Poetin mag zich voordoen als een mondiale grootmacht, in het Midden-Oosten heeft Rusland zijn rol verspeeld. Poetins fiasco in Syrië is het grootste Russische verlies, maar staat niet op zichzelf. Het is volgens arabist en oud-diplomaat Marcel Kurpershoek de prijs die Moskou begint te betalen voor zijn agressie tegen Oekraïne.
Al-Sharaa met Syrische delegatie in het Kremlin op bezoek bij Poetin en zijn veiligheidsministers. Foto: Sergey Bobylev / ANP / EPA
Het onvoorstelbare is werkelijkheid geworden. Een internationale terrorist wordt door de Verenigde Staten gevierd als nieuwe president van Syrië. De leidende concurrent van de Islamitische Staat, een jihadi met de nom de guerre Al-Jolani (‘van de Golan’), bezocht op 6 november onder zijn werkelijke naam, Ahmed al-Sharaa, als eerste Syrische president het Witte Huis. De Turkse president Erdogan maakte de opvolger van Assad presentabel en stak hem in een keurig pak.
Achteraf is alles logisch. De Arabische Lente begon 17 december 2010. Lente klinkt lieflijk: bloementooi en vogelzang. Maar de Arabische Lente begon even wreed en gruwelijk als het vervolg. Een Tunesische straatventer verbrandde zichzelf toen de politie zijn groentekar in beslag nam. Een maand later nam president Ben Ali in Tunesië de benen. De eerste tiran was gevallen.
Een golf van optimisme spoelde over de Arabische wereld, van de Atlantische tot de Indische Oceaan. De doem van uitzichtloze onderdrukking en achterlijkheid was miraculeus doorbroken. Alleen in Syrië bleef het verdacht stil. Het was alsof zowel onderdrukkers als onderdrukten er de adem inhielden. In afwachting van de enorme klap die zou volgen. Of juist niet.
In geen ander land werd wreedheid en marteling zo wetenschappelijk en op industriële schaal toegepast. Syrië en Irak, de kerngebieden van het Midden-Oosten, begonnen hun leven als moderne staat onder de Baath-partij, Arabisch voor Renaissance. De formule was pan-Arabisch nationalisme en socialisme. In de praktijk werd dat een clan-dictatuur. De Sovjet-Unie en haar Oostbloksatellieten waren er niet vies van.
Van de half miljoen doden in de Syrische burgeroorlog zijn er ongeveer 100 duizend omgekomen in de gevangenissen van het Assad-bewind; tienduizenden werden opgepakt en ‘verdwenen’. Tot dusverre zijn voor Syrië 45.342 gevallen van overlijden door marteling gedocumenteerd, waarvan 99 procent door toedoen van het regime.
Wreedheid met dank aan Rusland
Van de 72 bekende martelmethodes wordt er één speciaal toegeschreven aan de Oost-Duitse geheime dienst Stasi: de ‘Duitse stoel’, een stoel die werd aangedraaid om de nek en rugwervels te buigen. De pijn kon worden opgevoerd tot verlamming of de dood.
Deze monsterlijke molen van mensenvlees werd in Syrië in stand gehouden dankzij de hulp van Iran, met zijn vazal de Libanese Hezbollah, en Rusland. In dertien jaar tijd werd de Syrische Lente een nieuwe versie van T.S. Eliot’s gedicht over de Eerste Wereldoorlog, The Waste Land: ‘De wreedste maand is april, seringen bloeien op het dode land’.
Waar bleven demonstraties in Nederland tegen Assad? Zijn Syriërs geen mensen en hebben mensenrechten daar geen bestaan? Lang heb ik gezocht naar een verklaring. Ik kwam niet verder dan dit: politieke manipulatie van de begrippen ‘terrorist’ en legitimiteit. Assad, Rusland en Amerika verklaarden zo al-Jolani eensgezind tot topterrorist, een leider van Al Qaida.
Einde van de Global War on Terrorism?
Vorig jaar december viel het Assad-regime en werden de rollen omgedraaid.
