De e-declaraties zijn in Oekraïne het gesprek van de dag. Dankzij deze openheid weet de burger nu hoe rijk de politieke kaste van het land is. Die rijkdom is ten dele door corruptie vergaard. President Porosjenko zegt deze corruptie hard te willen aanpakken. Maar volgens Stef Heinink leeft de angst dat hij zo terloops wil afrekenen met politieke tegenstanders.
door Stef Heinink
Het is moeilijk te zeggen waar gewone Oekraïners de afgelopen weken meer paf van zullen hebben gestaan: van de rijkdom van hun bestuurselite of van het feit dat die rijkdom, met naam en toenaam, zomaar in de openbaarheid kon komen. Misschien hielden ze het beide niet voor mogelijk. Ook is de vraag hoe dankbaar deze gewone Oekraïners het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Unie (EU) zullen zijn voor de druk die ze op hun politici hebben uitgeoefend om het ambitieuze project van de electronische declaraties erdoor te krijgen. De resultaten aan dit nieuwe front tegen overheidscorruptie in Oekraïne zijn immers, zacht gezegd, confronterend.
Edoeard Bagirov, voorzitter van de Liga voor de Bescherming van Burgerrechten, bracht de gevoelens van zijn landgenoten misschien nog het best onder woorden: 'Ik kijk het nieuws niet meer, de declaraties lees ik niet meer. Want iedere gelezen declaratie is een druppel van haat en woede.'
Vooral in de sociale media was het raak. 'Ik had geen illusies over onze ambtelijke en politieke elite. Maar toch, wat eruit gekomen is, is onaanvaardbaar', postte een bekende oorlogsvrijwilliger. Volgens activist Vitali Sjaboenin waren de Oekraïense topfunctionarissen erin geslaagd zelfs de anti-corruptie experts te verbazen.
Sjaboenin had het project nog wel mede mogelijk gemaakt. Door het werk van corruptiebestrijders als hij, maar ook door dat van IMF en EU, heeft alles en iedereen die de hervormingen in Oekraïne een warm hart toedragen nu een wet in handen waarmee corruptie in beeld kan worden gebracht. Of preciezer: de vingerafdrukken ervan.
Want veel hangt af van de praktische toepassing van de nieuwe anti-corruptiewet. Het welhaast revolutionair te noemen openbare declaratiesysteem speelt hierin een centrale rol. Het IMF spreekt van een ‘structureel criterium’ en stelt voortzetting van zijn Oekraïense kredietprogramma (ruim zeventien miljard dollar) ervan afhankelijk.
De EU op haar beurt heeft de voormalige Sovjetrepubliek eerder dit jaar te kennen gegeven de e-declaraties als laatste hindernis te beschouwen op weg naar de toekenning van een felbegeerde worst: liberalisering van het visumregime.
Kiev heeft geld nodig en is erop gebrand het visumsucces nog dit jaar te kunnen vieren.
Financiële striptease
Intussen vergelijken Oekraïense media het project met een soort financiële striptease. Ook in het verleden kwamen topfunctionarissen er niet onderuit om hun inkomsten en vermogens te melden. De e-declaraties echter dwingen hen alles prijs te geven, ook bezit op naam van tantes, oma’s en kinderen.
'Dynamisch toezicht op de veranderingen in het eigendom en de mogelijkheid de gedeclareerde gegevens en de overeenkomstige levensstijl te monitoren', zo vatten juristen de voordelen van het nieuwe systeem samen. De speciaal ontwikkelde software traceert en vergelijkt, zoekt en treft.
Eind oktober 2016 was de deadline van de eerste fase van dit systeem. Het ging op zoek naar de hogere echelons van het overheidsapparaat: de president, ministers, volksvertegenwoordigers, gouverneurs, rechters, aanklagers. Bij elkaar werden meer dan honderdduizend mensen in het systeem van de e-declaraties opgenomen.
