Kabinetswissel verstevigt de Oekraïense machtsverticaal

Oekraïne heeft sinds deze maand negen nieuwe ministers, de grootste leiderschapswissel sinds het begin van de Russische invasie. Ze moeten zorgen voor ‘nieuwe energie’ in het kabinet, maar staan volledig in dienst van een presidentiële machtsverticaal dat slecht communiceert met de bevolking, schrijft Chris Colijn vanuit Kyiv.

Zelensky Jermak KoelebaHoofd van de Presidentiële Administratie Andri Jermak (links), president Volodymyr Zelensky (midden) en de onlangs afgetreden minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Koeleba (rechts). Foto: Brendan Smialowski / POOL / AFP

door Chris Colijn

Ineens stapte de ene na de andere minister op. Het was groot nieuws in de internationale media, maar voor veel Oekraïners geen verrassing. Zelensky had in februari dit jaar al aangekondigd dat hij flinke veranderingen wilde doorvoeren. Meteen daarna moest onder andere de hoogste generaal Valeri Zaloezjny vertrekken, wat veel Oekraïners nog altijd zien als een fout. In het voorjaar ontsloeg Zelensky nog zeven topfunctionarissen uit zijn naaste kring. Er gingen geruchten dat Zelensky het hele kabinet wilde vervangen, maar uiteindelijk gaat het om ‘slechts’ de helft.

De nieuw aangestelde ministers moeten volgens Zelensky zorgen voor ‘nieuwe energie’, maar het is onduidelijk wat de president daar precies mee bedoelt. Hij heeft in het openbaar geen uitgebreide uitleg gegeven over waarom sommige ministers moesten vertrekken, terwijl anderen mochten aanblijven. Hij heeft ook niet toegelicht waarom hij verwacht dat de nieuwe ministers hun taken beter zullen vervullen dan hun voorgangers, alleen dat ‘deze stappen verband houden met de versterking van onze staat op verschillende gebieden’.

‘Zelensky heeft de neiging om zijn regeringsteam voortdurend te herschikken’, schrijft politiek analist Volodymyr Fesenko in een artikel voor het Oekraïense NV. ‘Zelensky gelooft dat dit leidt tot energieker en effectiever werk, en de stimulering van nieuwe initiatieven en benaderingen.’

Gebrek aan transparantie

Sommige ministers krijgen een nieuwe functie binnen de politieke top, terwijl anderen uit het zicht lijken te verdwijnen, ook al voerden ze hun taken ogenschijnlijk goed uit. Dit gebrek aan transparantie roept vraagtekens op bij veel Oekraïense burgers. Er zijn allerlei geruchten over de beweegredenen achter de ontslagen. Sommige ministers zouden oververmoeid zijn, anderen zouden conflicten hebben met elkaar of met de presidentiële administratie. Weer anderen zouden hun werk niet goed uitvoeren, of te zelfstandig werken en te weinig rekening houden met de wensen van Zelensky en zijn naaste adviseurs. Wat ervan klopt is niet te controleren, en dus tast het grote publiek in het duister.

Wel is er een duidelijke trend zichtbaar in benoemingen in de Oekraïense top: wie promotie wil maken, moet een positieve indruk achterlaten bij zowel Zelensky als zijn naaste adviseur, Andri Jermak. Als hoofd van de presidentiële administratie op de Bankovastraat in Kyiv blijft hij vaak achter de schermen, maar hij wordt door zowel analisten als veel gewone Oekraïense burgers gezien als een van de machtigste mensen in Oekraïne. Het kan dan ook geen toeval zijn dat vijf van de negen nieuwe ministers een directe band hebben met Jermak, zoals anticorruptieactivist Maryna Bohoeslavets uitlegt in een column voor Oekraïnska Pravda. ‘In feite zijn de meeste van de negen nieuwbenoemde ministers mensen die op de een of andere manier dicht bij Jermak staan. Dit toont eens te meer aan dat de presidentiële administratie en het nieuwe kabinet één machtsverticaal vormen.’ Het is een teken van cliëntelisme, waarbij persoonlijke connecties en loyaliteit een significante rol spelen bij de toebedeling van politieke functies.

Vijf van de negen aangestelde ministers hebben een directe band metAndri Jermak. Foto: Oekraïnska Pravda.

Oppositiepolitici laten zich kritisch uit over Zelensky’s machtsverticaal, en ook over de herschikking van ministers deze maand. ‘Meer mensen in de regering zullen loyaal zijn aan Jermak’, zegt parlementslid Jaroslav Zjelezniak van de partij Holos bijvoorbeeld tegen The Kyiv Independent. In hetzelfde artikel noemt parlementslid Oleksi Hontsjarenko van Jevropejska Solidarnist, de partij van oud-president Petro Porosjenko, de nieuwe regering ‘een afdeling van de presidentiële administratie’. Als parlementsleden laten ze wel van zich horen, maar veel invloed op de besluitvorming in het land hebben oppositiepartijen momenteel niet.

Koeleba en Kamysjin

In de ministeriële herschikking vallen twee namen in het bijzonder op: zowel buitenlandminister Dmytro Koeleba als minister van Strategische Industrie Oleksandr Kamysjin, twee van de bekendste ministers, hebben hun post verlaten. Terwijl Kamysjin toetreedt tot de allerhoogste politieke kringen, lijkt Koeleba juist van het toneel te verdwijnen.