Is dit het einde van de Global War on Terrorism, afgekort GWOT, uitgeroepen na de aanslag in New York op 11 september 2001?
De kosten van de GWOT zijn berekend op ongeveer 8 duizend keer een miljard. In het Midden-Oosten profiteerden voornamelijk Rusland en Iran. In 2003 liet president Bush Jr. Irak bezetten en ruimde er Saddam Hoessein uit de weg. De Amerikaanse bezetting rolde de rode loper uit voor Iran om in Bagdad de touwtjes over te nemen.
In Syrië kwam het verzet van binnenuit. Het Assad-regime reageerde, zoals was te verwachten, met grof geweld en lokte daarmee zelf geweld uit. Turkije en Qatar stonden achter de islamitische oppositie. Het Westen steunde de seculiere coalitie in Istanbul [de Syrische Nationale Raad, red.], maar die sloeg geen deuk in een pakje boter. Heel Syrië veranderde in een slagveld. Radicale soennitische jihadisten namen de leiding. Assad werd ervan verdacht door de wol geverfde jihadisten vrij te laten om dat vuurtje op te stoken.
Met steun van Rusland beriep het Assad-regime zich op zijn legitimiteit en rol als meest effectieve bestrijder van islamitisch terrorisme: een dodelijke bedreiging van de oude christelijke en andere minderheden in Syrië. In internationale fora, zoals de Genève-conferenties over de Syrische crisis in 2013-2014, blokkeerde Rusland ieder tegenvoorstel. De gematigde oppositie leverde geen geloofwaardig alternatief. Zo bleef het Westen steken tussen vrees voor islamitisch extremisme en de roep om democratie en mensenrechten. Die verlamming was al winst voor Assad, Iran en Rusland.
Assad voor het eerst weer uitgenodigd voor een Arabische topconferentie in Saoedi-Arabië in mei 2023. Foto: Bandar Al-Jaloud / ANP / EPA
De razendsnelle opkomst van de Islamitische Staat, het publieke vertoon van sadistisch fanatisme, aanslagen en IS-cellen in Europa openden de weg voor westerse acties.
Dat Assad tekende voor 99 procent van de oorlogsmisdaden werd niet zichtbaar: in de beruchte Sednayagevangenis waren alleen veiligheidscamera’s. Nergens in Syrië hadden de westerse media veilige en vrije toegang. Onder Amerikaanse leiding werd IS verslagen en Assad herwon het grootste deel van Syrië. Na zeven jaar oorlog waren de fronten bevroren. Het regime leek zich te handhaven. In mei 2023 werd Assad voor het eerst weer uitgenodigd voor een Arabische topconferentie in Saoedi-Arabië.
In Europa gingen al langer stemmen op om ‘realistisch’ te zijn. Op 5 november 2024 opperde Geert Wilders dat het tijd werd over scrupules heen te stappen. Naar zijn oordeel verdiende het optreden van Assad weliswaar geen schoonheidsprijs (‘fraai is het natuurlijk niet’), maar in zo’n situatie moet je realistisch zijn (want ‘die man zal niet weggaan’). Gevleugelde laatste woorden. Een maand en drie dagen na deze uitspraken van Wilders vlogen Assad en gezin in het geniep naar Moskou. Anders dan voor de miljoenen landgenoten die hij op de vlucht dreef was zijn Russische bedje gespreid: in 2018 en 2019 had hij bij wijze van voorzorg 250 miljoen dollars en euro’s in cash naar Moskou laten vliegen.
Waarom klapte het Assad-regime in elkaar?
Achteraf werd duidelijk dat Assads molen van mensenvlees zichzelf had uitgehold. Zelfs de sektarische harde kern van zijn regime, de Alawitische minderheid in het kustgebergte van de Middellandse Zee, was uitgeput. Behalve armoede kregen ze niets terug voor het verlies van jonge mensenlevens. De soennitische moslims, 75 procent van de bevolking, waren een onuitputtelijke bron van mankracht.
Maar de weg naar de ineenstorting werd geëffend vanuit het buitenland.
