getekende, politieke gevangenen uit Rusland werden aanleiding voor een openlijk conflict op de sociale media. Op een persconferentie op vrijdag 2 augustus in Bonn spraken de tot tweemaal toe vergiftigde Vladimir Kara-Moerza (veroordeeld tot 25 jaar strafkamp), Ilja Jasjin (8½ jaar) en Andrej Pivovarov (4 jaar) niet alleen over hun eigen ontberingen in de Russische strafkampen en over de vernederingen en intimidatie die ze tot het laatst het hoofd hadden moeten bieden, maar ze gebruikten de bijeenkomst met de media ook om hun actuele politieke posities te markeren.

Hoewel tegen de oorlog in Oekraïne, solidariseerden de drie zich bijvoorbeeld niet nadrukkelijk met de Oekraïense bevolking, die bijna dagelijks door Russische militairen wordt bestookt, en evenmin met de Oekraïense krijgsgevangenen en hun  Belarussische lotgenoten in de cellen van Loekasjenko, maar uitten ze intussen wel kritiek op de wijze waarop de Westerse landen nu Oekraïne steunen.

Vladimir Kara-Moerza verweet de Duitse regering impliciet dat die ter wille van Aleksej Navalny niet eerder haar bezwaren tegen de vrijlating van de Russische killer Vadim Krasikov had opgegeven. Zonder omhaal van woorden keerde Kara-Moerza zich eveneens tegen de westerse sancties, die volgens hem niet specifiek genoeg op het Kremlin en Poetins entourage zijn toegespitst maar juist de Russische bevolking schade berokkenen en daarom het regime in de kaart spelen.

Het Westen moet zich beperken tot aanscherpen en handhaven van de zogeheten Magnitsky-wetten die zijn gericht op individuele Russische leiders. Zich baserend op de talrijke brieven die hij in het strafkamp had gekregen, concludeerde hij tevens dat de ‘gewone Russische burger’ tegen de oorlog is en dat er in Europa geen vrede mogelijk is zonder (een democratisch) Rusland. Of en hoe lang Oekraïne daarop zou moeten wachten, zei hij er niet bij.

In een interview met de oppositionele televisiezender Dozjd na de persconferentie pleitte Ilja Jasjin voor onderhandelingen over een wapenstilstand omdat er ‘aan beide zijden mensen sneuvelen’ en de oorlog niet militair kan worden beslecht. Op de vraag of een gevechtspauze Rusland niet in de gelegenheid zou stellen zich te hergroeperen en vervolgens weer aan te vallen, zei Jasjin dat de zogeheten ‘Minsk-akkoorden’, waarmee in 2014/2015 het front in de Donbas werd gefixeerd, aan Oekraïne eerder ook de ‘mogelijkheid hadden geboden om zich op dezelfde wijze voor te bereiden op de oorlog’.

Andrej Pivovarov sprak zich in een vraaggesprek met Novaja Gazeta Europa onomwonden uit tegen steun voor de Oekraïense krijgsmacht. ‘Dat is voor mij onacceptabel. Ik blijf toch een Russische politicus’, aldus Pivovarov die eraan toevoegde dat de Russische soldaten die tegen Oekraïne vechten dat niet vrijwillig doen maar worden gedreven door ‘de wet, angst en armoede’.

Twitterstorm

Met de persconferentie en de afzonderlijke interviews oogsten Kara-Moerza, Jasjin en Pivovarov een storm van kritiek in Oekraïense kring. Meestal zonder zich af te vragen of de drie wellicht te uitgeput waren voor een lange persbriefing en ook onvoldoende waren voorbereid op politieke vragen voelden veel Oekraïense twitteraars zich bevestigd in hun aloude ervaring dat ook de Russische liberale gemeenschap naar binnen gekeerd is, geen oog heeft voor de eigen imperiale c.q. koloniale denktradities, neer is blijven kijken op het zelfbeschikkingsstreven van Oekraïne en zodoende geen bondgenoot kan zijn van een democratisch Oekraïne.


Meme uit Oekraïne. ORC, een kwaadaardige trol in onder de boeken van Tolkien, is de bijnaam in Oekraïne voor Russen.

Volgens journalist Vitali Portnikov uit Kyiv heeft het sanctieregime tussen 2014 en 2022 uitgewezen dat de Magnitsky-wetten geen soelaas hebben geboden maar eerder averechts gewerkt op de oorlogsmentaliteit in en rond het Kremlin. ‘Het idee dat Russische politici en zakenlieden door dit soort sancties Poetin zullen laten vallen, is naïef en die naïviteit heeft geleid tot een grote oorlog’, aldus Portnikov.

Ook de Russische econoom Konstantin Sonin, die in 2015 is uitgeweken naar Chicago, voegde zich in dit kritische koor. Volgens Sonin wordt de ‘gewone Rus’ niet zozeer getroffen door de westerse sancties maar veeleer door de contra-sancties van het Kremlin en ‘de oorlog die Poetin is begonnen’.

