Door Europa trekt een stoet van Russische musici, schrijvers, wetenschappers en andere cultuurdragers die met nostalgische programma’s hun Russische landgenoten in den vreemde vermaken. Velen zijn min of meer gekant tegen het Poetinregime. Maar over Oekraïne zwijgen de meesten veelal. Volgens Andrej Archangelski is dat een fatale fout. Zwijgen over de catastrofale barbarij die Russen in Oekraïne aanrichten, zal ook in Rusland leiden tot een tragedie.
Concert in Warschau van de Russische zangeres in ballingschap Monetotsjka. Foto: Janek Skarzynski / ANP / AFP
Het meest recente grote nieuws binnen de Russische emigratie ging over Aleksandr Boetjagin, een medewerker van het Staatsmuseum Hermitage (Sint-Petersburg) die eind vorig jaar in Praag, Amsterdam en Belgrado lezingen gaf over De laatste dag van Pompeï, vervolgens in Warschau werd aangehouden en op verzoek van Oekraïne ook gearresteerd. Hij wordt beschuldigd van illegale archeologische opgravingen op de geannexeerde Krim.
Zowel degenen die de archeoloog veroordelen als degenen die argumenten voor zijn verdediging aanvoeren, waren geschokt door één feit: een medewerker van een Russisch staatsmuseum kon in het vierde jaar van de oorlog gewoon door Europa reizen met lezingen. Natuurlijk is de stroom artiesten uit Rusland naar Europa sinds 2022 sterk afgenomen. Maar de stroom is niet volledig verdwenen.
Poetinvriend Gergiev en andere loyalisten
Dat geldt zelfs voor vertrouwelingen van Poetin. De luidruchtigste schandalen van 2025 hielden verband met de Russische dirigent Valeri Gergiev en de operazangeres Anna Netrebko, die in Oostenrijk woont.
In de zomer van 2025 werd Gergiev (een goede vriend van Poetin) uitgenodigd voor een festival in het Koninklijk Paleis van Caserta in Zuid-Italië. Na protesten (onder meer van Oekraïense en Russische activisten in Italië) besloten de organisatoren het concert te annuleren. Maar uitnodiging op zichzelf zei al genoeg: de stelling ‘politiek staat los van cultuur, cultuur moet verbinden en niet verdelen’ wordt kennelijk niet alleen gebruikt door Russische propagandisten, maar ook door Europese organisatoren.
Anna Netrebko reisde in 2014 naar de Donbas en steunde toen het beleid van Poetin. In 2023 schreef zij ineens: ‘Ik veroordeel de oorlog in Oekraïne categorisch. Mijn gedachten zijn bij de slachtoffers van deze oorlog en hun families’. Sommige Europese theaters bleven daarom met Netrebko samenwerken. Haar optredens in Berlijn of Londen gaan gepaard met protesten van Oekraïense activisten. Desondanks trekt ze uitverkochte zalen voor haar concerten.
In Europa treden ook Russische artiesten op die de oorlog hebben veroordeeld en in 2022 zijn geëmigreerd, maar later toch naar Rusland zijn teruggekeerd.
Bijvoorbeeld de televisiesterren Vladimir Pozner en Ivan Oergant, die voorheen op het Eerste Kanaal werkten, daar vertrokken maar wel nog steeds in Rusland wonen. Hun gezamenlijke show Reizen van Pozner en Oergant werd in 2024 in heel Europa opgevoerd, de solo-show van Oergant in het najaar van 2025 ook in Duitsland en Zwitserland. ‘Verwacht een ontmoeting met uw favoriete tv-programma in concertvorm!’, heette het. Met ‘favoriete programma’ wordt de show van Oergant op het Eerste Kanaal van vóór 2022 bedoeld.
Denk ook aan de popzanger Valeri Meladze, die tot 2022, net als de meeste Russische popsterren, ‘buiten de politiek’ stond, de oorlog veroordeelde en verhuisde naar Spanje. Nu treedt hij op in Europa en Azië.
