Kaliningrad is in juni 2018 een der elf gaststeden tijdens het WK-voetbal. De identiteit van stad en ommeland wordt er nog steeds bepaald door de verovering van Königsberg op de Duitsers in 1945. Alle centrale pleinen en hoofdstraten in het district zijn vernoemd naar die overwinning. Die identiteit als oorlogstrofee is na zeven decennia te mager geworden. Kaliningrad worstelt met zichzelf: is het een gewone Russische provincie of een speciale buitenpost in Europa? Hubert Smeets bericht.
door Hubert Smeets
Nergens is de Tweede Wereldoorlog in Rusland zo zichtbaar als in Kaliningrad. De oorlog is dé identiteit van het district, dat sinds het einde van de Koude Oorlog in 1989-1991 als een exclave ligt ingeklemd tussen de onafhankelijke landen Polen en Litouwen. De centrale pleinen en hoofdstraten in nagenoeg alle steden en dorpen in de provincie zijn vernoemd naar de opmars van het Sovjetleger in Oost-Pruisen en de uiteindelijke overwinning op Duitsland in 1945.
Kortom, Pobeda (Overwinning) verslaat aartsvader Lenin ruimschoots in Kaliningrad. Dat heeft alles te maken met de geschiedenis (of non-geschiedenis) van de provincie. De inname van Oost-Pruisen in 1945 door het Sovjetleger is zo ongeveer het enige wapenfeit waarop ze aanspraak kan maken. Kaliningrad kan bogen op zeven decennia Russische geschiedenis, maar dat valt in het niet bij de zeven eeuwen Duits verleden.
De gevolgen zijn groot. De regio mist een vanzelfsprekende, in de geschiedenis gewortelde, identiteit. Pregel Info, een onafhankelijke website met een keur aan (foto)reportages, bericht daar sinds eind 2016 systematisch over. Identiteitsvragen zijn: van wie en wat is Kaliningrad? En: hoe heet de stad eigenlijk: Kaliningrad of Königsberg? Om geen (landverraderlijke) keuze te hoeven maken lost men dat op door te spreken over de Stad K. Maar dat is geen antwoord op de eerste vraag.
Vast staat niettemin wel dat Kaliningrad anders is dan de andere Russische steden. ‘Bij jullie in Rusland’ is daarom een gevleugelde zinsnede in Kaliningrad als er iemand uit 'het vaderland' over is.
Op 30 januari en 1 februari 1945 werden 7000 joden uit concentratiekamp Stutthof nabij Königsberg op een dodenmars naar de Baltische Zee gedreven. Nagenoeg allen kwamen om: door uitputting of onderkoeling. De rest werd door de Duitsers geëxecuteerd. Op initiatief van Vladimir Katsman is in Jantarny (het vroegere Duitse Palmnicken) een monument verrezen. Foto Hubert Smeets.
Russisch burgerschap met Europese blik
Niet dat de bewoners van Kaliningrad zich geen deel voelen van de Russische Federatie. Het patriottisme doet er niet onder voor dat in Rusland. In de jaren negentig klonken er voorzichtig separatistische stemmen, die gehoor vonden bij minder dan een kwart van de bevolking. Nu is daarvan geen sprake meer. Slechts 1 procent van de bevolking wil dat de regio zich volledig losmaakt van Rusland en amper 3 procent voelt voor een Europees bestuur, al dan niet in samenspraak met Moskou.
Maar veel burgers in de exclave wanen zich intussen wel meer Europees dan Russisch. Liefst 57 procent van de burgers zou de huidige status als gewone provincie binnen Rusland willen wijzigen, zo blijkt uit onderzoek van het plaatselijke sociologische instituut KM Groep. Geen toeval dus dat maar liefst 60 procent van de Kaliningraders een zogeheten 'buitenlands paspoort' heeft, waarmee ze kunnen reizen. In heel Rusland heeft slechts 20 procent zo'n reispaspoort.
