Russische oppositie staat er nog slechter voor dan in 2022

De Russische oppositie staat er vandaag nog slechter voor dan in 2022. Andrej Archangelski schrijft over het totale gebrek aan verbinding tussen verschillende oppositiegroepen, en over de grote moeite die Russen hebben om de oorlog tegen Oekraïne met de juiste woorden te beschrijven.

Vladimir Kara-Moerza en Joelia Navalnaja bij een protestmars in Berlijn, 17 november 2024. Foto: Filip Singer / ANP / EPA

De middelen raken op, de bondgenoten zijn ver te zoeken: de Russische oppositie dreigt in 2025 tussen wal en schip te raken.

Afgelopen maand haalde de Russische oppositie maar één keer het nieuws. Dat was toen Vladimir Kara-Moerza, politicus en voormalig politiek gevangene, een toespraak hield voor het Franse parlement. Daarbij citeerde hij een collega-mensenrechtenactivist, die had geopperd dat het Russische Ministerie van Defensie zo veel vertegenwoordigers van etnische minderheden rekruteert, mede ‘omdat het Ministerie zou denken dat het voor etnische Russen psychologisch moeilijker zou zijn om Oekraïeners te doden.’ Die uitspraak werd door velen, ook binnen de multinationale Russische oppositie, gezien als een ‘vertoon van koloniale en imperiale retoriek.' In reactie zette Kara-Moerza de tekst van zijn toespraak online. Een discussie over woordkeus en interpretatie volgde.

Journalist en cultureel columnist
Andrej Archangelski is journalist, columnist en cultuurcriticus, gespecialiseerd in Russische media.

Hoe dan ook waren de woorden van Kara-Moerza ongelukkig gekozen. Maar ik wil het hier over het grotere plaatje hebben, want dit is bepaald niet de eerste keer dat een slecht gekozen opmerking leidt tot een schandaal omtrent de Russische oppositie. Hetzelfde gebeurde in augustus vorig jaar, toen Russische politieke gevangenen vlak na hun vrijlating verklaarden dat de Westerse sancties tegen Rusland ‘onrechtvaardig en contraproductief’ waren, omdat ze ‘niet tegen Poetin, maar tegen alle Russische burgers waren gericht’. Joelia Navalnaja vermijdt in haar toespraken überhaupt het onderwerp Oekraïne (overigens waren er op de laatste oppositie-actie in Berlijn van 1 maart wel andere sprekers, zoals Ilja Jasjin, die hun steun aan Oekraïne betuigden). Veel oppositieleden zijn bang om iets verkeerds te zeggen en houden dus maar helemaal hun mond.

Juiste woorden

Waarom loopt de zoektocht naar de juiste woorden steeds op niets uit? Ten eerste zijn Russische oppositiepolitici traditioneel niet in staat om zich te verontschuldigen voor hun fouten. En hoewel het grootste deel van de oppositie Oekraïne steunt in de strijd tegen de Russische agressie, is er binnen de Russische oppositie tot op heden weinig kennis van de Oekraïense cultuur en geschiedenis. Is dat imperialisme? Misschien eerder een soort Moskou-centrisme. Het idee zelf in het middelpunt van de wereld te staan, met een daarbij horend gebrek aan interesse in de rest van die wereld.

Als een soort Freudiaanse versprekingen geven de uitspraken van Russische oppositiepolitici weg dat ze naarstig zoeken naar rationele verklaringen voor de nachtmerrie die nu al ruim drie jaar duurt. Vorig jaar was het zogenaamde ‘economische argument’ populair: alleen uit armoede zouden de Russen naar het front vertrekken. Inwoners van achterstandsgebieden krijgen voor hun dienstcontract meer betaald dan ze ooit zouden kunnen verdienen met vreedzaam werk. Volgens generaal Syrski, opperbevelhebber van het Oekraïense leger, zou Rusland maandelijks veertigduizend contractsoldaten werven. Toch is het economische argument niet overtuigend. Er bestaat nog altijd een verschil tussen zwaar werk en armoede aan de ene kant, en de bereidheid om te doden en zelf gedood te worden aan de andere kant.

Waarom loopt de zoektocht naar de juiste woorden steeds op niets uit?

Sinds de herverkiezing van Trump probeert de Russische oppositie een deel van de verantwoordelijkheid voor de oorlog op hem af te schuiven. ‘Trump onderhandelt met Poetin, de democratische wereld schudt op haar grondvesten… Wat valt er nu dan nog van ons te verwachten?’ Maar ook die redenering gaat mank. Russische burgers en oppositieleden mogen geen ‘objectieve’ toeschouwers van de oorlog worden. We moeten in gesprek gaan over de politieke verantwoordelijkheid van ons land, en over het kwaad dat we werkelijkheid hebben laten worden.