Daarbij blijft het niet. In 2026 gaan de acteurs Viktoria Tolstoganova en Maksim Vitorgan met het toneelstuk Luide stemmen op tournee in Duitsland. In 2022 veroordeelden zij de oorlog, hetgeen hen in Rusland kwam te staan op censuur. Tolstoganova bleef in Rusland werken, Vitorgan vertrok naar Israël. Volgens de aankondiging van het stuk ‘ruziën, dansen, zwijgen en spreken de personages, en vinden zij de taal van de liefde terug die in het dagelijks leven verloren is gegaan’.
Russischtalige voorstellingen in Europa staan op maximale afstand van de realiteit: de oorlog
Tientallen – zo niet honderden – van zulke Russischtalige voorstellingen worden jaarlijks in Europa opgevoerd. Ongeacht de politieke positie van de acteurs zijn al deze stukken ‘romantisch’ en gaan ze ‘over de liefde’. Deze voorstellingen staan op maximale afstand van de politiek, van de realiteit – dat wil zeggen: van de oorlog.
Muzikale oppositie
Op evenementen van politieke emigranten – kortom, van hen die een actieve anti-oorlogspositie innemen – zou alles anders moeten zijn.
Belangrijk in de Russische emigratie was dat maar liefst honderden bekende muzikanten het land meteen na de invasie in Oekraïne verlieten. In 2022–2023 brachten velen vervolgens ook anti-oorlogsalbums uit: zoals de bands Nogu Svelo! en Bi-2 en de zangers Andrej Makarevitsj en Boris Grebensjtsjikov. Door Europa toeren ook de rockgroepen Splean en Mumij Troll, die de oorlog eveneens direct of indirect hebben veroordeeld. Hun concerten zijn in Rusland verboden. Een aparte plaats in deze categorie neemt Joeri Sjevtsjoek van DDT in: hij is in Rusland gebleven, maar is niet bang zich scherp uit te spreken tegen het Poetin-regime. Toch kunnen hun concerten in Europa nauwelijks politiek worden genoemd: het publiek komt meestal om ‘de jeugd te herbeleven’ en zich te vermaken.
Politiek kan wel het werk van rapartiesten worden genoemd, zoals Noize MC (Ivan Aleksejev), wiens nummer Zwanenmeer zinspeelt op de ouderdom van de leiders in het Kremlin en een emigrantenhymne werd. Paradoxaal genoeg roept het scherpste protestlied op om ‘te wachten tot het politbureau een natuurlijke dood sterft’. Ook populair in de emigratie is het lied Ik zal overleven van zangeres Monetotsjka. Veelzeggend: als handelingsperspectief krijgen luisteraars voorgeschoteld om ‘het te overleven of af te wachten’.
Een belangrijke bijdrage wordt geleverd in Riot Days, een voorstelling gebaseerd op de memoires van Maria Aljochina van de punkgroep Pussy Riot. Met deze performance reisde zij door Europa en Amerika. In het stuk klinken politieke leuzen, maar centraal staat het verhaal van Aljochina zelf die twee jaar doorbracht in een Poetin-gevangenis. Pas aan het einde van de voorstelling klinken de regels: ‘dit (de oorlog) is onvergeeflijk’ en ‘Oekraïne, ik hou van je’.
Lezingencircuit
Ook nieuwe Russische dissidenten als journalisten, politicologen en maatschappelijk activisten trekken nu door Europese steden met lezingen. Deze stroom groeide tijdens de kerstvakantie van vorig jaar. Maar paradoxaal genoeg werden ook deze sprekers in 2025, tegen de achtergrond van een voortgaande oorlog, steeds a-politieker.
Waarom? Bekende emigranten spreken voor een publiek dat eveneens uit emigranten bestaat. Zelfs in de periode 2022–2023 was deze groep echter niet homogeen. Een deel vertrok vanwege vervolging door het Poetin-regime of om morele redenen. Maar de meerderheid van de vertrekkers denkt waarschijnlijk niet in politieke termen. Om nog maar te zwijgen van de grote Russische gemeenschap die in de jaren 1990 om economische redenen vertrok en vaak Poetin steunt. Zo verzamelden zich voor de twee grootste oppositiemarsen van de Russische oppositie in Berlijn zich niet meer dan 2.000 tot 4.000 mensen, hoewel er alleen al in Berlijn tienduizenden Russische emigranten wonen.
