‘Naalden onder je vingernagels, dat is daar de dagelijkse praktijk.’ In Brussel vond onlangs de eerste officiële ontmoeting plaats tussen Russische oppositieleden en voormalige Oekraïense krijgsgevangenen. Het is van cruciaal belang voor de toekomst van Rusland dat de Russische samenleving zijn eigen misdaden onder ogen ziet, schrijft Andrej Archangelski.
Oekraïense krijgsgevangenen vieren hun vrijlating in een gevangenenruil op 9 juni 2025. Foto: Ukrainian Presidential Press Service / ANP / EPA
De Russische oppositiebeweging organiseert jaarlijks tientallen conferenties in Europa. Soms is het lastig om die vele bijeenkomsten uit elkaar te houden. Eind mei hield het Russische Anti-Oorlogs Comité, dat werd opgericht in februari 2022 en waarvan onder andere Michail Chodorkovski lid is, een conferentie in Brussel die zich ten minste om één reden onderscheidde van de rest: voor het eerst vond er een ontmoeting plaats tussen Russische oppositieleden en voormalige Oekraïense krijgsgevangenen. In het kader van hun aanwezigheid werden ook speciale hoorzittingen gehouden in het Europees Parlement.
De discussie was een initiatief van Anastasia Sjevtsjenko (1979), een Russische journaliste en politica. Sjevtsjenko is coördinator van een project dat steun biedt aan Oekraïense krijgsgevangenen. Ze was de eerste persoon die in de Russische Federatie strafrechtelijk vervolgd werd vanwege ‘deelname aan een ongewenste organisatie op Russisch grondgebied’ (het hedendaagse equivalent van de Stalinistische term ‘vijand van het volk’). Ze stond twee jaar onder huisarrest, van 2019 tot 2021. Toen veroordeelde de rechter in Rostov aan de Don Sjevtsjenko tot vier jaar voorwaardelijke gevangenisstraf, wat later werd verlaagd naar drie jaar. In augustus 2022 verliet Sjevtsjenko Rusland en verhuisde ze met haar kinderen naar Vilnius. Kort na haar vertrek werd haar straf omgezet naar drie jaar cel in een strafkamp.
Inmiddels richt Sjevtsjenko zich dus op het helpen van Oekraïense krijgsgevangenen. Aan het begin van de conferentie werd een documentaire over haar werk, Golos iz plena (‘Stem vanuit krijgsgevangenschap’), vertoond. Sjevtsjenko hielp Oekraïense krijgsgevangenen in Rusland contact te krijgen met hun familieleden in Oekraïne. ‘Krijgsgevangenen hebben recht op een kort telefoongesprek met familie,’ vertelt Sjevtsjenko. ‘In zo’n strafkamp staat een telefooncel, maar vanuit die cel kun je alleen naar Russische nummers bellen. Ik heb een Russische simkaart. De Oekraïense krijgsgevangene belt mijn nummer. Ik leg mijn mobiel dan tegen een tweede, Oekraïense telefoon aan. Zo worden er bijna iedere ochtend vanuit mijn handtas gesprekken gevoerd tussen krijgsgevangenen en hun familieleden.’ Sinds 2025 mag er niet meer worden gebeld vanuit de Russische strafkampen, en mogen ze alleen nog per brief contact hebben met de buitenwereld. Sjevtsjenko bezoekt ook Russische krijgsgevangenen in Oekraïne.
Ontmoeting in Brussel
Er waren vier Oekraïense ex-krijgsgevangenen aanwezig op de conferentie: drie mariniers en een lid van de Azov-brigade. De Oekraïners vertelden over de martelingen die ze in gevangenschap hebben doorstaan en gaven antwoord op vragen uit de zaal. Hun verhalen waren schokkend. Veel aanwezigen huilden.
Volgens het internationaal oorlogsrecht mag medisch personeel niet tot krijgsgevangene worden gemaakt. Toch bracht Vladimir Laboezov, voormalig hoofd van de medische dienst van de 36e marine-eenheid van het Oekraïense leger, tien maanden in de gevangenis door. Laboezov vertelde waar de krijgsgevangenen in het Russische kamp Taganrog op moesten zien te overleven. ‘Een restje tarwepap met wat tot moes gekookte aardappel. Een hond eet nog beter.’
In Rusland mogen vertegenwoordigers van internationale organisaties geen contact hebben met krijgsgevangenen (in Oekraïne is dat wel het geval). Alleen vertegenwoordigers van het plaatselijke Russische Rode Kruis mogen de gevangenen bezoeken. Volgens een andere voormalige krijgsgevangene op de conferentie, militair bij de 36e marine-eenheid Vladislav Gatsoen, negeerden de medewerkers van het Russische Rode Kruis indicaties van marteling. Terwijl ze de mishandelde krijgsgevangenen onderzochten, stelden de functionarissen dat dit toch ‘stevige kerels’ waren en dat het dus ‘allemaal wel mee zou vallen’. ‘Naalden onder je nagels, dat is nog het minste wat je daar te verduren krijgt. Je komt een kamertje binnen voor verhoor. Op tafel ligt een hele rij instrumenten klaar, met daarnaast een fles water om je weer bij te brengen als je van je stokje gaat. Zo doen ze dat. En dan noemen ze óns fascisten. Onbegrijpelijk.’