De Syrische grenzen liggen wagenwijd open. Alle politieke spanningen in het omliggende Midden-Oosten hebben er hun weerklank. Binnenlands is het een legpuzzel van weerbarstige tegenstellingen. Vader Assad [Hafiz al-Assad, president van Syrië 1971-2000, red.] wist daar raad mee. Zoon Bashar niet: langs de weg van massamoord groef hij zijn eigen politieke graf.
'Voor jouw ogen, oh Assad': eerbetoon aan Assad en Nasrallah. Foto: Marcel Kurpershoek
Israël en Hamas
De beslissende fase werd ingeluid door de oorlog tussen Hamas en Israël.
In de Syrische burgeroorlog zorgde Hezbollah voor geharde grondtroepen. Iran en Rusland leverden logistiek, materieel, luchtmacht en leidinggevenden. In vrij korte tijd verloor Hezbollah in Syrië meer dan tweeduizend strijders. Maar al in 2007 zag ik aan de Turkse grens een spandoek waarop Hezbollah-leider Hassan Nasrallah indrukwekkend op gelijke voet stond met president Assad jr: ondenkbaar in de tijd van Assad sr.
Israël stelde zich aanvankelijk terughoudend op in de oorlog in Syrië: de vijand verzwakte zichzelf en Assad leek een veiliger buur dan een IS-kalief in de Grote moskee van Damascus. Dat veranderde twee jaar geleden. De Hamas-aanval in oktober 2023 had op Israël een psychologisch effect te vergelijken met dat van 9/11 op de Verenigde Staten. Alle remmen gingen los. Iran en Hezbollah konden niet werkeloos toezien. En Israël greep zijn kans. In april 2024 werd het Iraanse consulaat in Damascus vernietigd, waarbij twee hoge generaals van de Iraanse Revolutionaire Garde omkwamen. In september werd de leider van Hezbollah, Nasrallah, gedood. De pagers van de Hezbollah in Libanon explodeerden en in oktober 2024 begon Israël zijn landoperaties.
Op 27 november werd een bestand afgekondigd. Toeval of niet, op diezelfde dag lanceerde De Organisatie voor de Bevrijding van Syrië (HTS, voor het Arabische origineel van de naam) het beslissende bliksemoffensief. Twee dagen later viel Aleppo, de grootste stad van Syrië. Via Hama en Homs bereikte de opmars van HTS in luttele dagen de poorten van Damascus. Op 8 december zetten Assad en zijn trawanten het op een lopen. Het kan niet anders of Israël had ertoe bijgedragen dat Hezbollah niet in staat was Assad opnieuw te redden. En Iran zelf evenmin.
Russische en Amerikaanse rol in Syrië
Rusland bleef over. Rusland greep voor het eerst in met eigen strijdkrachten in 2015 toen Aleppo, de grootste stad van Syrië en niet ver van de Turkse grens, in handen van de rebellen dreigde te vallen. Russische luchtbombardementen kostten 1.640 burgers van de stad het leven. Dat leek Assad de overhand te geven, temeer omdat de Verenigde Staten in die periode Rusland niets in de weg legden in het westen van Syrië. In ruil daarvoor gaf Rusland Obama de vrije hand om in het oosten van Syrië de opmars van de Islamitische Staat te stuiten. Vanaf 2016 bombardeerde ook Nederland IS-doelen in Syrië. In 2019 werd IS verslagen. Assad, Rusland en Iran leken de Syrische oorlog gewonnen te hebben.
Naast IS speelde het Iraanse nucleaire dossier een rol. Obama gaf absolute voorrang aan de nucleaire onderhandelingen met Iran. Vrede met Iran zou de Verenigde Staten lostrekken uit het Midden-Oosterse zand. Zo werden Rusland en de Verenigde Staten de facto bondgenoten in Syrië. Poetin had Obama gered van zijn zelf ingestelde rode lijn over Assads inzet van chemische wapens. In plaats daarvan kreeg Obama een VN-missie in Syrië ter verwijdering van deze chemische wapens. Voornaamste voordeel voor Rusland was dat Assad daarmee tijd won om zijn defensie op orde te stellen. Obama’s minister Kerry liet zich geduldig door zijn Russische collega Lavrov van het ene verbroken akkoord over een bestand naar het andere slepen. Tandenknarsend accepteerden Amerikaanse militairen in Irak de instructie van hun president om op geen enkele Iraanse provocatie in Irak te reageren.