Voormalig minister Timofiy Mylovanov, nu president van de Kyiv School of Economics, toonde zich ‘teleurgesteld’ over de standpunten van de drie vrijgelaten politieke gevangenen uit Rusland. ‘Ik kan niet alle “gewone” Russen vergeven, omdat sommige van deze zeer “gewone” Russen in het leger verachtelijke misdaden hebben begaan. Vandaag bijvoorbeeld publiceerde de Oekraïense mensenrechtenombudsman een foto van een Oekraïense krijgsgevangene die door Russen was onthoofd en in stukken gehakt. Maar mijn persoonlijke kijk is dat pragmatisme toch effectiever is dan ideologie als het gaat om het bereiken van de overwinning. Oekraïne en de Russische oppositie kunnen samenwerken om Poetin te wippen’, schreef Mylovanov.

De in Oekraïne wonende Duitse politicoloog Andreas Umland, die de persconferentie eerder als ‘bizar’ had getypeerd, was minder positief gestemd over zo’n vorm van coalitie met de Russische oppositie. ‘Net zoals het einde van Hitler weinig te maken had met het Duitse antifascisme, zal het einde van Poetin weinig te maken hebben met het Russische anti-Poetinisme. Om het zinken van de Titanic te begrijpen is onderzoek naar de muziekkapel aan boord niet nodig’, zo vatte Umland samen.

Repliek Kara-Moerza en Jasjin

Na de gewraakte persconferentie kwamen twee van de drie Russische politici terug op hun uitlatingen en nuanceerden die vervolgens ook.

Kara-Moerza wekte tegenover de BBC de indruk dat hij zijn uitspraken niet van tevoren had doordacht. Meer ‘calibratie’ is geboden, zei hij. ‘Ik heb meer informatie nodig. Ik besef dat er in februari 2022 veel veranderd is. De verantwoordelijkheid voor wat het Poetin-regime doet, is ook de verantwoordelijkheid van de Russische samenleving, waarvan een groot deel ervoor heeft gekozen om de ogen te sluiten voor de misstanden en onderdrukking’, aldus Kara-Moerza. ‘Poetin mag deze oorlog niet winnen. Oekraïne moet winnen. En er moet meer steun komen van de westerse landen, zodat dat ook gebeurt.'

Maar hij hekelde wel de dubbele moraal van het Westen. ‘Laten we niet vergeten dat de westerse landen jarenlang de voorkeur gaven aan zakendoen met Poetin, terwijl ze heel goed wisten wie hij was en wat hij vertegenwoordigde’. En nog steeds is het Westen niet rechtlijnig, aldus Kara-Moerza in gesprek met de BBC. 'Waarom kan een Russische mensenrechtenadvocaat niet naar de Baltische staten reizen voor een conferentie, terwijl een Russische raket met een westerse chip erin wel op een woongebouw in Oekraïne kan inslaan?’

Ilja Jasjin verontschuldigde zich met zoveel woorden. ‘Ik begrijp dat veel mensen huizen en familieleden hebben verloren en pijnlijk op woorden reageren. Ik begrijp dat ik politieke verantwoordelijkheid heb en mijn woorden beter moet kiezen’, zei Jasjin op zijn eigen You-Tubekanaal. ‘Mijn standpunt blijft duidelijk en ondubbelzinnig. De oorlog is misdadig, bezorgt het Oekraïense volk verdriet en schaadt Rusland. Ik kreeg een gevangenisstraf van 8½ jaar omdat ik sprak over het bloedbad in Boetsja. Ik heb twee jaar van mijn leven gegeven voor de waarheid over de oorlog. Hoewel ik een Russische politicus en patriot blijf, blijf ik een vriend van Oekraïne. Ik ben niet uw vijand. U heeft het recht om boos op mij te zijn, mij te bekritiseren wegens mijn mislukte formuleringen, maar ik wil u er alleen aan herinneren dat ik vrede wens voor uw land. Ik probeer ervoor te zorgen dat het bloedvergieten stopt en dat de criminelen worden gestraft,’ betoogde Jasjin.

Verdeel en heers

Deze discussie over en na de vrijlating van de zestien journalisten, politici en activisten, die jarenlang door het Kremlin waren gegijzeld als ruilobjecten voor de eigen spionnen in het Westen, werden door deze introspectie van Kara-Moerza en Jasjin uiteindelijk wat verzacht. Maar de bitterheid had intussen wel geïllustreerd dat de verdeel-en-heers-politiek van het Kremlin-regime werkt en een breder bilateraal anti-poetinistisch bondgenootschap effectief vertraagt, als er van zo’n coalitievorming sowieso al sprake zou kunnen zijn na tweeënhalf jaar Russische vernietigingsoorlog.