'Als Oekraïne grondgebied opgeeft, stuurt Poetin zijn mensen wel weer om een andere reden de dood in'
Jevgeni Malik, junior-sergeant bij de 36e marine-eenheid van het Oekraïense leger, bracht tweeënhalf jaar in krijgsgevangenschap door. Volgens hem worden tegen de Oekraïense krijgsgevangenen ‘dezelfde drukmiddelen ingezet die ze nu ook gebruiken bij Russische soldaten die weigeren Oekraïense stellingen aan te vallen.’ Hij vertelde dat de gevangenen drie jaar moesten doen met één set kleding. En omdat ze geen scherpe voorwerpen mochten hebben, konden ze ook hun nagels niet knippen. De administratie raadde de gevangenen aan om hun nagels maar af te bijten. Volgens de Geneefse Conventies hebben krijgsgevangenen recht op telefoontjes en post van familie. Maar in een periode van tweeënhalf jaar kreeg Malik slechts twee brieven van thuis te zien.
Dan was er de militair van de Azov-brigade. Eén been kwijtgeraakt in de oorlog, spreekt onder de codenaam: ‘Wikipedia’. Hij kreeg de vraag waarom hij bereid was om op de conferentie in gesprek te gaan met Russische aanwezigen. ‘De mensen die ons gevangen hielden waren niet allemaal hetzelfde. Er waren er ook bij voor wie ik persoonlijk in de rechtbank in hun voordeel zou getuigen. Het heeft me ervan overtuigd dat nog niet alles verloren is. Ik ben hier om hen te bedanken.’ Om die reden was hij ook bereid in gesprek te gaan met kritisch denkende Russen. ‘Mijn standpunt is dat een Rus schuldig is totdat hij actief het tegendeel heeft bewezen. De wereld heeft het morele recht niet om toe te staan dat Oekraïne zijn grondgebied verliest. Dat zou ook helemaal niet gunstig zijn voor de Russische bevolking. Als Oekraïne grondgebied opgeeft, stuurt Poetin zijn mensen wel weer om een andere reden de dood in.’
Gevangenenruil
In de week van 9 juni 2025 vindt er opnieuw een gevangenenruil plaats. Rusland en Oekraïne wisselen met name gewonden uit, en mensen van jonger dan 25 jaar. Naar verluidt laten beide kanten in totaal 1.200 mensen vrij. Daarnaast zouden de twee landen ook de lichamen van duizenden gesneuvelde soldaten uitruilen.
Bewijs van marteling verdoezeld
In een VN-rapport uit 2024 staat dat 95% van de vrijgekomen Oekraïense krijgsgevangenen ‘systematische’ marteling had ondergaan. Gevangenen noemden mishandeling, toediening van elektroshocks, verstikking, seksueel geweld, schijnexecuties, langdurig pijnlijke houdingen moeten aannemen, en slaapdeprivatie. Volgens een publicatie van Associated Press (AP), gebaseerd op informatie van mensenrechtenorganisaties, de VN, en Oekraïense ambtenaren, zijn sinds het begin van de grootschalige invasie meer dan tweehonderd Oekraïense krijgsgevangenen omgekomen in Russische gevangenissen.
Ook vertellen bronnen aan AP dat de repatriatie van misvormde en ontbindende lichamen erop wijst dat wordt getracht de vermeende foltering, ondervoeding, en gebrekkige medische hulp in tientallen gevangenissen in Rusland en bezet Oekraïne te verdoezelen. In het artikel wordt de Oekraïense medisch rechtbankdeskundige Inna Padej opgevoerd. Padej voerde autopsie uit op tientallen lichamen van omgekomen krijgsgevangenen. Een van de lichamen had een breuk ter grootte van een amandel aan de rechterkant van de schedel. Volgens Padej duidt het erop dat de soldaat werd geslagen met een stomp voorwerp, mogelijk zo krachtig dat hij onmiddellijk of binnen zeer korte tijd overleed. ‘Zulk trauma is niet altijd de primaire doodsoorzaak, maar het duidt zeker op het gebruik van geweld en marteling tegen deze gevangenen’, aldus de deskundige.
