In 2024 won Mstyslav Chernov als eerste Oekraïense regisseur een Oscar voor 20 Days in Mariupol. Nu toont hij met 2000 Meters to Andriivka de oorlog vanuit het perspectief van soldaten aan het front nabij Bachmoet. Dénis van Vliet sprak hem over zijn persoonlijke betrokkenheid, de risico’s van frontlijnjournalistiek en de ethische dilemma’s van het vastleggen van oorlog.
Journalist en regisseur Mstyslav Chernov. Foto: mstyslav.com
‘Waarschijnlijk ben ik de eerste regisseur op dit podium die zegt dat ik wou dat ik deze film nooit had gemaakt.’ Dat zei de Oekraïense journalist en regisseur Mstyslav Chernov (40) in 2024 toen hij in Los Angeles een Oscar in ontvangst nam voor 20 Days in Mariupol. De documentaire, gebaseerd op zijn eigen rauwe beelden uit het beleg van de stad, toonde hoe Russische troepen de Oekraïense stad aan het begin van de grootschalige invasie omsingelden en de bevolking onder vuur namen.
Terwijl die film wereldwijd lof oogstte, werkte Chernov aan 2000 Meters to Andriivka. Opnieuw vertelt hij het verhaal van de oorlog, maar nu vanuit het perspectief van de soldaten die in de zomer van 2023 streden om het strategisch gelegen dorp Andriivka ten zuiden van Bachmoet te bevrijden. Dit nog geen 100 zielen tellende dorp in het oosten van Oekraïne werd het decor van maandenlange gevechten.
Chernov trok met een Oekraïens bataljon mee door een smal, zwaarbevochten bos. Soldaten droegen helmcamera’s om hun eigen ervaringen vast te leggen, terwijl ook Chernov zelf aan het front filmde. Uit honderden uren materiaal construeerde hij een verhaal waarin bodycams, dronebeelden en traditionele opnames samenkomen tot een gelaagd perspectief van de frontlinie. Andriivka werd uiteindelijk bevrijd, maar de menselijke prijs was hoog; later zouden de Russen het totaal verwoeste dorp bovendien opnieuw innemen.
De film is een intens binnenuit-perspectief dat aanvoelt als een speelfilm: een tocht door een verwoest landschap waarin strijd, angst en kameraadschap samenkomen — en waarin soldaten beseffen dat de oorlog misschien nooit eindigt. Voor Chernov is het project persoonlijk: het speelt zich af op slechts twee uur rijden van zijn geboortestad Charkiv. De regisseur, die in Rusland op een hitlist staat vanwege zijn journalistieke verslaggeving, laat zich daags na de Nederlandse première op het IDFA-filmfestival in Amsterdam interviewen door RAAM.
De film is radicaal anders dan 20 Days in Mariupol. Was dat een bewuste keuze?
‘Ik herinner me het gevoel toen ik uit Marioepol kwam, daarna naar Boetsja, en vervolgens naar mijn geboortestad Charkiv ging. Het was verschrikkelijk. Oekraïne verloor grondgebied, mensen werden gedood en er werden oorlogsmisdaden gepleegd. Ik begon er alweer een film over te maken.
Maar tegelijkertijd zocht ik naar een tegengesteld verhaal: een verhaal over Oekraïners die geen slachtoffers meer zijn, die zeggenschap hebben over hun eigen lot en hun huis bevrijden. De zomer van 2023 leek daar perfect voor. Dit zou de grootste militaire operatie sinds de Tweede Wereldoorlog worden. Het Oekraïense leger had zich er lang op voorbereid.’
Toen de Oekraïense strijdkrachten in juni 2023 begonnen met de bevrijding van Andriivka, waren de verwachtingen in Oekraïne en het Westen van het tegenoffensief nog hooggespannen. Ook bij u?
‘Ja, ook ik had hoge verwachtingen. Het was heel belangrijk voor mij om daar te zijn. Ik was er vanaf het begin van de zomer, maar pas tegen het einde werd duidelijk dat de dingen niet goed gingen. Daardoor was het nóg belangrijker om de opoffering vast te leggen die onze soldaten brachten voor elke meter terreinwinst. Het is cruciaal om te weten welke prijs ons land betaalt voor vrijheid.’
'Het is cruciaal om te weten welke prijs ons land betaalt voor vrijheid'
In de film maakt een van de soldaten een grapje: ‘Waarom ben jij niet bewapend?’ Was dat een bewuste keuze?
‘Als journalist en filmmaker mogen we geen wapens hebben, en we willen het ook niet. Wij blijven journalisten.’
Chernov is een gerenommeerde Oekraïense journalist, filmmaker en oorlogscorrespondent. Zijn carrière begon in de fotografie en breidde zich uit naar documentaire en conflictverslaggeving. Hij werd bekend door zijn verslaggeving van de Majdanrevolutie en de daaropvolgende oorlog in Donbas, en verwierf internationale erkenning door zijn allereerste beelden van de door Rusland neergehaalde vlucht MH17 in 2014. Als freelancer voor Associated Press deed hij daarnaast verslag van oorlogen in Syrië, Irak, Libanon en andere landen.
U begaf zich voor 2000 Meters to Andriivka letterlijk tussen de soldaten aan het front. Zou u ook bereid zijn zulke risico's te nemen voor een film in een ander conflictgebied?
Chernov is even stil. ‘Dat is een heel goede vraag. Als Oekraïner voel ik natuurlijk de wens om iets goeds te doen voor mijn gemeenschap. Andriivka ligt op twee uur van waar ik ben opgegroeid – het is letterlijk mijn achtertuin. Voor mij voelt het documenteren van deze strijd als mijn plicht.