Petro Porosjenko sloot de rij bij het e-declareren. Wat bleek? Oekraïne’s eerste president na Majdan van 2013-14 bezit onder meer een financieel vermogen van omgerekend dertig miljoen euro, vier auto’s, zes horloges, ruim tachtig schilderijen alsmede belangen in meer dan honderd bedrijven. Na de deadline zag hij zich genoodzaakt nog enkele zaken toe te voegen om het beeld completer te maken.
De declaraties die vóór Porosjenko waren binnengekomen hadden eveneens bevestigd wat veel Oekraïners al vermoedden: de pronkzucht van de huidige Oekraïense elite lijkt sterk op de exorbitante stijl van de gehate ex-president Janoekovitsj en zijn entourage tot 2014.
Villadorp Kozin aan de Dnjepr. Foto KiyvPost
Vooral de vierhonderdtwintig leden van de Verchovna Rada, het parlement van Oekraïne, staan daarbij te kijk. Zo is een aanzienlijk deel van hen in een tweetal lommerrijke dorpen onder Kiev woonachtig en nagenoeg elkaars buurman. In Kozin bijvoorbeeld, een soort Wassenaar aan de Dnjepr, bewonen president Petro Porosjenko, voormalig premier Joelja Timosjenko en andere politieke kopstukken kleine paleisjes op kostbare grondkavels. Velen weten: in de Sovjettijd was Kozin voor de nomenklatoera van de communistische partij al evenzeer een gewild lustoord.
Dat het rustieke dorp nu de goudkust is van de postcommunistische elite zal met name oudere generaties aan het denken zetten. In diezelfde Sovjettijd immers werden hoge functionarissen nogal eens betrapt met kofferbakken vol kwaliteitsworst, koffie en wijn. Het gewone volk, met tekorten geconfronteerd, kon er slechts van dromen.
Continuïteit
De vraag dringt zich op hoe hardnekkig deze gewoontes zijn. De stem des volks is er duidelijk over: een ‘warm plekje’ in het staatsapparaat is volgens de mensen op straat altijd al een ‘voederbak’ geweest: een uitgelezen positie om de staat ‘te bestelen’, zodat de hele familie (en goede vrienden) ‘in de chocola’ kunnen leven.
De e-declaraties bevestigen de continuïteit. Behalve liefde voor welgelegen villa’s werpen ze bijvoorbeeld licht op kostbare privécollecties. Al weken raken de media in Oekraïne niet uitgepraat over de gedeclareerde verzamelingen luxehorloges, schilderijen, bolides, netsuke, oude duikuitrustingen en antieke wapens.
Een andere revelatie is het bezit aan liquide middelen. Dat geldt met name de declaraties van de leden van de Verchovna Rada. Niet alleen de totale som van omgerekend 430 miljoen euro springt eruit. Wat bij waarnemers en experts vooral kritiek oproept is dat de parlementariërs meer dan de helft ervan zeggen te bewaren in contanten.
Vermogen is natuurlijk nog geen bewijs voor corruptie. Maar in Oekraïne is de vervlechting van commerciële en overheidsactiviteiten door politici, topambtenaren en volksvertegenwoordigers wel bijna spreekwoordelijk. Het is geen geheim dat de ware belangen van vele politici en bestuurders bij commerciële zaken liggen.
Genoeg Oekraïners weten ook dat een Rada-lid officieel niet veel verdient: een paar honderd euro. Lang niet alle cv’s van de parlementariërs, laat staan topambtenaren, maken gewag van zakencarrières. Is het vermogen in hun e-declaraties niet al met genereuze tegenprestaties bijeengesprokkeld, dan is er wel gerede kans dat zich verder in het verleden dubieuze transacties hebben afgespeeld.
Precies daar, in het verleden, liggen de antwoorden. 'Begin jaren negentig kon je de Rada misschien nog een volksvertegenwoordiging noemen', lichtte een voormalig parlementsmedewerker zijn frustratie eens toe aan journalisten, 'daarna werd ze tot instrument van de clans'.