In februari 2025 repatrieerden de Russische autoriteiten het lichaam van de in krijgsgevangenschap gestorven Oekraïense journaliste Viktoria Rosjtsjina. Journalisten uit verschillende landen publiceerden samen een onderzoek over Rosjtsjina’s dood. Een bron die betrokken was bij het strafrechtelijk onderzoek vertelt: ‘Verschillende organen waren uit het lichaam verwijderd: de oogbollen, hersenen, en een deel van het strottenhoofd. Ook was het tongbeen gebroken’. Volgens een bron van onderzoeksplatform Vazhnye Istorii werden Rosjtsjina’s organen opzettelijk verwijderd om bewijs van gewelddadige marteling voorafgaand aan haar dood te vernietigen.
Portret van Viktoria Rosjtsjna bij een herdenking voor omgekomen Oekraïners. Foto: Anatolii Stepanov / ANP / AFP
Kalmte of cynisme?
Tegelijkertijd met de conferentie van het Anti-Oorlogs Comité in Brussel werden ook andere bijeenkomsten georganiseerd door de Russische oppositiebeweging. Zo werd op 27 mei in Berlijn een project van mensenrechtenorganisatie Memorial, getiteld ‘100 dagen na Poetin’ gepresenteerd. Op de bijeenkomst besprak een team van juristen wat er moet gebeuren om het internationale recht te herstellen na de val van het huidige Russische regime. Tussen 9 en 11 mei organiseerde Joelija Navalaja een forum in Vilnius, met als centrale vraag hoe het ‘Rusland van de toekomst’ eruit zou moeten zien. Er werd onder andere gesproken over de hervorming van het leger en de geheime diensten na de val van Poetins regime. Een van de deelnemers, historicus Alexej Oevarov, prees de organisatie achteraf voor een ‘weloverwogen en gebalanceerde aanpak’.
Russische oppositieleden komen keer op keer met nieuwe technocratische oplossingen voor het Rusland van de toekomst, zonder rekening te houden met de morele toestand van de huidige Russische samenleving
Kalmte en rationaliteit zijn waardevolle menselijke kwaliteiten, absoluut. Maar als het over marteling gaat is de tijd van kalmte voorbij. Die kalme houding gaat steeds meer op cynisme lijken. Russische oppositieleden komen op conferenties en in werkgroepen keer op keer met nieuwe technocratische oplossingen voor het Rusland van de toekomst, zonder rekening te houden met de morele toestand van de huidige Russische samenleving, waar het onderscheid tussen goed en kwaad na drie jaar oorlog definitief is uitgevaagd. Het geloof dat met de goede wetgeving het totalitaire bewustzijn kan worden hervormd is niet nieuw. Dat was er ook in de jaren 1990, de tijd van de economische hervormingen in Rusland, en zelfs in de jaren 2000, bijvoorbeeld toen het politiesysteem werd hervormd en de ‘militie’ in 2011 officieel werd omgedoopt tot ‘politie’. Het loste het probleem van geweld binnen het systeem niet op. Integendeel: het geweld heeft een nieuw hoogtepunt bereikt. Marteling is in Rusland de norm geworden. De oorlog heeft het collectief bewustzijn van de Russen definitief gecorrumpeerd.
Op de conferentie van het Anti-Oorlogs Comité zei een van de voormalige krijgsgevangenen dat de marteling in de Russische gevangenis meer was dan plichtmatig routinewerk: ‘ze deden het met volle overgave’. Er zijn meerdere onderzoeken verschenen over marteling van burgers in de bezette gebieden. Die verhalen doen je de kou om het hart slaan.
De Russische samenleving moet het directe bewijs van deze misdaden onder ogen zien
Hoe is een samenleving als deze te genezen? Deze ervaringen verdwijnen niet zomaar in het luchtledige. Mijn punt is niet dat de hele Russische samenleving gezuiverd of gecontroleerd zou moeten worden. Maar de vreselijke waarheid moet koste wat kost onder ogen worden gezien. Marteling is zeker onderdeel van die waarheid. Er zal openlijk en uitgebreid over gesproken moeten worden. De Russische samenleving moet het directe bewijs van deze misdaden onder ogen zien en huiverend terugdeinzen. Het gesprek tussen de Oekraïense krijgsgevangenen en de Russische oppositieleden is een zwaar maar noodzakelijk voorbeeld van de catharsis die idealiter iedereen moet doormaken.
Filosofe Hannah Arendt schreef dat maar tien procent van de mensen in staat is om weerstand te bieden aan het totalitarisme. Dat vermogen staat los van rijkdom of opleiding, het is alleen afhankelijk van de mate waarin iemand bereid is de innerlijke dialoog met zichzelf aan te gaan. Alleen jij en je geweten. De ontmoeting met directe geweldslachtoffers in Brussel is een voorbeeld van hoe het moeizame collectieve gesprek in de Russische samenleving gevoerd kan worden. Dat betekent niet dat dergelijke ontmoetingen gelijk iets veranderen in het collectief bewustzijn: zo’n proces duurt decennia. Maar zonder deze bouwsteen kan het gesprek over een hervormde samenleving ‘na Poetin’ überhaupt niet gevoerd worden.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.
Vertaald uit het Russisch door Sophie Polm