Hoewel die cijfers vijftien jaar geleden voor Moskou aanmerkelijk ongunstiger waren – toen was maar 22 procent tevreden met de huidige status, nu is dat gestegen naar 35 procent – wringt deze spanning toch, vooral in de verhouding van de K-graders tot de centrale regering in Moskou. ‘Natuurlijk zijn we Russen. Maar wel met onze eigen bijzonderheden. We zijn vrijer, onafhankelijker. We vergelijken onszelf niet met de Russische provincie maar met de buren in Polen. Gdansk is onze benchmark,’ legt Jakov Grigorjev, een 32-jarige activist uit het Navalny-kamp me uit tijdens een gesprek op het Overwinningsplein in Kaliningrad.
Kaliningrad is inderdaad geen rustige provinciale stad. Al in 2010 kwamen ongeveer 10.000 mensen de straat op om te protesteren tegen nieuwe importheffingen op (Duitse) auto’s. Gouverneur Georgi Boos, een zakenman uit de tijd van president Boris Jeltsin, moest daarna het veld ruimen. Sindsdien zijn twee opvolgers ook al weer gesneuveld. In oktober 2016 werd de derde gouverneur in zes jaar per presidentieel decreet aangewezen: de econoom Anton Alichanov uit Moskou. Alichanov (30) hoopt bij de gouverneursverkiezingen van 10 september een eigen mandaat van de bewoners te krijgen.
Ook qua opkomst bij parlementsverkiezingen onderscheidt het district Kaliningrad zich enigszins van vergelijkbare provincies. De kiezers zijn er passiever. In september 2016 kwam voor de Doema nog geen 40 procent van de kiezers opdagen. Het landelijk gemiddelde was met 48 procent ongeveer 10 procentpunt hoger.
Samenleving in spagaat
Door die eigenheid staat Kaliningrad in een spagaat. Zelfbeklag en maatschappelijke actie sporen bijvoorbeeld niet met elkaar. Terwijl de investeringen sinds 2013 een aantal jaren op rij met gemiddeld 10 procent zijn gekrompen, de inkomens van de burgers jaarlijks met 6 procent zijn gedaald en de ontevredenheid navenant groeit – 86 procent ziet volgens een peiling van KM Groep de ontevredenheid toenemen – is slechts 26 procent bereid om eventueel de straat op te gaan voor een betoging tegen het overheidsbeleid. De helft weet nu al dat het hoe dan ook thuis blijft.
Een proef op de som kan het nieuwe voetbalstadion worden. Die arena voor het WK 2018 staat in een moerasgebied langs de Pregel. Of de bouwconstructie het lang volhoudt, betwijfelen kenners in Kaliningrad. Nu wordt de bouw nog geheel gefinancieerd vanuit Moskou. Maar na het WK 2018 moet de stad de exploitatie ter hand nemen. Dat kan te zwaar worden en zou dus eventueel tot sociaal protest kunnen leiden.
Voetbalstadion in aanbouw. Foto Hubert Smeets
Ook de tegenstelling tussen patriottisme en openheid wringt. De federale regering probeert sinds 2012 om Rusland te afficheren als een ‘unieke beschaving’ die zich niet door het decadente ‘Gayropa’ moet laten ondergraven. Kaliningrad staat in de voorhoede van die strijd. Moskou plaatst er niet voor niets Iskander middellange afstandsraketten en andere wapens. Kaliningrad wordt zo gemilitariseerd.
Maar de samenleving in Kaliningrad is nog steeds op datzelfde Europa georiënteerd. Dat zowel Polen als Rusland sinds de Oekraïnecrisis van 2014 aan beide zijden het vereenvoudigde grensverkeer hebben ingeperkt, is veel burgers daarom een doorn in het oog. Ze kunnen niet meer zo makkelijk boodschappen over de grens doen. Ook het midden- en kleinbedrijf is ontriefd door het besluit van Moskou om de speciale importtarieven, die van 1996 tot 2016 in de regio golden, op te heffen.
Alleen al deze ambivalenties maken het district-Kaliningrad tot een lastige buitenpost voor Moskou. Enerzijds staat Kaliningrad in de frontlijn van het Oost-Westconflict. Anderzijds laat de provincie zich niet zo simpel disciplineren als vanuit Moskous oogpunt nodig is.
Drie migratiegolven
Dat het bestuur over Kaliningrad complex is, wordt versterkt door een gebrek aan Russische geschiedenis. Kaliningrad is een jonge sociaal-culturele constructie.