Tsjetsjeens concept
Het Russische concept voor Syrië stamt uit de oorlog in Tsjetsjenië (1994-2009), die 100 tot 300 duizend slachtoffers had geëist. Toen al handelden Poetin en zijn zetbaas Ramzan Kadyrov met stalinistische meedogenloosheid. In 2008 volgde Georgië. In 2014 de Krim en Donbas. En tenslotte in februari 2022 de frontale aanval op Oekraïne. Daar keerde het tij in Poetins campagne tot herstel van het ontzag dat de Sovjet-Unie inboezemde.
De val van Damascus betekent de grootste Russische nederlaag sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, strategisch en symbolisch.
Damascus was tientallen jaren de pion die Moskou een vooraanstaande plaats gaf aan het grote schaakbord van het Midden-Oosten. Een vinger in iedere pap. Generaties Syriërs leerden Russisch en werden in Rusland opgeleid. Dat alles ging in een klap verloren. Evenmin als Hezbollah en Iran was Rusland in staat Assad te hulp te komen.
Meer dan een fiasco
Syrië is het grootste Russische verlies. Maar het fiasco staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van de internationale prijs die Moskou begint te betalen voor zijn agressie tegen Oekraïne. Rond de grenzen begint de traditionele invloedssfeer van het Sovjet-imperium af te brokkelen.
De val van Damascus is onderdeel van de prijs die Moskou begint te betalen voor zijn agressie tegen Oekraïne
Armenië, altijd een trouwe bondgenoot van Moskou, bleef in 2023 met lege handen na het offensief van Azerbeidzjan, de bondgenoot van de Armeense erfvijand Turkije in Nagorno-Karabach. De Russische beloftes van 2020 om Jerevan te hulp te komen in dat conflict bleken niets waard. Turkije en Armenië besloten vervolgens dat de genocide-kwestie toenadering niet in de weg mag staan. Voor Trump was het een stukje in zijn herschikking van het bredere Midden-Oosten. In het Oval Office sloten Armenië en Azerbeidzjan het begin van een vredesovereenkomst.
Decennia lang bondgenoten: Assad en Poetin. Foto: Louai Beshara / ANP / AFP
Op de achtergrond was Erdogan de winnaar: de landroute van Azerbeidzjan naar Turkije loopt over Armeens gebied, via de strategische Zangezur-corridor, voor de gelegenheid omgedoopt tot de ‘Trump-route voor Internationale Vrede en Veiligheid’ (TRIPP). Het aangrenzende Iran, nu net zo in het ongerede als Rusland, heeft het nakijken.
Aan de andere kant van de Kaspische Zee lokt het Turkse stamland van Centraal-Azië. In tien jaar tijd heeft Erdogan de handel met dat gebied verdubbeld. De Russische handel is er verminderd tot de helft van de Chinese.
De Amerikaanse top met Centraal-Aziatische leiders in het Witte Huis op 6 november is een ander teken aan de wand. In contrast daarmee moest Poetin de voorziene topconferentie met Arabische landen in Moskou annuleren bij gebrek aan Arabische belangstelling. Het teruglopen van Russische invloed is nu structureel.
Erdogan en Poetin begrijpen elkaar
Trump en Erdogan vinden elkaar als ‘transactionele’ leiders. Zij opereren opportunistisch en duiken er persoonlijk op als zij een opening zien: een opening die politieke en liefst ook financiële winst oplevert. Dat is een trendbreuk in de altijd gespannen Amerikaanse relaties met de Turkse sterke man.