De ‘clans’, dat waren zij die in het eerste decennium na de Oekraïense onafhankelijkheid zegevierend tevoorschijn kwamen uit de jungle van shoot outs en bende-oorlogen. In Donetsk was er één. In Dnjepr (Dnjepropetrovsk) was er een clan. En ook havenstad Odessa viel ten prooi aan georganiseerde misdaad. Staatseigendommen lagen voor het grijpen. Politieke macht was de volgende stap.
Corruptiebestrijder Sjaboenin legde eind oktober de vinger op de zere plek. 'Als het systeem van de e-declaraties in 2006 in werking was getreden, of nog beter in 1996, dan zouden we de hele geschiedenis van de wijzigingen in de vermogens van politici kunnen zien.'
Zand erover of Herculestaak
Westerse reacties op het project, waaronder die van de Amerikaanse regering, wijzen in één richting: de declaraties moeten strafrechtelijke gevolgen krijgen. Of het zover gaat komen, en in welke mate, daarover bestaat twijfel. Niet in de laatste plaats onder Oekraïense experts en commentatoren.
Als bron van zorg wordt bijvoorbeeld de capaciteit genoemd van het Agentschap voor Corruptiepreventie. Wettelijk moet dit overheidsorgaan, speciaal voor het project opgericht, alle declaraties controleren. Een Herculestaak. Geautomatiseerde koppelingen naar andere databases zijn er niet.
Onlangs liet het Agentschap voor Corruptiepreventie weten dat het geen middelen noch plannen heeft om onderzoek in te stellen naar deze enorme sommen cash die de politici en functionarissen hebben opgegeven. Hebben ze zoveel geld wel daadwerkelijk in huis? Dat het agentschap afziet van controle daarop bevestigt de vermoedens van sommige experts, dat deze ambtenaren en bestuurders zoveel cash hebben gedeclareerd om alvast op toekomstig smeergeld te anticiperen. Als je het smeergeld nu alvast meldt, heb je het op voorhand witgewassen. Bij de volgende declaratie wordt is eventueel nieuw bezit, vergaard via corruptie, dan met een verwijzing naar het verleden te verklaren..
In het verlengde daarvan is er een minstens zo grote zorg over de verhouding tussen politiek en rechtspraak. Op de achtergrond speelt opnieuw de herinnering aan de voortvluchtige ex-president. Janoekovitsj zei corruptie ‘op wrede wijze’ te bestrijden en richtte zijn vizier daabij vervolgens op zijn politieke tegenstanders.
De journaliste Galina Melnik stelde in een recent kommentaar voor het opinieblad Zerkalo Nedeli: 'Niet uitgesloten zijn afzonderlijke showprocessen tegen concrete personen met als doel voor het publiek en het IMF te bewijzen dat corruptie wordt bestreden.'
Scherper nog is de mening van een voormalig plaatsvervangend hoofd van de SBOe, Oekraïne’s veiligheidsdienst. In hetzelfde opinieblad schreef Viktor Trepak er rekening mee te houden dat president Porosjenko de e-declaraties, via onder meer rechtspraak en politie, als machtsinstrument zal inzetten.
Vergelijkingen tussen de huidige en de voortvluchtige president winnen aan populariteit in Oekraïne. Onder Janoekovitsj konden window dressing en politieke instrumentalisatie de holle retoriek van de corruptiebestrijding niet verhullen. Onderwijl wisten de president en zijn entourage zich buitensporig te verrijken.