Geografisch komende de voorouders van de burgers in het Kaliningrad van heinde en verre: van Pskov tot het Verre Oosten in Rusland, van het Volgagebied tot Donetsk en Odessa in het huidige Oekraïne. Bij de laatste volkstelling van 2010 noemde 86,4 procent zich Russisch, 3,7 procent zich Oekraïens en 3,6 procent zich Wit-Russisch. Slechts 0,8 procent zei zichzelf als Duits te zien.
Kerncijfers*
Inwonertal provincie: 986.000
Inwoners Kaliningrad: 467.000
Gepensioneerden: 267.000
Beroepsbevolking: 499.000
Inkomen per maand: 30.000 roebel
Werkloosheid: 6,0%
Bruto regionaal product: - 7,6%
Trend landbouwsector: - 4,7%
Investeringsklimaat: -13,1%
Ontwikkeling koopkracht: - 1,4%
Inflatie in 2016: + 4,7%
*Sommige cijfers hebben betrekking op 2015, andere op 2016.
De geschiedenis van een kleine 99 procent van de huidige bewoners begint dus in 1945, het laatste oorlogsjaar dat ook voor de nieuwe bewoners een Stunde Null was. Deze volksverhuizing van Rusland naar Kaliningrad voltrok zich in drie golven. De eerste immigratiestroom was het massaalst.
Nadat de oorspronkelijke Duitse bewoners na de capitulatie van het Derde Rijk waren gedood, gevlucht of verdreven – de laatste 25.000 na een oekaze van partijleider Jozef Stalin – werd het district bevolkt door Sovjetburgers uit alle delen van Rusland. Tot begin jaren vijftig trokken militairen met hun gezinnen naar de Baltische kust, gevolgd door kolchoz-boeren die er tewerk werden gesteld op de verlaten landerijen.
Na deze eerste migratiegolf bleef het een decennium stil. De regering in Moskou kon eigenlijk niet geloven dat het op Duitsland veroverde gebied voorgoed in handen van de Sovjet-Unie zou blijven.
De Sovjetleiding ging tot eind jaren vijftig uit van een tijdelijke bezetting. Pas toen secretaris-generaal Nikita Chroesjtsjov in 1956 de stad bezocht, drong het besef door dat Oost-Pruisen niet meer zou worden opgeëist door het naoorlogse Duitsland. De sovjetvesting Kaliningrad moest zich vervolgens omvormen tot een meer civiele sovjetstad. De tweede golf landverhuizers, die deze transformatie ter hand moest nemen, bestond daarom vooral uit bouwers en opvoeders: ingenieurs, architecten, vaklieden, onderwijzers, leraren en docenten. Ze moesten stad en platteland herbouwen conform de toen geldende sovjet-planologie. Het Königsberger Kasteel in het centrum van de stad werd bijvoorbeeld niet gerenoveerd maar in 1969 opgeblazen. Schloss en omgeving waren in 1944 door een Engels luchtbombardement beschadigd en verwoest. Het op die lege plek geplande Huis der Sovjets is nooit afgemaakt. Een staketsel dat oogt als een verwaarloosd gebit met twee verrotte slagtanden is tot vandaag het symbool van deze Brezjnev-tijd.
Na de ontmanteling van de Sovjet-Unie in 1991 diende zich een derde golf aan. Sommige van de 25 miljoen Russen die toen buiten Rusland in een nieuwe onafhankelijke ex-sovjetstaat kwamen te wonen – en zich er niet bij konden neerleggen dat ze ineens tot een minderheidsgroep werden gerekend – zochten hun toevlucht in het district-Kaliningrad. Die golf is nog niet gestopt. Sinds de regering van president Vladimir Poetin de exclave tussen Litouwen en Polen is gaan beschouwen als een militaire voorpost midden in NAVO- en EU-gebied is er ook weer een stroom militairen naar Kaliningrad op gang gekomen.