'Andriivka ligt op twee uur van waar ik ben opgegroeid - het is letterlijk mijn achtertuin'
Ik herinner me dat ik die zomer met mijn vriend en collega Evgeniy Maloletka sprak. Hij is oorlogsfotograaf en journalist, en we zijn samen door zes oorlogen gegaan. Hij hield me op een gegeven moment tegen en zei: “Mstyslav, ik denk dat we te ver gaan.” Ik ben hem daar echt dankbaar voor, want ik zag het op dat moment niet.
Het leek altijd alsof we steeds verder moesten pushen – het was een journalistieke plicht, een documentatieplicht, een burgerplicht. Hij drukte me op het hart dat we voorzichtiger moesten zijn. Dat heeft waarschijnlijk mijn leven gered. Als je thuis bent, in je eigen land, neem je grotere risico's. Dat zou je niet moeten doen.’
2000 Meters to Andriivka. Foto: mstyslav.com
Na de première uitten sommige bezoekers kritiek op de expliciete beelden van stervende soldaten. Hoe balanceert u waarheid tonen en respect voor de slachtoffers?
‘Je kunt het niet op gepaste wijze doen zonder mogelijk voyeuristisch te zijn, door die beelden te laten zien. Het zou voor mij juist onethisch zijn om in mijn woorden over hun strijd te spreken.
Wat mij in de overtuiging van deze aanpak sterkt, is wat gebeurde na de première in Oekraïne. Toen we de film aan de soldaten toonden, kwamen zij op het podium samen met de families van hen die hun leven verloren. Zevenhonderd mensen gaven hen een tien minuten durende staande ovatie. De families huilden omdat ze waardering voelden voor de opoffering.
Ze wilden echt dat mensen konden zien wat zij als frontsoldaten doormaken. Ze waarderen de trouwe weergave van hun pijn.’
Ik sprak ook Oekraïners die zeiden dat zij deze film niet konden zien omdat het het verhaal van hun zoon, hun buurjongen had kunnen zijn.
‘Ook dat begrijp ik volledig. Maar het is de werkelijkheid. Deze jongens zijn geen robotsoldaten of anonieme mensen. Ze zijn net als u en ik – zoals iemand die we op straat op de fiets zien. Ze zouden liever dat leven leiden.’
2000 Meters to Andriivka is in meer dan 20 landen in première gegaan. Merkt u verschillen in hoe deze landen aankijken tegen de oorlog in Oekraïne?
‘De reacties variëren, maar niet zozeer per land als wel naargelang de tijd. We hebben de film in januari 2025 voor het eerst laten zien, op het Sundance Festival in de Verenigde Staten. De eerste reacties gingen over de schok dat de slachtoffers niet slechts een getal zijn; het is bloed.
Maar met verloop van tijd, na mislukte onderhandelingen, begon een deel van het publiek te zeggen: “Misschien heeft het geen zin.” De film geeft daar nooit een antwoord op; het is eerder een spiegel voor het publiek, waarin het zijn eigen gevoelens over de oorlog op dat moment kan zien: de ene keer vol hoop op een goede afloop, de andere keer juist somber.'
Sommige recensenten beschrijven 2000 Meters to Andriivka als een anti-oorlogsfilm. Ziet u het zo?
‘Het is paradoxaal, en het blijft voor mij als regisseur en journalist moeilijk om hier een bevredigend antwoord op te geven. Het gaat om het evenwicht tussen het eren van de mannen die mijn huis verdedigen en hun opoffering, en het tegelijkertijd nooit verheerlijken van oorlog. Oorlog is de meest vreselijke en walgelijke zaak die de mensheid ooit is overkomen.
'Oorlog is de meest vreselijke en walgelijke zaak die de mensheid ooit is overkomen'
Het is mijn plicht als persoon die oorlog van dichtbij heeft gezien, om te zeggen dat we dit nergens mogen laten gebeuren. We maken geen propagandafilm. Dat was altijd het uitgangspunt. Het zou juist oneervol zijn om het heroïsch voor te stellen, alsof het een Sovjetfilm was.’
Ziet u zichzelf in de toekomst ook documentaires over andere onderwerpen maken, of blijft oorlogsverslaggeving – al dan niet noodgedwongen – uw roeping?
‘Ik zou heel graag documentaires over andere onderwerpen willen maken. Maar zolang deze oorlog voortduurt, zolang ik elke ochtend ontwaak met angst – me afvragend of iemand die ik ken is omgekomen, of een bom het huis heeft getroffen waar ik vroeger woonde of waar mijn vrienden wonen – zolang dat niet voorbij is, is dit de realiteit waarin ik leef. Ik voel mij verplicht deze verhalen te blijven vertellen. Ik kan me er niet zomaar van afwenden.’
Tussen de opnames en nu is de oorlog technologisch enorm veranderd. Zou het nu nog mogelijk zijn om zo dichtbij het front te filmen?
‘Je kunt niet dichter dan vijf à tien kilometer van de frontlinie komen. Je bent meteen het doelwit van tientallen drones en robotsystemen. Het is nu een echte drone-oorlog, aangedreven door AI. Ongeveer 80% van alle slachtoffers aan het front – soms zelfs meer – is het gevolg van drones. De oorlogsvoering is dus fundamenteel veranderd.
Frontlijnjournalistiek zoals we die kenden, bestaat niet meer. We moeten nieuwe manieren vinden om deze verhalen te vertellen. In die zin is 2000 Meters to Andriivka ook een soort tijdcapsule: een beeld van de oorlog zoals die was.’

De documentaire 2000 Meters to Andriivka is vanaf 15 januari 2026 in de Nederlandse bioscopen te zien.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.