Toenmalig gouverneur Saakasjvili (links) met de Amerikaanse senator John McCain. Foto US-embassy in Kiev
Ronkende Porosjenko
Wat extreme verrijking betreft gaat de vergelijking met Porosjenko mank. De lust van Janoekovitsj zich letterlijk met goud te omringen had ziekelijke trekken. Er stond geen maat op. Maar wat het eerste betreft, de waarachtigheid in de strijd tegen corruptie, zijn er op zijn minst reminiscenties. 'Het front tegen corruptie is niet minder belangrijk dan het front van onze helden in het oosten van het land', riep Porosjenko in 2015. De taal was net zo ronkend als die van zijn voorganger. Ook bij de huidige Oekraïense president ligt de verleiding op de loer de wereld knollen voor citroenen te verkopen.
Een voorbeeld was het aftreden begin dit jaar van een jonge, onbesproken minister van Economie. Reden was het aanhoudende, ongeoorloofde gepush door één van Porosjenko’s zakenpartners, tevens partijprominent, om vriendjes op een hoge ambtelijke post te benoemen.
Een andere episode betrof een, inmiddels ontslagen, procureur-generaal. De houding van deze Porosjenko-bondgenoot tegenover de praktijken en belangen van het ancien regime was een toonbeeld van conformisme.
Een paar weken geleden nog was er een incident in dezelfde categorie. Micheil Sjaakasjvili, de extroverte Don Quichot van de corruptiebestrijding, trad terug als gouverneur van de provincie Odessa. In een furieuze persconferentie noemde de Georgische ex-president de e-declaraties de druppel. Om vervolgens zijn woede te ventileren over Porosjenko en diens banden met ‘de clans’ – een nauwelijks verhulde hint naar het banditisme van de ‘wilde jaren negentig’. Corrupte bondgenoten van het staatshoofd zouden Sjaakasjvili’s hervormingen in Odessa stelselmatig hebben tegengewerkt.
Het terugtreden van Sjaakasjvili is voorlopig het enige politieke resultaat van de e-declaraties. Straatprotesten zijn tot dusver uitgebleven.
Frustraties
Niettemin: na tweeëneenhalf jaar oorlog en financiële malheur is de frustratie groot onder de bevolking. 'Oekraïne heeft echte verandering nodig. Niet een imitatie ervan', schreef Sjaakasjvili onlangs in de New York Times. Het is een letterlijke echo van wat in de straten en op de markten van Kiev te horen is. De macht deugt niet, wordt er gezegd. De e-declaraties zijn het zoveelste bewijs. Daarom klinkt het: 'Alleen de gezichten in de politiek veranderen, niet de politiek zelf'; 'de volksvertegenwoordigers maken de wetten toch zelf, dan zullen ze wel gek zijn om er een te maken waarvan ze zelf de dupe zijn' en 'allemaal augurkjes uit hetzelfde vaatje'.
Maar de straat opgaan, een nieuw Majdan beginnen, dat is een ander verhaal. Volgens politiek commentatoren ontbreekt het aan vertrouwen dat massabetogingen de elite kunnen onttronen. Eerst moet er zich een ‘mobiliserende factor’ aandienen. De rijkdommen van de elite, de oorlog in het oosten en de economische crisis schieten, hoe ernstig ook, in die zin klaarblijkelijk tekort.
Corruptie is evenmin zo’n factor, terwijl daar aanleiding genoeg voor zou zijn. Op de ranglijst van Transparency International, waarbij het criterium de maatschappelijke perceptie van corruptie is, kruipt het land als een schildpad omhoog. Modelpartner Polen staat er honderd plekken boven.
Oekraïne bewijst dat corruptie meer is dan een probleem bij alleen de elite. Waar ontvangen wordt, wordt ook gegeven. 'Als je niet smeert, dan kan je niet rijden', luidt een Russisch gezegde. Volgens onderzoek betaalt meer dan de helft van de bedrijven in Oekraïne steekpenningen. Corruptie is er een element van het economische leven. Behalve dat worden discretie en geslotenheid in het land gekoesterd. De cultuur is irrationeler en minder formeel dan gebruikelijk in een rechtsstaat. Praktische en positieve ervaring met de abstracte zegeningen van de wet, met democratie als zodanig, is beperkt.