Deze ‘militarisering’ is kwantitatief overigens niet te vergelijken met die uit de Koude Oorlog. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog woonden er volgens Anatoli Bachtin, hoofdarchivaris van het regionale staatsarchief in Kaliningrad, circa 250.000 militairen (inclusief hun vrouwen en kinderen) in het district. ‘Toen reden er in Kaliningrad meer tanks rond dan personenauto’s in de hele sovjetrepubliek Litouwen,’ herinnert Bachtin (70) zich uit zijn studentenjaren. Nu is het militaire deel der samenleving circa drie keer kleiner. Volgens het Poolse onderzoeksinstituut OSW in Warschau zijn er ongeveer 25.000 soldaten gelegerd. Met hun gezinnen komt dat neer op 75.000 mensen die iets met de krijgsmacht van doen hebben.
Oorlogsmonument, speciaal voor Duitsers, in Sovjetsk (Tilsit). Foto Hubert Smeets
Alle Duitsers zijn fascisten
Kortom, geen gezin heeft een verleden in de regio van meer dan twee á drie generaties. Bovendien is het verloop binnen de migratiegolven altijd groot geweest. Volgens Anatoli Bachtin hebben immigratie en emigratie elkaar in de eerste decennia van de hervestiging in evenwicht gehouden. Circa een miljoen mensen kwam indertijd, ongeveer een miljoen is inmiddels ook weer vertrokken. Van de eerste golf tussen 1945 en 1950 is volgens hem maar 80 procent in het district Kaliningrad gebleven.
Anatoli Bachtin is geboren in de stad. Zijn ouders kwamen uit Chabarovsk en arriveerden via Kazan in 1949 in de stad. Als echte Kaliningrader hoort de archivaris tot een minderheid: nog steeds zijn de meeste inwoners elders geboren. ‘Mijn ouders kwamen in een echelon met 100 gezinnen. Daarvan zijn er maar 3 overgebleven’.
Die golfbeweging heeft gevolgen gehad voor de mentaliteit van de bewoners, aldus Bachtin. ‘In Rusland zijn de mensen anders, wellevender ook dan bij ons. In Rusland kennen veel mensen elkaar generatie op generatie. Hier in de Stad K zijn we harder, omdat we elkaar niet zo goed kennen,’ zegt Bachtin.
De zeven decennia jonge geschiedenis van de Russen in Kaliningrad staat haaks op de zeven eeuwen lange geschiedenis van het gebied zelf. Op een zeer korte periode in de achttiende eeuw was Königsberg van de Teutoonse Orde respectievelijk Pruisen en daarna het Duitse Rijk. Toen het in 1945 door het Rode Leger werd veroverd, was het gebied doordesemd met die Noord-Duitse cultuur. Landbouw, industrie en handel werden gekenmerkt door een protestantse ethiek en een horizontale hiërarchie. Het lutheranisme domineerde de religieuze sfeer. En de intelligentsia liet zich voorstaan op de filosoof Immanuel Kant, de beroemdste inwoner van Königsberg.
De nieuwe Russische bewoners en machthebbers wilden deze erflaters na 1945 zoveel mogelijk uitwissen. De staatsorganen van de Duitsers bleven intact. In het vroegere gebouw van de Gestapo huist nu de FSB. Maar veel vestingsteden, Schlösser en andere monumentale gebouwen werden langzaam onttakeld, omdat de bakstenen van veel hogere kwaliteit waren dan het sovjetspul en dus op de (zwarte) markt veel opleverden. Lutheraanse kerken werden opslagplaatsen of, in het gunstigste geval, bioscopen. En de namen van steden en dorpen werden ont-duitst met nieuwe namen uit de politieke sovjetatlas. Tilsit aan de Memel werd Sovjetsk, Tapiau werd Gvardejsk, Cranz werd Zelenogradsk, Insterburg werd Tsjernjachovsk, Gumbinnen werd Goesev. En Königsberg ging Kaliningrad heten, hoewel Michail Kalinin (1870-1946), een trouwe metgezel van Jozef Stalin, niets met de stad te maken had gehad.
Bijna veertig jaar lang bleef dat zo. Kaliningrad moest een soort anti-Königsberg worden. Het beheer van het erfgoed was navenant. Plunderen was bepaald geen uitzondering. ‘Haat tegen de Duitsers was de norm. Duitsers waren fascisten en fascisten mocht je kapot maken,’ herinnert kunstenaar/fotograaf Joeri Pavlov zich. Hij is zelf ook een migrant. Geboren in 1958 in Odessa (Oekraïne) kwam hij als klein kind naar Kaliningrad, een stad die wegens de militair-strategische ligging ‘gesloten’ was voor buitenstaanders en buitenlanders. Met de perestrojka en de glasnost veranderde dit alles. ‘De afgelopen 35 jaar was voor mij daarom een omwenteling,’ vertelt Pavlov. ‘In 1989 kwamen we ineens in een andere wereld terecht, in een andere tijd. Ik ben sindsdien een patriot geworden, patriot van de stad K’.