Sociale infantiliteit
Idealiter is het de taak van intellectuelen in de oppositie om moreel protest om te zetten in politiek protest. Maar de massale vraag van het publiek is vandaag eerder het tegenovergestelde. Die stemming kan zo worden verwoord: ‘we zijn moe van gesprekken over oorlog, verantwoordelijkheid en politiek’.
Deze sociale infantiliteit komt niet voor het eerst voor in de Russische geschiedenis – en leidt altijd tot fatale gevolgen.
Na de perestrojka waren mensen ‘moe’ van de discussies over de misdaden van het Sovjetregime. In de jaren 1990 ontstond er ‘politieke vermoeidheid’. En daarna kwamen opnieuw de veiligheidsdiensten aan de macht. Nu herhaalt zich in emigratie op mini-schaal precies hetzelfde – ondanks de morele catastrofe en de oorlog.
Commerciële wetmatigheid
Omdat voor optredens van Russische oppositiefiguren kaartjes worden verkocht (20 tot 80 euro) gelden hier bovendien ook de wetten van het bedrijfsleven. Men moet tegen het publiek zeggen wat het graag hoort. De massale vraag van het publiek ziet er vandaag waarschijnlijk zo uit: ‘praat niet over trieste dingen, vertel ons iets optimistisch, bijvoorbeeld een kerstverhaal’.
De vraag naar vermaak heeft zo de noodzaak van een politiek gesprek overwonnen. Of – voor wie zich slimmer wil voelen – het vermaak zet een masker van een ‘politiek gesprek’ op. Optredens van emigranten veranderen daarmee in een business van troost en amusement.
Optredens van emigranten veranderen in een business van troost en amusement
Natuurlijk zijn er onder Russische emigranten mensen die blijven spreken over oorlog, schuld en verantwoordelijkheid. Zoals de journalist en wetenschapper Sergej Medvedev, de cultuurcritica Ksenia Larina, de politicologen Maria Snegovaja en Aleksandr Morozov, en de verslaggever Olesja Gerasimenko die het boek Kijk niet weg schreef. Maar zij toeren niet door Europa.
Het zwijgen over Oekraïne
De lezingen van nieuwe dissidenten zijn relevanter dan de shows van zangers of acteurs. Ze hebben een hoog intellectueel niveau – het kan gaan over film, literatuur of muziek. Veel sprekers bekritiseren ook het Russische regime vanuit historische of academische perspectieven. Maar wat deze lezingen eveneens verenigt, is dat ze bijna nooit de oorlog en Oekraïne bespreken. In mijn nieuwe boek Strana, resjivsjaja ne byt (Het land dat besloot om niet te zijn) noem ik dit fenomeen ‘het zwijgen over Oekraïne’. Bijna geen van de sprekers stelt de vraag: hoe zullen Russen de Oekraïners nu in de ogen kijken?
In de roman De Olifant beschrijft de Belarussische schrijver Sasja Filipenko het fenomeen van de persoonlijkheid in een autoritaire staat: de gewoonte om het belangrijkste niet op te merken, om over het meest angstaanjagende te zwijgen.
In Rusland zijn mensen tegenwoordig gedwongen om ‘de olifant’ – de oorlog – niet op te merken, omdat hen daarvoor gevangenisstraf dreigt. Maar in emigratie kan men vrij spreken, althans de dingen bij hun naam noemen. Toch lukt dat slechts met grote moeite.
Alla Poegatsjova, de belangrijkste ster van de Sovjet- én post-Sovjetpopmuziek, verliet Rusland eveneens in 2022. Pas in de zomer van 2025 gaf zij voor het eerst een open en uitgebreid interview. Zij spreekt daarin als pacifiste en met medeleven over Oekraïne. Maar in dit vier uur durende interview nemen haar overdenkingen over collega’s die carrière maken in Rusland meer plaats in dan de oorlog in Oekraïne. Dit kan het probleem van een imperiaal bewustzijn worden genoemd: zelfs als een Rus Oekraïne steunt, weet hij er weinig van. Het gesprek over Oekraïne zal dus moeten worden geleerd – en wel door degenen die een beschaafd Rusland willen opbouwen. Daarvoor is nu al een grote inspanning van cultuur en moraal nodig. Maar zelfs in emigratie ontbreekt die inspanning.