Achter het onvermogen van de Russische oppositie schuilen twee fundamentele problemen. Ten eerste heeft de oppositie geen duidelijke morele principes, en ten tweede een gebrek aan collectieve organisatie. Die twee onderling verwante zaken zijn van cruciaal belang om weerstand te kunnen bieden aan een dictatoriaal regime. Overeenstemming over morele waarden is noodzakelijk om politiek te kunnen handelen, om morele verontwaardiging om te zetten in actie. En zonder collectieve actie wordt morele verontwaardiging niet omgezet tot politiek, maar tot een vorm van martelaarschap.

In de afgelopen drie oorlogsjaren hebben Russische emigranten hun morele positie niet eenduidig geformuleerd. Het nieuwe emigrantenbestaan viel hen zwaar, sommigen raakten de oorlog moe. Verwarring en apathie heersten. Er is geen gemeenschappelijk standpunt ontwikkeld, geen ruimte geweest voor een brede discussie over vragen als: 'Wie zijn wij, en voor welk Rusland staan we?’

De Russische diaspora

Als de Russische oppositie geen invloed uit kan oefenen op de wereldpolitiek, en een dialoog met Oekraïne voorlopig niet mogelijk is, moet de oppositie dan misschien haar focus verleggen naar de Russische diaspora? De diaspora is groot, volgens schattingen tussen de 500.000 en 1 miljoen mensen. Maar die omvang is ook problematisch. Zo is er niet één gedeeld nieuwsmedium waar de oppositie haar krachten kan bundelen. Het leek er even op dat tv-kanaal ‘Dozjd’ (dat werkt vanuit Amsterdam) die rol zou kunnen vervullen. Maar tot op heden bevindt het merendeel van de ‘Dozjd’-kijkers zich in Rusland, en daarom richt het kanaal zich voornamelijk op zaken die binnen Rusland spelen (met een kritische blik - dat wel). In Europa werken inmiddels meerdere uit Rusland vertrokken journalisten aan grote onderzoeksprojecten. Ze schrijven bijvoorbeeld over Russische gevangenissen en strafkampen, ook wel ‘de nieuwe Goelag’ genoemd. Maar hun invloed blijft beperkt tot lokaal niveau. Ook op sociale media lukt het de Russische diaspora niet om zich te verenigen. Integendeel: mensen raken er alleen maar verder verdeeld.

Russische mediapersoonlijkheden die het land verlaten hebben, zetten momenteel vooral in op individueel succes. Ze laten zich leiden door algoritmes en abonneecijfers. Op YouTube gelden de wetten van de showbizz: wie een groot publiek wil, moet het vooral over leuke dingen hebben. En omdat ook het merendeel van de YouTube-kijkers in Rusland zit, verkondigen de YouTube-sterren ideeën die bij dat publiek goed vallen. ‘Dit is Poetins oorlog, niet die van de Russen.’ ‘Het zit nu even tegen, maar dat neemt niet weg dat we goede mensen zijn’. ‘We moeten alleen deze donkere periode doorkomen. Als Poetin eenmaal weg is, komt alles weer goed.’ Maar hoe lang gaat die periode nog duren? Tien, twintig jaar? Dat kun je geen strategie noemen, geen echt plan.

Feitelijk biedt de oppositie een soort psychotherapie aan

Bovendien zijn vooraanstaande oppositieleden er de afgelopen drie jaar behoorlijk bedreven in geworden om het vooral niet over Oekraïne te hebben. Ook hier speelt de vrees het publiek tegen de haren in te strijken. Daarmee is er dus helemaal geen sprake van politiek of open discussie. Het is gewoon showbusiness. Er worden geen politieke overtuigingen gevormd, de democratie wordt niet versterkt. Feitelijk biedt de oppositie een soort psychotherapie aan. Mensen worden gerustgesteld en bevestigd in hun denken. En zo wordt miljoenen mensen de kans ontnomen op een belangrijk gesprek over zaken die er echt toe doen. Het resultaat: de waarheid blijft onder tafel.

Laat ik een suggestie doen waar het gesprek in Rusland wél over zou moeten gaan. ‘Waarom waren er geen goede verdedigingsmechanismen in de maatschappij? Waarom heeft het gezond verstand het verloren van een archaïsch instinct? Waarom vinden de Russen juist betekenis in oorlog? Hoe kunnen Russen die de oorlog steunen op andere gedachten worden gebracht?’ We moeten accepteren dat de huidige situatie het gevolg is van een soort autoritair persoonlijkheidstype (zoals beschreven door Adorno). Met die zware erfenis zullen we het moeten doen. We moeten met onszelf leren leven - maar het verleden niet vergoelijken.

En waarom hebben Russische oppositiepolitici nooit een gemeenschappelijke verklaring gepubliceerd om de aanvallen op Oekraïense steden te veroordelen, en medeleven aan slachtoffers te betuigen? Michail Chodorkovski heeft meermaals iets van die strekking op zijn persoonlijke blog gezet. Ook Garri Kasparov gaf recent een dergelijk statement: ‘Met iedere Russische aanval op Oekraïne stort de schandalige leugen van “Poetins oorlog” een stukje verder in. Dit is niet alleen Poetins oorlog. Het is Ruslands oorlog.’ Maar de oppositie doet niet aan gemeenschappelijke statements. Kasparovs standpunt is een persoonlijke mening, die niet erg populair is binnen de Russische emigré-gemeenschap. Over de strafprocessen in Belarus en de protestacties in Georgië wordt door de oppositie al helemaal niet gesproken.