Bejaarden aan de oever van de Memel, woonachtig in een soort niemandsland tussen Rusland en Litouwen. Foto Hubert Smeets
Alleen Kant staat overeind
Maar het zelfbeeld van de Kaliningraders is desondanks wankel gebleven. Volgens filosoof Aleksandr Sologoebov, geboren in Goesev (Gumbinnen), speelt dit probleem al sinds eind jaren veertig.
Sologoebov onderzoekt de kranten door alle decennia heen. Steeds komt hij die ene vraag tegen, schrijft hij in een beschouwing ‘Identiteit in micro-Rusland’ voor de plaatselijke onafhankelijke website Pregel Info. ‘Wie zijn zij? Gewoon geteisem zonder wortels, dat om verschillende redenen naar dit deel van het land is overgebracht? Of heeft het gebied ook een eigen traditie en culturele gemeenschap?’
Die onzekerheid is nog versterkt door het feit dat de status van Kaliningrad decennia lang onzeker is geweest. Zelfs het verdrag tussen de Sovjet-Unie en West-Duitsland uit 1970, waarin beide staten elkaars grenzen erkenden, maakte daar geen eind aan. In de jaren negentig dook de term ‘re-germanisering’ op. Het kon van alles betekenen: variërend van het idee dat Duitse boeren zouden terugkeren en het land zouden opkopen tot de suggestie dat Kaliningrad deel zou worden van de Bondsrepubliek.
Nog tijdens het begin van het presidentschap van Vladimir Poetin dook een mogelijke terugkeer van Duitsland op. Omdat er ook een immigratiestroom uit verschillende voormalige Sovjetrepublieken op gang was gekomen, voelden veel geboren en getogen Kaliningrader zich na 1991 gemangeld tussen het hun onbekende Duitse verleden en een bedreigend eigen Russisch heden.
Wat staat er aan positieve identiteit tegenover? Volgens Aleksandr Sologoebov het verlangen naar een aparte status: variërend van een soort Macao (vrije economische zone) tot een orthodoxe voorpost die de NAVO het hoofd kan bieden. Minder verheven trefwoorden in de zoektocht naar een eigen identiteit zijn: barnsteen, open zeehaven, visserij, strandtoerisme en Immanuel Kant. Dat 80 procent van alle barnsteen in Kaliningrad te vinden is, weet elke bewoner. De Duitse filosoof roept vergelijkbare trots op. De plaatselijke staatsuniversiteit is in 2005 herdoopt in Kant Universiteit.
Maar is dat genoeg? ‘Anders dan in andere regio’s van Rusland voltrekt het proces van regionale geschiedschrijving en symboliek zich hier in een vreemde omgeving, onder een vreemde culturele invloed en uiteindelijk ook nog eens onder eigentijdse geopolitieke condities,’ aldus Aleksander Sologoebov.
Zo beschouwd is Kaliningrad nog steeds een oorlogstrofee.
Bekende K-landers
Königsberg/Kaliningrad
Georg Friedrich von Kleist, generaal (1707–1765)
Immanuel Kant, filosoof (1724-1804)
Johann Hamann, filosoof (1730-1788)
E.T.A. Hoffmann, schrijver (1776-1822)
Käthe Kollwitz, beeldend kunstenaar (1867-1945)
Otto Braun, laatste sociaaldemocratische premier Pruisen (1872-1955)
Marion Dönhoff, journalist (1909-2002)
Heinrich August Winkler, historicus (1938)
Ljoedmilla Skrebnjeva, voorheen Poetina, (1958)
Oleg Kasjin, journalist (1980)
Tilsit
Johannes Bobrowski, schrijver (1917–1965)
Joachim Krauledat alias John Kay, rockmuzikant Steppenwolf (1944)
Cranz
Beate Uhse, oprichter sekswinkels (1919–2001).