Dmytro Koeleba staat in binnen- en buitenland te boek als een integere en charismatische diplomaat. Bloomberg meldt op basis van anonieme bronnen dat hij zich gaat ‘richten op het versterken van de relaties van Oekraïne met de NAVO’, maar dat lijkt vooralsnog een ceremoniële functie. The Kyiv Independent schrijft dat Koeleba zelf graag wilde stoppen als minister, terwijl de krant Oekraïnska Pravda zegt dat er ‘spanning en concurrentie’ bestond tussen Koeleba en de presidentiële administratie. Zo staat Andri Jermak te boek als iemand die veel invloed wil uitoefenen over het buitenlandbeleid, inclusief de verhoudingen met de Verenigde Staten. ‘De presidentiële administratie is ook van mening dat Koeleba veel minder werk op zich neemt dan zou moeten, en in plaats daarvan “de wereld rondreist en te vaak in de media verschijnt”’, meldt de krant. De precieze beweegredenen achter Koeleba’s ontslag blijven dus onduidelijk, terwijl hij er bij het grote publiek juist positief op stond.

De voormalige minister van Strategische Industrie, Oleksandr Kamysjin, heeft zich juist verder opgewerkt binnen de politieke top. Hij heeft zich de afgelopen twee jaar bewezen als een van de meest effectieve managers in Oekraïne. In het eerste jaar van de grote oorlog was Kamysjin hoofd van de Oekraïense spoorwegen, en zorgde hij dat treinen ondanks de oorlogssituatie bleven rijden. Hij speelde daarmee een cruciale rol in de evacuatie van burgers, maar ook in het vervoer van soldaten en hulpgoederen. Sinds 2023 werkt Kamysjin aan de ontwikkeling van de Oekraïense oorlogsindustrie, en ook dat gaat hem goed af. Onder zijn leiding heeft de Oekraïense wapenproductie een enorme vlucht genomen, en nu is hij een van Zelensky’s persoonlijke adviseurs op defensiegebied.

De aanstelling van Kamysjin als adviseur benadrukt twee zaken. Ten eerste illustreert zijn promotie nogmaals hoe een selecte groep vertrouwelingen van Zelensky een grote rol speelt in de vormgeving van het beleid. Daarbij kunnen officiële functietitels misleidend zijn: Kamysjin’s stap van minister naar adviseur lijkt op het eerste gezicht geen promotie, maar hij is nu dichter bij het centrum van de macht dan voorheen. Hoe dichter je bij de presidentiële administratie komt, hoe meer invloed je in de huidige Oekraïense politiek hebt. Zo reisde Kamysjin meteen na zijn aanstelling mee naar de Duitse vliegbasis Ramstein voor een topoverleg met Oekraïne’s westerse partners. Ten tweede, hoewel Zelensky en Jermak in het huidige politieke systeem buitengewoon veel invloed uitoefenen, blijven ze oog houden voor de capaciteiten van effectieve managers binnen het overheidsapparaat. Wie goed werk levert kan nog steeds promotie maken. Kamysjin heeft geen bijzondere band met Jermak, maar dat hoeft geen probleem te vormen.

Moeilijke herfst

Het gebrek aan communicatie over de ministeriële herschikking zorgt voor gefronste wenkbrauwen, maar de behoefte aan nieuwe impulsen binnen de regering is tegelijkertijd ook begrijpelijk. Door de oorlog is de werkdruk en verantwoordelijkheid van ministers enorm, en er worden voorlopig geen verkiezingen gehouden. Oekraïne lijkt een nieuwe fase van de oorlog in te gaan, en deze ministerswissel is een van de weinige mogelijke manieren om op de korte termijn nieuwe gezichten in te brengen.

‘De herfst zal uiterst belangrijk zijn voor Oekraïne. Onze staatsinstellingen moeten zo worden ingesteld dat Oekraïne alle resultaten behaalt die we nodig hebben’, zei Zelensky tijdens een recente videotoespraak aan het volk. Het land staat aan de vooravond van een winter waarin de politieke en militaire steun uit het Westen steeds meer ter discussie kan komen te staan, terwijl Rusland de energievoorzieningen blijft beschieten en langzaam maar zeker terreinwinst boekt in de Donbas. Tegelijk wil Oekraïne steeds meer eigen wapens produceren, voert het in toenemende mate aanvallen uit op Russisch grondgebied en spreekt Zelensky over een ‘overwinningsplan’ dat hij wil voorleggen aan Joe Biden, Kamala Harris en Donald Trump. Met een nieuw kabinet hoopt Zelensky dit alles in goede banen te leiden.

Machtsverticaal

In Oekraïne is de macht tweeënhalf jaar na het begin van de grote invasie veel meer gecentraliseerd dan voorheen. De presidentiële administratie zet lijnen uit die het kabinet moet volgen. Het parlement, waar de presidentspartij Dienaar van het Volk nog altijd een meerderheid heeft, staat in feite buitenspel. Binnen deze structuur fungeert Zelensky in eerste instantie als opperbevelhebber, en niet zozeer als een traditionele president. Dat komt enerzijds omdat er voortdurend moeilijke en harde besluiten moeten worden genomen, maar ook omdat verkiezingen onmogelijk zijn en Zelensky’s democratische mandaat is verlopen. De aanstelling van negen nieuwe ministers moet ervoor zorgen dat de plannen van Zelensky’s administratie effectief worden uitgevoerd, zonder al te veel kritiek. Het is daarom niet te verwachten dat deze nieuwe gezichten veel veel invloed uitoefenen op het beleid.

Zelensky ziet dit nu als de beste manier om het land te besturen, en het is ook niet realistisch om in oorlogstijd van Oekraïne te verwachten dat het als volwaardige democratie fungeert. Het zou de steun voor Zelensky en zijn vertrouwelingen alleen wel ten goede komen als ze meer tekst en uitleg zouden geven over hun besluiten. Om zijn land door de oorlog heen te loodsen heeft de president immers niet alleen competente technocraten als ministers nodig, maar ook de steun van het volk.