Cultuur als verzet

Russische schrijvers en intellectuelen lijken een veel sterkere politieke intuïtie te hebben. De schrijver Michail Sjisjkin, bijvoorbeeld, las begin april op een emigré-boekenbeurs in Berlijn een manifest voor over de collectieve Russische verantwoordelijkheid voor de oorlog. Historisch gezien is er in Rusland een belangrijke rol weggelegd voor cultuur. De komende jaren kan cultuur, net als in de 20e eeuw, opnieuw een belangrijke bron van moreel verzet worden. Als het Poetinisme zich niet snel laat uitdrijven, moet een intellectuele en culturele basis worden gelegd voor een protestbeweging van de lange adem, voor een marathon van verzet. Op de boekenbeurs eerder deze maand werd gezegd: ‘Als je het over Russische cultuur wil hebben, moet het ook over de catastrofe gaan’. Maar hoewel een groot deel van de Russische oppositiepolitici in Berlijn woont, liet geen van hen zich zien op de boekenbeurs. De enige uitzondering was Oleg Orlov, directeur van mensenrechtenorganisatie Memorial. Die afwezigheid getuigt van een gebrek aan persoonlijke interesse in de achterban.

De komende jaren kan cultuur, net als in de 20e eeuw, opnieuw een belangrijke bron van moreel verzet worden

Op de boekenbeurs sprak ik met twee echtparen die uit Rusland zijn geëmigreerd. Het ene echtpaar kwam uit Tsjeljabinsk, het andere uit Moskou. Beide stellen waren al voor de oorlog vertrokken. En ondanks dat ze het financieel niet makkelijk hadden, zagen ze het als hun plicht om vrijwilligerswerk te doen en bijvoorbeeld ondersteuning te bieden aan Oekraïense kinderen en gezinnen. Een andere Russische bekende die al twintig jaar in Berlijn woont, helpt om demonstraties voor steun aan Oekraïne te organiseren. Ik ken honderden mensen die op die manier actief zijn. Op persoonlijk niveau is er zo steeds meer contact met Oekraïeners, hoewel dat publiekelijk niet wordt uitgesproken. Ik denk dus niet dat Russische emigranten na drie jaar onverschillig zijn geworden over de oorlog. Maar deze mensen voelen zich op geen enkele manier politiek verenigd. Zelfs in het buitenland vormen de Russen meer een groep van dissidenten dan een gemeenschap van politieke burgers. 

Slechter dan in 2022

De toekomst van de Russische oppositie is momenteel onduidelijk. Trump en zijn regering doen het laatste restje moreel besef onder kritische Russen snel slinken. Het is verbazingwekkend hoe Trump in twee maanden geen enkele invloed op Poetin uit heeft kunnen oefenen, maar het wel voor elkaar heeft gekregen om kapot te maken wat nog enigszins werkte. Trumps regering heeft de laatste eilandjes van vrijheid verwoest (bijvoorbeeld met het besluit om de financiering van Radio Free Europe en Voice of America stop te zetten, al lijkt de rechter een stokje te steken voor de sluiting van die laatste). En daar houdt het niet mee op. Onlangs sprak ik met activisten die helpen om critici die in Rusland strafrechtelijk worden vervolgd het land uit te krijgen. Hun werk werd mogelijk gemaakt door Amerikaanse steun, die inmiddels volledig is opgeschort. Nu vragen de activisten financiering aan bij Europese instanties, maar die zeggen vooral geïnteresseerd te zijn in manieren om ‘Rusland te beïnvloeden’. Het komt erop neer dat wie vanuit Rusland zelf tegen het regime vecht, in de steek wordt gelaten.

Met iedere Russische raketaanval wordt de kloof tussen Oekraïeners en Russen breder. Veel Oekraïeners vinden dat de enige ‘goede Rus’ een Rus is die letterlijk de wapens opneemt tegen Poetin. Tegelijkertijd bestaat het Russische Vrijwilligerskorps (RDK), dat aan de kant van Oekraïne vecht, grotendeels uit Russische extreemrechtse nationalisten (zoals Michael Colborne van onderzoekscollectief Bellingcat onlangs formuleerde). Het RDK lijkt zich bepaald niet solidair te voelen met de Russische oppositie. Op de protestmars in Berlijn afgelopen maart liep het RDK in een eigen, afgezonderde kolonne mee. 

Al met al staat de Russische oppositie er nog slechter voor dan in 2022. Drie jaar geleden functioneerde de eerste afwijzende reactie op de oorlog tenminste nog als een verbindende factor. In 2025 daarentegen heeft de oppositie geen overtuigend verhaal, een gebrek aan financiële middelen, en een snel slinkend aantal bondgenoten.

Help ons om RAAM voort te zetten

Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.

Vertaald uit het Russisch door Sophie Polm

Publish the Menu module to "offcanvas" position. Here you can publish other modules as well.
Learn More.