De beroemde Russische popster Alla Poegatsjova. Foto: © Serge Serebro (CC BY-SA 4.0)
Vluchten in zwarte humor
Dit jaar verschenen nieuwe boeken van twee bekende Russische schrijvers in emigratie. Vladimir Sorokin schreef Het Sprookje – een parabel in het genre van de post-apocalyps, waarin de held met behulp van sprookjesfiguren terugkeert naar de vooroorlogse situatie. Viktor Jerofejev gaf in zijn boek Nieuw barbarisme eerlijk toe dat hij aanvankelijk een ‘serieuze roman over Russische schuld in de geest van Karl Jaspers’ wilde schrijven, maar uiteindelijk ontstond een boek in het genre van zwarte humor. Jerofejev lacht om het verschrikkelijke, omdat hij geen perspectief ziet voor een serieus gesprek met een Russisch publiek. De Russische cultuur in emigratie erkent in 2025 openlijk dat zij niet in staat is na te denken over de morele catastrofe die Rusland heeft getroffen.
Heeft het nut dat emigranten met elkaar praten? Ja. Lezingen, conferenties en presentaties vervullen een therapeutische functie: zij ondersteunen moreel degenen die gedwongen zijn een nieuw leven te beginnen. Ten tweede – en dat is belangrijk – door deze gesprekken blijft de vrijheid van de Russische cultuur, de vrijheid van meningsuiting, behouden omdat het in Rusland zelf simpelweg is verboden om over veel dingen te spreken.
Politicoloog Aleksandr Morozov heeft het over een ‘langdurig cultureel verzet’ tegen de dictatuur via het vrije woord, zoals ook in de jaren 1960–80, wat uiteindelijk leidde tot de val van de Sovjetmacht. Het doel van de nieuwe emigratie is dus het behoud van een ongecensureerde Russische cultuur in Europa als alternatief voor de Poetin-cultuur.
Werkelijk cultureel verzet? Nee!
Maar kan men dit werkelijk verzet tegen het Poetin-regime noemen? Nee.
Veel oppositie-activisten onderhouden videoblogs, gericht op een publiek dat in Rusland is gebleven. Dit jaar wordt de kloof tussen vertrokkenen en achterblijvers steeds zichtbaarder: zelfs bij anti-oorlogsmensen in Rusland treedt een natuurlijke vertekening van het bewustzijn op – een bewustzijn dat woorden dicteert die het geweten niet meer verontrusten.
Voor het vierde jaar verdedigt Oekraïne zich tegen de Russische agressor. Het verdedigt daarmee ook Europa, de hele vrije wereld, en dus ook de Russische anti-oorlogsemigranten. Maar die op hun beurt troosten elkaar liever met sprookjes. De filosoof Theodor Adorno had daarvoor de uitdrukking: ‘Es gibt kein richtiges Leben im falschen’ (Minima Moralia).
De verantwoordelijkheid van Russen – ook van degenen die zijn vertrokken – voor de oorlog in Oekraïne zal dus niet verdwijnen, niet over vijftig jaar en misschien zelfs niet over honderd jaar. De culturele emigratie zou deze morele catastrofe op z’n minste moeten durven formuleren.
De ‘politieke vermoeidheid’ van Russische emigranten is niets vergeleken met de vermoeidheid van Oekraïners aan het front en in het achterland. Maar zelfs daar gaat het nu niet om. Het gaat erom dat in de emigrantencultuur het gesprek over de historische en psychologische oorzaken van de nieuwe barbarij (de Russische agressie) geen zichtbaar thema zijn geworden. Zo ontstaat een vacuüm: het zwijgen over het belangrijkste, over het catastrofale.
De emigratie maakt zo dezelfde fout als de Russische democraten die in de jaren 1990 aan de macht kwamen: ‘laten we het volk nu niet ongerust maken. Later, wanneer het leven beter wordt, zullen we over serieuze zaken praten’, zeiden ze.
Dat later komt nooit. En leidt tot een nieuwe tragedie.