Tien jaar geleden schoot Turkije een Russisch gevechtsvliegtuig neer bij de Syrische grens. Ontregeld door een poging tot militaire staatsgreep in 2016 werd Erdogan door Poetin op de knieën gedwongen en vernederd. In 2019 kocht Turkije Russische S-400 luchtafweer. Het F-35-programma ging voor Turkije op slot en in de NAVO werd Turkije een buitenbeentje. Griekenland won erbij.
Amerika stond aan de verkeerde kant in de twee grootste binnenlandse problemen van Erdogan: de islamitische rivalen van de Gülen-beweging die beschuldigd werden van de poging tot staatsgreep; en de Koerden. Tot woede van Turkije steunde de VS in Syrië de Koerdische PDF, een tak van Turkije’s grootste probleem: de Koerdische verzetsbeweging PKK. In Syrië was de seculiere PDF onmisbaar om de Islamitische Staat een kopje kleiner te maken. De Koerden werden de lievelingen van de Amerikaanse militairen in Syrië. Het iconische moment was de strijd ter verdediging van het Koerdische Kobani, pal aan de Turkse grens. Turkije weigerde de Amerikanen medewerking: voor Turkije waren PDF/PKK de gevaarlijkste terroristen, niet IS.
De uitkomst van de Syrische burgeroorlog toont de Turkse troefkaart: een consistente lijn, strategisch geduld, het vermogen om onopvallend operaties gedegen voor te bereiden.
Waarschijnlijk kent niemand Poetins ziel beter dan Erdogan: tussen 2019 en 2023 spraken Poetin en Erdogan elkaar in Sotsji in totaal elf uur, veelal onder vier ogen. Poetin weet dat Erdogan niet uit is op zijn val. En hij is bereid Erdogan te zien als tacticus, niet als een NAVO-robot, en te verkennen waar ze elkaar tot nut kunnen zijn.
Maar sinds 2019 – Erdogans knieval voor de Russische S-400 en zijn excuses – daalt Poetins ster en neemt het gewicht van Turkije toe.
Al-Sharaa in vroeger tijden. Beeld: YouTube
Hoofdrol voor Syrië
Toen, net als nu, speelt Syrië daarin een hoofdrol.
Niemand had het kunnen denken: de opvolger van Osama Bin Laden in de islamitisch-jihadistische bloedlijn van Al Qaida, Abu Muhammad al-Jolani, bezoekt in zijn nieuwe incarnatie als Ahmed al-Sharaa op 10 november als eerste Syrische president het Witte Huis. Hoffelijk, stijlvol gekleed, staat hij er in zelfverzekerde eenvoud met Trump. Een scherp contrast ook met de ontvangst van de Oekraïense leider Volodymyr Zelensky, in gevechtstenue als de Palestijnse Yasser Arafat, maar dan zonder hoofddoek.
In Riyad had Trump hem zich laten aanbevelen door zijn Saoedische gastheren: deze nieuwe machthebber, Ahmed al-Sharaa, geboren in Saoedi-Arabië, wiens ouders Syriërs waren. Trumps karakterisering bij de ontmoeting in Riyad luidde zo: ‘Jonge, harde, aantrekkelijke vent met een sterk verleden’. Afgevoerd van de lijst van terroristen. Valt mee te werken.
Sharaa’s bezoek aan het Kremlin, een maand eerder, verbleekt erbij. Uitlevering van Assad wordt niet verwacht. In een ongekende gotspe noemde Lavrov ‘humanitaire redenen’ als reden daarvoor. Vermoedelijk toog Sharaa naar Moskou, zijn vijand in de burgeroorlog, op advies van Erdogan, Trump en de Saoedi's: niet wrokken over het verleden, doe nuchter zaken met Poetin. Help hem gezichtsverlies te beperken met een gebaar inzake de voormalige Russische vloot- en luchtmachtbasis in Syrië. Krijg zijn erkenning, daar heb je meer aan. Dat was de belangrijkste uitkomst van Moskou. Sharaa heeft niet veel behoefte getoond aan de berechting van Assad.