Toch staan in de buitenwijken van Kiev op muren woorden gekalkt als ‘wet’ en ‘vrijheid, gelijkheid, broederschap’. Tijdens Majdan, de burgeropstand die precies drie jaar geleden begon, herleefde de leuze van de Franse revolutie. Op het witte marmer van het Onafhankelijkheidsmonument stond met een marker geschreven: ‘1789. Never too late’. Citaten van Voltaire waren te lezen op een houten bord, er vlak naast. Onder de betogers klonk steeds de eis van wetgeving in de praktijk en niet alleen op papier.
Niet alles is hetzelfde gebleven
Is er wat corruptie betreft dan niets veranderd sinds Majdan? Toch wel. In tegenstelling tot het regime Janoekovitsj vechten er onder Porosjenko verscheidene instellingen tegen de corruptie. De eerlijkheid gebiedt te zeggen: soms ook tegen elkaar.
Afgezien van het Agentschap voor Corruptiepreventie is sinds 2015 een stevig bemand Nationaal Anticorruptie Bureau aan het werk. Ook is er voor het eerst een gespecialiseerde aanklager bij het OM. Overheidsdiensten zijn voorzien van anti-corruptie afdelingen en er is een speciale parlementaire commissie actief.
Een gevolg is dat zeer geregeld berichten verschijnen over de arrestatie van deze of gene rechter, aanklager of politieambtenaar. Soms worden procedures in gang gezet om verdachte parlementsleden hun strafrechtelijke immuniteit te ontnemen. Van enkele staatsbedrijven zijn de directeuren in verband met onderzoek naar hun handel en wandel van hun taken ontheven. In de sector van de openbare aanbestedingen, geliefde speeltuin van omkoping, zijn nieuwe wetgeving en een hypermodern, geautomatiseerd systeem van kracht. Sleutelwoorden zijn transparantie en concurrentie.
Van tijd tot tijd zullen in Oekraïne op dit glibberige, politiek explosieve pad heus nog wel eens schuivers worden gemaakt. Ongetwijfeld zal zo nu en dan ook de oude gewoonte opspelen om Potemkin-dorpen te bouwen en de buitenwacht te gerieven. Maar het is nog te vroeg om conclusies te trekken als zou de regering zich aan repressie en selectieve rechtspraak schuldig maken.
De vraag is wel: hoeveel kan het verarmde, oorlogvoerende Oekraïne nog hebben ? Wat doet het met de gevoelens van een oorlogsinvalide die zijn gasrekening heeft zien verviervoudigen om te horen dat er politici zijn die vermogens bezitten en daarnaast doodleuk nog een woontoelage ontvangen ?
Hoe sterk is het onzichtbare elastiek tussen burger en overheid in Oekraïne? Is het er nog wel? Wanneer volgt de definitieve vertrouwensbreuk? Zal het geluid maken, die breuk? Misschien als dat van een knallende kozakkenzweep? Of is sprake van een onhoorbare implosie, één die wellicht al decennialang bezig is?
Er zijn Oekraïners die de politiek in hun land een kaste noemen. Het zal interessant zijn te zien hoe lang deze kaste door kan gaan een kaste te zijn – met name in een tijd waarin velen tegelijkertijd van oorlog en economie wakker liggen.
Herfst is de tijd van protest in Oekraïne. Zoals dat van de Oranje-revolutie van 2004. Die overigens geen revolutie was. En die de corruptie niet deed verdwijnen. Ook deze maand, wanneer Oekraïne het begin van de Majdan-protesten herdenkt, zijn demonstraties in Kiev aan de orde van de dag.
De levensstijl van politici en ambtsdragers, zoals gebleken uit de e-declaraties, zal de autoriteiten niet het gezag geven hard tegen de deelnemers op te treden – precies zoals tijdens Majdan, drie jaar geleden.