Trump en Sharaa in het Witte Huis, eerder deze maand. Foto: SANA / ANP / AFP
Al-Jolani, alias al-Sharaa, verscheen voor Syrië-waarnemers voor het eerst op de radar in 2013. Het verzet tegen Assad, overwegend Arabisch soennitisch islamitisch, kon alleen opereren vanuit het veilige achterland van Turkije. De affiniteit van Erdogans AKP-partij met de Moslimbroeders zorgde voor een natuurlijke klik. Deze groepen stonden vijandig tegenover de rol van buitenlanders en hun excessen in Islamitische Staat.
Al-Jolani leidde het Al-Nusra-front (‘overwinning geschonken door God’), de andere loot aan de Al Qaida-stam van Bin Laden. De grootste niet-al-Qaeda jihadistische groep, Ahrar al-Sham (‘Vrije Mannen van Syrië’), gaf de toon aan in het ideologisch verwante Islamitische Front. De ‘gematigde’ (door het Westen gesteunde), overwegend seculiere Syrische coalitie in Istanbul onderhield al in 2013 goede contacten met het Al-Nusra-front. De groep viel op door haar discipline; stond open voor samenwerking met de civiele oppositie; liet kerken in het achterland van de Syrische kust ongemoeid; en deed niet mee aan plunderingen. Ook Ahrar al-Sham stond open voor dialoog met andere etnische en religieuze groepen, en neemt nu deel aan de Syrische regering.
In de onderlinge competitie kon Nusra bogen op de meeste successen. Nusra en de Ahrar waren afkomstig uit het Syrische hartland ten westen van de woestijn. Islamitische Staat daarentegen had zijn basis in de tribale soennitische gebieden in Oost-Syrië, langs de Eufraat en vooral in Irak. In 2016 verbrak Nusra formeel de banden met Al Qaida. Na veel onderlinge gewapende conflicten ontstond de groep die Assad omverwierp: Organisatie ter Bevrijding van Syrië (HTS), geleid door al-Jolani/al-Sharaa.
Springplank voor de omverwerping van Assad was de provincie Idlib: het laatste toevluchtsoord van de Syrische rebellen. Idlib strekt zich uit langs de Turkse provincie Hatay (het oude Antiochië, nu Antakya). Oorspronkelijk door Frankrijk aan Syrië toebedeeld, stak deze geografische vinger opnieuw in Assads gezicht. In 2019-2020 lanceerden Assad, Iran, Rusland en Hezbollah een offensief om deze laatste enclave van rebellen op te rollen. Dat had militair ingrijpen van Turkije zelf tot gevolg. Voor het eerst werden Turkse drones op grote schaal ingezet.
Erdogan slimmer dan Poetin
In Moskou bereikten Erdogan en Poetin een akkoord over een wapenstilstand en gezamenlijke Russisch-Turkse patrouilles. De islamitische bendes, die het onderling hadden uitgevochten, werden door Turkije samengesmeed tot een ordelijk geheel. En Idlib werd een Turkse modelstad. De basis was gelegd.
De rest is geschiedenis. De Iraanse hubris aan de Middellandse Zee is met Assad omvergehaald. Turkije kijkt vooruit naar een nieuw hoofdstuk dat aansluit op eeuwen van Turks-Ottomaanse dominantie in het gebied en is bezig zich voorzichtig vooruit te werken in Irak.
De drijvende kracht van de Russische en Turkse leiders is een revisionistische visie op de geschiedenis. Maar in Syrië is het neo-ottomanisme van Erdogan en oud-AKP-ideoloog Ahmet Davutoğlu succesvoller gebleken dan in de voormalige Sovjetruimte het neo-eurazianisme van ideoloog Aleksandr Doegin. Anders dan het Westen weet Turkije zijn rol te camoufleren: subtiele suggestie en een ijzeren greep achter de schermen werken beter in het Midden-Oosten. Duizend-en-een-nacht is er reëler dan Westers hameren op transparantie. Achteraf was misschien ook deze episode een logisch vervolg.
Marcel Kurpershoek is arabist en oud-diplomaat. Hij was onder meer hoofd van de Directie Midden-Oosten bij Buitenlandse Zaken, ambassadeur in Turkije en speciaal gezant voor Syrië.



